Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Aug. '16. No. 2043
De stand van den oorlog
,Van de telegrammen over den oorlog
lees- ik nog alleen, wat er met vette letters
gedrukt staat," zei mij laatst iemand, die
toch niet behoort tot de categorie van de
«spreek mij niet over den oorlog"-menschen.
Hij zal de eenige niet zijn, die oorlogs
moede is geworden. Zelfs in een land als
Duitschland is er, volgens geloofwaardige
berichten, eigenlijk geen belangstelling meer
voor de dagelijksche bulletins; hoe zou dan
In onzijdige landen niet in veel sterkere
mate die belangstelling zijn afgenomen?
Zelfs het offensief, in dezen zomer achter
eenvolgens door de geallieerden op de ver
schillende fronten ondernomen, heeft daar
geen verandering in gebracht; ik spreek niet
van de vurige vrienden der Entente, die een
streepje aan de balk schrijven voor elk
nieuw duizendtal gevangenen, door de Rus
sen gemaakt, maar van den gemiddelden
beschaafden'' Nederlander, die niet koud
en niet warm is voor een van de oorlog
voerende, partijen. Wat er in Volhynië,
Qalicie en de Bpekowina gebeurt, is voor hem
zoover van huis, dat hij er zich weinig van
aantrekt; ook laat zijne geographische ken
nis hem in den steek om de gebeurtenissen,
waarvan in de telegrammen bericht wordt,
op haar waarde te taxeeren; hij wacht dus
nog maar met het inzetten van zijne be
langstelling, totdat hij leest, dat de Russen
in Lemberg zijn, of dat zij over de
Karpathen trekken; eerst dan begint het Russi
sche offensief meenens voor hem te worden.
Ook de strijd aan de Som me houdt hem
niet in spanning; ten minste: niet meer. In
den. beginne wel; al was het alleen maar
om het verrassende van het geval, dat de
Franschen, ondanks Verdun, nog kracht voor
een nieuwen aanval hadden overgehouden,
en dat de Engelsche legers eindelijk in actie
kwamen. Maar sinds de vorderingen" van
de geallieerden aan het Somme-front eenige
gelijkenis beginnen te vertoonen met de
vorderingen" van de reiziger uit een be
rucht rekensommetje, die op eiken dag van
zijne reis de helft van den afstand aflegt,
die hem telkens nog scheidt van het doel
zijner reis en daarom tot op den huidigen
dag dit doel nog niet heeft bereikt, houdt
hij het er voor, dat ook de aankomst van
de Engelsche en de Fransche troepen, die
aan de Somme strijden, aan hun naaste doel,
hl. Bapaume en Péronne, voorloopig nog
niet mag worden verwacht en geeft hij tot
zoolang aan zijne belangstelling nog vacantie.
Wat de gemiddelde beschaafde" Neder
lander doet, is in den regel uitermate ver
standig ; en ook in dit geval is het slechts
een loffelijke voorzichtigheid te noemen, dat
hij niet ontrouw wordt aan zijne gewoonte
om de kat uit den boom te kijken. Waarom
zou hij zijne belangstelling, waarvan hij
immers toch maar een beperkte hoeveelheid
op fust heeft, verkwisten aan gebeurtenissen,
waarvan het nog altijd onzeker is, of zij
grooten invloed zullen hebben op den uitslag
van dezen oorlog?
Dit laatste geldt in de eerste plaats van
den strijd aan de Somme.
Niemand van de honderden, die in allerlei
landen over de krijgsverrichtingen aan dit
front schrijven, beschikt over de gegevens,
die men zou moeten kennen om te
beoordeelen, of de kracht van den aanval reeds
is gebroken, ja of neen; de weinigen, wien
deze gegevens ten dienste staan, schrijven
er niet over. Kunnen de geallieerden nog
De Vrees op het Gevechtsveld
In het jaar 1914 verecheen van de hand
van den bekenden Franschen generaal Percin
een bijzonder belangwekkend boek, getiteld
Ie Combat. *) Dit werk is in de eerste plaats
op psychologischen grondslag geschreven,
omdat de auteur van meening is, dat de
oorlog niet zoo zeer een strijd van materieele,
dan wel van moreele krachten is.
Generaal Percin is niet alleen een gentaal
artillerist (de schepping der moderne artillerie
tactiek mag als zijn werk beschouwd worden),
maar ook een groot psycholoog en een scherp
zinnig denker. Zijn boek zij dan ook den leek
warm aanbevolen, want hierin vindt hij een
gevechtsleer op zielkundige basis uitgewerkt.
Derhalve geen dorre, technische zinnen, maar
een boeiend geschreven werk, dat ook den
burger een kijk vermag te geven op het
gebeuren, speciaal het psychisch gebeuren
op het slagveld. Zelf zegt de schrijver in de
voorrede, dat hij zich met zijn boek wendt
a tous les citoyens qui, dans une guerre
nationale, viendront grossir les rangs de
l'armée permanente et auront un röle, si
modeste qu'il soit, a jouer au combat."
Niet de materieele verliezen domineeren
op het gevechtsveld, maar het ineenstorten
der moreele krachten. Deze Zusammenbuch"
is de oorzaak der nederlaag. Want het moge
vreemd klinken, dikwijls zijn de verliezen der
overwinnaars grooter dan die der overwon
nenen, zooals in verschillende oorlogen is
gebleken. Slechts dan is succes gewaar
borgd, als men den vasten wil heeft de
overwinning te behalen, den tegenstander
uit zijn stellingen te verdrijven. Want niet
het aantal der op het slagveld gevallen
strijders zijn de vruchten der overwinning,
doch wel de bij den terugtocht ontstane
verwarring en de daaruit geboren onmoge
lijkheid den strijd verder voort te zetten.
Dit niet in staat zijn om het gevecht weer
op te nemen moet men minder zoeken in
de lichamelijke uitputting, dan wel in een
te niet gaan der zedelijke eigenschappen.
Het is de vrees, die aanleiding is, dat de
overwonnenen de beslissing uit den weg
gaan. Minder nog de vrees voor vijandelijke
projectielen, waartegen men zich kan
dek
*) Paris 1914 Librairie Fëlix Alcan Pr.
3,50 Frs.
De Visscherij Kwestie
(Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan)
HOLLAND TOT ENGELAND: Beschermer der kleine naties l Ik roep uw hulp in tegen... dien daar!"
IIIIIIIMIIIIIIIIltllllllltllllllllllltlllMlllnillllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIII
genoeg manschappen aanvoeren om de ter
reinwinst, die zij thans reeds gemaakt hebben,
verder uit te breiden, of om op een ander
gedeelte van het front in Frankrijk of Vlaan
deren een zelfde offensief te ondernemen,
als zij zes weken geleden aan de Somme
begonnen? Zal de druk, door hen op het
Duitsche front uitgeoefend, aanhouden en
zwaarder worden, ten slotte zoo zwaar.dat
het weerstandsvermogen van den vijand
wordt gebroken?
Over eenige weken zullen wij het mis
schien, over eenige maanden stellig weten.
Gebrek aan munitie schijnt niet te zullen
noodzaken tot het staken van het offensief,
al worden er hoeveelheden projectielen ver
schoten, waarvan men zich ter nauwernood
meer een voorstelling kan maken. De Engel
sche minister van munitie, Montagu, heeft
gisteren in het Lagerhuis medegedeeld, dat
alleen het voorbereidende bombardement in
de week vór den aanval meer munitie
heeft gekost, dan in de eerste elf maanden
van den oorlog in Engeland is aangemaakt,
en dat het verbruik van munitie in de laatste
maand was gestegen tot het dubbele van
hetgeen men nog acht maanden geleden als
voldoende beschouwde; maar hij kon er de
verzekering aan toevoegen, dat de aanmaak
der fabrieken thans het verbruik dekte en
dat er geen vrees behoefde te bestaan, dat
het offensief ontijdig zou moeten ophouden
uit gebrek aan munitie.
Maar de aanmaak van manschappen gaat
heel wat langzamer dan .die van granaten;
tot het tempo, waarin de munitiefabrieken
werken, kan die niet worden opgevoerd. Zal
Engeland het menschenmateriaal kunnen en
willen offeren, dat zal worden geeischt door
de poging om den vijand te verdrijven uit
het door hem bezette en met alle
hulpmidIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IMIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU*
ken, dan die voor de bajonetten, welke strijd
noodzakelijk maken.
Een bijzonder hoofdstuk, dat zeer interes
sant is, is aan de vrees gewijd. De generaal
legt er terecht den nadruk op, dat men het
wezen der vrees, de oorzaken van haar ont
staan en haar uitwerking kennen moet, om
ze met succes te kunnen bestrijden. Ze is
een uitvloeisel van de den mensen aange
boren zucht tot zelfbehoud en vindt haar
tegenwicht in het plichtsgevoel en de
kameraadschap.
Onder alle oorzaken, die vrees verwekken
en vermeerderen, staat het onbekende voor
aan. Ieder, die van aangezicht tot aangezicht
tegenover een geheel vreemden toestand
staat, heeft neiging het gevaar te overschat
ten. Van zichzelf zegt de schrijver, dat hij
in den loop van het gevecht minder het
gevoel van vrees gehad heeft dan daarvoor.
C'est l'entrée sur Ie champ de bataille, dans
l'inconnu, qui m'a toujours Ie plus
vivement impressionné."
Daarvan haalt de generaal twee frappante
staaltjes aan, die ik hier even wil overnemen.
Den 9den November 1870 bracht een offi
cier van den Generalen Staf de batterij Percin
in de buurt van Coulmiers in stelling en
gaf omtrent den tactischen toestand de
meest uitgebreide inlichtingen. Hij legde
uit, dat de Fransche infanterie Coulmiers
ging aanvallen en dat het hoofdwapen onder
vuur was der Duitsche batterijen, welk vuur
niet beantwoord kon worden door de divisie
artillerie, daar deze bewapend was met
kanonnen, welke voor dit doel niet ver ge
noeg droegen.
Daarom werden twee batterijen der korps
artillerie ingezet.
Tenslotte wees hij Percin de strook aan,
waarin zich de Duitsche batterijen bevonden,
die door de Fransche vuurmonden bestreden
moesten worden.
Tot zoover had alles dus niet beter kunnen
gaan. Zelfs zag de batterij de eigen infan
terie passeeren, dans un prdre parfait."
Nu komt echter de aandreiging van het
gevaar, waarop Percin doelt en die altijd
min of meer invloed oefent op het moreel.
De eerste schoten der vijandelijke batte
rijen beginnen te vallen en wel 250 M. te
kort; de volgende 150 M. te ver. De derde
serie, afgevuurd met de gemiddelde
opzethoogte der beide vorigen, 50 M. te kort.
Bien que les salves
courtesneproduisissent aucun effet matériel, elles nous
impressionnèrent vivement, parce que c'étaient les
premières.
Bien que les salves longues fussent
galement inefficaces, elles nous impressionnèrent
plus vivement encore, a cause du bruit que
faisaient les projectiles, en passant
au-dessus de nos têtes.
Bien que les salves exccutées avec la
hausse moyenne nous eussent inflig
queldelen der moderne techniek versterkte ge
bied ? Op die vraag kan het antwoord nog
niet worden gegeven.
Evenmin als de strijd aan de Somme reeds
resultaten heeft opgeleverd, die voor den
finalen afloop van den oorlog van groot
belang beloven te worden, evenmin is dit
het geval met de jongste successen, door de
Italianen behaald.
Görz en de hoogvlakte van Doberdo door
de Italianen bezet het was een verras
sende tijding, omdat men geloofde, dat zij
het grootste gedeelte van hunne strijdmacht
in actie hadden gebracht aan het Alpen
front ; en na de reeds zoo dikwijls mislukte
pogingen om de Isonzo-linle te vermeesteren,
dacht ook eigenlijk niemand meer, dat de
Oostenrijkers hier kamp zouden moeten
geven. Maar ook in dezen oorlog gebeurt
herhaaldelijk het onverwachte.
De vreugde over dit succes heeft zich in
Italië nog uitbundiger geuit dan die over
het staken van den Oostenrij kschen aanval
op de vlakte van Venetië; daar was ook
reden toe, want de terugtocht der Oosten
rijkers in het Italiaansche Alpengebied was
hoofdzakelijk het gevolg van het Russische
offensief, de verovering van Görz het werk
der Italianen zelf. En die verovering brengt
hen weer dichter bij het zoo vurig be
geerde doel: bij Triest.
Maar van dit doel worden zij nog geschei
den door het Karst-plateau, dat aan de
Oostenrijkers zeer gunstige kansen tot ver
dediging biedt. Het zal weldra blijken, of
de aanval der Italianen zoo pntstuimig voort
gaat, dat aan de Oostenrijkers niet de ge
legenheid wordt gelaten, hun nieuwe ver
dedigingslinie voldoende in gereedheid te
brengen. Eerst in dat geval zal het succes
der Italianen er een van beteekenis worden.
iiiiiiiiliiiiiiiiimiMtliiitiiiiiiiiiiiliiiiliiiiiimiiiiii
ques pertes, on s'y accoutuma a la longue,
parceque la hausse ne changea plus. On savait
& quoi s'en tenir."
Het tweede voorbeeld is frappanter. Toen
bepaalde de officier van den Generalen Staf
er zich toe den 2den December 1870 tot
Percin te zeggen: Cela va mal du cótéde
Terminiers. Le gënéral demande imm
diatement deux battéries de la réserve." Op dezen
dag derhalve ontving Percin geen uitge
breide inlichtingen noch was er eenige
voorbereiding, maar bleek een onmiddellijk
inzetten der batterij noodzakelijk. Hij kwam
aan de linkerzijde van Terminiers in stel
ling, de zusterbatterij aan de rechterkant.
Niemand zeide hem, of hij op infanterie dan
wel op artillerie moest schieten. Niemand
wees hem de stelling voor de batterij aan.
Bij de aankomst op het gevechtsveld zag
hij geen keurige troep infanterie voorbij
marcheeren, maar een aantal gewonden,
waarvan hij de zuchten hoorde. Verder een
groep, uit haar verband gerukte pauselijke
zouaven, die de inlichtingen bevestigden,
welke hij van den officier van den Generalen
Staf had ontvangen n.l. dat het slecht ging
te Terminiers.
Ce fut l'inconnu dans tout ce qu'il a de
plus angoissant."
Omstandigheden, die de vrees verhoogen,
zijn het verrassende, het alleen-zijn, stilte
en duisternis.
Bij de verrassing vertelt de generaal het
volgende merkwaardige voorval uit zijn
eigen leven.
Den dag, dat zijn batterij te Terminiers
werd ingezet, bevond deze zich plotseling
tegenover een peloton Duitsche cavalerie,
dat 300 M. van hem af déboucheerde. De
verrassing was aan beide zijden zóvol
komen, dat niemand er aan dacht iets uit
te voeren.
Voor de Duitschers was de aangewezen
weg geweest ventre a terre te chargeeren;
! ze zouden de Duitschers volkomen verrast
hebben. Want in dezen korten tijd waren
' deze niet in staat geweest het kanon af te
leggen. Zoo handelde dan ook een ander
Duitsch peloton, waarschijnlijk van hetzelfde
escadron, dat op de zusterbatterij inhakte
en deze gevangen nam.
Eerstgenoemd peleton aarzelde evenwel.
Inplaats dat Percin nu van de
handvuurwapenen liet gebruik maken om de tegen
stander te verjagen, deed hij niets. Hij was
het bestaan dezer wapens geheel vergeten,
omdat ze door de bedienings-manschappen
in het gevecht bijna nooit worden gebruikt.
Een ander Fransen kapitein, die zich bij hen
voegde, riep in zijn verwarring: Pièce,
feu!", een ridicuul commando, omdat tijdens
den marsch de monding juist van den vijand
af is gekeerd en met het afleggen en tot
vuren gereed maken eenigen tijd gemoeid is.
Het was tenslotte een eenvoudig
onderMaar van grooter beteekenis voor hen zelf
dan voor den geheelen uitslag van den
oorlog; ook Triest in Italiaansch bezit zal
voor Duitschland geen reden zijn, de wapens
neer te leggen.
Noch op het westelijk front, noch aan de
Isonzo-linie is door de krijgsgebeurtenissen
van de laatste weken reeds een belangrijke
beslissing gebracht; het is mogelijk, dat
zulk een beslissing er door wordt voorbe
reid, maar komen moet zij nog. Het zijn
nog altijd de Russen, wier vorderingen het
grootste gevaar voor de centrale mogend
heden opleveren.
Op het geheele front tusschen de Golf
van Riga en de Pripet-moerassen viel nog
geen verandering voor, al hebben de Rus
sische aanvallen reeds zwaar gebeukt op
sommige gedeelten ervan; maar verderop
naar het Zuiden hebben zij totnogtoe lang
zaam, maar gestadig terrein gewonnen, en
niets doet nog vermoeden, dat hun offen
sief hier reeds aan het verzwakken is.
Juist in de laatste week hebben de centralen
hun front in Galicië weer een aanmerkelijk
eind achteruit moeten brengen.
Hindenburg moet nu de redding brengen.
Hindenburg ist unser Held": dat kan men
tegenwoordig zelfs in Noordwijk-aan-/iee
hooren zingen door een van de groepen
van Duitsche kinderen, naar ons land ge
haald door Duitsch gezinde Nederlanders,
die in de meening schijnen te verkeeren,
dat er in Nederland zelf geen ondervoede
kinderen meer rondloopen. Hindenburg heeft
nu het commando gekregen over alle legers
aan het oostelijk front; in Duitsche couran
ten wordt dit aldus uitgedrukt: der magi
sche Zauber des Namens Hindenburg nat
sich nunmehr ber die ganze deutsche und
oesterreichische Front ausgebreitet." In de
luitenant van den trein, die de situatie redde
en den kanonniers toeriep: Geef toch met
uwe karabijnen vuur."
Na deze schoten, waarvan er geen van
alle doel troffen, verwijderden de Duitsche
cavaleristen zich in galop.
Hier was dus de uitwerking der verrassing,
dat er van de 4 officeeren 3 hun koelbloe
digheid hadden verloren.
Te Loigny is de batterij Percin voort
durend alleen op het gevechtsveld gebleven
en onophoudelijk is de commandant bevreesd
geweest voor het weder verschijnen der
Duitsche huzaren.
Le souvenir de cette angoisse m'aobséd
pendant tout Ie reste de la Campagne et
jamais, même depuis, dans les manoeuvres
du temps de paix, je n'ai pu me mettre en
baüerie, sans entrer, si je n'y ëtais déja,
en relation avec d'infanterie." De schrik had
er dus wel ingezeten.
De vrees uit zich op zeer verschillende
wijze, al naar gelang van het individu en
de omstandigheden. Soms verhoogt ze de
physieke krachten dermate, dat de mensen
afstanden aflegt en hindernissen overwint,
waaraan hij anders niet gedacht zou hebben.
Andere personen staan evenwel als verlamd,
zoodat ze niet eens de kracht hebben om
te vluchten. Het is zeer moeilijk hierover
reeds in tijd van vrede een oordeel te vellen.
In dit verband verdienen de volgende zinnen
van den generaal vermelding.
Pendant la campagne de 1870?'71, h la
quelle j'ai pris part depuis Ie premier jour
jusqu'au dernier, ou j'ai vu Ie feu un tres
grand nombre de fois, oüj'ai beaucoup
observéles hommes, j'ai constatéque bien
des officiers et des soldats, qui, en temps
de paix, avaient des allures de foudre de
guerre, faisaient piètre figure sous Ie feu;
que les plus braves taient souvent ceux
sur les quels on comptait Ie moins en
garnison, les moins débrouillards, parfois
les moins disciplines; qu'en un mot, il y
avait fort peu de rapport entre les qualités
du temps de guerre et celles qu'on recherche
en temps de paix."
Hoe meer de mensen zijn gedachten op
het voorwerp zijner vrees concentreert, hoe
meer groeit deze aan. Daarom is het een
hoofdbeginsel de aandacht der menschen
op andere dingen te vestigen, want de
mensch kan niet aan twee zaken tegelijk
denken. Daarin schuilt ook de reden, dat
de artillerist voor het vijandelijk vuur onge
voeliger is dan iemand van een ander wapen
Vroeger nam de geschutbediening de licha
melijke krachten van den man geheel in
beslag; tegenwoordig is het het werken
met gevoelige instrumenten en de nood
zakelijkheid bepaalde, zij het ook zeer een
voudige berekeningen uit te voeren, die de
aandacht van den man vragen en hem daar
door het gevaar doen vergeten.
Holland door!
Voor de kwieke Aardbol-trekkers
Is het nu een slechte tijd.
Want ze zijn hun mailbpot-lijnen
En hun luxe-treinen kwijt.
Gut, ze kunnen niet meer zwerven
Van Ostende naar Berlijn,
Met een reisje naar het Kalfje"
Moeten ze tevreden
zijnMet hun auto's en hun jachten,
Op de fiets, per tram en spoor,
Zwieren ze als rijke stakkerds
Ons gezegend Landje door.
Eerst was alles even daffig...
Wat een Land van rijstebrei.
Heelemaal geen reuze-bergen"
Niets dan hei en klei en wei.
Overal dat Hollands praten,
Overal die boersche taal
Bain de me f' heet kaalweg Badplaats
En diner" heet middagmaal.
Hoe vervelend op den duur
Zoo een kaas-en-boter-kuur.
En ze zwaaiden van Oost-Voorne
Naar den Haag en Krommenie,
Tunis was toch heel wat mooier
Dan den Briel en Overschie.
Toen ze geeuwend verder reisden
Langs de IJsel en de Lek
Riepen ze: 't Is wel aardig"
Maar 't staat een beetje gek"
Stel je voor dat je in Rome,"
Aan de Seine, of de Sond"
Zoo een knussig koeien-landschap"
Of zoo'n water-toestand" vondt."
Maar al varende en tuffend
Kregen ze de smaak er van
En ze vonden onze hoornen
Even mooi als in Japan.
Ma vond Oosterbeek zoo 'snoezig
Pa vond Laren nog al chic"
Oom was dol met Noordwijk-buiten
Wat een fijn en rijk publiek!
En ten slotte, brave lezers
Van dit goedgezinde Blad,
Hadden ze in Spa en Baden"
Nimmer zoo'n p leizier gehad."'
iiiimiiiiiiiMiiiMmiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMitmimiimu.uiii imiiiiimiiiiii
legerberichten wordt de Oostenrijksche
aartshertog Karel nog wel als de opperbe
velhebber van de troepen in Galicië ge
noemd, maar in werkelijkheid zal ook hij;
wel aan Hindenburg ondergeschikt zijn.
De tooverkracht van den naam Hinden
burg heeft de achterwaartsche rectificatie"
van het front in Galicië niet kunnen ver
hoeden ; het zal nu moeten blijken, of zij
iiiiiMiiiHtmiiiiiniiiiMtiMiiinmi iiiiiiiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiii*<
Daarom laat men den infanterist zich ook
moed in schieten, opdat hij niet te veel
onder zijn werkeloosheid te lijden heeft.
In den tijd der snelvuur geweren is dit echter
een twee snijdend zwaard, want tengevolge
der groote vuursnelheid is de munitie spoedig
verschoten. Percin beveelt korte sprongen
met korte rusten aan.
Vooral het voorbeeld der officieren en'
van het kader is van een machtige impuls.
Maar de man moet reeds van te voren de
gehoorzaamheid geleerd hebben, thuis, op
school, op het werk. Als de kiemen niet
aanwezig zijn, is ontwikkeling onmogelijk.
Van dit voorbeeld zegt Percin ditschoone:
L'exemple est Ie premier des auxiliaires
du chef, a la guerre. Cet exemple, Ie chef
doit Ie donner, dans toutes les circonstances
du service et particulièrement au feu. A ce
moment la troupe a les yeux fixés sur lui.
De son attitude dépendra celle de ses^
subordonnés.
En mettant ceux-ci au courant de Ia
mission confiëe a leur unité, en les prévenant
de ce qui peut arriver, il diminuera chez
eux l'angoisse de l'inconnu et l'appr
hension du danger.
En faisant avec calme quelques
observations visant Ie détail de la manoeuvre,
l'utilisation des abris, Ie placement des
hausses, l'espacement des tirailleurs; en
laissant ëchapper, de temps a autre, une
interjection un peu vive, au besoin, une
bonne plaisanterie, il fera croire aux hommes
qu'il n'y a rien a craindre. Le chef qui
s'inquiète, s'agite, vocifère, préparéune
troupe de poltrons. On ne Ie suivra pas."
Al mogen de technische eisenen van het
gevecht gewijzigd zijn, het menschelijk hart
is gebleven. Het beste middel voorden chef
om gevolgd te worden is van zich te doem
houden...
ARTILLERIST
verschillende modellen
dipeet leverbaar
Garage NEFKENS
Jacob Obrechtstraat 26
TELEFOON ZUID 2507