De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 12 augustus pagina 10

12 augustus 1916 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Aug. '16. - No. 2042 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Doorsnede van den loop van een machinegeweer na 3000 schoten er mee gedaan te hebben, zonder de waterkoeling te gebruiken. De hooge temperatuur en druk, die bij het afschieten in den loop ontstaan, hebben natuurlijk ook invloed op den loop. Hoe sterk deze lijdt is te zien uit bovenstaande figuur. Dit is een door snede van den loop van een machinegeweer, dat totaal 3000 schoten heeft gelost zonder waterkoeling. In gewone omstandigheden, als koelwater rondom den loop aanwezig is, is de slijtage aanmerkelijk geringer, maar toch geeft de figuur een idee hoe sterk de invloed is der chemische reacties op het metaal. Deze werking is in kanonnen veel sterker, omdat de verhouding van oppervlakte van het metaal tot de hoeveelheid gassen daar veel ongunstiger is. iiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiMimitiiiiiii In 'aanmerking nemende, dat de koersen van permanente beleggingen door de om standigheden der laatste twee jaren in het algemeen sterk gedrukt zijn, schijnt eene daling van 2 tot 5 pCt. voor onze diverse schuldsoorten niet buitensporig. Intusschen moet daarbij in aanmerking genomen worden, dat de daling stellig veel grooter zoude ge weest zijn.indien démarkt niet ware gesteund door de voortdurende aankoopen voor ver plichte amortisatie en het zilverpotje. De / 30 a 40 millioen, die op die wijze uit de markt genomen zijn, mogen niet veel schijnen in verhouding tot het geheel uitstaand be drag der schuld, zij zijn .dit echter wel, wanneer men bedenkt, dat het grootste ge deelte der oudere schuld in vaste handen zit en het vlottende materiaal zeer beperkt is. Dit geldt vooral voor Integralen en daarin is dan ook de verklaring gelegen, waarom de 2>i pCts. schuld, vergeleken bij de overige schuldsoorten, den geringsten teruggang aanwijst. Inmiddels zouden al deze factoren van slechts weinig blijvenden invloed zijn ge weest, ware het niet, dat dezelfde oorlogs toestand, die zoo een hoogst ongunstigen invloed op de positie van 's Rijks schatkist heeft gehad, tot eene buitengewone ver ruiming van onze binnenlandsche geldmarkt heeft geleid, zooals het duidelijkst blijkt uit eene vergelijking van de Weekstaten der Nederlandsche Bank van l Augustus 1914 met die van de afgeloopen week. Ik laat hier slechts de hoofdposten volgen: l Aug. 1914 5 Aug. 1916 f 144.543.447 f 64.057.855 123.989.682 67.202.586 161.950.358 588.114.498 2986.375 9.782.211 427.918.680 668.017.160 17.245.181 114.062.335 iiliiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiitliiiiillllHiiiiillliiiiilliiillNiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiliiliin daarbuiten hebben kunnen vastleggen, maar hier beschikbaar moesten houden. En dit is een factor, die voor de beoordeeling van de toekomst" niet uit het oog mag verloren worden. Is de oorlog eenmaal over, en wor den de sluizen weder wijd opengesteld, dan zullen de thans nog overvloedig schijnende beschikbare middelen minstens even snel weder geabsotbeerd worden. Wat echter niet zoo snel verdwijnt, zijn de zwaardere lasten, die de Staat tengevolge van den oorlogstoestand op zich heeft moeten nemen en nog meer dan eene generatie op onze budgetten zullen blijven drukken. J. D. SANTILHANO Disconteeringen Beleeningen . . Goud .... Zilver . . Bankbilj. in oml. Rek.-Cour. saldi: 111 ..... ""?"??-?j4 \\ . r Bij eene vermeerdering van den goud voorraad met ruim f 426 millioen zijn bank biljetten-circulatie en rekening-courant saldi, die feitelijk op hetzelfde neerkomen, met f337 millioen toegenomen. En die toename van papiergeld is niet, als het onder normale omstandigheden zoude zijn, eene aanwijzing, dat de hoogere eischen van den handel eene zoodanige uitbreiding vorderden, maar dat er en dit blijkt nog het meest uit het ongekend hooge bedrag der rekening-courant saldi geen voldoend emplooi voor de beschikbare middelen is. Dit komt ook uit in het lage cijfer der beleeningen en disconteeringen, die van f 268.533.000 op l Aug. 1914 tot f 131.260.000 op 5 Aug. 1916 gedaald zijn, waarbij nog opgemerkt moet worden, dat in laatstgenoemd cijfer een bedrag van f46V« millioen aan schatkistpapier begrepen is, zoodat de credietvraag van den handel bij de Bank nog niet ten volle f85 millioen bedraagt of nauwelijks een derde van het geen zij bij het uitbreken van den oorlog was. Waar deze versterking der positie van onze binnenlandsche geldmarkt aan te dan ken was, is reeds herhaalde malen van ver schillende zijden besproken. Een aantal fac toren hebben daartoe medegewerkt, maar mij komt het nog altijd voor, dat in hoofd zaak daartoe is bijgedragen door de enorme liquidatie van voorraden goederen en buitenlandsche fondsen eenerzijds en door de nagenoeg volkomen stagnatie van aanvoer van buitenlandsche fondsen anderzijds. Ne derland heeft onder normale omstandigheden uit rente van belegde kapitalen enz. hon derden millioenen per jaar meer van het buitenland te vorderen dan daaraan te betalen. In den regel wordt dat saldo vereffend door aankoop van buitenlandsche fondsen en die stroom heeft in de laatste twee jaren nage noeg geheel stil gestaan. Het gaat daarom m. i. niet aan de groote ruimte van onze binnenlandsche geldmarkt, als een kenmerk van grooteren rijkdom te beschouwen. Hoogstens wijst het er op, dat onze markt in eene zooveel meer liquide positie is geraakt, doordat wij onze vorde ringen op het buitenland niet in beleggingen AbounementeDrtJs f7.60 per jaar. VRAOENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto Leekenspi^gel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.} H. P. G. te d. H. Gaarne vernam ik of Histoire générale du IVe siècle a nos jours" van Lavisse en Rambeaud een goed geschie denis-werk is, en oj men er, als onpartijdig geschreven op aan kan? Dit werk, door de voornaamste fransche historici samengesteld, is een standaardwerk waarop men zich altijd kan beroepen. Prof. E. Bernheim uit Greifswald schreef daarover in Band 73 van Von Sybel's Histo rische Zeitschrift: Als höchst eifreuliche Thatsache dütfen wir es begrüssen, dass bei diesem Buche, das doch für ein grösseres Publikum bestimmt ist, alle Vorurtheile national-politischer Art, wie sie sich zeitweilig in der französischen Forschung und Historiographle so statk geitend gemacht haben, zu gunsten unbefangener, strenger Wissenschaf tlichkeit fortgefallen sind: weder in der Auffassung der Entwicklung frankischen Volksthums und Königthums, noch in der Schilderung der französischen Monarchie, noch in der Behandlung des deutschen Kaiserthums und des Papstthums macht irgend eine Tendenz bemerklich"; en in Band 86: Und hier tritt uns eine fast berraschende, höchst erfreuliche Thatsache entgegen: ber den Gegensatzen politischer National- und Parteiinteressen herrscht in ruhigem Erns*e der unparteiische Geist der Wissenschaft auch da, wo es dem Angehörigen französi schen Volksthums schwer werden musz, einseitige Auffassung zu berwinden. Die Feuerprobe besteht dieser Geist in der Darstellung des deutsch-französischen Krieges und der Einheitsgeschichte Deutschlands". J. D. te A. Bestaat er een brochure, die een nadere verklaring geeft van enkele uit drukkingen in het artikel Een waereldgebeurienis" door Dr. F. van Eeden, opge nomen in uw Groene" van 12 Maart? Wat bedoelt de schrijver hierin met een physisch punt? En wat zijn de vier coördinaten van elk punt? Heeft Dr. van Eeden ook een ver handeling daarover geschreven? Wij verwijzen u naar het artikel: Over poëzie, wijsbegeerte en mathesis" in de vijfde reeks Studies van Dr. van Eeden. Van de boeken of brochures, handelende over nieuwe mathesis zouden wij vooral willen aanbevelen het boek van Henri Poincarë, La valeur de la science. Van Neder landsche geschriften zijn te noemen De vierde dimensie door Dr. Hendrik de Vries en de dissertatie van Prof. L. E. J. Brouwer, Over de grondslagen der wiskunde. lliiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiMHiiiiMMimtiiiiiiiiiimiiiuiiiiuiuiiiimiiiiiiituiiiiiiimiiiiiii iiimiimiituimimmimiimiimimiiimtuiimimii! Een vleugje Haagsche wind MIJN GOEDE NAAM Toen ik verleden Zaterdag op de Witte kwam, viel het me op, dat Van Rees me niet als altijd met de vriendelijke geestigheid begroette: Ik zal uw mooie hoed eens een extra plaatsje geven." In de zaal boog Janus 25°minder diep, toen ik hem passeerde, en lachte niet zoo hoofsch als gewoonlijk. Aan mijn tafeltje zeiden me twee heeren niet goeden dag en de anderen knikten even zonder een woord te zeggen. Niemand luis terde als ik sprak of verwaardigde me een antwoord. Ik voelde me zeer onbehagelijk en ging spoedig heen. Van Rees zei niet toen hij me mijn hoofddeksel aanreikte: Ik zal u deze mooie maar geven mijnheer." Zondag en Maandag werd ik op dezelfde wijze bejegend. Maandagavond ben ik naar een kennis gegaan om te informeeren wat men wel tegen mij kon hebben. Mijn laatste inzending in de Groene", zeide hij, was er de oorzaak van. Door de teekening had men mijn pseudoniem ontdekt. De steunpilaren van de sociëteit had ik beleedigd. Een zeer oude heer, die vroeger in Indië bij de rechterlijke macht geweest was, en heele dagen op de Witte kranten zat te lezen, was uit woede Zondag drie a vier uur weggebleven. Bovendien waren er be langrijke bezwaren tegen mijn pseudoniem. Op die wijze kon men toch niet een stuk over den Haag onderteekenen, en zeker niet over de Witte. Ari is een naam voor iemand die over Rotterdam schrijft. Alleen dronken bootwerkers en matrozen, die in de Zandstraat en de Zeedijk thuishooren, heeten Ari. Wat die dronkenschap betrof, ik heb hem attent gemaakt op het voorbeeld in onze litteratuur, van de Ari, die een doode diender was, weinig voelde voor pierewaaien, en meer van koude koffie hield, dan men hem wel aanzag. Hij was echter niet tot rede te bren gen en zeide, dat, als ik door ging met dat pseudoniem, hij, en alle kennissen, me liever niet meer aan hun tafeltje zouden zien. Of ik er dan desnoods geen Jhr. Ari van maken kon. Ik heb hem beloofd alle copie, waar de Witte in voorkomt, met Jhr. Ari te onderteekenen. Jhr. ARI HET DONKERE 'S-GRAVENHAÜE De conducteur van den tram was jaren in Indië geweest en kon heimwee hebben naar de tropen. U weet niet hoe prettig ik het vind," zeide hij mij, dat ik op lijn A geplaatst ben. Wanneer ik bij de Groot Hertoginnelaan den hoek om ga, voel ik me weer thuis. Net of ik op Java ben." De Indische wijk in 's Gravenhage heeft veel typisch. Ze is in volkomen Europeesche bouwtrant opgetrokken, hoewel men mij heeft willen verzekeren, dat sommige huizen geen trappen maar palen hebben waarlangs de bewoners zich van de eene verdieping naar de andere begeven. Het meest typische is de luidruchtigheid. Zoo meenen soms wandelaars op de Stad houderslaan, en in straten dicht in de buurt te hooren, dat er schietoefeningen door mi litairen in de duinen zijn, oefeningen voor roffel en trommelvuur. Ze hooren dan de bijna volwassen man netjes uit de Indische wijk die op groote motoren met open knalpotten in files om het Frederik Hendrikplein, door de Boreelstraat, en langs de Van Boetselaarlaan rijden. Ze droomen daarbij ongetwijfeld van jacht partijen op wilde zwijnen of denken misschien aan uitbarstingen van kraters en tropische donders. Ook meent men in die buurt op zomer avonden wel eens verliefde zangen van Maart gestemde katten te hooren. Het zijn dezelfde bijna volwassen man netjes die in scholen aan hunne wijfjes se renades brengen met onvervalschte natuur geluiden, bij den melancholischen klank van zeer primitieve instrumenten. Van den eersten schemer tot laat in den nacht trekken ze rond. Voor iemand die van onze tropen houdt en er naar terug verlangt, maar door om standigheden niet gaan kan, is er maar n betrekking in Nederland, die hem voldoening kan geven, het is die van conducteur op lijn A. ARI lllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllMIIMIIIIIIIIlllllllllllllllllllllt Nieuwe Boeken van deze week Prof. dr. SIGMUND FREUD, De invloed van het onbewuste in ons dagelijksch leven, ver taald en ingeleid door JOHAN SraRCKE, 310 pag. Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. Dr. W. H. Cox, Gevoel en Verstand in de Psychologie en in het Leven, 350 pag. Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. WILLEM KLOOS, Letterkundige inzichten en vergezichten, Nieuwere Literatuurgeschiedenis, 194 pag. Amsterdam, L. J. Veen. jEANNEREYNEKEvANSTUWE.Een Moriage de Raison", 268 pag. Amsterdam, L..j. Veen. <~) {^Aet^/TL&üsztz&rg i£> <^S . r> -?<??) Ci1-, / ~/-'7cO&n-tdie. K^eea -e^-u»^n. 3°<?v ?n-ajy?^s>^- tó&n, C? -vod 'x-x ? * 0

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl