De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 15 juli pagina 7

15 juli 1916 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

15 Juli'16. - Na 2038 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Artisten-Zomerfeest in het Stadion -^ (Teekentngen voor de Amsterdammer" van J. H. Jurres) De Voetbalwedstrijd Heer zijn het mevrouw Herman Sjees uit den bruiloftsstoet . p de eerste bladf toto den 3ëeat$ veWudrteirfeestwgzer. i 2e niet voor ons «Hen, den gulden «oordes?. Zaten wfc tofcrtelspeler», pers, Mfbliek. allen, die dtoMtfetn geheel seizoen M Jwr hanws jagen, on bestwil plagen, onder laaweMft bedwelmen en met premières dood«ooten, zaten «e daar, op dien zomersenen Zondagnamiddag, niet allen min of meer .. kinderen van n g«in, Eft**ute ontvloden* blfl, omdat we er nu voor eenig« rattuAW. af waren, gevoegelijk mochte^zwffgev 1rer de innerlijkheid" en de ? «uiftrïBkbeld", déanalyse en de synthese, over 'de geuiaalceril van het verleden en de Mtrf der toekomst, omdat we elkaar ein-delgk hef %?** J»de oogen weder gunnen kooiden, zppakr coücnrrentie. Ook in dit op zicht geboóa de Heer fin zegen: een stra lende zon zette de groene arena met haar kroon van fladderende vlaggen in goudglans. T Misschien was dat wel het mooist van al, -datN fonch en kleurrijk gswirapel der kan-téeütr tegen bet heete Wauw van de lucht, waarachter de stadshuizen rezen, scherp* «eVomgloord, en waaronder de duizenden, 4B 8e pooling rond het groote grasperk, * roeraten in stilte van gretige verwachting. Ach, zei een tooneelflpeler, de gllmmering > va»het voetlicht nog in zijn strakken blik; ' die zich te ontspannen teek over dit feestelijk vergezicht -al gebeurde hier nu niets... dan was het toch al prettig." En .dit leek ons het ware standpunt. Nu weer niet te veel eischen, niet t te artistiek. "Want dan zouden we al dadelijk moeten vwftteHer», tégen onsrzelf, zie het motto hierboven, dat het eerste nummer: de rév ??remee; van mevrouw Sophie de Vries, voor". zitster 'der feestelijkheid, voor den heer Henri " TBrondgeest, den oppenten leider, een tboneel dat in -het midden der arena plaats vond, ons, artistiek gesproken, veel beter voldeed no. 2, .De intocht van Jeanne d'Are", waarin mevrouw Erf man?Sasbach de hoofd rol vervulde. Want de révérence la C limène van Mevrouw de Vries was iets, en de houding van den heer Brondgeest, in grijs redingete met buttonhole, was k iets. terwijl 'daarentegen de Intocht van Jeanne d'Arc".... Neen, mevrouw Erfman, al tasten >wjj omtrent deze maagd van Orleans en haar betrekking tot Karel VII wetenschap pelijk in het duister, zoo eene... als gij er met uw paars geschminkt gelaat, uw uitge spreide haren en uw onmaagdelQken lach van maakte, was zij zeker niet. Om Jeanne d'Are blijft, onder alle omstandigheden, zelfs onder die van een artisten-feest, het aureool eener onsterfelijke mystiek. Terwille der duizende groote kinderen, die, luisterend naar de stemmen", in een geur van Fransche leliën en wierook, u, in uw blinkend harnas ver beidden, terwllle van onze beste verbeel ding, had ge, als actrice, dit dramatjsch hoogtepunt van den middag niet mogen verkrachten met een parodie. Misschien zou Tilly Lus voor de verschijning van Jeanne d'Arc in haar wezen de poëzie hebben mee gebracht, misschien zou dan we denken, juist in verband met de vlakke omgeving van het Stadion, aan Boutet de Monvel's prentenboek, om haar zich een stoet heb ben gevormd, die meer wou zijn dan een reclame voor den costumier. In het alge meen werden deze costumes goed gedragen en vonden wij bevestigd, dat ook het dragen van een kleed een gave is, in zekeren zin -een beroep. Gimberg, als de koning, het programma voegde er leerrijk het jaartal aan toe, 1403?1461, docht mij, met het oog op Rheims en het verloop der tijden, een beetje bezwaarlijk Oermaansch van postuur, maar Angèle Sydow, de koningin, was fijn en vorstelijk en ook onder de volgelingen waren, op zich zelf, opmerkelijke figuren. Maar neen, toch beter niet, dan z Wat er van te zeggen?' stond boven het 3e nummer van het programma: Voetbaldrama". Nu, dat weten we dadelijk. Dat het in zijn soort uitmuntend was, en dat de soort zich ook aan de bedoeling van den middag o. i. goed aansloot. Onze beroemdheden en négligé", daarom is het de duizenden Immers te doen! Hen te zien van nabij, als In het Stadion: De intocht van Jeanne d'Arc gewone menschen", daarvan de verteedering te ondergaan.... In zoover was het jammer, dat er niet nog beroemder gildebroeders trapten naar den bal. Vétteden jaar, toen Mien Duymaer van Twist, plechtig, den bal serveerde en niemand minder dan Louis Bouwmeester met de punt van zijn lakschoen hem wegtipte, was het schouwspel nog meer bevredigend. Ditmaal kregen wij ook niet het voetbalspel simple, doch compleet, opge diend in costuum, met dans en snarenspel. Het heette: de strijd tusschen het drama en het blijspel. De witte harlekijns verte genwoordigden het blijspel, een vermakelijke verzameling huilebalken, Janus Tulp en don Basil weenden em het hardst, kwamen op een sleeperswagen binnengerold. Auteurs, op de tribune, die nog twijfelden of ze de nationale tooneelschrijfkunst zouden verheffen met een drama of een blijspel, konden het van den bal laten afhangen.... Een kansspel, waarbij ten slotte bleek, wat we altijd als een zekere waar heid hebben vermoed, dat de lijn moeilijk te trekken valt^het treurspel eigenlijk blij... en het blijspel, in dieperen zin, treurig is, een stelling, door Co Balfoort, die van het eene elftal in het andere sprong, als het ware lijfelijk gesymboliseerd. Huldel Hierop volgde een Oostersche Fantaisie" van den overstelpend veelzijdlgen Sekoeli Bras Pasja Brondgeest die, tusschen de be drijven door nog op een prachtig paard carrousel reed, genaamd: de Witte Roos." Het was een spel, gelijk we dit, in ernst, wel zien vertoonen bij .Schumann, na de pauze; hier gebeurde het vór de pauze, en, gelukkig, in scherts. Opnieuw een bewijs hoe tusschen drama en blijspel, tusschen traan en lach... Deschoonefavorite(Meina Irwin) geroofd door Belida, hoofdman der Senussees, op het paard gesleurd, gebonden, als Mazeppfcvrosdgeraced,. zoodat ze ten lest in een bijzonder onbevallige houding naar de toeschouwers gekeerd over het zadel hing en de critiek verademde toen ze begreep, dat het de echte Meina niet was, maar een ondergeschoven favorite uit het panopticum. Met dubbel ge juich verwelkomde men haar dan ook toen ze, verlost en'ongedeerd, weder opdook in per soon, aan de hand van Sjeik Gimberg, die voor dit karakter ontegenzeggelijk alle allures had, om nog eenmaal voor ons te dansen... lenig, exotisch en juist zooveel gesluierd... Een koor van jonge harem-dames, met dichterlijke vrijheid kelkjes in plaats knopjes gedoopt, dansten om deze witte roos; we herkenden Jetje, Marietje en.Fie, maar 't bleef wazig en de dans, met hevige arm-rekkingen, dazig. Soms was het wel eens mooi. Onder den blooten hemel is gewilde schoonheid onbe rekenbaar, het goed-bedoelde stelt dikwijls te leur, het toevallige verrast en verblijdt. Zon dagmiddag speelde de wind met de zon mee. Dit tintelend gefladder van pijpenbroek en sluier was wel niet Oostersch, maar gaf toch een feestelijk effect. En zoo was er veel in dezen boetenden kamp tusschen de witte Kabylen en de roode Senussen, dat de moeite, het zweet en de stofwolken loonde, bij veel dat in de groote ruimte, in het nuchter daglicht verloren ging. En toen, na de pauze, waarin de suppoosten van het Stadion zoo streng optraden dat vriend en vijand elkander slechts met levens gevaar konden begroeten, kwam, lest best, de vertooning, die de reis van heinde en ver voor de duizenden belangrijk maakte en den Bond van Tooneelisten' tot eer strekt. Een oud-Hollandsche bruiloft, Kloris en Roosje in de wei! Een speelpartij, groot opgezet, met meesterhand geregisseerd. Al deze fleurigheid vatte in elkaar, het was als een lange rijdans, waarin niets haperde, elk détail fijn en bekoorlijk was. Oud en jong, koe en kalf danste... De zon, gedaald, tooverde voetlicht, schaduwen dansten achterna... Riek Hopper was de Bruid, Pisuisse de Bruigom. Val aan en vul de maag." Het overvloe dig feestmaal stond bereid. Geen bes bleef bij het spinnewiel. Holle- bolle-Gijs reed binnen op zijn wagen. De gouden bruiloft" van Melsert schoot ons in de gedachte, een heele literatuur stond op om het charmant tafereel, 't Was boter tot den boom, al leven, al lust! Er wordt nog op bruiloftspartijen gepaterd, maar men moet er toch beroepstooneelspelers voor zijn om 't zóte kunnen, zónatuurlijk en nochtans in stijl! Toen Jonas in de walvisch zat" wisselde met den Pater, de nonnetjes droegen en zwiepten het zeil; dominee werd erin gewipt. Twee politie agenten (Davids en Jurgens) herstelden de orde. Tot ze allemaal wegreden, in sjeezen als kinderspeelgoed, die door het Arnhem's Museum waren afgestaan. Het bruidspaar met den schimmel voorop, een lange wagen vol kinderen, Co Balfoort op den bok, sloot den stoet. Hei, 't was in de Mei! Een geschal! Allerliefst was het. En prachtig correct. Kunst zonder h en met een groote k. Het publiek; als onverzadigd, bleef nog staan nadat de laatste bruiloftsgast op een kruiwagen was weggereden, met oogen vol plezier naar de zonnige wei, waar hier en daar nog een groep kinderen kruip-doorsluip-door speelde. En de pessimist, die had durven wanhopen aan de toekomst van ons Vaderlandsch tooneel, sloop na deze slotapotheose van het seizoen 1916, waarOnze Vreemde Eeuw (Teekentng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck) Correspondentie J. K. W. Plaatsing van uw artikel zal geschieden, zoodra wij uw nadere gegevens hebben ontvangen. H. S. te R. Zie nummer van 16 Jan. 1916. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIII De Waarheid: Zal men mij dan eindelijk plaats geven ?" Aan den eenen kant brute beestachtigheid, aan den anderen overdreven sentimentaliteit." Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllflllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllljlllllllllll aan een leger van bekende en onbekende talenten had medegewerkt, met beschaamde kaken dór een achterdeur het Stadion uit. TOP NAEFF IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIllllllllllllllllltllllllMMIIlllM De hoogste Boeddha van den Boro-Boedoor Gezicht in proza \ Langs de lange gaanderijen naderde ik al meer en meer den top van den tempel. Mijn gedachten verloren zich in de vormenweelde der sculpturen en in de schoonheid der peinzende Boeddha's. Mijn geest werd bedwelmd door de blin dende pracht der tafereelen uit het leven van prins Siddharta. Ik kwam eerst tot mijzelven, toen ik van uit een der hoogste terrassen mijn blikken zwerven liet over het landschap, dat zich baadde in den oceaan van glans en licht. Het was het moment der hoogste zaligheid, waarin de mensch zich doordrongen voelt van schoonheid en vrede. Toen ging ik naar den top, en vond den onvoltooiden Boeddha.... Ik zette mij neder, handen gevouwen en oogen gesloten: Schoon is geheel uw vorm, onvergelij kelijk is uw pracht, O Boro-boedoor, tempel-juweel mijns vaderlands! Maar het schoonst is mij de erkentenis, die mij tegenruischt uit dit onvoltooide beeld: Machteloos is ons menschelijk kunnen om uitbeelding te geven aan Hem, die zelve Schoonheid en Volmaaktheid is." NOTO SOEROTO IMIIHIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIMIIIIIIIHI1IMIIIIIIMIIHIIIIHIIII llllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII In het Stadion: De ontvoering van De WittelRoos"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl