De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 19 augustus pagina 2

19 augustus 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Aug. '16. No. 2043 De stand van den oorlog ,Van de telegrammen over den oorlog lees- ik nog alleen, wat er met vette letters gedrukt staat," zei mij laatst iemand, die toch niet behoort tot de categorie van de «spreek mij niet over den oorlog"-menschen. Hij zal de eenige niet zijn, die oorlogs moede is geworden. Zelfs in een land als Duitschland is er, volgens geloofwaardige berichten, eigenlijk geen belangstelling meer voor de dagelijksche bulletins; hoe zou dan In onzijdige landen niet in veel sterkere mate die belangstelling zijn afgenomen? Zelfs het offensief, in dezen zomer achter eenvolgens door de geallieerden op de ver schillende fronten ondernomen, heeft daar geen verandering in gebracht; ik spreek niet van de vurige vrienden der Entente, die een streepje aan de balk schrijven voor elk nieuw duizendtal gevangenen, door de Rus sen gemaakt, maar van den gemiddelden beschaafden'' Nederlander, die niet koud en niet warm is voor een van de oorlog voerende, partijen. Wat er in Volhynië, Qalicie en de Bpekowina gebeurt, is voor hem zoover van huis, dat hij er zich weinig van aantrekt; ook laat zijne geographische ken nis hem in den steek om de gebeurtenissen, waarvan in de telegrammen bericht wordt, op haar waarde te taxeeren; hij wacht dus nog maar met het inzetten van zijne be langstelling, totdat hij leest, dat de Russen in Lemberg zijn, of dat zij over de Karpathen trekken; eerst dan begint het Russi sche offensief meenens voor hem te worden. Ook de strijd aan de Som me houdt hem niet in spanning; ten minste: niet meer. In den. beginne wel; al was het alleen maar om het verrassende van het geval, dat de Franschen, ondanks Verdun, nog kracht voor een nieuwen aanval hadden overgehouden, en dat de Engelsche legers eindelijk in actie kwamen. Maar sinds de vorderingen" van de geallieerden aan het Somme-front eenige gelijkenis beginnen te vertoonen met de vorderingen" van de reiziger uit een be rucht rekensommetje, die op eiken dag van zijne reis de helft van den afstand aflegt, die hem telkens nog scheidt van het doel zijner reis en daarom tot op den huidigen dag dit doel nog niet heeft bereikt, houdt hij het er voor, dat ook de aankomst van de Engelsche en de Fransche troepen, die aan de Somme strijden, aan hun naaste doel, hl. Bapaume en Péronne, voorloopig nog niet mag worden verwacht en geeft hij tot zoolang aan zijne belangstelling nog vacantie. Wat de gemiddelde beschaafde" Neder lander doet, is in den regel uitermate ver standig ; en ook in dit geval is het slechts een loffelijke voorzichtigheid te noemen, dat hij niet ontrouw wordt aan zijne gewoonte om de kat uit den boom te kijken. Waarom zou hij zijne belangstelling, waarvan hij immers toch maar een beperkte hoeveelheid op fust heeft, verkwisten aan gebeurtenissen, waarvan het nog altijd onzeker is, of zij grooten invloed zullen hebben op den uitslag van dezen oorlog? Dit laatste geldt in de eerste plaats van den strijd aan de Somme. Niemand van de honderden, die in allerlei landen over de krijgsverrichtingen aan dit front schrijven, beschikt over de gegevens, die men zou moeten kennen om te beoordeelen, of de kracht van den aanval reeds is gebroken, ja of neen; de weinigen, wien deze gegevens ten dienste staan, schrijven er niet over. Kunnen de geallieerden nog De Vrees op het Gevechtsveld In het jaar 1914 verecheen van de hand van den bekenden Franschen generaal Percin een bijzonder belangwekkend boek, getiteld Ie Combat. *) Dit werk is in de eerste plaats op psychologischen grondslag geschreven, omdat de auteur van meening is, dat de oorlog niet zoo zeer een strijd van materieele, dan wel van moreele krachten is. Generaal Percin is niet alleen een gentaal artillerist (de schepping der moderne artillerie tactiek mag als zijn werk beschouwd worden), maar ook een groot psycholoog en een scherp zinnig denker. Zijn boek zij dan ook den leek warm aanbevolen, want hierin vindt hij een gevechtsleer op zielkundige basis uitgewerkt. Derhalve geen dorre, technische zinnen, maar een boeiend geschreven werk, dat ook den burger een kijk vermag te geven op het gebeuren, speciaal het psychisch gebeuren op het slagveld. Zelf zegt de schrijver in de voorrede, dat hij zich met zijn boek wendt a tous les citoyens qui, dans une guerre nationale, viendront grossir les rangs de l'armée permanente et auront un röle, si modeste qu'il soit, a jouer au combat." Niet de materieele verliezen domineeren op het gevechtsveld, maar het ineenstorten der moreele krachten. Deze Zusammenbuch" is de oorzaak der nederlaag. Want het moge vreemd klinken, dikwijls zijn de verliezen der overwinnaars grooter dan die der overwon nenen, zooals in verschillende oorlogen is gebleken. Slechts dan is succes gewaar borgd, als men den vasten wil heeft de overwinning te behalen, den tegenstander uit zijn stellingen te verdrijven. Want niet het aantal der op het slagveld gevallen strijders zijn de vruchten der overwinning, doch wel de bij den terugtocht ontstane verwarring en de daaruit geboren onmoge lijkheid den strijd verder voort te zetten. Dit niet in staat zijn om het gevecht weer op te nemen moet men minder zoeken in de lichamelijke uitputting, dan wel in een te niet gaan der zedelijke eigenschappen. Het is de vrees, die aanleiding is, dat de overwonnenen de beslissing uit den weg gaan. Minder nog de vrees voor vijandelijke projectielen, waartegen men zich kan dek *) Paris 1914 Librairie Fëlix Alcan Pr. 3,50 Frs. De Visscherij Kwestie (Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan) HOLLAND TOT ENGELAND: Beschermer der kleine naties l Ik roep uw hulp in tegen... dien daar!" IIIIIIIMIIIIIIIIltllllllltllllllllllltlllMlllnillllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIII genoeg manschappen aanvoeren om de ter reinwinst, die zij thans reeds gemaakt hebben, verder uit te breiden, of om op een ander gedeelte van het front in Frankrijk of Vlaan deren een zelfde offensief te ondernemen, als zij zes weken geleden aan de Somme begonnen? Zal de druk, door hen op het Duitsche front uitgeoefend, aanhouden en zwaarder worden, ten slotte zoo zwaar.dat het weerstandsvermogen van den vijand wordt gebroken? Over eenige weken zullen wij het mis schien, over eenige maanden stellig weten. Gebrek aan munitie schijnt niet te zullen noodzaken tot het staken van het offensief, al worden er hoeveelheden projectielen ver schoten, waarvan men zich ter nauwernood meer een voorstelling kan maken. De Engel sche minister van munitie, Montagu, heeft gisteren in het Lagerhuis medegedeeld, dat alleen het voorbereidende bombardement in de week vór den aanval meer munitie heeft gekost, dan in de eerste elf maanden van den oorlog in Engeland is aangemaakt, en dat het verbruik van munitie in de laatste maand was gestegen tot het dubbele van hetgeen men nog acht maanden geleden als voldoende beschouwde; maar hij kon er de verzekering aan toevoegen, dat de aanmaak der fabrieken thans het verbruik dekte en dat er geen vrees behoefde te bestaan, dat het offensief ontijdig zou moeten ophouden uit gebrek aan munitie. Maar de aanmaak van manschappen gaat heel wat langzamer dan .die van granaten; tot het tempo, waarin de munitiefabrieken werken, kan die niet worden opgevoerd. Zal Engeland het menschenmateriaal kunnen en willen offeren, dat zal worden geeischt door de poging om den vijand te verdrijven uit het door hem bezette en met alle hulpmidIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IMIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU* ken, dan die voor de bajonetten, welke strijd noodzakelijk maken. Een bijzonder hoofdstuk, dat zeer interes sant is, is aan de vrees gewijd. De generaal legt er terecht den nadruk op, dat men het wezen der vrees, de oorzaken van haar ont staan en haar uitwerking kennen moet, om ze met succes te kunnen bestrijden. Ze is een uitvloeisel van de den mensen aange boren zucht tot zelfbehoud en vindt haar tegenwicht in het plichtsgevoel en de kameraadschap. Onder alle oorzaken, die vrees verwekken en vermeerderen, staat het onbekende voor aan. Ieder, die van aangezicht tot aangezicht tegenover een geheel vreemden toestand staat, heeft neiging het gevaar te overschat ten. Van zichzelf zegt de schrijver, dat hij in den loop van het gevecht minder het gevoel van vrees gehad heeft dan daarvoor. C'est l'entrée sur Ie champ de bataille, dans l'inconnu, qui m'a toujours Ie plus vivement impressionné." Daarvan haalt de generaal twee frappante staaltjes aan, die ik hier even wil overnemen. Den 9den November 1870 bracht een offi cier van den Generalen Staf de batterij Percin in de buurt van Coulmiers in stelling en gaf omtrent den tactischen toestand de meest uitgebreide inlichtingen. Hij legde uit, dat de Fransche infanterie Coulmiers ging aanvallen en dat het hoofdwapen onder vuur was der Duitsche batterijen, welk vuur niet beantwoord kon worden door de divisie artillerie, daar deze bewapend was met kanonnen, welke voor dit doel niet ver ge noeg droegen. Daarom werden twee batterijen der korps artillerie ingezet. Tenslotte wees hij Percin de strook aan, waarin zich de Duitsche batterijen bevonden, die door de Fransche vuurmonden bestreden moesten worden. Tot zoover had alles dus niet beter kunnen gaan. Zelfs zag de batterij de eigen infan terie passeeren, dans un prdre parfait." Nu komt echter de aandreiging van het gevaar, waarop Percin doelt en die altijd min of meer invloed oefent op het moreel. De eerste schoten der vijandelijke batte rijen beginnen te vallen en wel 250 M. te kort; de volgende 150 M. te ver. De derde serie, afgevuurd met de gemiddelde opzethoogte der beide vorigen, 50 M. te kort. Bien que les salves courtesneproduisissent aucun effet matériel, elles nous impressionnèrent vivement, parce que c'étaient les premières. Bien que les salves longues fussent galement inefficaces, elles nous impressionnèrent plus vivement encore, a cause du bruit que faisaient les projectiles, en passant au-dessus de nos têtes. Bien que les salves exccutées avec la hausse moyenne nous eussent inflig queldelen der moderne techniek versterkte ge bied ? Op die vraag kan het antwoord nog niet worden gegeven. Evenmin als de strijd aan de Somme reeds resultaten heeft opgeleverd, die voor den finalen afloop van den oorlog van groot belang beloven te worden, evenmin is dit het geval met de jongste successen, door de Italianen behaald. Görz en de hoogvlakte van Doberdo door de Italianen bezet het was een verras sende tijding, omdat men geloofde, dat zij het grootste gedeelte van hunne strijdmacht in actie hadden gebracht aan het Alpen front ; en na de reeds zoo dikwijls mislukte pogingen om de Isonzo-linle te vermeesteren, dacht ook eigenlijk niemand meer, dat de Oostenrijkers hier kamp zouden moeten geven. Maar ook in dezen oorlog gebeurt herhaaldelijk het onverwachte. De vreugde over dit succes heeft zich in Italië nog uitbundiger geuit dan die over het staken van den Oostenrij kschen aanval op de vlakte van Venetië; daar was ook reden toe, want de terugtocht der Oosten rijkers in het Italiaansche Alpengebied was hoofdzakelijk het gevolg van het Russische offensief, de verovering van Görz het werk der Italianen zelf. En die verovering brengt hen weer dichter bij het zoo vurig be geerde doel: bij Triest. Maar van dit doel worden zij nog geschei den door het Karst-plateau, dat aan de Oostenrijkers zeer gunstige kansen tot ver dediging biedt. Het zal weldra blijken, of de aanval der Italianen zoo pntstuimig voort gaat, dat aan de Oostenrijkers niet de ge legenheid wordt gelaten, hun nieuwe ver dedigingslinie voldoende in gereedheid te brengen. Eerst in dat geval zal het succes der Italianen er een van beteekenis worden. iiiiiiiiliiiiiiiiimiMtliiitiiiiiiiiiiiliiiiliiiiiimiiiiii ques pertes, on s'y accoutuma a la longue, parceque la hausse ne changea plus. On savait & quoi s'en tenir." Het tweede voorbeeld is frappanter. Toen bepaalde de officier van den Generalen Staf er zich toe den 2den December 1870 tot Percin te zeggen: Cela va mal du cótéde Terminiers. Le gënéral demande imm diatement deux battéries de la réserve." Op dezen dag derhalve ontving Percin geen uitge breide inlichtingen noch was er eenige voorbereiding, maar bleek een onmiddellijk inzetten der batterij noodzakelijk. Hij kwam aan de linkerzijde van Terminiers in stel ling, de zusterbatterij aan de rechterkant. Niemand zeide hem, of hij op infanterie dan wel op artillerie moest schieten. Niemand wees hem de stelling voor de batterij aan. Bij de aankomst op het gevechtsveld zag hij geen keurige troep infanterie voorbij marcheeren, maar een aantal gewonden, waarvan hij de zuchten hoorde. Verder een groep, uit haar verband gerukte pauselijke zouaven, die de inlichtingen bevestigden, welke hij van den officier van den Generalen Staf had ontvangen n.l. dat het slecht ging te Terminiers. Ce fut l'inconnu dans tout ce qu'il a de plus angoissant." Omstandigheden, die de vrees verhoogen, zijn het verrassende, het alleen-zijn, stilte en duisternis. Bij de verrassing vertelt de generaal het volgende merkwaardige voorval uit zijn eigen leven. Den dag, dat zijn batterij te Terminiers werd ingezet, bevond deze zich plotseling tegenover een peloton Duitsche cavalerie, dat 300 M. van hem af déboucheerde. De verrassing was aan beide zijden zóvol komen, dat niemand er aan dacht iets uit te voeren. Voor de Duitschers was de aangewezen weg geweest ventre a terre te chargeeren; ! ze zouden de Duitschers volkomen verrast hebben. Want in dezen korten tijd waren ' deze niet in staat geweest het kanon af te leggen. Zoo handelde dan ook een ander Duitsch peloton, waarschijnlijk van hetzelfde escadron, dat op de zusterbatterij inhakte en deze gevangen nam. Eerstgenoemd peleton aarzelde evenwel. Inplaats dat Percin nu van de handvuurwapenen liet gebruik maken om de tegen stander te verjagen, deed hij niets. Hij was het bestaan dezer wapens geheel vergeten, omdat ze door de bedienings-manschappen in het gevecht bijna nooit worden gebruikt. Een ander Fransen kapitein, die zich bij hen voegde, riep in zijn verwarring: Pièce, feu!", een ridicuul commando, omdat tijdens den marsch de monding juist van den vijand af is gekeerd en met het afleggen en tot vuren gereed maken eenigen tijd gemoeid is. Het was tenslotte een eenvoudig onderMaar van grooter beteekenis voor hen zelf dan voor den geheelen uitslag van den oorlog; ook Triest in Italiaansch bezit zal voor Duitschland geen reden zijn, de wapens neer te leggen. Noch op het westelijk front, noch aan de Isonzo-linie is door de krijgsgebeurtenissen van de laatste weken reeds een belangrijke beslissing gebracht; het is mogelijk, dat zulk een beslissing er door wordt voorbe reid, maar komen moet zij nog. Het zijn nog altijd de Russen, wier vorderingen het grootste gevaar voor de centrale mogend heden opleveren. Op het geheele front tusschen de Golf van Riga en de Pripet-moerassen viel nog geen verandering voor, al hebben de Rus sische aanvallen reeds zwaar gebeukt op sommige gedeelten ervan; maar verderop naar het Zuiden hebben zij totnogtoe lang zaam, maar gestadig terrein gewonnen, en niets doet nog vermoeden, dat hun offen sief hier reeds aan het verzwakken is. Juist in de laatste week hebben de centralen hun front in Galicië weer een aanmerkelijk eind achteruit moeten brengen. Hindenburg moet nu de redding brengen. Hindenburg ist unser Held": dat kan men tegenwoordig zelfs in Noordwijk-aan-/iee hooren zingen door een van de groepen van Duitsche kinderen, naar ons land ge haald door Duitsch gezinde Nederlanders, die in de meening schijnen te verkeeren, dat er in Nederland zelf geen ondervoede kinderen meer rondloopen. Hindenburg heeft nu het commando gekregen over alle legers aan het oostelijk front; in Duitsche couran ten wordt dit aldus uitgedrukt: der magi sche Zauber des Namens Hindenburg nat sich nunmehr ber die ganze deutsche und oesterreichische Front ausgebreitet." In de luitenant van den trein, die de situatie redde en den kanonniers toeriep: Geef toch met uwe karabijnen vuur." Na deze schoten, waarvan er geen van alle doel troffen, verwijderden de Duitsche cavaleristen zich in galop. Hier was dus de uitwerking der verrassing, dat er van de 4 officeeren 3 hun koelbloe digheid hadden verloren. Te Loigny is de batterij Percin voort durend alleen op het gevechtsveld gebleven en onophoudelijk is de commandant bevreesd geweest voor het weder verschijnen der Duitsche huzaren. Le souvenir de cette angoisse m'aobséd pendant tout Ie reste de la Campagne et jamais, même depuis, dans les manoeuvres du temps de paix, je n'ai pu me mettre en baüerie, sans entrer, si je n'y ëtais déja, en relation avec d'infanterie." De schrik had er dus wel ingezeten. De vrees uit zich op zeer verschillende wijze, al naar gelang van het individu en de omstandigheden. Soms verhoogt ze de physieke krachten dermate, dat de mensen afstanden aflegt en hindernissen overwint, waaraan hij anders niet gedacht zou hebben. Andere personen staan evenwel als verlamd, zoodat ze niet eens de kracht hebben om te vluchten. Het is zeer moeilijk hierover reeds in tijd van vrede een oordeel te vellen. In dit verband verdienen de volgende zinnen van den generaal vermelding. Pendant la campagne de 1870?'71, h la quelle j'ai pris part depuis Ie premier jour jusqu'au dernier, ou j'ai vu Ie feu un tres grand nombre de fois, oüj'ai beaucoup observéles hommes, j'ai constatéque bien des officiers et des soldats, qui, en temps de paix, avaient des allures de foudre de guerre, faisaient piètre figure sous Ie feu; que les plus braves taient souvent ceux sur les quels on comptait Ie moins en garnison, les moins débrouillards, parfois les moins disciplines; qu'en un mot, il y avait fort peu de rapport entre les qualités du temps de guerre et celles qu'on recherche en temps de paix." Hoe meer de mensen zijn gedachten op het voorwerp zijner vrees concentreert, hoe meer groeit deze aan. Daarom is het een hoofdbeginsel de aandacht der menschen op andere dingen te vestigen, want de mensch kan niet aan twee zaken tegelijk denken. Daarin schuilt ook de reden, dat de artillerist voor het vijandelijk vuur onge voeliger is dan iemand van een ander wapen Vroeger nam de geschutbediening de licha melijke krachten van den man geheel in beslag; tegenwoordig is het het werken met gevoelige instrumenten en de nood zakelijkheid bepaalde, zij het ook zeer een voudige berekeningen uit te voeren, die de aandacht van den man vragen en hem daar door het gevaar doen vergeten. Holland door! Voor de kwieke Aardbol-trekkers Is het nu een slechte tijd. Want ze zijn hun mailbpot-lijnen En hun luxe-treinen kwijt. Gut, ze kunnen niet meer zwerven Van Ostende naar Berlijn, Met een reisje naar het Kalfje" Moeten ze tevreden zijnMet hun auto's en hun jachten, Op de fiets, per tram en spoor, Zwieren ze als rijke stakkerds Ons gezegend Landje door. Eerst was alles even daffig... Wat een Land van rijstebrei. Heelemaal geen reuze-bergen" Niets dan hei en klei en wei. Overal dat Hollands praten, Overal die boersche taal Bain de me f' heet kaalweg Badplaats En diner" heet middagmaal. Hoe vervelend op den duur Zoo een kaas-en-boter-kuur. En ze zwaaiden van Oost-Voorne Naar den Haag en Krommenie, Tunis was toch heel wat mooier Dan den Briel en Overschie. Toen ze geeuwend verder reisden Langs de IJsel en de Lek Riepen ze: 't Is wel aardig" Maar 't staat een beetje gek" Stel je voor dat je in Rome," Aan de Seine, of de Sond" Zoo een knussig koeien-landschap" Of zoo'n water-toestand" vondt." Maar al varende en tuffend Kregen ze de smaak er van En ze vonden onze hoornen Even mooi als in Japan. Ma vond Oosterbeek zoo 'snoezig Pa vond Laren nog al chic" Oom was dol met Noordwijk-buiten Wat een fijn en rijk publiek! En ten slotte, brave lezers Van dit goedgezinde Blad, Hadden ze in Spa en Baden" Nimmer zoo'n p leizier gehad."' iiiimiiiiiiiMiiiMmiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMitmimiimu.uiii imiiiiimiiiiii legerberichten wordt de Oostenrijksche aartshertog Karel nog wel als de opperbe velhebber van de troepen in Galicië ge noemd, maar in werkelijkheid zal ook hij; wel aan Hindenburg ondergeschikt zijn. De tooverkracht van den naam Hinden burg heeft de achterwaartsche rectificatie" van het front in Galicië niet kunnen ver hoeden ; het zal nu moeten blijken, of zij iiiiiMiiiHtmiiiiiniiiiMtiMiiinmi iiiiiiiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiii*< Daarom laat men den infanterist zich ook moed in schieten, opdat hij niet te veel onder zijn werkeloosheid te lijden heeft. In den tijd der snelvuur geweren is dit echter een twee snijdend zwaard, want tengevolge der groote vuursnelheid is de munitie spoedig verschoten. Percin beveelt korte sprongen met korte rusten aan. Vooral het voorbeeld der officieren en' van het kader is van een machtige impuls. Maar de man moet reeds van te voren de gehoorzaamheid geleerd hebben, thuis, op school, op het werk. Als de kiemen niet aanwezig zijn, is ontwikkeling onmogelijk. Van dit voorbeeld zegt Percin ditschoone: L'exemple est Ie premier des auxiliaires du chef, a la guerre. Cet exemple, Ie chef doit Ie donner, dans toutes les circonstances du service et particulièrement au feu. A ce moment la troupe a les yeux fixés sur lui. De son attitude dépendra celle de ses^ subordonnés. En mettant ceux-ci au courant de Ia mission confiëe a leur unité, en les prévenant de ce qui peut arriver, il diminuera chez eux l'angoisse de l'inconnu et l'appr hension du danger. En faisant avec calme quelques observations visant Ie détail de la manoeuvre, l'utilisation des abris, Ie placement des hausses, l'espacement des tirailleurs; en laissant ëchapper, de temps a autre, une interjection un peu vive, au besoin, une bonne plaisanterie, il fera croire aux hommes qu'il n'y a rien a craindre. Le chef qui s'inquiète, s'agite, vocifère, préparéune troupe de poltrons. On ne Ie suivra pas." Al mogen de technische eisenen van het gevecht gewijzigd zijn, het menschelijk hart is gebleven. Het beste middel voorden chef om gevolgd te worden is van zich te doem houden... ARTILLERIST verschillende modellen dipeet leverbaar Garage NEFKENS Jacob Obrechtstraat 26 TELEFOON ZUID 2507

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl