De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 15 juli pagina 10

15 juli 1916 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Juli '16. No. 2038 r£enige «anteekeniagen uit de ge schiedenis der Nederlandsche Handd-Maaischappy II (Slot) BÜde oprichting der Nederlandsche Handel-Maatschapptj werd de duur der Vetfnoetschap op 25 jaar vastgesteld en 'bepaald, dat vór de expiratie van dien termtyn over de -verlenging van haar bestaan ?nest beslist worden door eene vergadering Iran stemgerechtigde aandeelhouders. In pvefBenatemming daarmede laat zich de " van de Nederlandsche Handeltot op heden in vier vijf- enperioden splitsen. Gaan wij nu "na, welke uitkomsten de instelIn ëlk'o&zer vier perioden heeft opge f Wf eerste, periode van 1824?49 leverde, zooals w?} {n het voorgaande artikel gezien /Uwen; in déeerste helft allerlei teleur stellingen op, zoodat er toen zelfs ernstig sprake van wa*de Maatschappij te ontbinden. De invoerütg Valt het cultuuretelsely waarbij de Jtaadelraaatschappii als commisalqnnair «mor 'Ven, verkoop- y,an gouyernements. optrad, riep eene zoodanige verten góde in het leven, dat in de '.> -T ,-t c jMtste 1> jaren van, deze- periode niet alleen *0|r vroegere verliezen konden ingehaald ..worden, maar dividenden, afwisselende van 6% tot 13 pCt. per jaar, uitgekeerd eneene tserve "Kan 50 pCt. van het kapitaal opge'bWWd, werden. ~" i werd in die 25 jaar aan 191.77 pCt. aan dividend of gemiddeld 7.67 pCt. per jaar. , __ ______ pen werd in 1849 de reserve onder aandeelhouders verdeeld door op elk aanidtél van i 1000.?een bonus van f500. fa nieuw aandeel en f39.04 in geld ufttefeeren. Feitelijk hebben de aandeelhouders -ia deze periode dus dooreengenomen bijna 10 pCt. per jaar getrokken. Gedurende de geheele tweede periode (1850-1874) bleef de Handel-Maatschappij fn het beeld van het cultuurstelsel verkeeren en is het dus niet te bevreemden, dat de ?uitkomsten van het bedrijf zeer gunstig waren. Zooals reeds in het voorgaande artikel opgemerkt, zouden zij voor de aandeelnöuders zelfs nog gunstiger zijn geweest, zoo niet proefnemingen op verschillend geWed herhaaldelijk een deel der winsten op den verkoop van gouvernements-producten deden verloren gaan. Niettemin was het 'totaal resultaat ook voor deze periode zeer bevredjgend. Aan dividenden werd een be drag van 193.9 pCt. uitgekeerd of ruim 7% pCt. per jaar; daarbij dient opgemerkt te worden, dat deze uttkeeririg plaats had. over een met 50 pCt. verhoogd aajideelenkapitaal, waartegenover niets in de kas der maat schappij] gevloeid was, zoodat zij in werkeUJBieid eene uitkéering van 11% per jaar over liet oorspronkelijke gestort kapitaal vertegenwoprdigde. Hierbij moet. nog ge voegd wórden, dat in 1874, evenals in 1849, de reserve onder de aandeelhouders. verdeeld werd door gratis- afgifte van een kwart aanop eUc.jOud aandeel, waardoor de feiteuitkeerlng over deze tweede periode tot gemiddeld 8% pCt. per jaar over het. uitstaande, of tot 13l/g pCt. per jaar over tot werkeUjk oorspronkelijk gestorte kapitaal. " Bij het naderen van het einde van deze tweede vijf- en twintigjarige periode was de directie zich echter bewust, dat de gouden dagen van het cultuurstelsel ten einde spoed den en het noodig was, de werkzaamheid der Maatschappij in nieuwe banen te leiden en haar minder afhankelijk te maken van de tot dusverre genoten baten als commissionnair voor den verkoop van gouvernements producten. Toen dan ook in het najaar van 1871 stemgerechtigde deelhebbers moesten beslissen of zij de vennootschap voor een nieuw tijdperk wenschten voort te zetten, achtte de toenmalige directie het noodig den deelnemers met eenige uitvoerigheid mededeeling te doen van de gronden", waarop haar verlangen tot voortzetting van de ven. nootschap voor een derde 25-jarig tijdperk steunde^ In eene uitvoerige memorie gaf de ~e een overzicht van de gedurende de 1850-70 in de verschillende takken i haar bedrijf verkregen uitkomsten, om de hand daarvan na te gaan, in hoeverre toekomst gegronde redenen gaf om te verwachten, dat de onderneming voortdu rende levensvatbaarheid bezat. * Van welke beteekenis in die jaren de relatie tot de Regeering geweest is, kan blijken uit de mededeeling in de memorie, dat in die 21 jaren van een totale winst van gemiddeld f 2.838.000.?per jaar, f 1.167.000.?of ruim 40 pCt. verkregen was uit de consignatie van gouvernementspro ducten. Maar reeds toen was bekend, dat het vrijgeven van de suiker een ruime bron van inkomsten zoude doen verloren gaan, terwijl het provisie-tarief achtereenvolgens niet onbelangrijk verlaagd was met de groote waarschijnlijkheid van verdere ver laging in de naaste toekomst. De directie achtte dan ook .geheele omkeering van den tegenwoordigen toestand alleszins tot de Uit het kladschrift van Jantje iiiiiiliiuiiiiiifiliiiiiiiililiiiiiiliniiiiiiiiHiillinniiiiiiiilliiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHiiiii iiliiiumniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mogelijkheden" en stelde daarom de vraag of ultzlgt bestaat, dat ook, afgescheiden van de voordeelen der Gouvernements consignatie, aan onze Deelhebbers eene behoorlijke rente zal kunnen worden uit gekeerd." Ter beantwsording van die vraag gaf zij een soort programma voor de toekomst, waaruit ik o.a. aanhaal: 1. dat de nieuwe suikerregeling gunstig zal werken pp de particuliere suikerindustrie, waarbij de Maatschappij in groote mate betrokken is als eigenares van eenige fabrieken en als geldschietster van een veel grooter aantal" en met grond verwacht mag worden, dat zij tot uitbreiding der Bestaande en aanknooping van nieuwe relatiën zal lelden; 2. dat de nieuwe agrarische wetgeving beschikbaarstelling van meer Nederlandsen kapitaal voor Indië vereischt. En, wie beter dan wij (Handelmaatschappij) kunnen zich geroepen achten, om gesteund door de wettelijke waarborgen en voorgelicht door bekwame deskundigen, langs dezen weg kapitaal aan de ontwikkeling van den Indlschen landbouw dienstbaar te maken. 3. dat, ofschoon de tijden reeds lang voorbij zijn, dat door ons, in overleg met de Regeering, eene beschermende hand aan de Nationale Nijverheid werd geboden" er toch nog een ruim veld is voor. uitbreiding van den import-handel van Nederlandsche nijverheidsproducten naar de overzeesche gewesten. Bevordering van de scheepvaart en van de toen in opkomst zijnde Nederlandsche stoomvaart op Indië, uitbreiding van de handelsbetrekkingen met Japan, NoordAmerika en andere overzeesche gewesten; aanwending van kapitaal tot ontwikkeling van de hulpbronnen van West-Indië en een aantal andere punten meer stonden op het programma van de Directie, toen zij einde 1871 stemgerechtigde deelhebbers voorstelde de vennootechap voor een derde 25-jarig tijdvak voort te zetten, Hebben de uitkomsten van het derde 25jarig tijdvak der Nederlandsche HandelMaatschappij aan de verwachtingen, door het breed opgezet program van 1871 opge wekt, beantwoord ? Aanvankelijk scheen dit niet het geval te zijn. Ondanks het feit, dat in die jaren de consignatie van gouverne mentsproducten eene hoewel niet meer zoo aanzienlijke altijd nóg zeer ruime bate afwierp, waren de uitkomsten van de eerste 12 jaren van het derde tijdvak teleurstellend, hoofdzakelijk doordat de nieuwe banen, waarin de Maatschappij zich bewoog, f weinig loonend, f zelfs verliesgevend waren. Waaraan dit was toe te schrijven ligt aan mij niet te beoordeelen; ik relateer slechts het feit, dat in de eerste twaalf jaren van die periode, 1875-1886 slechts De in de ingetreden tegenwoordige', alleen; kunnen en dit, ondank; reerde feit, da: schap der* Re; dat het van 62.3 pCt. of gemiddeld iets meer dan 5 pCt. dividend per jaar kon worden uitgekeerd. En dat over het geheele derde 25-jarlg tijdvak aandeelhouders nog gemiddeld 654 dividend per jaar konden ontvangen, is alleen te danken aan de betere uitkomsten van de laatste 13 jaren van deze periode, toen 93.6 pCt. of 7.2 pCt. per jaar werd uitgekeerd. Alles bijeengenomen is dit derde tijdvak echter het magerste in de geschiedenis der Maatschappij geweest. r "- '-' -^ *=-*- helft van die periode g heeft zich in de (1900 tot heden) niet maar uitbreiden vroeger gememovoordeelen van het agentzoozeer geslonken zijn, zuiver pecuniair stand punt beschouwd gevraagd mag worden, of het nog wel der moeite loont die relatie te blijven aanhouden. Gaan wij de dividend cijfers na, dan blijkt, dat in de laatste 16 jaren bijeengenomen 147 % pCt. of gemid deld 9% pCt. per jaar is uitgekeerd, het geen niet onbelangrijk meer is dan in eenige vroegere periode toen de Maatschappij in de bevoorrechte positie van de ruim beta lende gouvernemens-consignatiën verkeerde of, zooals de heer Joh. C. Zimmerman het in 1871 in een Gtós-artikel uitdrukte ook al is die kleine, vruchtdragende boom gaard gesloten, waarin de consignatie- provisie groeide." De gestadige ontwikkeling van de HandelMaatschappij in het thans loopende 25-jarig tijdvak leert, hoe juist het in die dagen gezien was van hen die meenden, dat de afschaffing van het cultuurstelsel met het daaraan verbonden consignatie-stelsel wel verre van een ramp, een zegen voor de Handel-Maatschappij zoude worden. In het boven aangehaalde Gtós-artikel sprak de heer Zimmerman die gedachte o.a. als volgt uit: Bij een goed en verstandig beleid, voorgezeten door echten koopmansgeest en voorgelicht door dien eigenaardigen practischen koopmansblik, die eenigermate eene devinatorische gave schijnt te zijn, kan de Maatschappij ook in het derde tijdvak rijke winsten afwerpen voor hare aandeelhouders en voor het algemeen belang van moeder land en koloniën. Hoe minder de officieele banden zijn, die haar aan het gouvernement verbinden, hoe meer zij in eigen kracht middelen zal vinden om nuttig werkzaam te zijn." Zooals met menige, op goede gronden gevestigde voorspellingen op financieel en oeconotnisch gebied het geval is, nam het eenigen tijd, voordat deze voorspelling ten volle verwezenlijkt werd, In déeerste helft van het derde tijdvak was het nog een zoeken en tasten naar den goeden weg, waarbij uit den aard der zaak meer dan een misstap gedaan werd, Allengs vond men den juisten weg en in de tegenwoordige vierde periode plukken de aandeelhouders de vruchten van het goed en verstandig beleid en den practischen koopmansblik" van de mannen, die in de laatste twintig jaren aan het hoofd der in stelling gestaan hebben en haar, op eigen kracht steunende,-tot grooteren bloei gebracht hebben, dan in de dagen, toen zij eene be voorrechte stelling innam. Laat mij ten slotte uit het voorgaande nog resumeeren de resultaten in de vier tijdvak ken verkregen. Eerste periode (1824?49): Gemiddeld dividend 7.67 pCt. per jaar benevens uitkee ring van 50 pCt. in aandeelen aan het slot. Tweede periode (1850?1874): Gemiddeld dividend 1% pCt. per jaar benevens uitkee ring van 25 pCt. in aandeelen aan het slot. Derde periode (1875-1899): Gemiddeld dividend 6V4 per jaar. Vierde periode (1900-1915): Gemiddeld dividend 9% pCt. per jaar, terwiji daarenboven reeds eene reserve van bijna f 10 millioen of ca. 20 pCt. van het thans tot f 50 millioen verhoogde kapitaal is opgebouwd. En gedurende haar geheel 91-jarig bestaan kon de Nederlandsche Handel-Maatschappij haren aandeelhouders 689 pCt. aan dividend of gemiddeld ca. 7X pCt. per jaar uitkeeren, onverminderd de tweemaal plaats gehad hebbende verdeeling van de reserve, waar door het dividend genot op het oorspron kelijk gestort kapitaal feitelijk klimt tot 13.4 pCt. J. D. SANTILHANO BKBIflSHHJ ff VRAOENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in n zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto Leekenspiegel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.) Mevr. M. d. 1. C. te W. a. Z. Bestaat er een persoonlijke levensbeschrijving van dr. Frederik van Eeden, door hem zelf of een ander geschreven? Het in 1912 te New-York verschenen werk Happy humanity door Dr. Fr. van Eeden (in 1913 in het Duitsch uitgegeven cnder den titel Glückliche Menschheit) kan als autobiographie van den schrijver beschouwd worden. In Den Gulden Winckel van 1912, blz. 111, gaf J. D. C. van Dokkum eenige bio- en bibliographische gegevens omtrent dezen auteur, terwijl dr. Poelhekke in zijn in 1898 verschenen werk Modernen een zeer uitgebreide bespreking geeft van Van Eeden's tot dien tijd verschenen werken. P. v. L. te d. H. Zoudt u mij ook kun nen inlichten of hei in zuiver Nederlandsch geoorloofd is het woord Toestel" in de be teekenis van machine, mannelijk te gebruiken ? Hoewel men tegenwoordig meestal spreekt van het toestel, komt het ons voor dat zij, die het woord mannelijk gebruiken daar mede niet handelen in strijd met het zuiver N ederlandsch. Oorspronkelijk werd het woord alleen mannelijk gebruikt en had toen de beteeke nis van: een reeks van toebereidselen. Zoo spreekt Hooft van den ganschen toestel der Amsterdamsche ontvankenis" en Vondel van Het besluit van al dien toestel komt ten leste op uitstel uit". Deze spreekt echter ook van dit toestel, overeenkomstig met uitstel" en voorstel". Bij uitbreiding van de beteekenis van het woord toestel" tot: machine, apparaat, werk tuig, gereedschap om iets te verrichten, werd het aanvankelijk steeds mannelijk gebruikt. We vonden o.a.: de steiger van den vasten toestel". (Kool, De Transportkabel 1870 bl. 29); de deugd van dezen toestel" (Woorden boek van kunsten en wetenschappen 1860, deel 6 blz. 176); de Voltasche toestel" (Boek der uitvindingen 1858 I, blz. 216) den vol genden vernuftigen toestel" (Album der natuur 1864, blz. 381). H. P. te L. Watisgodsdienstonderwijzer(es) toch voor een beroep? Wat voor werkkring heeft zoo iemand ? Hoe wordt men er voor opgeleid ? Godsdienstonderwijzers zijn personen be voegd tot het geven van onderricht in de geloofsleer. Zij vinden hun werkkring door gaans alleen in groote plaatsen waar ze 's Zondags onderricht in de bijbelsche ge schiedenis geven aan kinderen van 8?14 l: jaren (Zondagschool houden), of, ter ver lichting van het werk van de predikanten, godsdienstig onderricht geven aan a.s. lid maten der kerk. Om tot godsdienstonderwijzer der Ned. Hervormde Kerk te worden toegelaten is het noodig dat men sedert 2 jaar lidmaat zij van de Hervormde Kerk ?n zich voorbeeldig gedragen hebbe; dat men zich tot hel geven van godsdienstonderwijs gedurende tenminste 2 jaar geoefend en voorbereid hebbe in alles, wat tot het examen behoort, onder opzicht van n of meer leeraren der Hervormde Kerk; dat men den leeftijd van 23 jaren heeft bereikt. Het examen loopt over: Gronden der Nederl. taal, algemeene inhoud en geschie denis der bijbelboeken; het behoorlijk lezen en verklaren van den bijbel, inzonderheid van de historische boeken van bet N. T.; bijbelsche en kerkelijke geschiedenis; christelijke geloofs- en zedeleer. Nog worden bij het examen voldoende proeven gevorderd van geschiktheid tot het geven van onderwijs, zoowel aan kinderen als aan meer bejaarden. Ook bij de Waalsche gemeenten en bij den Nederlandschen Protestantenbond is gelegenheid het diploma voor godsdienstonderwijzer(es) te verwerven. H. A. J. te A. In de brieven van Bismarck aan zijn bruid en vrouw blz. 392 vertelt Bismarck in een brief van l Aug. 1858 ,dat hff toen eenige uren in Wiesbaden doorbracht, voor zaken, bij dm Koning van Holtand" Is het bekend welke aangelegenheden de Duitsche staatsman met onzen Koning te be handelen heeft gehad ? In geen der door ons geraadpleegde bun dels geschriften en brieven van Bismarck en werken over hem wordt van dit bezoek melding gemaakt. Het Algemeen Handelsblad van 15 Augustus 1858 vermeldt dat op 8 Augustus graaf von Bismarck Schönhausen, gevolmachtigde des Konings van Pruisen bij den Duitschen Bond, en de staatsraad Ludwig von Reinhard, ge zant des Konings van Wurtemberg bij den Bond, bij Z. M. den Koning hebben gedineerd. Van een bezoek op l Augustus staat niets opgegeven. Rijmpjes en Aftelrijmpjes (Uit het Smokkelt en het Zegent"door FABIËS) Rood, rood, schrijvertje, Wat heb je steeds een stof, Je schrijft er al mijn blaadjes vol, En maakt het veel te grof. Och mijn directeurtje! Ik beken graag kleurtje, Ik zal wel naar huis toe gaan, En het schrijven laten staan. * * * Kinders zonder vader, Verklaar me dat eens nader. Anna met een bult, Landen met veel schuld. Bommen en granaten, Stukke ledematen, Vrouwen zonder man, Dat komt er van. *, * Laatstmaal kwam ik binnen Rome. Daar zat een dichtertje* in de hoornen, Die zong een liedje al in 't Latijn. Hij wist zijn liedjes zoo te zingen, Dat alle menschen op deed springen. Ja, oorlog, oorlog, moet er zijn. * d'Annuncio, de dichter. * * * Maak vree voor je land - Maak vree voor je land, Maak vree op goeje gronden. En de handen uit de mou w.Dat hoort ertoch bij. En de waarheid dan getrouw, en geen draaierij. O mijn diplomaat je, hoe zal dat eens wezen ? O mijn diplomaatje, hoe zal dat eens zijn? Is er dan geen vorst, die jou kan genezen Is er geen oprechtheid dan meer in je brein ? "? * Naar 't front, naar 't front," zei de principaal. Eerst nog wat eten," zei de korporaal, Waar zal ik het van halen," zei de generaal. Uit Vlaanderen's potje," zei men criminaal. Dat is gemeen," zeggen wij allemaal. ** * .Goeien avond Bethmann Hollweg, Goeien avond groote man, En mijn Michel laat u vragen, Of geen Vrede komen kan? 'k Heb geen vet meer om te eten, En van visch krijg ik de kop. Heel mijn borstrok is versleten; Wol zit er haast niet meer op. En mijn kindertjes, die wurmen, Maken toch zoo'n helsch lawaai, Omdat ik ze dwing te eten, Eieren van eene kraai. Boter! mogen ze van droomen, Als ze naar hun bedjes gaan. Spek is niet meer te bekomen; Kom je niet met Thalers aan. Duitschland! Duitschland ! ber alles I Zwaardgekletter! zegepraal ? Maar mijn bloedjes lijden honger, Leege pot en leêge schaal! * * * Toekomst mannetje, Stroop in 't kannetje, Laat de Poepen dansen. Draai het blaadje nu maar om; Van Verdun klinkt het alom, Gekeerd zijn nu de kansen. ' Zoek, Micheltje zoek, Daar buiten loopt een roek; Een kraai met zwarte vlerken, Zoek maar bij de kerken. Kraaltje met je veerenpij; Michel lust kraaienpastei. ONZE PUZZLE Een man laat bij zijn sterven een bedrag van f 10710.?aan zijn vrouw en het verwacht wordende kind na. In dien het kind een jongen is, zal de moeder /-5950.?ontvangen en de zoon de rest; indien het een meisje is moet de moeder f 6120.?nemen en de dochter de rest. De Vrouiv brengt n zoon en n dochter ter wereld. Hoeveel moet nu elk worden toebedeeld om aan den wil van den erflater te voldoen? Goede oplossing in te zenden, aan het redactiebureau, voorzien van de letters A. B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl