Historisch Archief 1877-1940
De Maximum-Nachtmerrie van een Minister
Vox populi, Vox Dei (Passing Show)
Het volk juicht mij toe, Hollweg.... Ik moet mij aan
hen vertoonen!"
Ja Majesteit.. maar... indien ik U was, zou ik het niet doen!"
De Keizer verlaat een tram.... (Passing Show)
en het publiek bestormt de historische plaats4'
PR.E1KZAM,
Een andere koers
De aitvoerconsenten moeten bij publieke
inschrijving verkocht worden
Dat het met de levensmiddelenvoorziening
irog niet het ware is, zal wel zoo ongeveer
iedereen willen toegeven. De paniekachtige
stemming met alle gevolgen van dien, van
een paar weken geleden, is gelukkig wel
voorbij, doch practisch komt het het er
z'oowat op neer, dat haast elkeen moppert, en
de Regeering, in 't bijzonder de Minister van
L., N. en H., de schuld geeft van de misère.
Wanneer we de polemieken in de bla
den ei geschriften nagaan, van beweringen
en contra-beweringen, dan blijkt dat de
bedillérs en betweters zich te veel ver
diepen in bijzaken, de critici hun belang
identiek verklaren met het algemeen be
lang, waarvoor de hoofdzaken uit het oog
worden verloren. Op zichzelf beschouwd, is
dit geen wonder, daar ieder die zich in zijn
belang voelt geschaad, optreedt als zijn
pleitbezorger of van zijn groep, en van zijn
standpunt een verbetering bepleit, die heel
goed zou .kunnen zijn als.... er maar geen
personen en groepen'waren met wier nooden,
wenschen en belangen de Regeering ook
rekening dient fe houden. Omdat ze als uit
voerende macht boven allen moet staan,
verricht ze de functie van stootblok, waar
déonderscheiden belangen botsen; speciaal
de Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel is i. c. de zondebok bij uitnemendheid.
Drie hoofdzaken moeten in de eerste plaats
niet uit het oog worden verloren.
lo., De aanvoer van levensbehoeften en
grondstoffen van buitenaf. Door het gebrek
aan scheepsruimte e.n de blokkade, in 't
algemeen de oorlogstoestand, zijn groote
moeilijkheden met de aanvoer te overwin
nen, die niet met een handomdraaien kunnen
worden opzij gezet, getuige het werk van
de N. O. T.
2o. Door de onttrekking van millioenen
menschen aan de normale voortbrenging,
wordt er* van schier alles veel te weinig
geproduceerd, met als noodwendig gevolg,
sterk gereduceerde voorraden bij gelijkblij
vende vraag. Voor sommige producten is
die vraag nog grooter dan voor den oorlog.
Dévraag overtreft zeer het aanbod, waar
door groote prijsstijging intreedt, die soms
nog kunstmatig wordt versterkt. Algemeene
ontwrichting dus, aan de gevolgen waar
van men hier niet kan onkomen, hoogstens
kan pogen te verzachten, zooals reeds lang
gebeurt.
30. De distributie van de levensbehoeften,
welke we zelf produceeren, en niet geheel
kunnen ge-en verbruiken, waarvan we dus
een grooter of kleiner gedeelte moeten uit
voeren, om daarvoor iets anders, voor onze
volkshuishouding even noodzakelijk, terug
te kunnen krijgen.
Het is juist de brandende kwestie, welke
iedereen bezig houdt, die uitvoer zoodanig
te regelen, d^at er genoeg tegen billijke prij
zen, liefst tegen ongeveer die van voorden
oorlog, voor de consumptie in ons land
blijft. Dat men er in geslaagd is een goede
reg«Iing te vinden, zal wel niemand willen
jeweren, en dat men daarmede, het huidige
yfsysteem continueerend, zal slagen, evenmin.
izooals met de groentendistributie duidelijk
-^blijkt.
ik geloof niet te veel te beweren, als ik
g, dat de praktijk héft bewezen, dat het
n vrij stelselloos stelsel is, welks toepas
ing niet heeft kunnen voorkomen, dat we
schandelijk duur moeten betalen, wat we in
«overvloed voortbrengen. Eigenlijk mag dat
,, toch niet, gezien de omstandigheden waarin
velen verkeeren. En het behoeft ook niet.
De Regeering weet vrij precies, kan het
althans weten, wat er in 1913, of zoo men
wil gemiddeld per jaar in 1911?1913 werd
uitgevoerd aan kaas, boter, eieren, yleesch,
vee, visch, aardappelen, groenten.
Tusschentijds reguleerend met uitvoerverboden, dus
met horten en stooten, gaf en geeft ze voor
het surplus «consenten af. De verkrijgers
daarvan, in het bezit van zulk een waar
devol, d. i. winstgevend certificaat, werpen
zich oj$ de rflarkt en koopen tegen hooge,
exorbitant hooge prijzen. Gevolg
prijsopdrijving, die zich voortplant ten opzichte
van het binnenland beschikbaar blijvend
deel. Dat er te veel consenten worden afge
geven . laat ik nu nog buiten bespreking.
De maxlmum-prijzen en de beschikbaar
stelling van Rijks- en Gemeentewege, zijn
intusschen geen voldoend correctief geble
ken. Dat heeft de praktijk geleerd.
Als nu de Regeering, in plaats van die
consenten af te geven, deze eens verkocht,
publiek Nbij openbare inschrijving b.v., aan
den meestbiedende. Dat dan weer moeten
zijn Nederlanders, voor den oorlog handelaar
exporteur. Vraag en aanbod, benevens con
currentie, zouden ongetwijfeld bewerkstelli
gen, dat de consenten werden verkocht tegen
prijzen, waardoor de uitvoer met vrij normale
winst plaats kan vinden. De prijzen voor het
binnenland zouden daardoor ook normaal
worden, immers het vasthouden zou geen
zin meer hebben, waar van te voren reeds
bekend is voor hoeveel consent wordt ver
kocht. De oorlogsprijsbeweging zou zich van
de artikelen naar de uitvoercertifieaten
verplaatsen.
Een verkapt uitvoerrecht zegt men. Toe
gegeven, maar is beschikbaarstelling tegen
een bepaalde prijs voor binnenlandsch ge
bruik tegen uitvoer van een zekef kwantum,
geen verkapt uitvoerrecht ? 'k Zou denken
van wel.
Als de Regeering tot consentenverkoop
kon overgaan, en van te voren aankondigde,
dat zij dat stelsel consequent zou toepassen
tot het einde van den oorlog en zoo noodig
nog langer, dan geloof ik dat we een heel
eind opschoten. Terwijl de vrije handel ge
handhaafd bleef, zouden maximum-prijzen
voor binnenlandsche artikelen wellicht niet
meer noodig zijn: kon men er nog niet
buiten, welnu, dan bleven ze gehandhaafd.
Distributiebureaux zouden hebben afgedaan,
evenals zoovele commissies.
Voor groenten, tuinvruchten en vroege
aardappelen, zouden eens per week het
aantal consenten en de eenheid die ermee
uitvoervrij wordt naar den veiligen kant,
kunnen worden vastgesteld, en verkocht.
Voor boter, kaas, eieren en vleesch zou
dit maandelijks kunnen plaats vinden, ter
wijl voor levend vee de termijn wel drie
maanden zou kunnen zijn. Ten aanzien van
visch zou wellicht dagelijksche vaststelling
en verkoop aanbeveling verdienen. De con
senten zouden alleen geldig zijn voor den
termijn, waarvoor ze verkocht werden,
zoodat er nooit twee soorten voor hetzelfde
artikel in omloop zouden kunnen zijn.
De verkoop van de consenten zou natuur
lijk veel geld opbrengen, De huidige om
standigheden stellen aan de schatkist hooge
eischen. Bovendien is er een illusoire sui
kerport, Nationaal Steuncomité, Ouderdoms
wet (?), werkeloozenverzekering,
levensmiddelen-crcdict (lOmillioen) en last not least,
de leeningfondsen.
Zoo eenvoudig als het is neerge_schreven
gaat het practisch natuurlijk nog niet. Doch
zooals het een maand geleden was en in
vele opzichten nog is, gaat het ook niet.
Er moet bewust krachtig en doortastend
worden opgetreden, waaraan iedereen hou
vast heeft, opdat we njet nog dieper in de
put raken.
Zwolle, Juli'16. B. K.
* e *
De wetenschap-veroveraar
De Engelsche uitgevers in verzuim
Aan de Redactie,
In het hoofdartikel: De wetenschap-ver
overaar in het nummer van 22 Juli wordt
gewezen op de overwegende duitsche in
vloed op de Nederlandsche wetenschap en
ten slotte het verwijt gericht tot de andere
groote landen, die zich bijvoorbeeld in de
uitzending van boeken en tijdschriften, in 't
zoeken van wetenschappelijke aanrakingen
niet Nederland, veel onverschilliger en
lakscher toonen dan onze Oostelijke naburen.
Het niet te loochenen feit, dat de Duitsche
taal het meest op de Nederlandsche gelijkt,
doet velen meenen, dat zij van de vreemde
talen Duitsch het beste kunnen begrijpen
en dit is zeker een reden van het groot
debiet van Duitsche wetenschappelijke boe
ken in Nederland.
De hoofdoorzaak is echter m.i. de wijze
van werken van de Duitsche uitgevers, zij
zenden de boeken op zicht naar Nederland,
degenen, die hier niet verkocht worden,
worden teruggenomen.
De Engelsche uitgevers zenden slechts
tegen betaling. Van daar het feit, dat men
in het algemeen in de uitstalkasten van de
boekenwinkels in Nederland tegenover het
groot aantal Duitsche wetenschappelijke
boe_ken bijna geen Engelsche wetenschap
pelijke boeken ziet, dat velen dan meenen,
dat er over vele onderwerpen geen of ten
minste geen goede Engelsche wetenschap
pelijke boeken bestaan en als gevolg weder
daarvan het idee, dat de Engelsche weten
schap lager staat dan de Duitsche.
Men moet aannemen, dat de Nederland
sche boekhandel wel getracht heeft de
Engelsche uitgevers over te halen tot het
Duitsche systeem van zaken doen, maar
dan blijkbaar tevergeefs.
Nu vooral sinds de oorlog er in
Engeland een streven komt om meer uit
het zelfgenoegzaam isolement te treden en
meer tegemoet te komen aan gebruiken en
wenschen van andere volken en nu van
gezaghebbende zijde, ten minste indirect,
gewezen wqrdt op het betreurenswaardige
feit, dat men in Nederland in het algemeen
te weinig op de hoogte is van de Engelsche
wetenschappelijke literatuur, komt misschien
het goede oogenblik voor de Nederlandsche
boekhandel om opnieuw in overleg te treden
met de Engelsche uitgevers, zoo noodig
gesteund door daarvoor in 'aanmerking ko
mende personen of corporaties.
Bij een bevredigende oplossing zouden
juist de Engelsche uitgevers het meest ge
baat zijn, maar verder ook zeker de Neder
landsche boekhandelaars. Het belangrijkste
echter zoude zijn, dat dan de te groote
Duitsche en te kleine Engelsche invloed op
het Nederlandsche volk meer in evenwicht
zouden komen.
Amsterdam A. B.. v. D. VIES
Moder/ie Fransche muziek.
Zeer geachte Aeer Borel,
Uw laatste artikel over de geweldige
praestaties van het residentie-orkest onder
fransche leiding van den vermaarden diri
gent RhenéBaton heeft velen, die met
blindheid geslagen waren, de oogen geopend.
Wij waren jaren lang intoxicated" van
die lourde" muziek der Boches, gekarak
teriseerd" door gebrek aan feu sacréen
verregaande immoraliteit en nu brengt u
ons de pudeur" der Franschen. Geniaal!
Tot mijne schande moet ik bekennen
dat ik nooit veel gemerkt en geweten heb
van fransche pudeur, maar het zal wel zoo
zijn en de [moraliteit van een Wagner
die den echtbreuk verheerlijkt (Tristan) of
de bloedschande in de Wallkure (Siegmund
en Sieglinde) en last not least de Salome
qui se deshabille en plein public. Brrr! De
Parijzenaars waren wel halve gekken toen
zij in 1913 Strauss' Joseph in de Ville
lumière toejuichten.
Wat waren wij toch decadenten! En na
de prestaties van RhenéBaton moeten wij
toch eerlijk bekennen, dat een Hans Richter,
Nikisch, Levy, Strauss, enz. hun vak niet
verstonden.
U zult vele echte muziekliefhebbers ver
plichten alle Boches uit de muziektempels,
te weren. Hoe heerlijk zijn toch de fransche
liederen b. v. Ouvre tes yeux bleus, ma
mignonne" en Laissez-moi contempler ton
visage". Brahms en Hugo Wolf zijn toch
treurige stumpers!
Maar een verwijt moet ik U maken; U
IIIIIIIIIIIIIIMIIIHIIMIIIIIMIimmilKIUIMIMIIIMIIMIMIII llllllinillllllMIHIIIIIIIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItfMIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIHIIMIII
zijt te eenzijdig en vergeet het trotsche
Albion.
Mogelijk vindt U wel in 'n Music hall
een occult talent dat het residentie-orkest.
in dit seizoen nog tot hoogere prestaties
brengt b.v. door een paraphrase van:
John's mother has a sour apple tree".
U nogmaals dankende voor Uwe geniale
idees. Hoogachtend,
Dr. J. H. L. v. D. HOEVEN.
Amsterdam, 20 Juli '16.
De schrijver van bovenstaand stukje is
een oolijkerd, maar hij kan niet te best lezen
en is niet zoo bizonder op de hoogte der
moderne Fransche muziek. Ik heb toch ner
gens beweerd dat Richter, Nikisch enz. geen
groote diriganten zijn en zal het wel laten
aan te bevelen alle Duitsche muziek in con
certzalen te weren. Dat is allemaal fantasie
van den ooi ij ken heer v. d. H., die liedjes
als Ouvre tes yeux bleus" aanziet voor
wat ik met moderne Fransche muziek"
bedoelde. Bedoelt hij misschien ook
Jankom-kietel-m'n-kuiten" als Hollandsche
muziek?
Farceur, va! H.B.
Redacteur: Dr. A. Q. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Alle berichten.deze rubrlekbetreffende.gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
PROBLEEM No. 49
VAN S. ROSENFELD TE BOEKAREST
ZWART
a b cd e f gJi
WIT
Wit: Kf7, Da4, Tc5 en h5, Lb8 en g6, Pd2
en d8, pion g3.
Zwart: Ke5, Da8? Tg5, Lc7 en e2, Ph7,
pionnen a3, a5, b6, d4, d5, d6 en e7.
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing over 14 dagen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 48
VAN C. MANSFIELD
Wit: Kh8, Dh7, Tdl en f5, Lg7 en g8,
Pd4, pionnen b2 en f3.
Zwart: Kd3, Lbl en gl, Pa3 en d2.
1. Lg7-h6, Kd3Xd4, 2. Dh7-d7f.
l , LglXd4f, 2. föe5f enz.
:Goede oplossing ontvingen we van:
J. Koopman te Amsterdam, dr. M. B.
Oerlemans te Heusden, J. S. Bloemkolk
teAmsterdam, M. Dolman te Zeist, G. A. C.
te Antwerpen, J. Rietman te Dieren, L. O.
te Utrecht, Henrie Levie te Amsterdam, H.
de Jonge van Ellemeet te Genève, L. J. van
Rhijn te Wageningen (ook van No. 47),
J. S. te Zeist, F. Ozinga te Amsterdam, N.
J. Bakker te Zaandam en M. L. Frijda te
Arnhem (ook van No. 47).
MARCHAND TE KOPENHAGEN
De heer Marchand was zoo vriendelijk
ons de partijen te toonen, welke hij te
Kopenhagen speelde, waaruit ons bleek hoe
goed de Amsterdamsche matador daar op
stoot wds. Ware hij den laatsten dag door
zeer bizondere omstandigheden niet zoo
slecht gedisponeerB geweest *), dan zou hij
ook zijn laatste partij (tegen Löwenborg)
gewonnen hebben en den eersten prijs hebben
behaald. Door een roekeloozen zet toch gaf
hij, terwijl de overwinning hem reeds toe
lachte, zijn tegenstander gelegenheid door
een onverhoedschen aanval te winnen.
Hieronder een der partijen van Marchand.
D2-D4 OPENING
Wit: Marchand Zwart: Löwenborg
1. d2?d4, d7?d5, 2. Pgl?f3, c7-c5, 3.
c2?c4, e7?16, 4. c4Xd5 (volgens Tarrasch
is de beste zet 4. e2?e3), e6Xd5, 5. g2-g3
(gewoonlijk speelt men eerst Pc3) Pb8?c6,
6.-Lfl?g2, c5Xd4? 7. Pf3Xd4, Lf8?b4f
(zwart meende, nu wit Pc3 nagelaten had,
door zijn zesden zet in het voordeel te
komen; de uitslag leert anders) 8. Pbl?c3,
Dd8-a5, 9. Pd4Xc6, b7Xc6 (9... Lc3:f
10. bc3: Dc3:f 11. Ld2, Dc6: 12. Tel! is ook
niet fraai voor zwart) 10. 0-0, Pg8?f6,
11. Lcl-g5, Lb4Xc3, 12. b2Xc3, Pf6-e4
(ook na 12... Dc3: 13. Tel! De5, 14. Lf&
Df6: 15. Tc&! Dc6: 16. Ld5:l komt zwart in
het nadeel) 13. Lg2Xe4, d5Xe4, 14.Ddl?d6l
(een geweldige zet, die de partij terstond
ten gunste van wit beslist), Da5Xg5 (zwart
heeft niet veel keus, alleen f7?f6 kwam nog
in aanmerking, doch ook dan volgt Dc6:f
en wint) 15.Dd6Xc6f Ke8-e7, 16.Dc6Xa8,
Th8?e8, 17.«Da8Xe4f en na eenige zetten
gaf zwart op.
Volgens belofte geven we hieronder een
paarv voorbeelden, van het te vroeg opgeven
door meesters.
De volgende stelling deed zich voor in
het tournooi te Monte Carlo, 1902:
M a r c o
ZWART
a b c d e - f g h
WIT
von Popiel
In bovenstaande stelling gaf Marco, die
moest spelen, de partij op. Hij zag nl. niet
hoe hij den raadsheer op d4, welke drie
maal aangevallen wordt, kon redden, immers
*) Marchand had nl. zijn portefeuille ver
loren, waarin zich zijn geld en zijn pas
bevonden. Gelukkig kwam later het verlorene
terecht, maar tijdens de partij met Löwenborg
verkeerde Marchand nog in begrijpelijke
onrust.