De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 15 juli pagina 11

15 juli 1916 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

15 Juli '16. - No. 2038 DE AMSTERDAMMER, WEEKBL'AD VOOR NEDERLAND 11 EEN KNAP STUKJE (De Handels-onderzeeboot Deutschland" is in Amerika aangekomen. Dagbladbericht.) Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek Naturalisatie (London Opinlon) Indien alle Zwitzers" in Zwitserland woonden...! De Pessimist (Punch) Job's trooster: Als dat zoo doorgaat hier, zal je je kleinen jongen wel niet terugzien?" ?'?'?? Job: Ach jawel, ik verwacht hem in 1934 aan het front" John Buil: Ik dacht, dat er geen gaatje open was. En nu kunnen zij er toch nog door." MMnhiftiniminiiiimiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiimitiiniiimiiiiim iiuiiiiiiiiiiniMiiiiiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiÉiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiitiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiliiiiiiiii immii iiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiMHiiiiiMiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiill NISCHE RUBR.I Een Merkwaardige Toepassing der Inductie Een der meest gebruikte en nuttigste ficties in de natuurkunde is die der magnetische krachtlijnen. Dit zijn gebogen lijnen, die men onderstelt te beginnen aan den noord pool van een magneet, zich om te buigen doof de lucht heen naar den zuidpool en daa door den magneet heen weer te ein digen aan den noordpool. Deze lijnen wijzen In elk punt de richting aan van de magne tische kracht, terwijl hun aantal per vlaktenheid zoo aangenomen wordt, dat het de sterkte van de magnetische kracht aangeeft. Wordt nu om een weekijzeren staaf een spiraal van leiddraad gelegd, waardoor een etectrische stroom gaat, dan wordt die staaf een magneet, zoolang de stroom duurt en wórden er dus magnetische krachtlijnen door die staaf uitgezonden. Draait men de rich ting van den stroom om, dan keeren ook de richtingen der krachtlijnen tegelijk om. Als nu die krachtlijnen, uitgaande van een noord pool, een stof moeten doordringen, dan heeft de aard van die stof grooten invloed op de snelheid en de manier, waarop dat door dringen plaats vindt. Voorzien we nu onze staaf van een tweeden spiraal van geleiddraad, dan zal hierin een induktiestroom opgewekt worden, als het aantal krachtlijnen, dat uitgezonden wordt, verandert en die net zoo lang duurt, als die verandering. Van de twee laatstgenoemde feiten is nu in Frankrijk een zeer vernuftige toepassinggemaakt voor het opsporen van onontplofte granaten in de akkers, waarvan de aanwe zigheid een gevaar voor den landbouw op levert. Er zijn naast elkaar aangebracht twee gelijke cylinders, die omgeven zijn van twee spiralen van geleiddraad. Door de eene spiraal wordt een wisselstroom geleid, die. vele malen per seconde van richting wisselt en die dus de magnetische kracht lijnen ook dwingt evenvele malen van rich ting te veranderen. Moeten die krachtlijnen door een homogene stof gaan, dan zullen de inductiestroomen in de tweede spiralen volkomen gelijk zijn en even lang duren; wanneer echter een der bundels kracht lijnen een stuk me taal moet doordringen en de andere niet, dan zullen de twee bundels niet even lang hiervoor noodig heb ben en in de tweede spiralen onstaan in ductiestroomen die verschillend zijn. Dit' verschil in die induc tiestroomen wordt nu als volgt hoorbaar ge maakt. De beide tweede spiralen (zie fig. 2 e en e') zijn verbonden met de omwik keling van twee electromagneten, die elk een ijzeren veerend plaatje kunnen aantrek ken. Deze plaatjes komen in trilling en veroorzaken twee volkomen gelijke toonen, als de veranderingen der krachtlijnen ook gelijk zijn. Zij n deze verschillend, dan verschillen die toonen ook. De beide toestelletjes zijn opgesteld vlak voor de mikrofonen van twee telefoontoestellen, zoodat in de twee telefonen een verschillenden toon gehoord wordt, als de bundels krachtlijnen ver schillende stoffen moeten doordringen. Is er dus in het veld, dat onderzocht moet worden, een onontplofte granaat aanwezig, of zelfs maar een scherf van een ontplofte, dan is dit direct te hooren, als het beschre ven toestel over het land heengereden wordt. Fig. l geeft eenigszins een voorstelling hoe het toestel gebruikt wordt. Het duurt een paar uur om een hectare geheel te onder zoeken en het toestel is zoo gevoelig, dat b.v. een blikken bus evengoed gevonden wordt, als een grooter voorwerp, terwijl bij eenige oefening de verschillende geluiden van groote en kleine voorwerpen en van stoffen op verschillende diepte afkomstig, gemakkelijk onderscheiden worden. Natuurlijk is hierboven het principe van het toestel slechts in hoofdtrekken mede gedeeld en wijkt het in details nog al af. Een andere toepassing van hetzelfde prin cipe met een bijna geheel overeenkomstig gebouwd toestel is die voor het onderzoek, of in gegoten groote metalen stukken ook gietfouten kunnen voorkomen. Gegoten voor werpen kunnen n.l. uiterlijk volkomen gaaf zijn, terwijl ze toch inwendig groote holten of verkeerde bestanddeelen bevatten, die ze ongeschikt maakt voor de eigenlijke bestem ming. Het onderzoek naar dergelijke fouten kan nu gebeuren met een klein toestel, bijna geheel ingericht, zooals hetgeen hierboven beschreven is (zie het schema in fig. 2.) De beide magneten worden naast elkaar bewogen over het gletsluk, dat onderzocht moet worden en ook hier zal een verschil in structuur van het metaal de snelheid der krachtlijnenbundels zoo beïnvloeden, dat ten slotte in de telefonen een verschillend geluid vernomen worden. v. O. Fig. 2. a, b, c, toestel om rondom de electromagneten d een wisselstroom te zenden; e en e' geleiddraden van de tweede spiralen; h, trillende plaatjes, die door electromagneten in g in trilling gebracht worden; i, mikrofonen, die het geluid van het trillende plaatje versterken en over brengen naar k, de telefonen, waarmee het verschil in geluid waargenomen wordt. Redacteur: Dr. A. O. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht PROBLEEM No. 48 VAN C. MANSFIELD (British Chess Magazine) ZWART a b c d e f g WIT Wit: Kh8, Dh7, Tdl en f5, Lg7 en g8, Pd4, pionnen b2 en f3. Zwart: Kd3, Lbl en gl, Pa3 en d2. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. OPLOSSING PROBLEEM No. 47 VAN R. KELLY Wit: Kh5, Db7, Tdl, Pg4. Zwart: Kf5, Lb4, pionnen e6, e7, f4 en f6. 1. Tdl-d6, Lb4Xd6, 2. Db7-blf. l e7Xd6, 2. Db7-h7f. l , e6?e5, 2. |Pg4?h6f. l , f4-f3, 2. Db7Xf3f. Namen der goede oplossers moeten, wegens plaatsgebrek, een week overstaan. WEDSTRIJD TE AMSTERDAM De volgende 14 spelers zullen aan dezen wedstrijd deel nemen: Mr. Fick, Fontein, Van Gelder, Geus, Van Hartingsvelt, Hoogeveen.Van Hoorn, te Kolsté, Marchand, dr. Olland, mr. Oskam, Schelfhout, Van Trotsenburg en Van 't Veer. Terwijl de oudere spelers haast niet ver tegenwoordigd zijn, missen we ook van de jongeren noode de namen van jhr. H. Strick van Linschoten, Baudet en vooral Davidson. De laatste is vermoedelijk verhinderd door den oorlog, welke het hem moeilijk maakt Engeland te verlaten. mi Minimum iiiimiii iimiimmmmitmmtmnmmm 13e Jaargang 15 Juli 19,16 Redacteur: K. C. DE JONQE Van Woustraat 112", Amsterdam PARTIJ No. 10 gespeeld in de competitie Ned. Dambond> tusschen de heeren R. Hoogland, Utrech^ met wit en H. Koperberg, A'dam, met zwart. ONREGELMATIGE OPENING Wit Zwart Wit Zwart 33-28 1.18-221) 38-32 26.17-22 38-332) 2.12-18 28:17 27.11:22 43-38 3. 7-12 32-28 28.22-27 42-3714) 43-38 47-42 28-23 i5) 23:14 35-3016) 40-35 37-31 17) 38:27 49-43 32-27 3) 28:19 4. 1-7 5.19-23 4) 6.14:23 34-2915) 7.23:34 40:29 8.20-256) 37-32 9.17-21 7) 45-40 10.11-17 50-45 11.10-14 31-268)12.22:31 36:27 9) 13.18-23? 10)42-3718) 14.13:31 36:47 15. 9-13 33-28 16. 4-9 11) 47-42 17.21-27 28-2319) 18.16:27 30:19 19. 7-11 34-29 20. 2-7 19:10 21.11-16112)45-40 22. 7-11 23.17-21 29. 6-11 30.r6-21 31.11-16 32.14-1911 33. 9:20 34.13-191 35.20-24 36.27-3211 37.21:32 38.32:41 39.16-21 40.12-17 41. 8-12 42.19:28 43. 3-9 20) 44. 9-14 45.15:4 21) 46 17-22 4Ö-34;29-24!) 4Ï. 28-3222) 48-43 48.12-1723) 49. 29:18 26:37 32-28 37-32 32:21 40-34 41-37 46-41 44-40 37-32 24!2i-26 42-3824) 32:21 25.26:1713) Remise 1) Wenscht een onregelmatige partij. 2) Hoewel theoretisch 31-27 diende ge speeld, is de tekstzet op z'n minst zoo sterk. 3) Met de bedoeling zwart's rechtervleugel werkeloos te maken. 4) Belet de ontwikkeling van wit's plan. 5) Ontneemt zwart de centrumruit om bovengenoemde redenen. 6) Deze zet geschiedt om, als het oogenblik gunstig is, wit in den hekstand te nemen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl