De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 29 juli pagina 11

29 juli 1916 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

De Maximum-Nachtmerrie van een Minister Vox populi, Vox Dei (Passing Show) Het volk juicht mij toe, Hollweg.... Ik moet mij aan hen vertoonen!" Ja Majesteit.. maar... indien ik U was, zou ik het niet doen!" De Keizer verlaat een tram.... (Passing Show) en het publiek bestormt de historische plaats4' PR.E1KZAM, Een andere koers De aitvoerconsenten moeten bij publieke inschrijving verkocht worden Dat het met de levensmiddelenvoorziening irog niet het ware is, zal wel zoo ongeveer iedereen willen toegeven. De paniekachtige stemming met alle gevolgen van dien, van een paar weken geleden, is gelukkig wel voorbij, doch practisch komt het het er z'oowat op neer, dat haast elkeen moppert, en de Regeering, in 't bijzonder de Minister van L., N. en H., de schuld geeft van de misère. Wanneer we de polemieken in de bla den ei geschriften nagaan, van beweringen en contra-beweringen, dan blijkt dat de bedillérs en betweters zich te veel ver diepen in bijzaken, de critici hun belang identiek verklaren met het algemeen be lang, waarvoor de hoofdzaken uit het oog worden verloren. Op zichzelf beschouwd, is dit geen wonder, daar ieder die zich in zijn belang voelt geschaad, optreedt als zijn pleitbezorger of van zijn groep, en van zijn standpunt een verbetering bepleit, die heel goed zou .kunnen zijn als.... er maar geen personen en groepen'waren met wier nooden, wenschen en belangen de Regeering ook rekening dient fe houden. Omdat ze als uit voerende macht boven allen moet staan, verricht ze de functie van stootblok, waar déonderscheiden belangen botsen; speciaal de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel is i. c. de zondebok bij uitnemendheid. Drie hoofdzaken moeten in de eerste plaats niet uit het oog worden verloren. lo., De aanvoer van levensbehoeften en grondstoffen van buitenaf. Door het gebrek aan scheepsruimte e.n de blokkade, in 't algemeen de oorlogstoestand, zijn groote moeilijkheden met de aanvoer te overwin nen, die niet met een handomdraaien kunnen worden opzij gezet, getuige het werk van de N. O. T. 2o. Door de onttrekking van millioenen menschen aan de normale voortbrenging, wordt er* van schier alles veel te weinig geproduceerd, met als noodwendig gevolg, sterk gereduceerde voorraden bij gelijkblij vende vraag. Voor sommige producten is die vraag nog grooter dan voor den oorlog. Dévraag overtreft zeer het aanbod, waar door groote prijsstijging intreedt, die soms nog kunstmatig wordt versterkt. Algemeene ontwrichting dus, aan de gevolgen waar van men hier niet kan onkomen, hoogstens kan pogen te verzachten, zooals reeds lang gebeurt. 30. De distributie van de levensbehoeften, welke we zelf produceeren, en niet geheel kunnen ge-en verbruiken, waarvan we dus een grooter of kleiner gedeelte moeten uit voeren, om daarvoor iets anders, voor onze volkshuishouding even noodzakelijk, terug te kunnen krijgen. Het is juist de brandende kwestie, welke iedereen bezig houdt, die uitvoer zoodanig te regelen, d^at er genoeg tegen billijke prij zen, liefst tegen ongeveer die van voorden oorlog, voor de consumptie in ons land blijft. Dat men er in geslaagd is een goede reg«Iing te vinden, zal wel niemand willen jeweren, en dat men daarmede, het huidige yfsysteem continueerend, zal slagen, evenmin. izooals met de groentendistributie duidelijk -^blijkt. ik geloof niet te veel te beweren, als ik g, dat de praktijk héft bewezen, dat het n vrij stelselloos stelsel is, welks toepas ing niet heeft kunnen voorkomen, dat we schandelijk duur moeten betalen, wat we in «overvloed voortbrengen. Eigenlijk mag dat ,, toch niet, gezien de omstandigheden waarin velen verkeeren. En het behoeft ook niet. De Regeering weet vrij precies, kan het althans weten, wat er in 1913, of zoo men wil gemiddeld per jaar in 1911?1913 werd uitgevoerd aan kaas, boter, eieren, yleesch, vee, visch, aardappelen, groenten. Tusschentijds reguleerend met uitvoerverboden, dus met horten en stooten, gaf en geeft ze voor het surplus «consenten af. De verkrijgers daarvan, in het bezit van zulk een waar devol, d. i. winstgevend certificaat, werpen zich oj$ de rflarkt en koopen tegen hooge, exorbitant hooge prijzen. Gevolg prijsopdrijving, die zich voortplant ten opzichte van het binnenland beschikbaar blijvend deel. Dat er te veel consenten worden afge geven . laat ik nu nog buiten bespreking. De maxlmum-prijzen en de beschikbaar stelling van Rijks- en Gemeentewege, zijn intusschen geen voldoend correctief geble ken. Dat heeft de praktijk geleerd. Als nu de Regeering, in plaats van die consenten af te geven, deze eens verkocht, publiek Nbij openbare inschrijving b.v., aan den meestbiedende. Dat dan weer moeten zijn Nederlanders, voor den oorlog handelaar exporteur. Vraag en aanbod, benevens con currentie, zouden ongetwijfeld bewerkstelli gen, dat de consenten werden verkocht tegen prijzen, waardoor de uitvoer met vrij normale winst plaats kan vinden. De prijzen voor het binnenland zouden daardoor ook normaal worden, immers het vasthouden zou geen zin meer hebben, waar van te voren reeds bekend is voor hoeveel consent wordt ver kocht. De oorlogsprijsbeweging zou zich van de artikelen naar de uitvoercertifieaten verplaatsen. Een verkapt uitvoerrecht zegt men. Toe gegeven, maar is beschikbaarstelling tegen een bepaalde prijs voor binnenlandsch ge bruik tegen uitvoer van een zekef kwantum, geen verkapt uitvoerrecht ? 'k Zou denken van wel. Als de Regeering tot consentenverkoop kon overgaan, en van te voren aankondigde, dat zij dat stelsel consequent zou toepassen tot het einde van den oorlog en zoo noodig nog langer, dan geloof ik dat we een heel eind opschoten. Terwijl de vrije handel ge handhaafd bleef, zouden maximum-prijzen voor binnenlandsche artikelen wellicht niet meer noodig zijn: kon men er nog niet buiten, welnu, dan bleven ze gehandhaafd. Distributiebureaux zouden hebben afgedaan, evenals zoovele commissies. Voor groenten, tuinvruchten en vroege aardappelen, zouden eens per week het aantal consenten en de eenheid die ermee uitvoervrij wordt naar den veiligen kant, kunnen worden vastgesteld, en verkocht. Voor boter, kaas, eieren en vleesch zou dit maandelijks kunnen plaats vinden, ter wijl voor levend vee de termijn wel drie maanden zou kunnen zijn. Ten aanzien van visch zou wellicht dagelijksche vaststelling en verkoop aanbeveling verdienen. De con senten zouden alleen geldig zijn voor den termijn, waarvoor ze verkocht werden, zoodat er nooit twee soorten voor hetzelfde artikel in omloop zouden kunnen zijn. De verkoop van de consenten zou natuur lijk veel geld opbrengen, De huidige om standigheden stellen aan de schatkist hooge eischen. Bovendien is er een illusoire sui kerport, Nationaal Steuncomité, Ouderdoms wet (?), werkeloozenverzekering, levensmiddelen-crcdict (lOmillioen) en last not least, de leeningfondsen. Zoo eenvoudig als het is neerge_schreven gaat het practisch natuurlijk nog niet. Doch zooals het een maand geleden was en in vele opzichten nog is, gaat het ook niet. Er moet bewust krachtig en doortastend worden opgetreden, waaraan iedereen hou vast heeft, opdat we njet nog dieper in de put raken. Zwolle, Juli'16. B. K. * e * De wetenschap-veroveraar De Engelsche uitgevers in verzuim Aan de Redactie, In het hoofdartikel: De wetenschap-ver overaar in het nummer van 22 Juli wordt gewezen op de overwegende duitsche in vloed op de Nederlandsche wetenschap en ten slotte het verwijt gericht tot de andere groote landen, die zich bijvoorbeeld in de uitzending van boeken en tijdschriften, in 't zoeken van wetenschappelijke aanrakingen niet Nederland, veel onverschilliger en lakscher toonen dan onze Oostelijke naburen. Het niet te loochenen feit, dat de Duitsche taal het meest op de Nederlandsche gelijkt, doet velen meenen, dat zij van de vreemde talen Duitsch het beste kunnen begrijpen en dit is zeker een reden van het groot debiet van Duitsche wetenschappelijke boe ken in Nederland. De hoofdoorzaak is echter m.i. de wijze van werken van de Duitsche uitgevers, zij zenden de boeken op zicht naar Nederland, degenen, die hier niet verkocht worden, worden teruggenomen. De Engelsche uitgevers zenden slechts tegen betaling. Van daar het feit, dat men in het algemeen in de uitstalkasten van de boekenwinkels in Nederland tegenover het groot aantal Duitsche wetenschappelijke boe_ken bijna geen Engelsche wetenschap pelijke boeken ziet, dat velen dan meenen, dat er over vele onderwerpen geen of ten minste geen goede Engelsche wetenschap pelijke boeken bestaan en als gevolg weder daarvan het idee, dat de Engelsche weten schap lager staat dan de Duitsche. Men moet aannemen, dat de Nederland sche boekhandel wel getracht heeft de Engelsche uitgevers over te halen tot het Duitsche systeem van zaken doen, maar dan blijkbaar tevergeefs. Nu vooral sinds de oorlog er in Engeland een streven komt om meer uit het zelfgenoegzaam isolement te treden en meer tegemoet te komen aan gebruiken en wenschen van andere volken en nu van gezaghebbende zijde, ten minste indirect, gewezen wqrdt op het betreurenswaardige feit, dat men in Nederland in het algemeen te weinig op de hoogte is van de Engelsche wetenschappelijke literatuur, komt misschien het goede oogenblik voor de Nederlandsche boekhandel om opnieuw in overleg te treden met de Engelsche uitgevers, zoo noodig gesteund door daarvoor in 'aanmerking ko mende personen of corporaties. Bij een bevredigende oplossing zouden juist de Engelsche uitgevers het meest ge baat zijn, maar verder ook zeker de Neder landsche boekhandelaars. Het belangrijkste echter zoude zijn, dat dan de te groote Duitsche en te kleine Engelsche invloed op het Nederlandsche volk meer in evenwicht zouden komen. Amsterdam A. B.. v. D. VIES Moder/ie Fransche muziek. Zeer geachte Aeer Borel, Uw laatste artikel over de geweldige praestaties van het residentie-orkest onder fransche leiding van den vermaarden diri gent RhenéBaton heeft velen, die met blindheid geslagen waren, de oogen geopend. Wij waren jaren lang intoxicated" van die lourde" muziek der Boches, gekarak teriseerd" door gebrek aan feu sacréen verregaande immoraliteit en nu brengt u ons de pudeur" der Franschen. Geniaal! Tot mijne schande moet ik bekennen dat ik nooit veel gemerkt en geweten heb van fransche pudeur, maar het zal wel zoo zijn en de [moraliteit van een Wagner die den echtbreuk verheerlijkt (Tristan) of de bloedschande in de Wallkure (Siegmund en Sieglinde) en last not least de Salome qui se deshabille en plein public. Brrr! De Parijzenaars waren wel halve gekken toen zij in 1913 Strauss' Joseph in de Ville lumière toejuichten. Wat waren wij toch decadenten! En na de prestaties van RhenéBaton moeten wij toch eerlijk bekennen, dat een Hans Richter, Nikisch, Levy, Strauss, enz. hun vak niet verstonden. U zult vele echte muziekliefhebbers ver plichten alle Boches uit de muziektempels, te weren. Hoe heerlijk zijn toch de fransche liederen b. v. Ouvre tes yeux bleus, ma mignonne" en Laissez-moi contempler ton visage". Brahms en Hugo Wolf zijn toch treurige stumpers! Maar een verwijt moet ik U maken; U IIIIIIIIIIIIIIMIIIHIIMIIIIIMIimmilKIUIMIMIIIMIIMIMIII llllllinillllllMIHIIIIIIIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIItfMIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIHIIMIII zijt te eenzijdig en vergeet het trotsche Albion. Mogelijk vindt U wel in 'n Music hall een occult talent dat het residentie-orkest. in dit seizoen nog tot hoogere prestaties brengt b.v. door een paraphrase van: John's mother has a sour apple tree". U nogmaals dankende voor Uwe geniale idees. Hoogachtend, Dr. J. H. L. v. D. HOEVEN. Amsterdam, 20 Juli '16. De schrijver van bovenstaand stukje is een oolijkerd, maar hij kan niet te best lezen en is niet zoo bizonder op de hoogte der moderne Fransche muziek. Ik heb toch ner gens beweerd dat Richter, Nikisch enz. geen groote diriganten zijn en zal het wel laten aan te bevelen alle Duitsche muziek in con certzalen te weren. Dat is allemaal fantasie van den ooi ij ken heer v. d. H., die liedjes als Ouvre tes yeux bleus" aanziet voor wat ik met moderne Fransche muziek" bedoelde. Bedoelt hij misschien ook Jankom-kietel-m'n-kuiten" als Hollandsche muziek? Farceur, va! H.B. Redacteur: Dr. A. Q. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht Alle berichten.deze rubrlekbetreffende.gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. PROBLEEM No. 49 VAN S. ROSENFELD TE BOEKAREST ZWART a b cd e f gJi WIT Wit: Kf7, Da4, Tc5 en h5, Lb8 en g6, Pd2 en d8, pion g3. Zwart: Ke5, Da8? Tg5, Lc7 en e2, Ph7, pionnen a3, a5, b6, d4, d5, d6 en e7. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. OPLOSSING PROBLEEM No. 48 VAN C. MANSFIELD Wit: Kh8, Dh7, Tdl en f5, Lg7 en g8, Pd4, pionnen b2 en f3. Zwart: Kd3, Lbl en gl, Pa3 en d2. 1. Lg7-h6, Kd3Xd4, 2. Dh7-d7f. l , LglXd4f, 2. föe5f enz. :Goede oplossing ontvingen we van: J. Koopman te Amsterdam, dr. M. B. Oerlemans te Heusden, J. S. Bloemkolk teAmsterdam, M. Dolman te Zeist, G. A. C. te Antwerpen, J. Rietman te Dieren, L. O. te Utrecht, Henrie Levie te Amsterdam, H. de Jonge van Ellemeet te Genève, L. J. van Rhijn te Wageningen (ook van No. 47), J. S. te Zeist, F. Ozinga te Amsterdam, N. J. Bakker te Zaandam en M. L. Frijda te Arnhem (ook van No. 47). MARCHAND TE KOPENHAGEN De heer Marchand was zoo vriendelijk ons de partijen te toonen, welke hij te Kopenhagen speelde, waaruit ons bleek hoe goed de Amsterdamsche matador daar op stoot wds. Ware hij den laatsten dag door zeer bizondere omstandigheden niet zoo slecht gedisponeerB geweest *), dan zou hij ook zijn laatste partij (tegen Löwenborg) gewonnen hebben en den eersten prijs hebben behaald. Door een roekeloozen zet toch gaf hij, terwijl de overwinning hem reeds toe lachte, zijn tegenstander gelegenheid door een onverhoedschen aanval te winnen. Hieronder een der partijen van Marchand. D2-D4 OPENING Wit: Marchand Zwart: Löwenborg 1. d2?d4, d7?d5, 2. Pgl?f3, c7-c5, 3. c2?c4, e7?16, 4. c4Xd5 (volgens Tarrasch is de beste zet 4. e2?e3), e6Xd5, 5. g2-g3 (gewoonlijk speelt men eerst Pc3) Pb8?c6, 6.-Lfl?g2, c5Xd4? 7. Pf3Xd4, Lf8?b4f (zwart meende, nu wit Pc3 nagelaten had, door zijn zesden zet in het voordeel te komen; de uitslag leert anders) 8. Pbl?c3, Dd8-a5, 9. Pd4Xc6, b7Xc6 (9... Lc3:f 10. bc3: Dc3:f 11. Ld2, Dc6: 12. Tel! is ook niet fraai voor zwart) 10. 0-0, Pg8?f6, 11. Lcl-g5, Lb4Xc3, 12. b2Xc3, Pf6-e4 (ook na 12... Dc3: 13. Tel! De5, 14. Lf& Df6: 15. Tc&! Dc6: 16. Ld5:l komt zwart in het nadeel) 13. Lg2Xe4, d5Xe4, 14.Ddl?d6l (een geweldige zet, die de partij terstond ten gunste van wit beslist), Da5Xg5 (zwart heeft niet veel keus, alleen f7?f6 kwam nog in aanmerking, doch ook dan volgt Dc6:f en wint) 15.Dd6Xc6f Ke8-e7, 16.Dc6Xa8, Th8?e8, 17.«Da8Xe4f en na eenige zetten gaf zwart op. Volgens belofte geven we hieronder een paarv voorbeelden, van het te vroeg opgeven door meesters. De volgende stelling deed zich voor in het tournooi te Monte Carlo, 1902: M a r c o ZWART a b c d e - f g h WIT von Popiel In bovenstaande stelling gaf Marco, die moest spelen, de partij op. Hij zag nl. niet hoe hij den raadsheer op d4, welke drie maal aangevallen wordt, kon redden, immers *) Marchand had nl. zijn portefeuille ver loren, waarin zich zijn geld en zijn pas bevonden. Gelukkig kwam later het verlorene terecht, maar tijdens de partij met Löwenborg verkeerde Marchand nog in begrijpelijke onrust.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl