Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l Juli 16. No. 2036
van kinabast in het loopende jaar eene ver
dere belangrijke verbetering heef t ondergaan
en dit product, dat lange jaren erg in de ver
drukking is geweest, voorloopig eene betere
toekomst schijnt tegemoet te gaan.
Rubber. De voor gouvernementsrekening
verkochte rubber, ofschoon op zich zelf niet
zeer belangrijk, wijst relatief n in hoeveel
heid n in opbrengst eene aanzienlijke stijging
aan, nml. 3238 kisten met een opbrengst van
? 590 581 in 1915 tegen 2382 met een opbrengst
van ? 367.472 in 1914. Van meer beteekenis
is echter hetgeen omtrent dit product in het
verslag van den oeconomischen toestand
gezegd wordt. De prijzen, die zich in de
eerste tien maanden reeds op een hooger
niveau dan in het voorgaande jaar hadden
bewogen, ondergingen in de laatste maanden
nog eene belangrijke stijging. De
moeielijkheden, die de afscheep naar Europa onder
vond, hadden ten gevolge, dat voor een
deel tot consignatie naar New-York werd
overgegaan. Een belangrijk deel der in
Nederlandsch-Indië gewonnen rubber werd
echter ook te Batavia, Medan en Singapore
verkocht. De productie steeg van ca. 8900
tons in 1914 tot ongeveer 15.700 tons in 1915."
Suiker. Het rechtstreeksch belang der
Handelmaatschappij in suikerondernemingen
strekt zich uit tot 16 fabrieken, terwijl zij
nog tot 22 fabrieken van derden in betrek
king staat. Ondanks de reeds in 1915 be
dongen hoogere prijzen voor het product,
was het geldelijk resultaat iets minder gunstig
dan in 1914, doordat de productie zeer is
tegengevallen tengevolge van het laat in
vallen van den Westmoesson. Waar echter
de vooruitzichten voor oogst 1916, wegens
het tijdig intreden van voldoende regens,
gunstig zijn en bovendien zooals bekend
de prijzen van het product in de laatste
maanden verder belangrijk gestegen zijn,
mogen voor dit product over het loopende
jaar met vertrouwen aanzienlijke betere
resultaten tegemoet gezien worden. Uit het
meermalen genoemde oeconomische verslag
zij nog aangeteekend: Na drie jaar van
buitengewone droogte heeft de weersge
steldheid in het afgeloopen jaar eindelijk
weder eens een normaal aanzien vertoond,
waarvan de Europeesche landbouw den
gunstigen invloed heeft ondervonden. Voor de
voornaamste cultuur de suiker, zal die invloed
echter eerst bij den aanstaanden oogst tot
uiting komen; voor den afgeloopen oogst
heeft de gunstige weersgesteldheid in 1915
de nadeelen van de zeer abnormale omstan
digheden, waaronder die oogst in 1914 is
geplant en opgegroeid, niet meer kunnen
goed maken. Dank zij de door den oorlog
in het leven geroepen hooge suikerprijzen,
die ook in 1915 stand hielden, heef t dat jaar,
niettegenstaande de slechte productie, voor
de 'suikerindustrie toch nog behoorlijke win
sten opgeleverd."
Thee. Omtrent dit product wordt in het
oeconomisch verslag medegedeeld : De gun
stige weersgesteldheid kwam aan de
//zeecultuur bijzonder ten goede. Daar bovendien
de behaalde prijzen doorloopend zeer bevre
digend waren, is het afgeloopen jaar over
het algemeen voor de thee-ondernemingen
voorspoedig geweest. De Javaproductie steeg
van 64,844,900 halve K.G. in 1914 tst
92,067,000 halve K.O., eene vermeerdering
dus van circa 42 pCt. De te Batavia ver
kochte hoeveelheden waren tengevolge van
de verdere vestiging van filialen van
buitenlandsche theefirma's, en tengevolge van
de groote vraag voor Rusland, veel belang
rijker dan in vorige jaren. De totale verkoop
te Batavia wordt geraamd op 29,245,200
halve K.G. tegen 15,572,000 halve K.G. in
1914. De rest werd voornamelijk in Neder
land en Engeland verkocht. De voorloopige
resultaten van de in opkomst zijnde
theecultuur ter Oostkust van Sumatra waren
eveneens bevredigend."
En zoo zoude ik nog een aantal meer
interessante bizonderheden uit het verslag
kunnen overnemen. Ik moet mij echter be
perken. Alleen wensch ik nog te wijzen op
eenige cijfers van de balans.
Het eindcijfer, dat in de beide voorgaande
jaren resp. f246 en f243 millioen bedroeg,
is thans geklommen tot bijna f 268 millioen,
terwijl het geheel eene groote mate van
liquiditeit aanwijst. Tegenover een totaal
van flOS'A millioen aan op korten termijn
opeischbare vorderingen
(Rekening-Couranthouders en te betalen wissels) staat f 105K
millioen aan kas en kassiers en te innen
wissels. Tegenover f662:; millioen aan depo
sito's op langen termijn, bijna gelijkelijk
verdeeld tusschen Hoofdkantoor en Vesti
gingen in het Oosten, staan ruim f77 mil
lioen aan beleeningen, voorschotten,
prolongatiën en voorschotten op te leveren pro
ducten van Cultuurondernemingen, terwijl
eindelijk tegenover f 25.837.COO diverse cre
diteuren f33.894.000 aan diverse debiteuren
staan. Het aanzienlijk effecten-bezit ad
f38 millioen, het belang in
cultuurondernemingen ad bijna f 10 mülioen en de
f 2.698.000 vaste eigendommen staan zoo
doende vrij tegenover het eigen aandeelen
kapitaal van f50 millioen.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat het agent
schap in Suriname, dat jaren lang vele zor
gen baarde en herhaaldelijk met verlies
werkte, thans in gunstiger positie Ls gekomen
en in de laatste drie jaren op een steeds
toenemend winstcijfer kan wijzen.
J. D. SANTILHANO
Nieuwe Boeken van deze week
Dr. PAUL RACHÉ, Wofiir kampfcn die
Englander? 28 pag., 50 pfg. Stuttgart-Berlin,
Deutsche Verlags-Unstalt.
JULIUS RÖNTGEN, Oud-Hollandsche
Boerenliedjes en contra-dansen, gevolgd door eenige
oud-Engelsche dansen, 5de bundel, uitgave
van de vereeniging voor Nederlandsche
Muziekgeschiedenis.
Dr. W. S. UNQER, De
levensmiddelenvoorziening in de Middeleeuwen, 209 pag.
Amsterdam, A. H. Kruyt.
Dn MARIA MONTESSORL De Methode
Montessori, zelfopvoeding van het Jonge
Kind, vertaald door T. BRUYN met inleiding
van dr. HERDERSCHEE, 324 pag., f 3.75, geb.
f4.50. Zwolle, J. Ploegsma.
J. KOOISTRA, Opvoeder en Kind,
paedagogische voordrachten en schetsen, 163 pag.
Amsterdam. P. N. van Kampen en Zoon.
Dr. A. H. DE HARTOQ, Groote Dogmatici,
Calvijn, 48 pag., f 0.40. Baarn,
Hollandiadrukkerij.
Dr. W. F. ENKLAAR, Over Reorganisatie
van den Militairen Geneeskundigen Dienst,
23 pag. Epe, A. Hooiberg,
TJIT ESET K:3LiA.IDSCP3:RIFT
'^At>f^^É^n-cAinaa£JS£&*Jt£:
/5T-2 . ^
cs-cu-S lfc<na- rtM Ifan ?ty!/n O£MX/n.
g&s^^fawp^^gex.tsn^
^&rw#ie T?m>?&n. ?eïrL'Cbrtrov
ywcrez(tt*~*n~*s* V .. - . ~ ^ _ &£>
?-'/?.'Sère^d^^^^^^^^^ay^^óC $^aMX^Ï2i*z^g^r^op&w<<ïfa G*£?P^&e ^,%
<S< c^ -s- p ff tf/cv / 7 <*&?-+- , ^#-t- ? \^ ? ff t. / iS?-<2X CtM: Ojïtj&i aseg
> ^^^^^f^- o?ti^ <£&£f'^^^z^e^M %e^ 0^ rttte &d£*i~&
'Vcuisn. ofe^n. cif^^e_(m^terwrK^&n ~~- ' ~ '
7 ^
"_^-<z-n- -fii^n. SV
tfVz,J^- ^fr^^rfoLK. S&r<^tige&rV!l^,iac^~ /)
Sf<rr<tC^wt*z^j£e£&&rA, iKrirré'évvnZ
KANTTEEKENINGEN VAN EEN
LANDSTORMPLICHTIGE
(Teckeningen van Henri v. d. Velde)
VII
(Notities, uit e e n m i l i t a i r z a
kboekje, gevonden door onzen
medewerker Melis Stok e, in
de omgeving eener A m s t e
rdamsche kazerne.)
Vcrlojsherinneringcn.
Wie zijn zoo zult ge u ongetwijfeld
wel eens afgevraagd hebben wie zijn toch
die uitdagend rond-ziende jongelieden, wier
gelaten steen-rood verweerd zijn, die hun
pasmunt, in stede van in de linkerbroekzak,
ronddragen in dikke, ietwat vettige keuken
meiden-beurzen, die bij het naderen van
eiken gegradueerden militair eene reflex
beweging naar hun kwalijk-passend hoofd
deksel maken, en die blijkens de lieden
die hen kameraadschappelijk groeten con
necties schijnen te bezitten onder
minderzoowel als onder de meer-waardigen dezer
samenleving.
Deze jongelieden dan zijn verlofsgangers;
ij slapen in bedden-met-lakens, zij kleeden
zich in de zachtst-zijden lijfgoederen en
sprenkelen lavendel op hun linnen, zij doen
zich de meest exotische dranken mixen en
huren stationeerende automobielen... kort
om, zij genieten van de dingen dezer aarde,
en stappen driemaal daags in warme baden,
waarin de geurigste der parfum-kristallen
zijn opgelost.
Valt hen niet hard, wanneer zij in eet
huizen luider spreken dan betamelijk is,
wanneer zij uwe dochteren en nichten al te
vrijmoediglijk toelonken ... zij hebben het
mom der beschaving gekozen voor hunne
soldateske uitingen. En hoe kan het anders ?
Werd ik zelve niet door de zusters en
nichten mijner krijgsmakkers op straat luide
aangeroepen, en waren er niet onder deze
jonge dochteren, die, niet geheel vrij van
behaagziekte mij coquettelijk toeschreeuw
den : Hüdt je me maarrrr!"
Er wordt gezegd, dat negers, zoodra zij
hun naakten, eventueel
schaamschortelijken staat?verruilen tegen die van het
Europeesch toilet, dat deze negers dan zich te
buiten gaan aan kleedingstukken van de
meest exorbitante soort. Deze zelfde eigen
schap nu stempelt den jongen verlofganger';
van onder af is hij ne accumulatie van
wijnrood schoeisel en kanarie-gele slobkou
sen, flanellen kleeren en kleurig linnengoed.
Hij tracht zich gedurende n dag per maand
voor dertig dagen te kleeden"
Nog eens, vergeef hem!
Cullinaire genietingen.
Het was in een der Amsterdatnsche eet
huizen, dat ik mijnen vriend en wapenbroeder
Jan eene ernstige berisping moest toedienen.
Ik betrapte hem er namelijk op, dat hij
na zijn thee tot de laatste droppel gedronken,
en, voor zoover het de resteerende bladen
in het kannetje betrof, gepruimd te hebben
dat hij moeite deed, om aan het buffet
het vaatwerk als kopje, schoteltje en kan
netje aan de verschrikte bedienden te ver
kwanselen. Men begreep hem niet, totdat
een der bedienden, die zélve soldaat geweest
was, tusschenbeide kwam. De quaestie is,
dat in onze Kantine de dranken in gebarsten
koppen verstrekt worden, die men tegen
terugbetaling van vijf centen weder inlevert.
* * *
Nimmer zoude ik den ziener geloofd heb
ben, die mij een jaar geleden voor
speld mocht hebben, dat ik eenmaal verzot
zou geraken op kogelfleschjes"'.
Reeds van mijn jeugd af heb ik een
grondigen afkeer gevoeld voor deze ploertige
producten onzer vaderlandsche industrie. Of
het de rammelende glazen bal was, die mij
ontstemde, dan wel het vuil-groene glas of
de arrogante kleur van het
scherp-mousseerend vocht, ik weet het niet. Slechts
bierfleschjes vond ik bijna erger, omdat zij
groen zijn als groene zeep, en er in hun ziel
een gedecideerd valsch schijnsel is.
Nu ben ik dol op kogelfleschjes; mijne
antipathie tegen bierfleschjes kan ik nog
steeds niet overwinnen.
En rger: ik savoureer ijswafelen,
nougatblokken, Cats-bonen en
verfrisschende-sportpastilles; ik zet de gulzig plooiende lippen
aan de tuit van melkfleschjes-met-contr
lepapiertje, ik... maar ach, waarom u
hetwater-naar-de-mond'' te jagen met de op
somming mijner vraat- en drankzuchtige
genietingen.
Leeft gelukkig met uwe beschimmelde
kazen, uwe zér droge champagnes, en ver
duisterde caviars... wij, minderen, hebben
de ware cullinaire behoeften gestild, wij
sparen kwatta-soldaatjes en zilverpapier als
herinneringstropheëen aan onze
gastronomische uitspattingen.
Geheime"-zaken.
Nu ik dit sensationeel bovenschrift ge
plaatst heb, ben ik wel genoodzaakt verder
te gaan maar mijn hand beeft, en ik ge
voel mij onzeker, want ik ga u ja, in
ernst lezer ik ga u een zaak verklappen,
die ik onder de meest nadrukkelijke geheim
houding ervaren heb.
Sterker nog: men heeft mij, op straffe van
hechtenis gelast, dit geheim aan niemand,
zelfs niet aan nieuwsgierige officieren, te
verklappen... en toch, en toch kan ik niet
anders... ik moet het u zeggen.
Ik heb den korporaal, die mij inlichtte,
gewaarschuwd, ik heb hem gezegd, en her
haald, dat ik op de jours van mijne moeder,
met hare vriendinnen, honderd-uit fluister,
dat ik nieuwsgierig ben, walchelijk nieuws
gierig !; dat ik aan sleutelgaten loer en luister,
dat ik in café's menschen de woorden uit
de mond staar... en dat ik alles, alles wat
ik op deze wijze verneem, ververtel en
napraat: van A aan B over C, van C over
A aan B, van B aan C over A...
Hij lette er niet op... en ik ga u het geheim,
dat mij toevertrouwd werd, verklappen.
* * *
Ik moest dan een wacht betrekken, van
n tot drie uur in den nacht. Het regende
fijntjes en onzichtbaar door het stikduister.
Wij togen de korporaal van de aflossing
en ik naar de plek, die ik de eer zou
genieten te mogen verdedigen.
Het was de wacht bij de privaten". Neen,
burger, lach niet! Militaire privaten staan
in hoogen, zij het ook kwalijken reuk,
voorzoover zij voor mérderen bestemd zijn.
Ik plaatste mij naast den man, dien ik zou
aflossen, en speurde aanstonds, door een
lichte bezwangering der atmosfeer, dat de
privaten, hoewel zij door het duister aan mijn
oog onttrokken waren, niet vér konden zijn.
Presenteer geweer," klonk sonoor des
korporaals stem door den nacht.
En toen wij, in het stikdonker, en onder
een fijn motregenfje, naast elkander dit
eerbewijs voor niemand zichtbaar uit
voerden, klonk het bevel consignes over
geven". *)
Consignes, lezer, zijn zér geheim, en
worden fluisterend overgegeven. Gén meer
dere, al ware het mijn allerhoogste chef
Snijders zelve, heeft het recht, mij naar
mijne consignes te vragen.
Dat ik ze hier uit eigen beweging vertel,
is echter een andere quaestie, en van te
voren verklaar ik, dat ik noch door de uitge
vers, noch van de zijde der redactie eenige
pressie te dien opzichte heb ondervonden.
De man bracht zijn mond bij mijn oor;
duidelijk speurde ik zijn adem en tabaksgeur,
en, boven het stormgeloei uit, vernam ik
zijn fluisterende stem, terwijl hij mij eenige
scherpe patronen overgaf:
Zorg datte d'r fen deuze private geen
gebruik gemaakt wordt door soldate beneide
de rang fen onderofsief'...
Pats... het staat er ... het schaamrood
stijgt mij naar de wangen ...
Tot mijne verontschuldiging nog slechts
dit: gedurende mijne wachturen, van n
tot drie uur 's nachts, heeft gén mindere
getracht, zich wederrechtelijk tot een der
hokjes toegang te verschaffen.
MELIS STOKE,
landstormplichtige
*) Mijn vriend Hannes spreekt van con
sumpties-overgeven". M.
S