Historisch Archief 1877-1940
' {-"VI*.
%:
v,.-. ?
ONDER REDACtlE VAN Prpf/MivJ. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S; OROBIO DE CASTRO jr. en Dr. FREDERIK VAN EEDEN
Abonnement per 3 maiftden . . . . , / 1.90
Voor het BultenL en <feK(?1onrën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 11.50
Nnmtners aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar . 8.15
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentlën van l?5 regels ? 1:25, elke regel meer . . . . ?035
Advertentiën op de finantleele- en kunstpagina, per reg«r . . .0.30
Reclames, per regjl ... ... . . . . . O40
?t,'.
.M.
W*
«/ %
t. fr,<
s\:
*»!***:
v i
H*d*. I: p»T*e.j»rige Btter.
_, on»ntrt btnUctmt. - One Vr$«
*r *. & Bua««ho Wweldpolittok,
MfBWia, * Ceiif»ttt. Bnitoal.
.dMe . W, KarokMip.?'Blr.W.
vdo5r «r. B. O, B<tóKn.r. - De Huin*^
door ff. B. Eow. -i Krtkelwng, «k^r
Brandende
. T«B Joh. W> Bro»deJ»t,-?& Voor
, -door Elfa. M. BogM; Olympische
door*»riso. <- & Bik Wonter», ddpr
*rt -* ffét W**tt> d*»llódwde 8cWHt2
few 5*. ww JE»>«bnrg;^?Vtar Bouten».
. M-JL - Ond»nkb»«r
Bowl. - Dsn Ha»g
torn, L t»t»n<n»T»n E. B. Dulmwi
.,__*, -7,Bir»«a«tiBe^e Kroniek, dór Top
r ,.,.ft lnmoefeel»m Boonomuohe Kroniek,
«ftBi»r«>.-{0!¥(Jm-Kronyof,doorMey
mud* ju een Doltschen
OotTogtLeefcenfpiejtil. Oor Baya als
rK&^f. Ben VUogtafiaagtohe wind,
-,?^-yt teekening-Tan Is. Twi^M^ns. ?:?,
D*, jf axbranv^nkohtmerrle van een lünuter,
Joh;. Brad^wiek.x?Spreekual.
red. "dr. A. fl. Ott*nd.
Dam, rtd. K. O. d* Jonge.
At opbrengen Tam Nederlandsche
' ?|ea,teefcenJn«T.Job.Braakea9iek.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnniHii
IIIIIIMIIIIItlll
s Tweejarige Stier
'jTegen dat de stieren twee jaar oud
wordpn zij op hun wildst
t>ver is het nu ook met den oorlogs'süer.
M Heeft het beest sinds vieren
twintig maanden in de wereld
rondgewoèd, hel ongelooflijke doen gebeuren
m *et afzichtelijke Moot gehaald. Pe
wereld van m, réniet meer de wereld
vwrtwee tor geleden, en zij geven ztóh
over aan ijdeten waan, die denken dat
[den yjede een, twee, drie alles weer
het oude zal worden.
lonale betrekkingen, econo
misch en geestelijk, zullen zich eerder
, herstelien dan .nu wordt beweerd.
/Maar in de gemoederen der menschen
' """ de oorlogsstier zooveel vertrapt,
;de grondslagen der samenleving
onderste boven gesmeten, inde
i wereld zooveel slijfc en platheid;
argwaan en lage gpdragingeti
omhoogjj$8Chopt, dat wij eene verheffing der orde
va* zaken niet meer kunben overzien.
De menschen hebben niet alleen weer
geleerd te moorden en te schelden;ook
te liegen en te bedriegen, te haten en te
vetdrukken. Hartstocht en drift zijn tot
^deugden verheven, in stede van
delelf'beheersching, ? die meer en meer in 't
publieke zoowel als in 't bijzondere leven
omhoog geklommen was. Zelfzucht en
gretigheia staan naakter dan ooit. Van
:dë hoogsten af worden de voorbeelden in
hóndschheid en brutaliteit gegeven; en de
houvasten der beschaving raken zoek.
Ontzag voor al wat-de menschen hadden
?toeren eeren en waardeeren, valt weg.
' "Jiet recht wordt weer verdrongen door
een willekeur en persoonlijke machtsuit
oefening. Ook in het binnenlandsche leven
kèeren overal verhoudingen en instellingen
weer van miskenning der persoonlijke
«enten,van politiemacht en autocratie.van
misbruik, geknoei en gekonkel, die ge
heel naar 't ancien régime" smaken.
Niet alleen op de slagvelden telt 't leven
niets. Wat zal er overblijven van de
sociale wetgevingen? De arbeidstijden
Worden aan geen grenzen peer gebonden.
""pi de 'gebruikelijk geworden rusttijden
,in de fabrieken geen sprake meer. De
epen varen met overbelaste ketels;
ongecontroleerde machines; gedoofde
lichten. Contracten worden verbroken of
't niets is; .verplichtingen ontdoken;
leverancie's vervalscht.De scholen werken
met mindere krachten; de kinderen
.^werven op straat.
* Dit is de nieuwe burgermaatschappij,
(Waarin straks de soldaten van de strij
dende legers terug zullen komen. Zij
Iwengeii nog heMreste mee: moed,
offervaardigheid, plichtsbesef, idealisme l
" Want ook deze heeft de oorlog omhoog
'gerterkt.
. l ~ Maar op den duur blijven de menschen
altijd.ontvankelijker voor 't slechte dan
voor het goede. Het lagere trekt het
hoogere gemakkelijk naar beneden. Zijn
de neutrale landen nu nog de bewaarders
?der beschaving en begrippen van voor
een paar jaar, meent men, dat zij dit
' vol zurlen kunnen houden tegenover een
>ldus uit hare voegen gerukte wereld?
t Daarom mag men zich ook ten onzent
in een verder verschiet voorbereiden op
_ vele bezoekingen van den wilden oorlogs
stier en zijne treurige volgelingen.
* * *
Nederland heeft ook voor 't beden te
bedenken, dat het beest in de komende
maanden op zijn wildst en zijn sterkst
te' keer zal gaan. ?
De ooflogshitte loopt nu al feller en
vuriger op, en lijkt ook ons nader
aan de schenen te komen.
.Niet zoozeer de gedachte aan- plotse
linge invallen behoeft ons bezig te houden:
Maar dit feit: dat de beide partijen
heeter en desperater tegenover elkander
komen aangedrongen i dan te voren, en
dat met al het rukken en plukken, de
militaire machtsmiddelen weinig schot
geven. ?- ? ? t
Djt zal de aandacht geheel 'naar de
economische strijdmiddelen leiden. De
laatste bondgenooten : honger e/z
a/rputting worden meer en meer te wapen
toegerust. . \'
- AI nauwer beginnen de Geallieerden
de \belegeringsblokkade tegen
Duirschland tóe te halen. De rechten van den
handel, en van de neutralen in t bij
zonder, komen minder en minder rn tel.
Het pogen, onze gehéelé. haririgvisschef ij
stop 1e zetten is hiervan een teeken.
Zal voor dezen maatregel nog een uitweg
te vinden zijn ? Of na hoeveel tijd
zal hij door andere gevolgd worden, . . .
totdat de slotconditie klinkt : geen brok
voedsel of hulpmiddel, ook van 't eigen
produci uit Nederland meer naar
Duitschland, anders wordt Nederland 'zelf
van alle toevoer afgesloten" ?
En gelooft men aan den anderen kant,
dat Duitschland ooit den oorlog op zal
geven^ eer; honderd Vereenigde Staten
ten spijt, het uiterste' maar zoo mach
tige middel van den duikbootenoorlog
tegen Engeland" s invoer, nog eenmaal
is hervat; dus dok het beletten van
alle neutrale vaart, niet 't minst
de Nederlandsche, met alle macht door
gevoerd? ;
Reeds bereidt de publieke opinie ginds
er zich op' voor. Reeds lijkt liet, of
een Von'Bülow op den voorgrond wordt
gebracht,, om de gematigder taktiek van
den tegenwoordigen Rijkskanselier téver
vangen. Ook de enorme invoeren, die
Engeland op 't oogenbHk opstapelt, wij
zen uit dat men daar te lande er op
verdacht is.
* *
Redit of niet, ik zal ze dwingen"
dezelfde stemming breekt aan waarin
Napoleon ten laatste het decreet van
Milaan nam, den economischen oorlog
tot het bittere uiterste, die zijn gewel
digste, zijn Europeesche Coup d'Etat"
genoemd is.
Tot zulke ! coups" drijft de oorlogs
stier in< de volheid van zijn woede'
Daarmee, van walken kant 't zij, bukt
hij ook den kop naar ons, en -het is
niet vooruit te zeggen, of en hoe wij 't
beest nog zullen kunnen ontspringen.
«Diplomatiek beleid; volksstemming;
weerbare vastberadenheid moeten er ons
pp 't flinkst doorheen helpen. In elk geval
is nummer n: de oogen wakker en 't
kruit droog, maar er komt nog meer bij.
De pakhuizen, de voorraadkamers
en provlsiekasten gevuld.
De genoemde vooruitzichten verplichten
er rekening mede te houden, dat ook 't af
snijden der aanvoeren, de honger en
't gebrek, misschien de ergste wapens
zijn, die van weerszijden ns kunnen
treffen.
Onze levensmiddelenpolitiek heeft niet
alleen te rekenen met de nooden van 't
oogenblik, maar moet ook in 't bij
zonder conservatief. en preventief
zijn, voor de oorlogsmogelijkheden van
de naderende toekomst.
Dit geldt zoowel voor de overheid als
voor de' particulieren. En 4e regeering
mag wel overwegen of zij de natie, de
producenten n de huismoeders in de
eerste plaats, de winkeliers en gemeenten
niet vierkant hiervoor dient wakker te
roepen. Ook de uitvoerpolitiek moet
daarop rekenen.
Verbouwen, voortbrengen;
inslaan en opslaan; sparen,
oppotten en inmaken is een
actueele leuze, voor groot en
voor klein. v. H.
Woorden, die ons niet
bereikten
Het Oranjeboek is zeer zeker
belangwekkende lectuur. Verscheidene der
nota's, er in vermeld, geven van het
standpunt, door ons Departement van
Buitenlandsche Zaken in tal van rechts
vragen ingenomen, een hoogen dunk.
Practisch zou men in sommige gevallen,
bv. wat betreft de torpedeeringen, meer
kracht hebben gewènscht; en met name
ook aansluiting bij de nota's van Wilson
nuttig hebben geacht. Doch
watdepfancipes aangaat, verdienen de
correspondentie's vanden heer Lovidon en .zijne ge
zanten lof. <£--.
Voor het hooghouden^ der principes
van onze souvereiniteit en onafhanke
lijkheid toch, is niet groote bewustheid
gezorgd.
Niet zelden is dit op verrassende,
indrukwekkende wijze geschied. Er is
een geest van flinkheid in belichaamd.
Zoo, wanneer voor de vernieling van
het Nederlandsche Consulaat de
ZuidAfrikaansche regeering schadevergoeding
aanbiedt niet als rechtsplicht, maar uit
welwillendheid (act of gracejV?en
Nederland kloekmoedig antwoord : neen,
houdt op die manier 't geld, dat ge ons
verschuldigd zijt, maar liever thuis".
Zoo, wanneer Duitschland eene uit
voerige discussie begint tegen de
interneering van de bij Terschelling in onze
wateren aangetroffen onderzeeboot, (een
waarlijk zeer substiele rechtskwestie) en
daarbij ook onze Nederlandsche
neutraliteitsproclamatie tot een punt van inter
pretatie maakt. De Nederlandsche regee
ring antwoordt : met uw verlof, maar
de uitlegging van nze
neutraliteitsproclamatie is toch nze zaak" I
Zoo, wanneer wij tegenover de
Engelsche maatregelen jegens "?' de Hamborn
(een schip van Duitech kapitaal, maar
in 'n Nederlandsche vennootschap), het
souvereine recht van onze Nederlandsche
handelsvlag proclameeren. .
Of wanneer wij weigeren met Enge
land eene, administratieve regeling aan
te gaan ver de onzerz&ls in beginsel'
ongeoorloofd verklaarde :tórhouding der
'; ' "'*-'* ?
Of tegenover Duitscllland in scherpe
woorden de vaart der luchtschepen over
ons grondgebied afkeuren.
Er is mef alles niet evenveel bereikt.
Wat vermag men tegen de macht en de
onverschilligheid? - ; "
Maar tóch nemeh verscheidene nota's
bijkans het karakter aan van een ^fraar, '
een rustig, kloek en onafhankelijk gebaar.
Des te meer is 't echter te betreuren, dat
de regeering niet als regel telkens en
terstond het publiek van hare woorden
in de verschillende zaken op de hoogte
heeft gebracht, en de nota's openbaar
femawkt, zooats Amerika, of ook vaak
witserland doet.
Er steekt in deze correspondentie's
ook een opvoedende kracht tot onaf
hankelijkheids- en rechtsgevoel voor ons volk,
die het best gebruiken kan, maar die
nu verwaarloosd wordt.
In een zoo lijvig Oranjeboek, lezen
het immers alleen nog de extra-belang
stellenden en vaklieden,
En er steekt- in jde publiciteit boven
dien vaak een voortreffelijk wapen, want
een ieder weet, hoeveel waarde de oorlog
voerenden over en weer hechten aan
uitingen en meeningen van de neutralen.
Daarom blijft het niet als regel ter
stond publiceeren een ernstige, wij dur
ven met alle respect zeggen, een zeer
betreurenswaardige fout.
Men zal op 't Plein er zich toe moeten
zetten, nu men zoowel over de honden
weet heen te komen, het ook over dezen
Staart maar kalmpjes te wagen. v. H.
« « *
Onze Vrije Vischvaart
Het is goed, dat men in ' Engeland
wete, dat niemand hier te lande berust
in de dwangmaatregelen, op 't oogenblik
tegenover onze haringvisschers beraamd.
Zoomin het onverwacht opbrengen van de
schepen, als de eisch om tegen eene
vergoeding 't geheele bedrijf stop te
leggen, kunnen onder ons iets anders
dan verzet en ontstemming uitlokken.
Daarvoor is .de Noordzeevisscherij hier
een te populair en te belangrijk bedrijf
daartoe hangt ook de welvaart van te
velen er van. af.
De groote visschersbevolkirrg, de
visschersdorpen, de reederijen, de
bijbedrijven, de geheele beweging in de
visschershavens dit alles 'zou dood
moeten liggen? .
Dat zal niet gaanl
Wij gunnen den haringen deze
zomervacantie niet.
-,. Engeland moge, om zijne houding te
rechtvaardigen, eene geheele volken
rechtelijke redeneering aanvoeren en zoo
doende tegenover ons 't verwijt van
rechtschennis meenen te ontgaan.
Doch men houde Nederland ten goede
dat het al dit nieuwerwetsche, eenzijdig
gefatsoeneerde volkenrecht nog niet een
voudig aanvaardt, wanneer het plotseling >
onze gewichtige neutrale belangen en
gevoelens komt krenken.
Houden wij ons aan het oude, vór
den oorlog geldende recht, ? dan is de
opbrenging der haringvisschers zeker be
zwaarlijk goed te pleiten.
Er is voor de motiveering van bet
Engelsche standpunt noodig: ne zoo
danige uitbreiding van 't begrip vijande
lijke bestemming der goederen"; met
eene zóvergaande toepassing van het
beginsel der voortgezette reis"; en
bovendien een zóvérstrekkende toe
passing van de praesumptie, dat alle
naar Duitschland uitgevoerde gezouten
haring voor 't leger is bestemd en niet
onder de burgerbevolking zal blijven»;
.de geheele toepassing eindelijk komt'
Ineens zóonverwacht, nadat gedurende
de eerste twee jaren de vrijheid is ge
laten,... dat dit-alles er bij ons nog
niet .zoo maar in wil. ,, : f
Groot-Brittanië heeft tijdens den porloa
al deze redeneeringen gaandeweg wetejf
door te voeren doch er is een grens
aan de eenzijdige bevoegdheid.Vafl
eene oorlogvoerende mogendheid, ? om
aldus nieuw volkenrecht te decreteeren
en te interpreteeren l .
Die grens ligt: in de levensbelangen
der neutralen.
Afgezien hiervan zou immers zelfs
het: Not kennt kein Gebot" van den
Duitschen Rijkskanselier, ook alleen maar
een redelijke poging zijn geweest, om
voor machtsmisbruik eene eenzijdige
rechtvaardiging op te disschen.
Nederland zal het gewichtige en tot
dusverre vrijgelaten levensbelang van
zijne Noordzeevisscherij blijven stellen
tegenover de eenzijdige Engelsche theorie
en tegenover de plqpelinge hardhandige
prakfijk. '
Het contrabanderecht berust op even
wicht tusschen oorlogvoerende eisenen
en neutrale belangen..
Dit evenwicht zien wij thans leelijk
miskend! En wij mogen verwachten, dat,
men het aan de. overzijde van het Kanaal
zal weten te hérstellen.
baat ons zien wat het overleg oplevert.
27 Juli '16 v. H.
iiiimiiiiiTiiiiiiiiiimiiiiiii
iiiiiiiimimiiiiiiimiiiiinimiiiit
Duitsche Wereldpolitiek
Het is opvallend, hoe weinig wij Neder
landers in den regel op de hoogte zijn van
wat er in de groote wereld buiten ons ont
gaat. Een zonderling en ook niet volledig
verklaard verschijnsel. Want wij reizen in
het algemeen genoeg; wij
verstaanldejkekende moderne talen; wij zijn van ouds
zeer leergierig, in ieder geval leesgraag en
nemen zoo bij voorkeur kennis van alles
wat er in het algemeen buiten onze grenzen
omgaat. Vergelijkt men b.v. de kennis, die de
gemiddelde Nederlander heeft van Duitsch
land bij die, welke de gemiddelde
Engelschman of Franschman van land en volk der
Germanen heeft, dan is het verschil opval
lend. Stellig kent geen volk de Duitschers
meer en beter dan het onze.
Daartegenover staat het opvallende feit,
dat deze groote oorlog, die in den aard-der
dingen en verhoudingen lag en dien men
jaren lang kon zien of liever voelen aan
komen, het grootste gedeelte van het Neder
landsche volk begin Augustus 1914 volkomen
heeft verrast. De kennis, die men in breeden
kring moet hebben gehad van wat buiten
onze grenzen voorviel, heeft blijkbaar niet
geleid tot inzicht in de spankracht der ver
houdingen of liever tot het sentiment van
de naderende catastrophe. Men heeft gezien,
maar niet verstaan; men was hoorende doof,
ziende blind,
Wie ooren had om te hooren en oogen
om te zien, kon er lang vór 1914 eigenlijk
alles van weten. Voor ons ligt een boek van
bijzondere actualiteit. Het is geschreven door
den bekenden onderzoeker Paul Rohrbach
en noemt zich Weltpolitisches Wanderbuch
(Königstein im Taunus, Karl Robert
Langewiesche.) Het actueele zit niet in de arti
kelen, waarin de schrijver over den oorlog
handelt en dfe onder den verschen tndruk
zijn geschreven. Het actueele moet integen
deel worden gevonden in. de studiën, die
Rohrbach heeft gepubliceerd lang vór 1914,
van 1897 af. Terecht heeft men thans Jeze
artikelen herdrukt in een bundel, die in noOge
mate leerzaam is. Want hoewel de meeste
van Rohrbachs studiën zijn geschreven vór
den oorlog, is juist die oorlog haast op iedere.
bladzijde aan de orde. Onze onderzoeker
heeft zeer veel gereisd, vele landen bezocht
en veler volks- en landaard onderzocht en
doorschbuwd. Hij is een scherpzinnig waar
nemer en voortreffelijk schrijver. Hetzij hij
ons brengt in Rusland, hetzij hij ons
rondvoert in het nabfle Oosten, in Turkije, in
Klein-Azië, In Syrië, in Egypte, hetzij hij
ons China en de Chineezen doet kennen,
hetzij .wij met hem op reis gaan naar Afrika
of naar Noord- en Zuid-Amerika, steeds is
hij niet alleen een betrouwbare, maar ook
een prettige, onderhoudende gids. Hij ziet
de dingen breed, d. w. z. in hun historisch
verband; hij weet de kern der vraagstukken
te onderkennen en in het juiste licht te
? Inzendingen foor deze rubriek feSeve m
' te tdretteeren Ma het Red*ctietMreau,'Met p
den oiuUg bet motto: .ConfUtP. .
Onder het hoofd .Letterkundig Mengel
werk" in'n provinciaal blad: .'
: Huon laat zijn gezelschap: onder
bescherming van Cherasmln, slaat zin
visler naar oeneden en het tournoolveld
binnen." ;
We wisten wel^ dat onze voorouders
stevige maaHJjden konden verdragen. Maar
dat ze zonder blikken of blozen een hejél
tournooiveld opslokten... dat wil er b^ ons
niet ia. .
. oproep, tot vorming van een
Volkspartij: ~ ' " "
In de eerste plaats dienen we te
weten of er meerderen zijn tadenfeatf
die evenzoo over de zaken oordèetea?'
Waarschijnlijk zal men teleurgesteld wor
den: de meeste teekenen van instemming
zit men van déminderen krijgen.
iniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiinnniitHinimiHimiiiiiiHHnMi
stellen, Hij weet historisch en sociaal tegelijk
te voelen; hij beziet de toestanden in hei
licht van het groote verband. Verleden,
heden en toekomst vormen voor hem teujcht
een onverbrekelijke keten.
Zoo .is Rohrbachs boek leerzaam in meer
dan a opzicht. Leerzaam om hetgeen hij
mededeelt over de landen en volken, die hu
heeft bezocht. Maar leerzaam bok om het*
geen een voortreffelijk Dultscher zich bij
zulke onderzoekingstochten denkt. Want met
alle toewijding aan de landen en volken,
die hij bezocht, komt bij Rohrbach toch
steeds deze gedachte naar boven: welke
rol, welke beheencfaende rol is Duitschland
beschikt te spelen in het belangwffckende
land, onder het voortreffelijk volk; dat He de
eer heb te bezoeken. Er is geen land ter
wereld, waar Rohrbach geen cultuurroeplng
voor de Duitschers heeft gevonden. .In Rus
land wacht de bevrijding van alle
niet-Russische volken van het juk van hetCzarisme
op de gezegende en zegenende hand van
Duitschland. In Turkije en het nabije Oosten
zal het de Duitsdier zijn, die een herleving
van beschaving, recht, godsdienst en vrij
heid zal brengen; tie Bagdad-spoorweg zal
de tooverroede zijo, waarmede deze schoone
slaapster tot ontwaken zal worden gebracht.
In China zal de onvermijdelijke evolutie van
laad en volk naar meer moderne toestanden
op verwarring en anarchie uitloopen, zoo
Germania hier geen leiding geeft. Afrika
.wacht op den ordenende, heelende naad van
den Germaan, die zal beginnen met den
scherpen geesel van het zwarte ras, de
slaapziekte, te breken. Niemand anders dan
de Duitsche geleerde zal in staat zijn de
oude cultuur der Inka's In Amerika j fe
ontsluieren.
Zoo is het overal. Niet' alleen wacht den
Dultscher overal in de wereld een bepaalde
cultuurroeplng, maar hij alleen is geschikt
om deze te vervullen. Wat andere volken op
dit gebied hebben gedaan, mag nauwelijks
genoemd worden. De Franschen zon vol
maakt ongeschikt om beschavingsproblemen
op te lossen. Engelschen hebben er eenig
begrip van en zij nebben wel een en
.anderin die richting gedaan; maar hun ontbreekt
de liefdevolle toewijding, die alleen in staat
is natuurvolken en lagere cultuurvolken tot
hooger leven te brengen. De conclusie ligt
voor de hand : alleen de Duitscher met zijn
historischen zin, zijn ingeschapen rechts
gevoel, zijn objectieve kennis van landen en
volken, ten slotte zijn warme tegemoet
koming voor alles wat zwak is en-dreigt te
verzinken alleen de Duitscher kan hooger
leven brengen over den geheelen aardbodem;
alleen Duitschland is daarom gerechtigd
wereldpolitiek te drijven.
Rohrbach begrijpt natuurlijk zeer goed,
dat zulk een wereldpolitiek, al heeft zij een
hooge cultuurroeping, van, zelf conflicten
moet veroorzaken. Die conflicten ziet hij dan
ook aankomen en hij geeft zich getrouw
rekenschap van de wijze, waarop die 'con
flicten moeten worden uitgevochten. Niets
is leerzamer voor het begrijpen van den
tegenwoordigen stand van het Turksche
vraagstuk en van den oorlog in Voor-Azië
dan de lezing van Rohrbach's artikelen,
die let wel zijn geschreven in 190} n
1909. De aanleg van den Bagdadspoorweg met
zijn vertakkingen naar Syrië, de economische
doordringing en de politieke overheerschlng
van Turkije door Duitschland, de kwestie
van Konstantinopel, de aanval op het Suez"
kanaal en op Egypte men kan dat alles
bij Rohrbach in bet juiste licht vinden; dat
alles werd geschreven, lang voordat men in
West-Europa het belang van deze vraag
stukken algemeen begreep. ,
Het boek van Rohrbach is vooral hierom
zoo belangwekkend, omdat hier niet een
Scharfmacher aan het woord is, geen
ouderwetsche Pruis, geen Joseph van Lauff of een
der vele sabelkletterende officieren, maar een
wijs man, die niet alleen veel weet, maar
ook veel begrijpt. Een. man, die de bekende
gebreken van den Pruisischen sergeant afkeurt
en diens mentaliteit bedenkelijk vindt. Een