Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 Aug. '16. No. 204$
i Elie Metchnikoff t
op zijn wetenschappelijke loopbaan, welker
geschiedenis daarom zoo bijzonder merk
waardig en boeiend is.
Oorspronkelijk was hij zoöloog, werkende
in het begin, in de bloeitijd van het darwi
nisme, toen de vergelijkend morphoiogische
wetenschappen, zoowel anatomie als embryo
logie, hoogtij vierden. In deze wetenschappen
verrichtte hij zijn eerste reeks belangrijke
onderzoekingen, die er hem toe brachten,
in tegenstelling met andere geleerden, niet
alleen de vorm maar de functie der organen
te bestudeeren. Dit behoedde hem ervoor
zich blind te zien op de morphologie, het
groote gevaar voor onderzoekers uit dien
tijd en later en dit bracht hem ook in de
richtingen die leiden zou tot zijn onderzoe
kingen over de immuniteit bij besmettelijke
ziekten. Maar overwegingen van zuiver
wetenschappelijker! aard zouden hem, naar
het mij toeschijnt, zoover niet gebracht heb
ben. Het was ook de mensch in hem, niet
uitsluitend de geleerde, die de stuwkracht
gaf voor zijn werken. In zijn
wetenschappelijken verhandelingen, waar sentiment
buitengesloten behoort te zijn, vindt men
daar niets van, wel echter in zijn Etudes
sur la nature humaine," waar vooral de
mensch spreekt. Blijkbaar (mogelijk inter
preteer ik zijn gevoelens verkeerd, maar
mij heeft het steeds zoo toegeschenen) be
vredigde hem de science pure" niet meer;
niet omdat hij daarbij geen succes had:
het tegendeel is waar en, ook al ware hij
in die richting door gegaan, dan zou hij
toch een beroemd geleerde geweest zijn,
misschien wel nog meer dan nu geëerd in
de kring van zijn oorspronkelijke vakge
noten, de zoölogen, zij 't dan ook onbekend
bij het publiek, aan wien zijn vroeger werk
ook nu nog onbekend is gebleven. Er moet
dus wel een andere reden geweest zijn,
waarom zijn groot werk, over de verge
lijkende embryologie der Arthropoden, in
een vroegere verhandeling aangekondigd,
nooit het licht heeft gezien en deze meen
ik te moeten zoeken in het feit dat hij van
dezelfde geest, bezield was die Pasteur deed
uitroepen L'ïdée de mes recherches m'a
téinspirépar nos malheurs," dat hij, de
geniale man, zich liever liet inspireeren door
de wensch tot nut der menschheid te wierken,
dan door zijn geniale ideeën. Onlangs heeft
een Nederlandsch geleerde verklaard dat het
alleen aan het genie geoorloofd is, abstracte
schijnbaar onbelangrijke vraagstukken te be
studeeren en dat de minder begaafden zich
liever moeten bezig houden met onderzoe
kingen die direkt practisch nut kunnen af
werpen. Wanneer dit zoo is, dan is Metchni
koff een voorbeeld van een genie dat zijn
hooge voorrechten prijs gaf en ging werken
als een gewoon, niet bijzonder begaafd
onderzoeker, nadat hij eerst blijk had ge
geven beter" te kunnen. Maar op welke
wijze heeft hij dien taak volbracht!
Zijn uitgangspunt was het door hem bij
sponzen waargenomen feit, dat bewegelijke
celten in het lichaam van den spons
voedseldeelen vastgrijpen, opnemen en verteeren.
Dit proces kan men in het algemeen
phagocytose noemen en de cellen die de
voedseldeeltjes opeten: phagocyten. Bij voort
zetting van dit onderzoek bleek het hem,
dat de phagocytose een bij alle mogelijke
dieren, van de hoogsten tot de laagsten,
voorkomend verschijnsel is en dat de
phagocyten niet alleen bij de
voedselopname een rol spelen, maar ook bij het
Geheime zitting in het
Engelsche Parlement
Nu Asquith onlangs omtrent de
dienstplichtkwestie in een geheime zitting van het Lager
huis, belangrijke mededeelingen heef t gedaan,
is het misschien niet van belang ontbloot een
korte beschouwing te wijden aan het comit
generaal, zooals dat bij onze overzeesche
buren bekend is.
En dan is de eerste merkwaardige omstan
digheid, waarop ik dien te wijzen, deze, dat
in Engeland, juist andersom als bij ons, de
openbaarheid der parlementszittingen uit
zondering is! Althans in theorie.
Wanneer we teruggaan tot de zeven
tiende eeuw, dan zien we, dat het parle
ment zich met hand en tand vasthield aan
zijn verworven privilege, dat zijn beraad
slagingen niet in het openbaar geschiedden
en het gesprokene derhalve evenmin gepu
bliceerd mocht worden.
Wie de verhandelingen van het Lager- en
Hoogerhuis door middel van de drukpers
publiceerde, kon gestraft worden wegens
verbreking van de privileges van de volks
vertegenwoordiging.
In de loop der eeuwen is hierin natuurlijk
verandering gekomen: de leden gingen er
meer en meer prijs op stellen, dat de pers
hun redevoeringen verspreidde, al berustte
de publicatie nog steeds niet op eenige
rechtsvorm. Zij was slechts mogelijk, door
dat de volksvertegenwoordiging het duldde,
het toeliet. Zoo noemde Mr. O'Connell nog
in 1849, het publiceeren door de Times van
de beraadslagingen over de Parliamentary
>? Oaths BUI een inbreuk op een privilege!
De uitgave der Hansard Debates, waarin
men de opteekening van de beraadslagingen
van 't parlement kan vinden, was een par
ticuliere onderneming, sinds 1877 door de
slaat gesubsidieerd. Eerst in 1909 komt men
er toe, gelijk bij ons, van staatswege
officieele Handelingen uit te geven.
Tot zoover wat de publicatie betreft, om
nu verder aandacht te besteden aan de al
of niet openbaarheid der beraadslagingen.
uit den weg ruimen van allerlei vaste stof
fen, het moge karmijnkorrels, koolstofdeeltjes
of levende bacteriën zijn, die in het lichaam
niet thuis behooren. Bij de hoogere dieren,
waar de opname van het voedsel op andere
wijze geschiedt is dit zelfs hun eenige, maar
uiterst belangrijke functie. Een volgende
schakel in zijn onderzoek was de bestu
deering van een besmettelijke ziekte van
microscopisch kleine waterdieren, verwant
met de kreeften: de Daphnieën, die door
een plantaardige parasiet worden aange
tast, die door de darmwand heendringt en
zich in de lichaamsholte vermenigvuldigt.
Een deel der dieren sterft aan de ziekte,
een ander deel geneest, en bij de herstel
lende dieren nam Metchnikoff waar, dat
bewegelijke cellen uit het lichaam der
Daphnieën de binnengedrongen parasiet
in zich opnemen en onschadelijk maken.
Hier ontmoette hij dus opnieuw zijn phago
cyten, maar nu niet meer als opnemersvan
voedsel, maar als verdedigers van het lichaam
tegen vreemde indringers.
Deze verschijnselen in verband te brengen
met de immuniteit, d. w. z. met de, aange
boren of verkregen, onvatbaarheid tegenover
bepaalde infectieziekten, was de daad van het
genie, dit verband te bewijzen het werk van
den taaien onderzoeker. Metchnikoff deed
zoowel het een als het ander. Het bleek
hem daarbij, dat ziekte verwekkende bacteriën
ingespoten bij dieren die onvatbaar zijn voor
die ziekte of die ervan genezen, door de
phagocyten worden opgenomen en onscha
delijk gemaakt, dat dit niet het geval is bij
dieren die de onvatbaarheid missen en aan
de ziekte sterven, maar dat het verschijnsel
weer wel optreedt bij zulke dieren die
langs kunstmatigen weg onvatbaar gemaakt
zijn. Zóvoortgaande, op steeds andere
wijze zijn opvattingen toetsende en daar
bij zonder twijfel geholpen door zijn
kritici, die hem nieuwe banen aanwezen,
door hun tegenwerpingen, kwam hij ten slotte
tot een volledig uitgewerkte theorie der
immuniteit, d.w.z. der onvatbaarheid voor
besmettelijke ziekten, waarvan de hoofdsom
is neergelegd in zijn boek 1'lmmuHitédans
les maladies infectieuses".
Naast dit goede kunnen de phagocyten
echter ook kwaad doen, nml. in het lichaam
van de ouden van dagen. Niet alleen dat
ze daar de haarkleurstof opnemen, zoodat
het haar grijs wordt, ze tasten ook de edele
deelen van het lichaam aan, waardoor de
leden verstijven, de beenderen broos worden
en de geest verduisterd wordt. Deze onder
zoekingen over de ouderdom, de geronto
logie", brengt Metchnikoff in verband met
anderen, over de gevolgen van chronische
vergiftigingen van het menschelijke en
dierlijke lichaam, waarbij de phagocyten
dezelfde nadeelige rol spelen. Men moet
daarvan echter niet de phagocyten de schuld
geven, maar die chronische vergiftiging, die
ook, volgens Metchnikoff, de oorzaak der
ouderdomskwalen zou zijn en het gevolg
van de voortdurende opname van schadelijke
bestanddeelen ontstaan door de rottings
processen die zich in onze dikke darm af
spelen. Deze hypothese is de aanleiding ge
weest tot het verrichten van een geheele
reeks belangwekkende onderzoekingen van
Metchnikoff en zijn leerlingen, die hem
tot het laatste toe hebbejj bezig gehouden.
Afzonderlijke vermelding behoeft nog de
onderzoekingen van M. te zamen met Roux,
den directeur van het Institut Pasteur.Jover
experimenteele syphilis bij apen, onderzoe
kingen die daarom van zooveel gewicht
waren, omdat ze voor het eerst de mogelijk
heid bewezen, deze ziekte op proefdieren
over te brengen en dus voor het experi
menteele werk toegankelijk te maken.
In Metchnikoff hebben wij een der grond
leggers van de moderne leer der infectie
ziekten zien heengaan. Door de uitgebreide
kring van leerlingen die hij gevormd heeft,
is echter de verdere bouw op de door hem
gelegde grondslagen verzekerd.
Dr. N. H. SWELLENGREBEL
Cornelis Vrij f
Buiten de schoolwereld is de naam van
Vrij ongetwijfeld niet zóbekend als die
van Jan Ligthart, toch heeft ook hij gelegen
heid gevonden zijn eigen denkbeelden in
praktijk te brengen en daarvoor ook bij
anderen te ijveren.
Dat hij niet zoo naar buiten bekend is,
vindt zeker zijn oorzaak hierin, dat er
beGelijk reeds opgemerkt, was het oor
spronkelijk streng verboden dat strangers,"
zooals allen heeten, die geen lid of beambte
van 't Parlement zijn, daar toegang ver
kregen. De verklaring hiervoor is te vin
den in de bijzondere positie, die het Lager
huis in vroeger eeuwen innam, nl. die van
verdediger van de rechten van het volk
tégen den koning. Men was bevreesd, dat
de monarch door handlangers de veiligheid
der volksvertegenwoordiging zou belagen;
om aanslagen te vermijden, en te verhin
deren, dat de vorst een ongewenschten in
vloed op de verrichtingen van het Huis zou
uitoefenen, kwam men krachtig op voor het
recht van geheime beraadslaging.
Op den duur is het parlement zich aan
deze regel niet blijven vastklampen. Toen
de reden voor de geheime vergaderingen
ging verdwijnen, werd er niet zoo precies
meer rekening gehouden mef de order"
die het publiek de toegang verbood. Zoo
blijkt b.v. dat in 1701 en na dien, vele per
sonen dikwijls de zittingen bijwoonden,
zonder dat ze verwijderd werden, vooral
ook, omdat de ontruiming zoo moeilijk en
langzaam in haar werk ging.
Meer en meer wordt de openbaarheid der
vergaderingen regel... in praktijk tenminste.
Want Engeland zou Engeland niet geweest
zijn, zoo de rule of the House gewijzigd ware.
't Spreekt vanzelf, dat men slechts bij
bijzondere gelegenheden tot deze maatregel
placht over te gaan. Zoo bv. in 1810, toen
er werd aangedrongen op een nader onder
zoek naar de voor Engeland ongelukkig
afgeloopen expeditie naar Walcheren.
De Parliamentary Papers van 1810 be
helzen echter een (niet-officieel natuurlijk)
verslag van het onderzoek dat zich in
comité-generaal heeft afgespeeld.
In 1849 dus een geruimen tijd later
doet zich een dergelijk evenement voor,
maar dan twee keer kort na elkaar.
Op 18 Mei beklaagde de Ier O'Connell er
zich over, dat de Times in strijd met 't
privilege van 't parlement, gelijk zooeven
reeds vermeld van de debatten over de
Parliamentary Oaths Bill verslag had
geCornelis Vrij f
t rekkelijk slechts weinig van zijn hand ver
scheen. Hij zou heel wat uit zijn rijke erva
ringen hebben kunnen opschrijven, maar
daar hield hij niet van: soms in gesprekken,
dan kwam er wel eens wat los en dari be
treurde de hoorder het steeds, dat dit niet
in ruimer kring bekend werd.
Vrij werd den l Oden April 1864 te
BrielschNieuwland geboren en nadat hij de
Haarlemsche Kweekschool doorloopen had, was
zijn eerste betrekking ook weer op Voorne
in Nieuwenhoorn. Hij kwam al spoedig naar
Amsterdam, waar ik hem ongeveer dertig
jaren geleden leerde kennen; ik meen, dat
hij toen op school no. 5 was, hoofd de
bekende heer H. van Voorthuizen. Later
kwam hij aan de Hendrik-Westerschool en
werkte daar samen met mannen als
Schroevers, E Heimans (ook reeds overleden) en
S. Abramsz. Hij heeft daar heel wat jongens,
waar wat in zat, doch waarvan de ouders
geen geldmiddelen bezaten, weten voort te
helpen door zelf hun gratis-lessen te geven,
door beurzen of particuliere fondsjes voor
ze te verkrijgen en velen van zijn leerlingen
uit dien tijd vergaten zijn verjaardag nooit;
zoo een oud-leerling in Indië, die steeds
zelfs van daar zijn brief precies op tijd wist
te doen aankomen. Daar zaten allerlei be
kende mannen van nu op de schoolbanken;
ik noem slechts Prof. E. M. Meijers te Leiden
en den bekenden schilder S. Qarf; voor den
laatste deed Vrij nog bij diens vader een
goed woordje om hem teekenen te laten
leeren.
Het was in die omgeving der
HendrikWesterschool, dat zijn plannen voorfrisscher,
levendiger onderwijs meer en meer vasten
vorm kregen. Maar zelf had hij geen
geld. En daarom zag hij om naar menschen
met ruimen blik, ruime beurs en ruim ver
trouwen. Met andere woorden hij stichtte
zelf de Nieuwe Schoolvereeniging; hij stond
tegenover de vereeniging in andere ver
houding dan de direkteuren van andere,
later opgerichte schoolvereenigingen, die
door de ouders werden gesticht die daarna
voor de school een hoofd benoemden. En
steeds sprak hij met groote waardeering
over zijn buitengewoon;aangename samen
werking met de bestuurders der Nieuwe
Schoolvereeniging, over de vriendschap,
die hem met sommigen hunner nog nader
vereenigde.
In juni 1898 werd de school met 29 leer
lingen geopend in de Vondelstraat, in 1900
werd het gebouw aan de Jan Luykenstraat
betrokken, dat ook nog weer herhaaldelijk
verbouwd moest worden en waarbij later
de speelplaats aan de overzijde werd in ge
bruik genomen; die speelplaats, waarvan de
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
9
geven, en dan nog wel een onjuist verslag.
Dit brengt hem er toe den chairman
(voorzitter van the House in committee) er
op te wijzen, dat er strangers" aanwezig
zijn, waarop deze zich moeten verwijderen.
Er ontstond tegen dit optreden eenig verzet,
doch zonder succes. Op 8 Juni daaraanvol
gende speelt zich dezelfde komedie af, met
dezelfde bezetting van de hoofdrol. Nu
schijnt de afgevaardigde verontwaardigd te
zijn, over 't feit, dat de pers niet oplettend
genoeg was geweest en hem niet eerlijk
behandeld had bij de beraadslagingen over
de lersche Armenwet.
Hansard Debates vermeldt zijn woorden
aldus: I see strangers present (waving his
hat to the reporters'gallery).
Ook nu vindt zijn houding niet algemeene
goedkeuring; zijn doel bereikt hij echter,
aangezien de speaker gelijk later door
dezen waardigheidsbekleder opgemerkt
na een dusdanige opmerking, het publiek
terstond moet laten verwijderen en niet eerst
aan 't Huis de vraag kan voorleggen, of er
tot deze maatregel overgegaan zal worden,
al dan niet.
Toch ging men er nu over denken, of het
niet wenschelijk was, tot een wijziging in
dezen over te gaan.
Unaniem verklaarde de commissie, die
hieromtrent een rapport moest uitbrengen,
zich tegen een verandering, zich er op be
roepende, dat van misbruik zelden of nooit
sprake was geweest, en vooral, dat men hier
te doen had men een gebruik dateerende
uit de vroegste geschiedenis!
Toen er naar aanleiding van een analoog
voorval op den 24en Mei 1870, bij de be
handeling van de wet op de besmettelijke
ziekten, een discussie over de kwestie van
de verwijdering van strangers" ontstond,
beriep Gladstone zich op bovenvermeld
rapport, al moest hij toegeven, dat men hier
eer met een machtsmiddel, dan met een
privilege te doen had.
Het zou niet lang meer duren, of dit machts
middel deed zich in zijn volle gevaarlijke
omvang gevoelen : men maakte van de oude
standing order, die de toegang van 't publiek
boomen door de leerlingen zelf werden
geplant.
Wat was nu hoofdzaak in deze school ?
In de eerste plaats een nieuw verbond tus
schen onderwijzers en kinderen, tusschen
school en huis; verder handenarbeid, spel,
sport, de natuur in de school, maar vooral
zon en schoonheid in de school. En wie
het gebouw aan de Jan Luykenstraat op
tentoonstellingsdagen, maar liever nog op
gewone schooldagen, bezocht, die voelde
dat wat hij wilde, ook werkelijkheid was
geworden; hij zag, dat n onderwijzers n
kinderen door zijn allen bezielend voorbeeld
geheel in zijn geest werkten.
Of alles nog wel geheel zoo ging op de
school als hij zelf het wenschte, wie zal het
zeggen. Achter de school kwam de H.B.S.,
het gymnasium; en de jongens en meisjes
van de Nieuwe Schoolvereeniging moesten
toch ook die tempels der wetenschap be
treden. Toelatingsexamens en ideële
schooleischen kunnen het maar zelden eens wor
den, maar geen der leerlingen zal ooit
kunnen zeggen, dat zijn toekomst aan de
denkbeelden van Vrij is opgeofferd.
In andere plaatsen Den Haag,
Bloemendaal, Laren, Arnhem, Hengelo, Hilversum,
Kralingen en Baarn, reeds boven werd er
op gewezen, kwamen eveneens dergelijke
scholen tot stand; steeds werd bij de stich
ting Vrij's raad ingewonnen; altijd nog
kwamen de leden van het personeel nu en
dan eens een kijkje op de Amsterdamsche
school nemen; daar werd telkens wat nieuws
toegepast en dat nieuwe goed.
Want hij durfde met nieuwe denkbeelden
een proef nemen, ook als hij zelf niet geheel van
het slagen ervan zeker was; anderen hadden
over die proeven dan zeker dikke verhan
delingen geschreven, Vrij niet; hij was de
practicus bij uitnemendheid, die voor
mooidoenerij naar buiten weinig voelde.
Maar toch was hij er trotsch op, dat deze
school een der eerste of deeeiste was, waar
slöjd een integreerend deel van het onder
wijs was, waar aan Zweedsche gymnastiek,
aan korfbal en slagbal, aan rietvlechten en
eenvoudig weven werd gedaan. Ook daarin
kwam zijn verlangen naar schoonheid in de
school steeds opnieuw tot uiting. En dit
werd erkend, zoowel door de ouders als door
de collega's haast had ik geschreven
door de concurrenten.
Een van zijn vaste spreekwoorden was :
wat je overmorgen wilt doen, moest je
eergisteren al gedaan hebben." Zoo heeft
Vrij zijn leven opgevat en zoo kon hij
tamelijk onverwacht heengaan, want zoo
als zijn zoon mij schreef: Tweeenvijftig
was bij mijn vader een eergisteren, waarin
alles voor overmorgen klaar was."
Aan zulke weinig pretentieuse mannen
van initiatief als Vrij heeft ons onderwijs
behoefte; er zijn er gelukkig meer zoo bij
openbaar en bijzonder onderwijs; aan hunne
chefs wordt de wijsheid tpegewenscht, hun
gelegenheid te geven dat initiatief tot uiting
te brengen ; daarbij toch kan ons volk slecht
wel varen.
9 Augustus 1916. TH. M. KETELAAR
Uw Taak
Wat ik zeggen wil, wat ik u voorstellen
ga, heeft te maken met de duidelijk aange
wezen plicht van ons volk.
Om ons de ebbe en de vloed van haat en
van toewijding, m ons de deining van ver
schrikkelijk wee.
Wat is nu de plicht der volkeren ?
ledere Duitscher moet sterk staan, zich
blijven geven aan het werk dat zijn volk
eens ter hand genomen heeft. Hij meende
dat dit plicht was, en hij kan voorloopig
niet anders. Schrik'lijk is het leed dat daarom
over dit volk gekomen is en nog komen
gaat. Een reusachtige vloed van haat is over
Duitschland gegaan, nu komt de ebbe van
het leed ! In dit kosmisch rhytme vindt het
volk de harde noodzaak van nog steeds vol
te houden. Steeds nieuwe golven gaan over
dit volk!
IIIHJIlfflMMMmll tlllMIMIflIIMIMI
verbood, en waarop een lid zich beriep als
hij wees op de aanwezigheid van strangers"
meer en meer misbruik om obstructie te
voeren. Door op chicaneuze wijze te werk
te gaan, en telkens de gelegenheid (meer te
onpas dan te pas) aan te grijpen, om een
comité-generaal met al zijn omslag uit te
lokken, trachtten de Ieren in de zeventiger
jaren de werkzaamheden van het Parlement
te verlammen. En wanneer hun medeleden,
verontwaardigd over deze uiterst onaange
name tegenwerking, hen tartten eenige ge
gronde reden te noemen voor het aandrin
gen op zoo'n geheime zitting, dan luidde
't argument van de obstructionisten, dat de
pers hun redevoeringen niet of onjuist had
weergegeven.
Men ziet het: l'histoire se répéte. Wat de
Ier O'Connell in 1849, onder hoonend pro
test van sommige leden, als verdediging
voor zijn optreden aanvoerde, werd twee
decaden later, door zijn volgelingen aange
grepen om den wetgevenden arbeid te
stremmen.
Toen echter de nationalistische afgevaar
digde Biggar, den 27sten April 1875 het
Huis dreigde, dat hij voorloopig eiken dag
de deuren zou doen sluiten, zag Disraeli
in, dat het tijd werd aan deze manoeuvres
een einde te maken. Nauwelijks had Biggar
op de aanwezigheid van strangers" gewe
zen, of de leider der conservatieven stond op
en stelde voor, dat de oude Standing Order,
die de toegang van 't publiek verbood en
n lid de gelegenheid schonk eenvoudig
door zijn opmerking de deuren te doen
sluiten, te schorsen. Het voorstel verwierf
de steun en sympathie van een aanzienlijke
meerderheid, zoodat de toeleg der Ieren
daarmee mislukte.
Kort daarop nam het Huis een nieuwe
Standing Order aan, die voortaan verdere
misbruiken kan verhoeden.
Immers nu is het niet meer voldoende,
dat een lid de voorzitter er slechts op wijst,
dat strangers' in de zaal zijn. Neen, na
zulk een opmerking moet de Speaker (of
chairman) de vraag in stemming brengen
zonder dat daarbij eenig debat gevoerd
De Aarde Spreekt:
Al ben ik geen Mercurius,
Geen Jupiter, geen Zon,
Ik was mijn heele leven lang
Zoo goed als ik maar kon.
Ik liet me boren in mijn lijf
Voor ijzer en voor goud,
Ik liet me graven in mijn huid
Voor koren en voor zout.
En springen op mijn arme vel
Een massa wezens rond,
Ik geef ze eiken dag de kost
En houd ze goed gezond.
De lastigste van allemaal,
Die ik 't hardst verwensch,
En die me ziekeneurig maakt:
Dat is zijn' hoogheid mensch/
Het is een wezen met een ziel,
Een zeker apensoort,
Dat met elkander consumeert,
Maar toch om niets vermoordt.
Dat vechten en dat angstgegil
Verveelt me op den duur,
Ze moeten heel voorzichtig zijn,
Ik ben van binnen vuur.
Ik heb genoeg van hun gemier,
Ik ben een rare klant,
Ik barst nog op een 'kwaden dag
En maak mezelf van kant.
Dan is 't uit met hertenbout,
Met Rembrandt en met visch,
Dan is 't uit met Kamerlid,
Met Godsdienst en met Mis.
Geen Generaals en Vorsten meer,
Geen militair geweld ;
Geen auto's en geen caviaar,
Geen renten en geen geld!
En als 't nu niet eerlang wordt
Zooals 't vroeger was,
Dan bid ik onzen Lieven Heer:
Maak alles weer tot gas/"
Vernietig ze toch allemaal",
Ze zijn Uw Werk niet waard,"
Ze doen of er niet Hooger /s,"
Dan zij alleen op aard' "
Ook het Fransche volk ziet slechts n
plicht. Ondanks de reusachtige offers, die het
bracht, moet het verder gaan op dezen
verschrikkelijken weg. Het doel wordt ook hier
niet ontgaan.
En zoo vindt ieder strijdend volk zijn harde
plicht, verheven of laag, in de voortzetting
van dezen oorlog, waaruit nieuwe dingen
geboren zullen worden, godsdingen nu nog
diep verborgen.
Welke is de plicht van het Nederlandsche'
volk ?
De gebeurtenissen hebben dien oppersten
plicht zér duidelijk aangewezen.
Toen ons land overstroomd werd met
honderdduizenden vluchtelingen, werd die
plicht aanstonds begrepen.
Naast de moreele inzinking van ons volk
temidden der groote verleidingen die de
oorlog deed ontstaan, heeft ons volk ook
iets groots gewonnen.
Het kan niet voorniets geweest zijn dat ieder
Nederlander, hetzij man of vrouw geweend'
heeft, geweend, in den letterlijken zin vam
het woord, bij de aanschouwing van zooveel
oorlogsellende. ledere traan heeft wat goeds
voortgebracht in ons-zelve! En de daad was'
heerlijk.
AI moge dan ook in den loop der dagem
de daad wat verslapt zijn, Nederland heeft
onnoemlijk veel ellende verlicht!
Daarin was Nederland groot!
kan worden of een amendement voorgesteld]
of het publiek heen moet gaan.
Eén lid heeft 't dus niet meer in zijra
macht een geheime zitting van het Huis te
doen plaats hebben. Het is thans de verga
dering in haar geheel, die bij stemming
beslist of men tot deze maatregel zal over
gaan, of, zooals ook bij ons, de voorzitter,
wien de bevoegdheid is toegekend een ge
heime zitting Ie beleggen, wanneer hem dat
wenschelijk lijkt.
Zoo heeft dus het geschreven recht zich
ook op dit gebied meer en meer aan de
eisenen der praktijk aangepast.
Dat er van de Standing Order van 1875,
welke nog heden ten dage van kracht is,
weinig gebruik is gemaakt, mag men gerust
aannemen.Vergis ik mij niet,dan is 't Lagerhuis
in het jaar 1878 in comité-generaal over
gegaan, toen er naar aanleiding van de ge
spannen verhouding tusschen Engeland en
Rusland belangrijke
regeeringsmededeelingen moesten plaats hebben.
En evenals ten onzent in geheime zitting'
legerkwesties besproken werden, geschiedde
dit eemgen tijd geleden in Oroot-Brittannie..
Naar een bericht in de N. R. Ct. van t
Woensdag 26 April vermeldde, heeft de
regeering een verordening uitgevaardigd,1.
waardoor met straf bedreigd wordt, al wie vam
een geheime Parlementszitting iets door den
druk of in een redevoering openbaar maakt;,
behalve het verslag van het Persbureaut
Hiermee wordt dus aangevuld, wat in de
wetgeving, nog niet berekend op de praktijk
van 't comité-generaal, ontbrak.
Er dient echter nogmaals op gewezen te
worden, dat in theorie, ook thans nog, de
zittingen niet openbaar zijn. Een aanwijzing
daarvoor kan men nog vinden in 't feit, dat
voor de toegang tot de vergadering steeds
verlof moet gevraagd worden, en ook in de
van ouds gehandhaafde formule, door een
der leden, bij wijze van inleiding, gebruikt
I see strangers in the House".
's-Gravenhage
E. v. RAALTE JJ
m