De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 12 augustus pagina 2

12 augustus 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Aug. '16. No. 204$ i Elie Metchnikoff t op zijn wetenschappelijke loopbaan, welker geschiedenis daarom zoo bijzonder merk waardig en boeiend is. Oorspronkelijk was hij zoöloog, werkende in het begin, in de bloeitijd van het darwi nisme, toen de vergelijkend morphoiogische wetenschappen, zoowel anatomie als embryo logie, hoogtij vierden. In deze wetenschappen verrichtte hij zijn eerste reeks belangrijke onderzoekingen, die er hem toe brachten, in tegenstelling met andere geleerden, niet alleen de vorm maar de functie der organen te bestudeeren. Dit behoedde hem ervoor zich blind te zien op de morphologie, het groote gevaar voor onderzoekers uit dien tijd en later en dit bracht hem ook in de richtingen die leiden zou tot zijn onderzoe kingen over de immuniteit bij besmettelijke ziekten. Maar overwegingen van zuiver wetenschappelijker! aard zouden hem, naar het mij toeschijnt, zoover niet gebracht heb ben. Het was ook de mensch in hem, niet uitsluitend de geleerde, die de stuwkracht gaf voor zijn werken. In zijn wetenschappelijken verhandelingen, waar sentiment buitengesloten behoort te zijn, vindt men daar niets van, wel echter in zijn Etudes sur la nature humaine," waar vooral de mensch spreekt. Blijkbaar (mogelijk inter preteer ik zijn gevoelens verkeerd, maar mij heeft het steeds zoo toegeschenen) be vredigde hem de science pure" niet meer; niet omdat hij daarbij geen succes had: het tegendeel is waar en, ook al ware hij in die richting door gegaan, dan zou hij toch een beroemd geleerde geweest zijn, misschien wel nog meer dan nu geëerd in de kring van zijn oorspronkelijke vakge noten, de zoölogen, zij 't dan ook onbekend bij het publiek, aan wien zijn vroeger werk ook nu nog onbekend is gebleven. Er moet dus wel een andere reden geweest zijn, waarom zijn groot werk, over de verge lijkende embryologie der Arthropoden, in een vroegere verhandeling aangekondigd, nooit het licht heeft gezien en deze meen ik te moeten zoeken in het feit dat hij van dezelfde geest, bezield was die Pasteur deed uitroepen L'ïdée de mes recherches m'a téinspirépar nos malheurs," dat hij, de geniale man, zich liever liet inspireeren door de wensch tot nut der menschheid te wierken, dan door zijn geniale ideeën. Onlangs heeft een Nederlandsch geleerde verklaard dat het alleen aan het genie geoorloofd is, abstracte schijnbaar onbelangrijke vraagstukken te be studeeren en dat de minder begaafden zich liever moeten bezig houden met onderzoe kingen die direkt practisch nut kunnen af werpen. Wanneer dit zoo is, dan is Metchni koff een voorbeeld van een genie dat zijn hooge voorrechten prijs gaf en ging werken als een gewoon, niet bijzonder begaafd onderzoeker, nadat hij eerst blijk had ge geven beter" te kunnen. Maar op welke wijze heeft hij dien taak volbracht! Zijn uitgangspunt was het door hem bij sponzen waargenomen feit, dat bewegelijke celten in het lichaam van den spons voedseldeelen vastgrijpen, opnemen en verteeren. Dit proces kan men in het algemeen phagocytose noemen en de cellen die de voedseldeeltjes opeten: phagocyten. Bij voort zetting van dit onderzoek bleek het hem, dat de phagocytose een bij alle mogelijke dieren, van de hoogsten tot de laagsten, voorkomend verschijnsel is en dat de phagocyten niet alleen bij de voedselopname een rol spelen, maar ook bij het Geheime zitting in het Engelsche Parlement Nu Asquith onlangs omtrent de dienstplichtkwestie in een geheime zitting van het Lager huis, belangrijke mededeelingen heef t gedaan, is het misschien niet van belang ontbloot een korte beschouwing te wijden aan het comit generaal, zooals dat bij onze overzeesche buren bekend is. En dan is de eerste merkwaardige omstan digheid, waarop ik dien te wijzen, deze, dat in Engeland, juist andersom als bij ons, de openbaarheid der parlementszittingen uit zondering is! Althans in theorie. Wanneer we teruggaan tot de zeven tiende eeuw, dan zien we, dat het parle ment zich met hand en tand vasthield aan zijn verworven privilege, dat zijn beraad slagingen niet in het openbaar geschiedden en het gesprokene derhalve evenmin gepu bliceerd mocht worden. Wie de verhandelingen van het Lager- en Hoogerhuis door middel van de drukpers publiceerde, kon gestraft worden wegens verbreking van de privileges van de volks vertegenwoordiging. In de loop der eeuwen is hierin natuurlijk verandering gekomen: de leden gingen er meer en meer prijs op stellen, dat de pers hun redevoeringen verspreidde, al berustte de publicatie nog steeds niet op eenige rechtsvorm. Zij was slechts mogelijk, door dat de volksvertegenwoordiging het duldde, het toeliet. Zoo noemde Mr. O'Connell nog in 1849, het publiceeren door de Times van de beraadslagingen over de Parliamentary >? Oaths BUI een inbreuk op een privilege! De uitgave der Hansard Debates, waarin men de opteekening van de beraadslagingen van 't parlement kan vinden, was een par ticuliere onderneming, sinds 1877 door de slaat gesubsidieerd. Eerst in 1909 komt men er toe, gelijk bij ons, van staatswege officieele Handelingen uit te geven. Tot zoover wat de publicatie betreft, om nu verder aandacht te besteden aan de al of niet openbaarheid der beraadslagingen. uit den weg ruimen van allerlei vaste stof fen, het moge karmijnkorrels, koolstofdeeltjes of levende bacteriën zijn, die in het lichaam niet thuis behooren. Bij de hoogere dieren, waar de opname van het voedsel op andere wijze geschiedt is dit zelfs hun eenige, maar uiterst belangrijke functie. Een volgende schakel in zijn onderzoek was de bestu deering van een besmettelijke ziekte van microscopisch kleine waterdieren, verwant met de kreeften: de Daphnieën, die door een plantaardige parasiet worden aange tast, die door de darmwand heendringt en zich in de lichaamsholte vermenigvuldigt. Een deel der dieren sterft aan de ziekte, een ander deel geneest, en bij de herstel lende dieren nam Metchnikoff waar, dat bewegelijke cellen uit het lichaam der Daphnieën de binnengedrongen parasiet in zich opnemen en onschadelijk maken. Hier ontmoette hij dus opnieuw zijn phago cyten, maar nu niet meer als opnemersvan voedsel, maar als verdedigers van het lichaam tegen vreemde indringers. Deze verschijnselen in verband te brengen met de immuniteit, d. w. z. met de, aange boren of verkregen, onvatbaarheid tegenover bepaalde infectieziekten, was de daad van het genie, dit verband te bewijzen het werk van den taaien onderzoeker. Metchnikoff deed zoowel het een als het ander. Het bleek hem daarbij, dat ziekte verwekkende bacteriën ingespoten bij dieren die onvatbaar zijn voor die ziekte of die ervan genezen, door de phagocyten worden opgenomen en onscha delijk gemaakt, dat dit niet het geval is bij dieren die de onvatbaarheid missen en aan de ziekte sterven, maar dat het verschijnsel weer wel optreedt bij zulke dieren die langs kunstmatigen weg onvatbaar gemaakt zijn. Zóvoortgaande, op steeds andere wijze zijn opvattingen toetsende en daar bij zonder twijfel geholpen door zijn kritici, die hem nieuwe banen aanwezen, door hun tegenwerpingen, kwam hij ten slotte tot een volledig uitgewerkte theorie der immuniteit, d.w.z. der onvatbaarheid voor besmettelijke ziekten, waarvan de hoofdsom is neergelegd in zijn boek 1'lmmuHitédans les maladies infectieuses". Naast dit goede kunnen de phagocyten echter ook kwaad doen, nml. in het lichaam van de ouden van dagen. Niet alleen dat ze daar de haarkleurstof opnemen, zoodat het haar grijs wordt, ze tasten ook de edele deelen van het lichaam aan, waardoor de leden verstijven, de beenderen broos worden en de geest verduisterd wordt. Deze onder zoekingen over de ouderdom, de geronto logie", brengt Metchnikoff in verband met anderen, over de gevolgen van chronische vergiftigingen van het menschelijke en dierlijke lichaam, waarbij de phagocyten dezelfde nadeelige rol spelen. Men moet daarvan echter niet de phagocyten de schuld geven, maar die chronische vergiftiging, die ook, volgens Metchnikoff, de oorzaak der ouderdomskwalen zou zijn en het gevolg van de voortdurende opname van schadelijke bestanddeelen ontstaan door de rottings processen die zich in onze dikke darm af spelen. Deze hypothese is de aanleiding ge weest tot het verrichten van een geheele reeks belangwekkende onderzoekingen van Metchnikoff en zijn leerlingen, die hem tot het laatste toe hebbejj bezig gehouden. Afzonderlijke vermelding behoeft nog de onderzoekingen van M. te zamen met Roux, den directeur van het Institut Pasteur.Jover experimenteele syphilis bij apen, onderzoe kingen die daarom van zooveel gewicht waren, omdat ze voor het eerst de mogelijk heid bewezen, deze ziekte op proefdieren over te brengen en dus voor het experi menteele werk toegankelijk te maken. In Metchnikoff hebben wij een der grond leggers van de moderne leer der infectie ziekten zien heengaan. Door de uitgebreide kring van leerlingen die hij gevormd heeft, is echter de verdere bouw op de door hem gelegde grondslagen verzekerd. Dr. N. H. SWELLENGREBEL Cornelis Vrij f Buiten de schoolwereld is de naam van Vrij ongetwijfeld niet zóbekend als die van Jan Ligthart, toch heeft ook hij gelegen heid gevonden zijn eigen denkbeelden in praktijk te brengen en daarvoor ook bij anderen te ijveren. Dat hij niet zoo naar buiten bekend is, vindt zeker zijn oorzaak hierin, dat er beGelijk reeds opgemerkt, was het oor spronkelijk streng verboden dat strangers," zooals allen heeten, die geen lid of beambte van 't Parlement zijn, daar toegang ver kregen. De verklaring hiervoor is te vin den in de bijzondere positie, die het Lager huis in vroeger eeuwen innam, nl. die van verdediger van de rechten van het volk tégen den koning. Men was bevreesd, dat de monarch door handlangers de veiligheid der volksvertegenwoordiging zou belagen; om aanslagen te vermijden, en te verhin deren, dat de vorst een ongewenschten in vloed op de verrichtingen van het Huis zou uitoefenen, kwam men krachtig op voor het recht van geheime beraadslaging. Op den duur is het parlement zich aan deze regel niet blijven vastklampen. Toen de reden voor de geheime vergaderingen ging verdwijnen, werd er niet zoo precies meer rekening gehouden mef de order" die het publiek de toegang verbood. Zoo blijkt b.v. dat in 1701 en na dien, vele per sonen dikwijls de zittingen bijwoonden, zonder dat ze verwijderd werden, vooral ook, omdat de ontruiming zoo moeilijk en langzaam in haar werk ging. Meer en meer wordt de openbaarheid der vergaderingen regel... in praktijk tenminste. Want Engeland zou Engeland niet geweest zijn, zoo de rule of the House gewijzigd ware. 't Spreekt vanzelf, dat men slechts bij bijzondere gelegenheden tot deze maatregel placht over te gaan. Zoo bv. in 1810, toen er werd aangedrongen op een nader onder zoek naar de voor Engeland ongelukkig afgeloopen expeditie naar Walcheren. De Parliamentary Papers van 1810 be helzen echter een (niet-officieel natuurlijk) verslag van het onderzoek dat zich in comité-generaal heeft afgespeeld. In 1849 dus een geruimen tijd later doet zich een dergelijk evenement voor, maar dan twee keer kort na elkaar. Op 18 Mei beklaagde de Ier O'Connell er zich over, dat de Times in strijd met 't privilege van 't parlement, gelijk zooeven reeds vermeld van de debatten over de Parliamentary Oaths Bill verslag had geCornelis Vrij f t rekkelijk slechts weinig van zijn hand ver scheen. Hij zou heel wat uit zijn rijke erva ringen hebben kunnen opschrijven, maar daar hield hij niet van: soms in gesprekken, dan kwam er wel eens wat los en dari be treurde de hoorder het steeds, dat dit niet in ruimer kring bekend werd. Vrij werd den l Oden April 1864 te BrielschNieuwland geboren en nadat hij de Haarlemsche Kweekschool doorloopen had, was zijn eerste betrekking ook weer op Voorne in Nieuwenhoorn. Hij kwam al spoedig naar Amsterdam, waar ik hem ongeveer dertig jaren geleden leerde kennen; ik meen, dat hij toen op school no. 5 was, hoofd de bekende heer H. van Voorthuizen. Later kwam hij aan de Hendrik-Westerschool en werkte daar samen met mannen als Schroevers, E Heimans (ook reeds overleden) en S. Abramsz. Hij heeft daar heel wat jongens, waar wat in zat, doch waarvan de ouders geen geldmiddelen bezaten, weten voort te helpen door zelf hun gratis-lessen te geven, door beurzen of particuliere fondsjes voor ze te verkrijgen en velen van zijn leerlingen uit dien tijd vergaten zijn verjaardag nooit; zoo een oud-leerling in Indië, die steeds zelfs van daar zijn brief precies op tijd wist te doen aankomen. Daar zaten allerlei be kende mannen van nu op de schoolbanken; ik noem slechts Prof. E. M. Meijers te Leiden en den bekenden schilder S. Qarf; voor den laatste deed Vrij nog bij diens vader een goed woordje om hem teekenen te laten leeren. Het was in die omgeving der HendrikWesterschool, dat zijn plannen voorfrisscher, levendiger onderwijs meer en meer vasten vorm kregen. Maar zelf had hij geen geld. En daarom zag hij om naar menschen met ruimen blik, ruime beurs en ruim ver trouwen. Met andere woorden hij stichtte zelf de Nieuwe Schoolvereeniging; hij stond tegenover de vereeniging in andere ver houding dan de direkteuren van andere, later opgerichte schoolvereenigingen, die door de ouders werden gesticht die daarna voor de school een hoofd benoemden. En steeds sprak hij met groote waardeering over zijn buitengewoon;aangename samen werking met de bestuurders der Nieuwe Schoolvereeniging, over de vriendschap, die hem met sommigen hunner nog nader vereenigde. In juni 1898 werd de school met 29 leer lingen geopend in de Vondelstraat, in 1900 werd het gebouw aan de Jan Luykenstraat betrokken, dat ook nog weer herhaaldelijk verbouwd moest worden en waarbij later de speelplaats aan de overzijde werd in ge bruik genomen; die speelplaats, waarvan de Sanatogen Enkele lepels daags sterken zenuwen en lichaam. 2O.OOO Artsen erkennen dit schriftelijk. 9 geven, en dan nog wel een onjuist verslag. Dit brengt hem er toe den chairman (voorzitter van the House in committee) er op te wijzen, dat er strangers" aanwezig zijn, waarop deze zich moeten verwijderen. Er ontstond tegen dit optreden eenig verzet, doch zonder succes. Op 8 Juni daaraanvol gende speelt zich dezelfde komedie af, met dezelfde bezetting van de hoofdrol. Nu schijnt de afgevaardigde verontwaardigd te zijn, over 't feit, dat de pers niet oplettend genoeg was geweest en hem niet eerlijk behandeld had bij de beraadslagingen over de lersche Armenwet. Hansard Debates vermeldt zijn woorden aldus: I see strangers present (waving his hat to the reporters'gallery). Ook nu vindt zijn houding niet algemeene goedkeuring; zijn doel bereikt hij echter, aangezien de speaker gelijk later door dezen waardigheidsbekleder opgemerkt na een dusdanige opmerking, het publiek terstond moet laten verwijderen en niet eerst aan 't Huis de vraag kan voorleggen, of er tot deze maatregel overgegaan zal worden, al dan niet. Toch ging men er nu over denken, of het niet wenschelijk was, tot een wijziging in dezen over te gaan. Unaniem verklaarde de commissie, die hieromtrent een rapport moest uitbrengen, zich tegen een verandering, zich er op be roepende, dat van misbruik zelden of nooit sprake was geweest, en vooral, dat men hier te doen had men een gebruik dateerende uit de vroegste geschiedenis! Toen er naar aanleiding van een analoog voorval op den 24en Mei 1870, bij de be handeling van de wet op de besmettelijke ziekten, een discussie over de kwestie van de verwijdering van strangers" ontstond, beriep Gladstone zich op bovenvermeld rapport, al moest hij toegeven, dat men hier eer met een machtsmiddel, dan met een privilege te doen had. Het zou niet lang meer duren, of dit machts middel deed zich in zijn volle gevaarlijke omvang gevoelen : men maakte van de oude standing order, die de toegang van 't publiek boomen door de leerlingen zelf werden geplant. Wat was nu hoofdzaak in deze school ? In de eerste plaats een nieuw verbond tus schen onderwijzers en kinderen, tusschen school en huis; verder handenarbeid, spel, sport, de natuur in de school, maar vooral zon en schoonheid in de school. En wie het gebouw aan de Jan Luykenstraat op tentoonstellingsdagen, maar liever nog op gewone schooldagen, bezocht, die voelde dat wat hij wilde, ook werkelijkheid was geworden; hij zag, dat n onderwijzers n kinderen door zijn allen bezielend voorbeeld geheel in zijn geest werkten. Of alles nog wel geheel zoo ging op de school als hij zelf het wenschte, wie zal het zeggen. Achter de school kwam de H.B.S., het gymnasium; en de jongens en meisjes van de Nieuwe Schoolvereeniging moesten toch ook die tempels der wetenschap be treden. Toelatingsexamens en ideële schooleischen kunnen het maar zelden eens wor den, maar geen der leerlingen zal ooit kunnen zeggen, dat zijn toekomst aan de denkbeelden van Vrij is opgeofferd. In andere plaatsen Den Haag, Bloemendaal, Laren, Arnhem, Hengelo, Hilversum, Kralingen en Baarn, reeds boven werd er op gewezen, kwamen eveneens dergelijke scholen tot stand; steeds werd bij de stich ting Vrij's raad ingewonnen; altijd nog kwamen de leden van het personeel nu en dan eens een kijkje op de Amsterdamsche school nemen; daar werd telkens wat nieuws toegepast en dat nieuwe goed. Want hij durfde met nieuwe denkbeelden een proef nemen, ook als hij zelf niet geheel van het slagen ervan zeker was; anderen hadden over die proeven dan zeker dikke verhan delingen geschreven, Vrij niet; hij was de practicus bij uitnemendheid, die voor mooidoenerij naar buiten weinig voelde. Maar toch was hij er trotsch op, dat deze school een der eerste of deeeiste was, waar slöjd een integreerend deel van het onder wijs was, waar aan Zweedsche gymnastiek, aan korfbal en slagbal, aan rietvlechten en eenvoudig weven werd gedaan. Ook daarin kwam zijn verlangen naar schoonheid in de school steeds opnieuw tot uiting. En dit werd erkend, zoowel door de ouders als door de collega's haast had ik geschreven door de concurrenten. Een van zijn vaste spreekwoorden was : wat je overmorgen wilt doen, moest je eergisteren al gedaan hebben." Zoo heeft Vrij zijn leven opgevat en zoo kon hij tamelijk onverwacht heengaan, want zoo als zijn zoon mij schreef: Tweeenvijftig was bij mijn vader een eergisteren, waarin alles voor overmorgen klaar was." Aan zulke weinig pretentieuse mannen van initiatief als Vrij heeft ons onderwijs behoefte; er zijn er gelukkig meer zoo bij openbaar en bijzonder onderwijs; aan hunne chefs wordt de wijsheid tpegewenscht, hun gelegenheid te geven dat initiatief tot uiting te brengen ; daarbij toch kan ons volk slecht wel varen. 9 Augustus 1916. TH. M. KETELAAR Uw Taak Wat ik zeggen wil, wat ik u voorstellen ga, heeft te maken met de duidelijk aange wezen plicht van ons volk. Om ons de ebbe en de vloed van haat en van toewijding, m ons de deining van ver schrikkelijk wee. Wat is nu de plicht der volkeren ? ledere Duitscher moet sterk staan, zich blijven geven aan het werk dat zijn volk eens ter hand genomen heeft. Hij meende dat dit plicht was, en hij kan voorloopig niet anders. Schrik'lijk is het leed dat daarom over dit volk gekomen is en nog komen gaat. Een reusachtige vloed van haat is over Duitschland gegaan, nu komt de ebbe van het leed ! In dit kosmisch rhytme vindt het volk de harde noodzaak van nog steeds vol te houden. Steeds nieuwe golven gaan over dit volk! IIIHJIlfflMMMmll tlllMIMIflIIMIMI verbood, en waarop een lid zich beriep als hij wees op de aanwezigheid van strangers" meer en meer misbruik om obstructie te voeren. Door op chicaneuze wijze te werk te gaan, en telkens de gelegenheid (meer te onpas dan te pas) aan te grijpen, om een comité-generaal met al zijn omslag uit te lokken, trachtten de Ieren in de zeventiger jaren de werkzaamheden van het Parlement te verlammen. En wanneer hun medeleden, verontwaardigd over deze uiterst onaange name tegenwerking, hen tartten eenige ge gronde reden te noemen voor het aandrin gen op zoo'n geheime zitting, dan luidde 't argument van de obstructionisten, dat de pers hun redevoeringen niet of onjuist had weergegeven. Men ziet het: l'histoire se répéte. Wat de Ier O'Connell in 1849, onder hoonend pro test van sommige leden, als verdediging voor zijn optreden aanvoerde, werd twee decaden later, door zijn volgelingen aange grepen om den wetgevenden arbeid te stremmen. Toen echter de nationalistische afgevaar digde Biggar, den 27sten April 1875 het Huis dreigde, dat hij voorloopig eiken dag de deuren zou doen sluiten, zag Disraeli in, dat het tijd werd aan deze manoeuvres een einde te maken. Nauwelijks had Biggar op de aanwezigheid van strangers" gewe zen, of de leider der conservatieven stond op en stelde voor, dat de oude Standing Order, die de toegang van 't publiek verbood en n lid de gelegenheid schonk eenvoudig door zijn opmerking de deuren te doen sluiten, te schorsen. Het voorstel verwierf de steun en sympathie van een aanzienlijke meerderheid, zoodat de toeleg der Ieren daarmee mislukte. Kort daarop nam het Huis een nieuwe Standing Order aan, die voortaan verdere misbruiken kan verhoeden. Immers nu is het niet meer voldoende, dat een lid de voorzitter er slechts op wijst, dat strangers' in de zaal zijn. Neen, na zulk een opmerking moet de Speaker (of chairman) de vraag in stemming brengen zonder dat daarbij eenig debat gevoerd De Aarde Spreekt: Al ben ik geen Mercurius, Geen Jupiter, geen Zon, Ik was mijn heele leven lang Zoo goed als ik maar kon. Ik liet me boren in mijn lijf Voor ijzer en voor goud, Ik liet me graven in mijn huid Voor koren en voor zout. En springen op mijn arme vel Een massa wezens rond, Ik geef ze eiken dag de kost En houd ze goed gezond. De lastigste van allemaal, Die ik 't hardst verwensch, En die me ziekeneurig maakt: Dat is zijn' hoogheid mensch/ Het is een wezen met een ziel, Een zeker apensoort, Dat met elkander consumeert, Maar toch om niets vermoordt. Dat vechten en dat angstgegil Verveelt me op den duur, Ze moeten heel voorzichtig zijn, Ik ben van binnen vuur. Ik heb genoeg van hun gemier, Ik ben een rare klant, Ik barst nog op een 'kwaden dag En maak mezelf van kant. Dan is 't uit met hertenbout, Met Rembrandt en met visch, Dan is 't uit met Kamerlid, Met Godsdienst en met Mis. Geen Generaals en Vorsten meer, Geen militair geweld ; Geen auto's en geen caviaar, Geen renten en geen geld! En als 't nu niet eerlang wordt Zooals 't vroeger was, Dan bid ik onzen Lieven Heer: Maak alles weer tot gas/" Vernietig ze toch allemaal", Ze zijn Uw Werk niet waard," Ze doen of er niet Hooger /s," Dan zij alleen op aard' " Ook het Fransche volk ziet slechts n plicht. Ondanks de reusachtige offers, die het bracht, moet het verder gaan op dezen verschrikkelijken weg. Het doel wordt ook hier niet ontgaan. En zoo vindt ieder strijdend volk zijn harde plicht, verheven of laag, in de voortzetting van dezen oorlog, waaruit nieuwe dingen geboren zullen worden, godsdingen nu nog diep verborgen. Welke is de plicht van het Nederlandsche' volk ? De gebeurtenissen hebben dien oppersten plicht zér duidelijk aangewezen. Toen ons land overstroomd werd met honderdduizenden vluchtelingen, werd die plicht aanstonds begrepen. Naast de moreele inzinking van ons volk temidden der groote verleidingen die de oorlog deed ontstaan, heeft ons volk ook iets groots gewonnen. Het kan niet voorniets geweest zijn dat ieder Nederlander, hetzij man of vrouw geweend' heeft, geweend, in den letterlijken zin vam het woord, bij de aanschouwing van zooveel oorlogsellende. ledere traan heeft wat goeds voortgebracht in ons-zelve! En de daad was' heerlijk. AI moge dan ook in den loop der dagem de daad wat verslapt zijn, Nederland heeft onnoemlijk veel ellende verlicht! Daarin was Nederland groot! kan worden of een amendement voorgesteld] of het publiek heen moet gaan. Eén lid heeft 't dus niet meer in zijra macht een geheime zitting van het Huis te doen plaats hebben. Het is thans de verga dering in haar geheel, die bij stemming beslist of men tot deze maatregel zal over gaan, of, zooals ook bij ons, de voorzitter, wien de bevoegdheid is toegekend een ge heime zitting Ie beleggen, wanneer hem dat wenschelijk lijkt. Zoo heeft dus het geschreven recht zich ook op dit gebied meer en meer aan de eisenen der praktijk aangepast. Dat er van de Standing Order van 1875, welke nog heden ten dage van kracht is, weinig gebruik is gemaakt, mag men gerust aannemen.Vergis ik mij niet,dan is 't Lagerhuis in het jaar 1878 in comité-generaal over gegaan, toen er naar aanleiding van de ge spannen verhouding tusschen Engeland en Rusland belangrijke regeeringsmededeelingen moesten plaats hebben. En evenals ten onzent in geheime zitting' legerkwesties besproken werden, geschiedde dit eemgen tijd geleden in Oroot-Brittannie.. Naar een bericht in de N. R. Ct. van t Woensdag 26 April vermeldde, heeft de regeering een verordening uitgevaardigd,1. waardoor met straf bedreigd wordt, al wie vam een geheime Parlementszitting iets door den druk of in een redevoering openbaar maakt;, behalve het verslag van het Persbureaut Hiermee wordt dus aangevuld, wat in de wetgeving, nog niet berekend op de praktijk van 't comité-generaal, ontbrak. Er dient echter nogmaals op gewezen te worden, dat in theorie, ook thans nog, de zittingen niet openbaar zijn. Een aanwijzing daarvoor kan men nog vinden in 't feit, dat voor de toegang tot de vergadering steeds verlof moet gevraagd worden, en ook in de van ouds gehandhaafde formule, door een der leden, bij wijze van inleiding, gebruikt I see strangers in the House". 's-Gravenhage E. v. RAALTE JJ m

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl