Historisch Archief 1877-1940
5 Aug. '16. No. 2041
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓR NEDERLAND
een neutraal auteur te verwachten ware,
het optreden van professor Förster voor
zijn Engelsche lezers bespreekt. Het stuk is
door zijn onpartijdigheid en voornaamheid
van toon een schoone uiting van waar
achtige beschaving.
De Engelschman geeft Försters vertoornde
landgenooten toe dat het oogenblik en de
wijze van publicatie zijner ideeën slecht
gekozen waren. Midden in een grooten
oorlog,als de overwinning in de weegschaal hangt,
' is het de tijd niet om oneenigheid te zaaien
in de natie, of de waarde van de liefste
illusies in twijfel te trekken; en evenmin
lijkt het verdedigbaar dat voor de publicatie
een orgaan werd gekozen dat in den vreemde
(in Zwitserland) het licht ziet. Er is een
tijd voor alle dingen, een tijd om te spreken
en een tijd om te zwijgen, en in oorlogstijd
is niet slechts de soldaat maar ook het in
tellect tot trouw en tucht verplicht."- Maar
de beteekenis van het artikel is niet aller
eerst in dit onbevangen oordeel over Försters
daad en zjjn Duitsche rechters. De schrijver
velt even onpartijdig vonnis over de ideeën
door Förster verkondigd.. Het spreekt van
zelf dat den Engelschman de aanval op het
Pruisische militarisme uit het hart gesproken
Is; ook Försters verwerping van den
alleenzaligmakenden staat juicht hij toe. Maar
waarom zouden wij, om aan het enghartig
egoisme van den nationalen staat te ont
komen, ons moeten terugdroomen in een
Middeleeuwsch Keizerrijk, voor de leelijke
maar sterke werkelijkheid een onwezenlijk
schaduwbeeld verkiezen? Kracht is beter
dan zwakheid; doen is beter dan dulden;
scheppingsdrang is beter dan verval." In
den sterken groei van het nationaal egoïsme,
voor Fürster de ontkenning van ware Chris
telijkheid en een jammerlijke ontaarding van
het middeleeuwscn internationalisme, ziet
de Engelsche schrijver dan pok een nood
zakelijk kwaad, een voorbijgaande phase
die Europa te doorleven heeft in haar ont
wikkeling tot een volmaakter organisme.
Wie zal ontkennen, dat in de opkomst
van den nationalen staat iets is gewonnen
dat het middeleeuwsche leven miste? Zij
vormt de basis voor een nieuwe organisatie
gegrondvest niet op de ontkenning van de
individualiteit der naties, maar op een
klaarder begrip en waardeering dier indivi
dualiteit. Het is niet door de verwerping
van den nationalen Staat dat de geestelijke
eenheid van Europa komen zal, maar door
zijn aanvaarding; de taak van het Christen
dom is niet de eenheid der natie te ver
nietigen, maar ze te heiligen; de overdrijving
te breidelen, en de hardheid te verzachten.
Want niet in de vestiging van den nationalen
staat ligt de fout; die is slechts in eenzijdige
overdrijving, waarmee zijn opkomst en bloei
gepaard gingen."
In die fout is het Duitsche volk vervallen.
Vór 1870 was die overdrijving vergefelijk.
Zwak en verdeeld als het toen nog was, had
het groote machtwoorden en een overdreven
zelfgevoel als stuwkracht wellicht noodig.
Maar toen Bismarck het groot en sterk had
gemaakt, toen de leuzen, door Fichte in
zijn Reden an die deutsche Nation" ge
formuleerd, en Hegels theorie van den Staat
het Duitsche volk de bezieling hadden ge
schonken, waardoor den kanselier de schep
ping van het keizerrijk mogelijk werd, toen
beging dat volk de fout van die leugen en
die leer een evangelie te maken in plaats
van te erkennen dat zij hun tijd hadden
gehad. Het tot wasdom gekomen Duitschland
bleef denken wat het groeiende Duitschland
had gedacht; de naïeve eigenliefde en
zelfbewondering die het kind te vergeven zijn,
omdat ze het stuwkracht tot ontwikkeling
schenken, worden in den volwassen mensen
wien ze bijblijven een onvergefelijke zonde.
In een tijd toen heel Europa tastend den
weg zocht naar een hooger eenheid, toen
staatslieden van naam uit vele landen hun
geloof in een door tractaten gesteyigden
internationalen bond tot een werkelijkheid
zochten te maken, was het alleen het land
der groote denkers en dweepers dat hals
starrig weigerde in die verwezenlijking te
gelooven. In stee van een f risch, leven wekkend
vertrouwen in den vooruitgang der wereld,
een tot vervelens toe herhaald betoog van
hangen ... dan zien de heeren het iedere
keer als ze onder een lekker gl... als ze
bedoel ik met een volle weitasch van de
jacht komen.
Doe dat, Van den Arend... dat ik me
met die porto zoo vergist heb, zei hij als
in zich-zelf.
Dan zal ik het maar tegenover mijn
heer de graaf zijn stoel zette... dan heeft
mijnheer de graaf er altijd het oog op.
Best, best... Tot Vrijdag dus
Mijnheer van Vloothen Sr. talmde nog
wat met het weggaan. Toen de anderen
het vertrek al verlaten hadden, zei hij tot
den buigenden van den Arend:
Als je het portret ooit verkoopt, laat
mij in ieder geval weten, hoeveel je ge
boden wordt.
Begrepen mijnheer, begrepen, en hij
lachte inwendig zoo, dat z'n oogjes er van
dicht knepen.
***
In al de dienstjaren van haar man had
juffrouw Van den Arend nooit zooveel last
gehad van dat vervelende gedraai" van de
jachtheeren. Zelfs toen haar Bertha nog
thuis was, die er zoo knap uitzag, waren
de heeren ieder afzonderlijk weieens meer
gekomen dan strikt noodzakelijk was. Maar
dat ze nu, terwille van een dood portret,
onder allerhande voorwendsels van het
zoeken naar nooit verloren voorwerpen
telkenmale kwamen, nee, dat begreep ze
niet. Daar hadt je waarachter mijnheer de
graaf weer, juist terwijl ze bezig was de
jachtkamer uit te halen. Met een gedwongen
lief gezicht ontving ze hem.
Zoo, juffrouw Van den Arend, is uw
man er niet? ^
Hij is b'nnen, mijnheer de graaf, hij
haalt zijn portret van den muur, want dat
wil hij eigens zelf in de jachtkamer ophangen.
Dan kan ik zeker wel zien, of ik hem
een handje helpen kan?
Ga uwés uw gang
Van den Arend stond in overhemds
mouwen, toen mijnheer binnen kwam.
Ik kom je een handje helpen, Van
den Arend
Verekskeseer, dat mijnheer de graaf...
Onderwijl schoot hij zijn fluweelen jas aan,
waarvan hij de tweede mouw maar niet
vinden kon
Toeschietelijk hielp mijnheer de graaf
zijn jachtopziener.
J. S. MEUWSEN.
HOFLEVERANCIER.
Hosden M tltdi Migujjnan. |
AMSTERDAM.
Leidechestraat 4,
Beurepassage h. Damrak,
Dam straat hoek Nes,
Doelenstraat hoek Achter- |
burgwal.
ROTTERDAM.
Mosseltrap 3,
Boymansstraat 3.
005TER5!
MEUB1LEER1NCÏEM
de voortreffelijkheid van den Duitschen staat
In stee van wat bereikt werd in het ver
leden te beschouwen als het uitgangspunt
voor een nieuwe reis naar een beloftevolle
toekomst, is het gemaakt tot de onverander
lijke wet voor nu en later". Arbitrage
internationale congressen, beperking van
bewapeningen, elk op zich zelf gering en
onbeduidend, maar altezamen teekenen van
een machtigen drang naar een beter toe
komst, de wording van een groote idee,
vonden geen weerklank in het officieele
Duitschland, en de indlvidueele Duitschers,
die ze met vreugde begroetten, heetten ver
raders van hun vaderland. De ziel der natie
werd, naar professor Försters woord, op
hongerrantsoen gesteld". Dat te hebben ge
zegd, daartoe den moed te hebben bezeten,
is zijn verdienste, en dat zijn moedig woord
onder zijn landgenooten een onverwachten
weerklank heeft gewekt bewijst, dat er gees
telijk honger wordt geleden."
Tot zoover de ongenoemde Engelsche
schrijver. Voor den Nederlandschen lezer
is er troost en opwekking in zijn betoog te
vinden. Het neerdrukkend gejammer over onze
kleinheid als natie, onze weerloosheid tegen
over naburige mogendheden, de beperktheid
van ons taalgebied, al klachten waardoor een
geest van moedeloosheid en scepticisme ge
kweekt wordt, die een grooter gevaar voor ons
is dan eenig ander dat ons van buiten dreigt,
mogen een beschamend antwoord vinden in
het idealisme dat spreekt uit het
koeloverwogen woord. Een denker uit het volk
dat zich een wereldrijk geschapen heeft en
zelfvoldaan zou kunnen rusten in het geloof
zijn roeping te hebben vervuld, getuigt hier
van zijn vertrouwen in een betere toekomst,
in de wording van een vereend Europa,
waarin ieder volk, dank zij de ongereptheid
van zijn nationaal karakter, zijn eigene gaven
kan wijden aan den opbouw van een Chris
telijk vrederijk. En zouden wij, die van het
heden luttel, maar van de toekomst veel,
en van zulk een toekomst alles te hopen
hebben, met ijdel gejammer ons zelf de
kracht benemen die wij voor den arbeid in
die toekomst zullen behoeven? It is not
by the rejection of the national state that
the spiritual Union of Europe will come,
but by the acceptance of it." Maar hoe kun
nen wij verwachten van de volken, dat zij
onze nationaliteit als een werkelijkheid en
een kracht aanvaarden, als wij zelf verleeren
er in te gelooven?
Den Haag
A. J. BARNOUW
miiiMiMiniiiiiiiiiiu tiiiiiMMiii Minimi
Ik kom juist op tijd, zie ik, met zoo'n
schilderij moet je uiterst voorzichtig zijn.
Zeker, zeker mijnheer de graaf, daarom
heb ik het werk ook niet uit mijn handen
gegeven.
Dus... hm... verkoopen doe je het
nog niet ?
Nooit of tenimmer, mijnheer de graaf-...
Maar... hm... laatst meende ik, dat
je... je 't liever zou weggeven....
Zeker, mijnheer de graaf
En... enne... weet je dan al om en
bij, aan wien je het zou willen geven?
Nee, mijnheer de graaf,... maar ik zou
het tot een familiestuk willen maken, be
grijpt u, mijnheer de graaf. Huès heeft ook
portretten van mijnheer de ouwe graaf en
z'n gezegenden vader. En nou zou ik 't ook
zoo aardig vinden, asse m'n kleinkinderen
zouwe zeggen: Zoo zag opoe d'r uit. Ik heb
ook m'n trots, mijnheer de graaf, al ben ik
maar een gewoon mensch.
Natuurlijk, dat begrijp ik.... Een mensch
zonder trots is een mensch zonder eer
O zoo,... dat zeg ik ook maar
Dus aan je familie zou je het willen
geven ?
Natuurlijk, natuurlijk... ik raad je dat
aan Kijk Van den Arend, als ik je oudere
broer was, zou ik je dat ook raden Je
weet, hoe ik altijd het beste voor je
beoogIk ken je al zooveel jaren... en langzamer
hand ben je geen vreemde meer voor me
gebleven. Mijn vader jaagde met jouw vader,
ik jaagde met jou er is zoo langzamer
hand een nauwere band tusschen ons ge
komen
Zeker mijnheer de graaf
Och, familie! ging mijnheer de graaf
verder.
Soms staat men in nauwere betrek
king met zijn vrienden, dan met zijn familie.
't Verloop der zaken in de wereld is soms
zoo eigenaardig; als ik na een verrnoeienden
dag van jagen in de jachtkamer bij het vuur
zit, en ik zie, hoe je vrouw en jij zich be
ijveren om het mij naar den zin te maken,
dan voel ik mij als omgeven door zorgende
familieleden.
Die toch een andere taal spreken opdat
wij er maar niets van zullen begrijpen, dacht
Van den Arend.
En dan voel ik mij zoo behagelijk, Van
den Arend... zoo, hoe zal ik het zeggen,...
als een vader te midden van z'n kinderen....
F. v. D HEIDE
's-Gravel.weg. Telef. 1150
SPECIALE ONTWERPEN
IIIMIIIlIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllMIIIIIIIIIlllllll
Eene Causerie over het Socialisme
Nu eens geen zwaar op de handsche rede
neering maar een simpele bespreking van
een maatschappelijk verschijnsel, dat bij alle
ten slotte gebleken mallotigheid toch blijk
baar eenige jaren lang reden van bestaan
had. Ik meen het socialistisch ideaal".
Onlangs verkondigde de heer W. H. Vlie
gen op een partijcongres, dat het socialisme
geen idealen heeft. Het is merkwaardig, hoe
een en dezelfde overtuiging in de meest
uiteenloopende kringen en arbeids-sfeeren
der maatschappij plotseling doorbreekt;
want dat is, na een twintigjarige studie
en een zeer innige l van het socialisme
ook mijn overtuiging. Het socialisme heeft
met de Geestelijke Wereld der Idealen, met
Kunst, Wetenschap en Mystiek hoegenaamd
niets te maken. Alleen voor de maatschap
pelijke armen-verzorging heeft het waarde.
Dat, waar het vroeger hooghartig smalend
op neerzag, houdt het nu vast als zijn eenige
rede van bestaan en het kan als zoodanig,
in samenwerking met het Nut van het Alge
meen, met Armenzorg, enz. nog bepaald
goed werk doen.
Dit moet eens in het openbaar gezegd
worden om het gordijn te doen vallen voor
een der griezeligste kluchten der cultuur
geschiedenis, het socialisme als geestelijke
of zedelijke macht, met het ideaal een nieuw
volksbewustzijn te scheppen" (Troelstra).
Voor 20 jaar was dat anders. De pers
daverde van onze geestdrift. Met de politieke
organisatie van het Proletariaat (met een
groote P, schreef ik 't) zou een geestelijke
wedergeboorte der menschheid beginnen.
Was Marx ons niet voorgegaan ? Wij lazen
van een geheimzinnige sprong van de nood
wendigheid in de vrijheid", van een afslui
ting der voorgeschiedenis der menschheid",
die nu eerst bewust" werd en haar ge
schiedenis in eigen hand ging nemen". Wij
let wel wij" voelden ons als de
eenige plaats, waar idealen en droomen
werkelijkheid konden worden, want wij"
kenden de maatschappij en beheerschten de
stof en de techniek voor die grootsche poli
tieke schepping, wij" waren kortom sta
pelgek ; maar wij hadden, wat men, niet
zonder gratie, de taktiek van den grootsten
bek" zou kunnen noemen en wij" stapten
parmantig lederen Eersten Mei in een
broeierig-stinkende troep mee naar het Ideaal",
inplaats buiten de frissche lucht te genieten
van een jongen lentedag. Wij hadden links
Piter Jelle en rechts Willem Hubert aan de
Kan je dat begrijpen, Van den Arend ?
Zeker, zeker mijnheer de graaf,... u
bent ook zoo eenvoudig met ons, niks
grootsch as andere heere soms.
Ik voel me, verekskeseer me, met u
zoo eige as met me hond... jaar in jaar
uit jagen we samen en van al m'n lief en
leed is meheer de graaf getuige gewees....
Ik hoop, Van den Arend, dat je me
altijd als dusdanig zult beschouwen, sprak
hij plechtig.
Zeker, zeker, mijnheer de graaf
Terwijl naaide deze zijn etui met sigaren
te voorschijn.
Opsteken, Van den Arend ?
Graag, mijnheer de graaf. Zulke rook
ik niet alle dag.
't Loopt tegen Sint Nicolaas Van den
Arend Wie weet wat de goede man
rijdt
- Niet zulke patente sigaren, mijnheer
de graaf... daar ben ik zeker van.
Zullen we nu eens het schilderij gaan
ophangen?
Alzoo deden ze.
Toen mijnheer de graaf dien avond bij 't
schemervallen huiswaarts ging, ontmoette
hij op den muilen weg naar Van den Arend's
woning, mijnheer Van Vloothen Jr., met een
pakje onder den arm.
Tiens, mon ami... zei mijnheer de
graaf verrast. Hoe kom jij hier ?
Ik heb een enorme wandeling gemaak ...
verdwaald Ik wou bij Van den Arend
wat uitrusten. Qeen Ahnung, dat ik jou hier
zou treffen
Ja, ja, ik moest de kamer inspecteeren.
Zulke menschen kan je nooit iets alleen
laten doen... maar laat ik je niet ophouden....
Och nee... ik kan nu even goed met
je teruggaan
All right, mijn karretje staat bij Kok
gestald, dan rijd ik je even thuis.
In den dogcart nam rechts mijnheer de
graaf plaats die stuurde; links zat Van
Vloothen Jr., en naast hem in den hoek
lag het pak, inhoudend een flesch cognac
qualitésupérieure" met drie gouden ster
retjes, die Van den Arend toch kreeg, al
was het ook eenige dagen later.
*? *
Nooit had het drietal vrienden zooveel
gejaagd als dien herfst. Nooit had Van den
Arend zulke formidabele fooien gehad als
in, dien tijd van mijnheer Van Vlooten Sr.,
MEDDENS
S.B.
gereed en
naar maat Tanaf
r *.?.
Coupeur-reiziger
te ontbieden.
11
Aanvang van den nieuwen
cursus Donderdag 12 September.
Inschrijving van nieuwe leer
lingen Maandags en Donderdags
vanaf 4 Sept. aan het Gebouw
der School
in
armen en schreeuwden ons heesch over ons
Ideaal. Het waren beide brave lieden, rechts
en links, die toen heel w_at idealisme er
uit hebben gezweet in gloeiend heete
openluchtmeetings en benauwde congreszalen.
En ze groeiden er in: alle kerken moeten
congreszalen worden, schreeuwde Willem
Hubert eens in een paroxysme van zaligheid.
En nu waar blijft de tijd, wat blijft
er over van alle geestdrift, waar kunnen wij
nog eens zoo heerlijk geestdriftig schelden
op de bourgeoisie, en op de verrotte
bourgeoisi kunst" (Gorter), waar zijn de lieve
partijgenootjes met reformjurken (die toen
pas in de mode kwa_men), en de vlammende
taal van allerlei jodejongetjes. Het is voorbij.
De heer W. H. Vliegen ach, waar bleef
Willem Hubert verklaarde
plechtig-indringend: het socialisme heeft geen ideaal en
wij knikken goedkeurend en denken: je hebt
gelijk man, Maar toen was het toch onge
geneerd lollig.
Het is nu de tijd der wijsgeerige bespie
gelingen, want de Rede, beweert Hegel, is
als de uil van Minerva, die alleen in de
avondschemering vliegt. Laten wij de idealen
der jeugd met weemoed gedenken, laten
wij ze verwerken tot indrukwekkende wijs
geerige stelsels of er ontroerende verzen
van maken, maar voor alles.... laten wij ze
vergeten en de genade des Hemels afwach
ten over zoo'n opeenstapeling van zotheden.
A. J. RESINK
De Glimlach van koning Edward
Ik meen indertijd van de presidente der
Theosofische Vereeniging te hebben gelezen
dat n glimlach van koning Edward de
vrede kon brengen in het Rijk. Ik schreef
daarover toen in Eenheid, dat die glimlach
de concurrentie tusschen de Indische katoen
nijverheid en Lancashire enz. niet zou kun
nen wegnemen en hoegenaamd geen invloed
heeft op het wereldgebeuren, hoe bekoorlijk
ze ook op zich zelf was.
Onlangs meldden de bladen, dat Annie
Besant verbannen was uit die districten in
Indië, waar het sterkste politieke leven en
de machtigste economische ontwikkeling
gevonden worden. Indië voor de Indiërs, Azië
voor de Aziaten, zijn prachtige leuzen
maar niet voor koning Edward", het embleem
der Engelsche Bank. Nu de glimlach" van
het kapitalisme in Engeland onze presidente
heeft bereikt, zal vermoedelijk langzaam
noch zoo'n hoeveelheid cognac fine" afci
van diens broeder. ^
En als eerstgenoemde, alleen op bezoek
bij den jachtbaas, de cognac van zijn broer
en een fijne sigaar van mijnheer den graaf
rookte, voelde hij hoegenaamd geen gewetens
bezwaar, zeker overtuigd als hij was, dat
Van den Arend die lekkernijen van zijn
douceurtjes betaalde.
Zoodra een der heeren bij den jachtopzichter
ter bezoek was, werden den man de meest
uiteenloopende deueden toegedicht. De graaf
verbroederde zich hoe langer hoe meer met
hem, en Van den Arend lachte fijntjes bij
het aanhooren van de vleierijen.
Nooit ben ik zoo tevreden over je
diensten geweest als dit jaar, Van den Arend.
Als ik je nu met Sint Nicolaas eens een
pleizier kan doen,... zeg het gerust
Mijnheer de graaf is wel goed ... ik
weet waarlijk niet, hoe ik mijnheer de graaf
mijn erkentelijkheid kan betuigen.
Geheimzinnig voegde hij er aan toe:
Misschien geeft Sint mij wel een goeden
inval, hij zal wel op de hoogte zijn van
mijnheer de graaf zijn wenschen !....
Natuurlijk; hij heeft gezien hoe ik
iederen nacht van je droom, Van den Arend!
Van mijn portret dan toch zeker, vroeg
hij lachend.
Je raadt het goed
?- Nou, slaap uwês maar rustig... mis
schien komt er wel een verrassing!
Door deze woorden voelde de graaf zijn
verlangen zekerheid worden. In zijn studeer
kamer zocht hij al naar een geschikte plaats
om het kunststuk op te hangen.
Ook de gebroeders Van Vloothen breid
den hun net van listen strakker en strakker
om den jachtopziener. Zij verdubbelden hun
geschenken, en ook aan hen maakte Van
den Arend zijn geheimzinnige toespelingen
van nooit te vergelden goedheid, met den
veelbelovenden slotzin, dat Sint hun zeker
zijn erkentelijkheid op stoffelijke wijze zou
toonen.
Elk der drie leefde in de stellige ver
wachting, dat het portret den zesden Decem
ber zijn eigendom zou worden.
* * *
De drie vrienden hadden den
Sint-Nicolaasavond ieder afzonderlijk in hun woning
doorgebracht, oplettend luisterend naar het
minste geluid in de gang. Hun zenuwen
waren tot het uiterste gespannen; bij iedere
BOUWT
TE N U NS PEE T] ji
MOOIE BOSCHWJKB TERRBINEN
SPOOR, TRAM, ELECTWSCH
, LICHT, TELEPHOON
INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE"
TAMINIAÜ'S
? JAM
aan het gezicht ontwaken op de historische
machten van dezen tijd, die een andere is,
dan waarop de wetten van Wanoe" pasten.
Wij staan aan den aanvang van een lang
jarige periode van wereldoorlogen en inter
nationale concurrentie ter beheersching van
de zich organiseerende economische wereld
markt. Alle sociale gebeurtenissen hebben
nu hun wortel in dat ne groote gebeuren,
de geboorte van den Wereld-Bank, de naam"
van dezen cyclus, die reeds als de imperialis
tische" is gedoopt en waarvan de oneindig
machtige Glimlach over alles troont ook
over de Theosofische Vereeniging.
A. J. RESINK
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllll l
verstoring der stilte bonsden hun harten
sneller: telkens meenden zij: dit is het oogen
blik waarop men mij het portret van Van
den Arend brengt.
Tegen tien uur begon hun vertrouwen
minder rotsvast te worden Al tien uur,
neen, nu kwamen er geen pakjes meer...
maar toch, Van den Arend had wel niets
bepaalds beloofd, maar tusschen een be
paalde belofte en een veelbelovende onbe
paaldheid is toch weinig verschil.
Morgen misschien Ja, morgen was het
immers ook nog een dag van verrassing.
Tegen half elf namen de drie heeren afzon
derlijk het besluit om nog even naar de soos
te loopen. Diep binnen in waren zij bran
dend nieuwsgierig, of misschien een der
anderen het portret ook had gekregen. Maar
hoort! daar rinkkinkelde de bel; 't was een
nijdig belletje van iemand, die 't koud of die
haast heeft. Niet alleen klonk omstreeks dien
tijd de bel bij mijnheer de graaf, maar ook
aan de woning van mijnheer Van Vloothen Jr.
en diens ouderen broeder. Het was de laatste
post, die aldus de drie harten deed op
springen.
En hij wierp in de drie bussen, drie ge
lijkvormige pakjes die met schichtige be
wegingen werden opengemaakt.
Wel allemachtig! riep mijnheer Van
Vloothen Sr., toen hij den inhoud zag.
Moet hij mij voor den gek houden !
raasde de jongste Van Vloothen terwijl hij
den inhoud van 't pakje in de ontwoelde
papieren smeet.
Nom d'une pipe! kreet mijnheer de
graaf, ontdaan, terwijl hij zijn illusie in den
rook zijner fijne havanna's zag vergaan.
Na de eerste oogenblikken van bittere
ontgoocheling volvoerden zij hun plan naar
de soos te gaan, waar zij ongeveer tege
lijkertijd aankwamen. In de vestibule ont
moetten zij elkander
Eh bien, mon ami, vroeg de graaf aan
Van Vloothen Jr. ben je tevreden ?
De drie getrouwen keken elkander een
oogenblik onderzoekend aan. Toen barstte
mijnheer Van Vloothen Jr. in een schater
lach uit.
Jullie ook?... vroeg hij, naar zijn
binnenzak tastend.
? Ja... Ja...
En alle drie haalden zij uit hun zak, een
foto, cabinet-formaaat, van Van den Arend's
schilderij te voorschijn.