Historisch Archief 1877-1940
8 Juli '16. - No. 2037
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
runu*tq*p&i*v O dX'ctam.
IIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIII Illllllllllllllllllll
Rectificatie
Het Reklame Bureau Praktikum", Advies
bureau voor Praktische reclame, verzoekt
ons mede te deelen, dat de reclame kalenders
voor 1916 van de Staatsspoor, door ons in
het nummer van 23 Juni gepubliceerd, reeds
in Juni 1914 gereed waren.
In de Werkplaats van Uncle Sam, handelaar in doodkisten en lijkbidder
(Teekening voor fa Amsterdammer" van George van Raemdonck)
Amerika tot Duitse h land: Ik zal u vlug even de maat nemen, want de anderen wachten ook."
HmiiMHIIIMIIMIMHIHimilllMnHIIIIIIMHinMIIIIIIMntfmiHIimiMIMIIMniMIIMIUimMIIII
Artillerie in galop
Het Militaire Sportfeest
te Amsterdam
(Met teekeningen voor de Amster
dammer" van G. H. Grauss)
Een Julizondag in Amsterdam is een vrij
taaie geschiedenis: gloeiende straatkeien en
smeltend asphalt, menschen, die de kunst
niet verstaan op artistieke wijze niets te
doen en dus in Zondagsche pronkkleeren
hun verveling langs 'sheiren wegen
uilflaneeren. Er zijn oasen en wie verleden Zon
dag haar het Stadion gegaan is, kon zich
in de warme zon en den frisschen westenwind
ver van de groote stad denken in den aan
blik van de sportieve prestaties onzer sol
daten. Het driedaagsch sportfeest van de
Stelling van Amsterdam, op touw gezet door
de Centrale Sportcommissie is een groot
succes geweest. De 11 groepen, militaire
eenheden, in de Stelling hebben allen hun
afgevaardigden gezonden naar den klassie
ken vijfkamp: speerwerpen, kogelstooten,
polsstokhoogspringen, verspringen en
hardloopen op den korten baan; naar de open
wedstrijden: de hindernisloop en den langen
afstandswedstrijd over 1500 Meter
hardloopen en het voetbalkampioenschap van de
Stelling was als de kroon op de competitie
wedstrijden dezen winter tusschen de forten
gehouden, waaraan niet minder dan 69 elf
tallen hebben deelgenomen, wel een bewijs,
dat onze soldaten het waardeeren, dat in
deze richting iets gedaan wordt.
Toch is de beteekenis van zóo'n sportfeest
niet gelegen in het feest zelf, maar meer in
wat er aan voorafgaat en er uit voortkomt.
Aan deze publieke demonstratie nemen
natuurlijk alleen de besten deel, die een
goeden kans op een prijs hebben; de oefe
ningen, de voorwedstrijden in kleinen kring
ziet het groote publiek niet en toch gaat daar
van de opvoedende en vormende kracht uit.
Er is aan dit feest heel wat voorafgegaan.
Reeds in de eerste dagen van de bewogen
Augustusmaand 1914 vatte het Nut te Am
sterdam het plan op iets voor de wachtende
militairen te doen en bood den Stelling
Commandant aan kookcursussen te
organiseeren, maar generaal Ophorst meende, dat
voor den inwendigen mensen voldoende
was gezorgd en er veeleer aan ontspanning
en lichamelijke oefening moest gedacht
worden. Hij heeft toen de gelukkige gedachte
gehad het Nut te vragen sportmateriaal ter
beschikking van de mannequin de forten te
stellen. Dat is gebeurd. Maar 't bleek alras,
dat men niet in den wilde voetballen, speren,
discussen e.a. kon gaan uitdeelen, maar ook
een opwekking en leiding bij de sportbe
oefening noodig was.
De aanvankelijk kleine commissie van
burgers, die voor deze zaak te zorgen had,
heeft zich toen met de verschillende
sportbonden, als Voetbalbond, Athletiek-unie, in
verbinding gesteld en is gegroeid tot een
groot convent, waarin alle takken van sport
zijn vertegenwoordigd.
Onder die directie zijn de sportbonden er
toen op uit getrokken om op de forten
binnen de Stelling demonstraties te houden,
want in de eerste plaats was 't de vraag
de luidjes belangstelling bij te brengen en
pp te wekken. De gemiddelde Nederlander
is nu eenmaal geen athleet en 't moet voor
de vele huisvaders, die in de eerste maande n
als landweermannen onder de wapenen
waren, wel een openbaring zijn geweest,
als de sergeant van Leeuwen en de
gymnastiekondefwijzer Ploeger kwamen toonen,
wat met een lenig lichaam te bereiken is.
't Moet voor menigen stijven hark een heel
besluit zijn geweest, eerst een sprong te
doen in de hoogte of verte, of een polsstok
ter hand te nemen. De vermetelen zijn
natuurlijk 't eerst over de brug gekomen,
langzaamaan de anderen, want er heeft zich,
aangemoedigd van uit het Hoofdkwartier in
de Stelling, een heel sportleven op de 35
forten ontwikkeld: oefeningen in de ver
schillende vaardigheden, die wij Zondag
gezien hebben, voetbalwedstrijden,
zwemfeesten. 't Is een bron van uitspanning en
feesten geworden.
Als de Voorzitter van de Centrale
SportCommissie verhaalt van zijn bezoeken, vaak
met den Commandant van de Stelling, aan
de feestelijke versierde terreinen, die lang
niet allen aan de eerste eischen van de
techniek voldeden, voelt men, dat hier in
't klein groot werk goed en vlug is gedaan,
dat veel verveling van het Si vis pacem
?para bellum is verdreven, dat veel vaardig
heid en uithoudingsvermogen onder onze
soldaten is verkregen. Velen hebben mee
geholpen : grondbezitters hebben hun ter
reinen voor wedstrijden of Cross Countn'es
'beschikbaar gesteld, particulieren hebben
bijgedragen voor de oprichting van
zwemgelegenheden. Geen mooie overdekte, maar
eenvoudige in de open lucht.
En het mooie is, dat wat aanvankelijk
was uitspanning en vrijwillig, langzaam aan
een deel van den dienst is geworden, niet
door dwang, van boven af, maar door be
langstelling en aanmoediging. Dat alles heeft
zich in de laatste maanden van '14 en de
eerste van '15 afgespeeld, zoodat spoedig
reeds de behoefte aan beter onderlegde
instructeurs is gevoeld. Men bedenke wel:
er was aanvankelijk niets; een enkele, die
wat handiger was, kreeg van zelf de leiding,
het was zelfonderricht, zelfvorming. In den
afgeloopen winter heeft daarom de Centrale
Sportcommissie die -besten in Amsterdam
bijeengeroepen en vooral onder leidingvan
van Leeuwen cursussen georganiseerd, waar
toe de gemeente hare gymnastieklokalen heeft
beschikbaar gesteld.
Er zijn er, die dit alles niet grondig
geAankomst van de deelnemers aan den afstandsmarsch
Roode Kruisoefening-Hulpvaardigheid
noeg vinden en de opleiding onvoldoende.
Zij zijn les ennemis du bien door het betere
te willen. Men moet nu eenmaal roeien met
de riemen, die men heeft en dat er goed
geroeid is bewijst, dat 't iniatief van de
Stelling door het Leger is overgenomen en
daar nu ook de sport een groot element in
de militaire opvoeding is geworden, al kan
't nog altijd beter.
Zoo was dit tweede militaire sporlfeest
van de Stelling een apotheose, waarvan
verdere propaganda kan uitgaan. Er was
afwisseling genoeg. Vrijdag werd de halve
beslissing voor het voetbalkampioenschap
gespeeld door de groepen. Diemerbrug,
Westzaan, Amsterdam, Nes; Zaterdag volgde
de beslissing met Diemerbrug als kampioen.
Toen trokken ook een 200-tal soldaten met
muziek en een afscheidswgord van Generaal
Ophorst het Stadion uit voor een afstands
marsch van 75 K.M. Zondag haalde dezelfde
muziek ze in en liepen de mannen slechts
13 waren uitgevallen een eereronde on
der het gejuich der toeschouwers. Ik ben
tevreden over U en dank U" was de korte
militaire groet van den Commandant aan
zijn thuiskomende mannen. Een batterij
artillerie kwam van 't Uddelermeer gereden
en maakte zijn laatste ronde in galop, na
eerst een demonstratie in 't schieten te heb
ben gegeven. Zelfs 't vrouwelijk element
ontbrak bij dit militaire vertoon niet: de
damesafdeeling van Amstel's gymnastiek
vereniging gaf een oefening in knotszwaaien,
waarbij de kracht en de rythmiek harmo
nisch samenwerkten.
Wat van dit alles 't gevolg in de verre
toekomst zijn zal? Wel, als onze soldaten
in den dienst 't genot, 't gezonde van de
sport gaan inzien zullen zij, later het weest
vruchtbaar en vermenigvuldigt U" toepas
send, ook hun kinderen beter en flinker op
voeden, dan wij tot voor kort in Nederland
gewend waren.
FRISO
VERZEN
Shelley's Ode to the West Wind
i
O wilde, weste Wind, die d'adem zijt
van Herfst! als geesten voor den Meester
vluchten
zó, voor uw ongeziene aanwezigheid
verstuiven er de pest-getroffen vluchten
van doode blaren, geel en bleek en zwart
en koorts-rood. Gij, die 't vleuglig zaad der
vruchten
in 't zwarte winterbed brengt, waar ze hard
en koud neerliggen, als een lijk in d'Aarde,
tot uw azuren zuster Zephyr, Bard
der Lente, haar klaroen blaast over d'Aarde
die ligt te droomen, en met geur en tint
de wijde vlakten en de heuvelgaarden
vervult; o geest, die ov'ral u bevindt,
die 't al verstrooide en tegelijk bewaarde,
o, hoor mij, hoor mijn bede, wilde Wind!
II
Gij,
op wiens baan, bij d' optocht van de
wolken
den stellen hemel langs, nog losse vluchten
van wolkjes gaan -- als over d'Aard de
volken
van dorre bladeren gedwerreld van waar
luchten
en zee zijn saamgevloeid, englen van 't licht
en regen: op de blauwe zee der luchten,
van d'einder tot het hooge Zuiden, ligt
(als 't lichte haar van een Bacchante, bij 't
wild dansen opgezwaaid om haar gezicht)
het haar van naderenden storm gespreid.
Gij lijkzang voor het jaar, welks laatste nacht
de koepel zijn zal van zijn grafstee wijd,
gewelfd van al uw saamgegaarde macht
van dampen en van mist, wier dichte dracht
in zwarte rege' en hagel zich ontbindt;
o, hoor mij, hoor mijn bede wilde Wind!
III
Gij, die de blauwe zee uit zomer-droomen
ontwaken deed, waar z' ingeslapen lag
bij 't staag beweegen'der kristallen stroomen,
nabij een lava-eiland dat er lag
in Baija's baai; die zaagt een slot opdoemen
al trillend in der golven diepen dag,
en torens met azuren mos en bloemen
geheel begroeid, zóheerlijk, dat de zin
weldra bezwijmen zou, ze op te noemen;
Gij voor wiens pad de vlakke watermassa in
een kloof zich kliefde, waar benee men vindt
zee-bloesems en het slijkrig bosch, dat in
een dracht van saploos loof der zeeën staat;
en plots, bij 't hooren van uw stemme slaat
en door dat woud.vergrijsd, van schrik ontzind,
een beve',een vrees voor u , hoor mij, oWind l
IV
Was ik een dor blad, dat ge dragen mocht,
was ik een vlugge wolk, die met u vlood,
een golf, die hijgend met uw krachten vocht,
o, mocht ik deelen in uw aandrang groot,
slechts minder vrij dan uw onhoudbre vlucht;
was ik als in mijn jeugd slechts, uw genoot
bij al uw ommezwerven langs de lucht,
de dagen, dat 't geen droombeeld scheen
de spoed
voorbij te streven van uw hemel-vlucht,
dan bad ik niet, als nu, met zulk een gloed!
O, draag me als een wolk, een golf, een blad!
Ik stort op 's Levens doornen neer! Ik bloed!
Geboeid door Tijd's gewicht voel ik mij mat
schoon 'k eens, als gij, ontembre trots bezat.
Maak, als het woud is, ook uw lier van mij !
Wat deert het of mijn blaren ook al vallen?
De macht der harmonieën zal van bei
een diepe Herfsttoon klinken doen, in alle
verdriet nog zoet. O, wees gij, wilde geest,
mijn geest! Laat heel uw Zelf in mij weer
schallen
en drijf al 't doode denken van mijn geest
't heelal door, lijk de bladeren op Aard,
die ook der nieuwe Lent geboortefeest
versnellen ; strooi, als vonken van een haard,
mijn woorden onder menschen, her en der.
Wees, door mijn mond, voor d'onontwaakte
Aard,
o wilde Wind, klaroen en boodschapper:
Als Winter komt, is Lente dan nog ver?
REMKO TER LAAN
Ach vriend, al wijlt gij nog zoo ver
Ach vriend, al wijlt gij nog zoo ver,
Mijn gedachte haalt u in.
En bovendien de liefdester
Toont u des nachts mijn min.
Gij zijt ontvlucht, heel stil en schuw,
Nu mijlen ver van mij!
Doch ik zend eiken zucht naar u
En telkens een kus erbij.
Ach vriend, hoe kondt ge zoo maar gaan,
Zoo zonder n woord of teeken.
Heb ik soms schuld, heb ik misdaan,
Zoodat gij met mij wilt breken?
Zeg 't vrij uit dat gij mij haat, .
Of mij veracht misschien . . .
En dat al mijn geven toch niet baat,
Zelfs wou ik mijn leven bien.
Bloemendaal 1916. GIZA RITSCHL
fXTKAAAHBOD'l
toaiAHG ff vtttatte irttirr/}
JAPANSCHEKJriOHO
KATOEMEM CREPE, f\$Q
lO VER5CH. QEèSinS j£,
m*uc MATrrr r% QR
?/ZIJDEN SHAWL, -^ x6 22
JïtoE BIJENKORF'