Historisch Archief 1877-1940
19 Aug. '16. No. 2043
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
J. S. MEUWSEN.
HOFLEVERANCIER.
Hoeden en Mode Migizijnen.
AMSTERDAM.
Leidschestraat 4,
Beurspassage h. Damrak,
Damstraat hoek Nes,
Doelenstraat hoek
Achterburgwal.
ROTTERDAM.
Mosseltrap S,
Boymansstraat 3.
OOSTEBBEEK
MEUBILEERIMGEN
IIIIMMHIIIIimilllllltHIIIMIIIIIIIIIII
althans den verderen terugtocht van de
legers der centralen kan stuiten. Brody en
Stanislau zijn door de Russen bezet; de
eerstvolgende weken zullen het antwoord
brengen op de vraag, of zij hun opmarsch
kunnen voortzetten naar Lemberg en naar
de Karpathen.
Tot zoolang mag de gemiddelde Neder
lander van daar straks nog alle berichten
overslaan over gevechten aan de Strypa en
de Koropiec en de Zlota Lipa en welke andere
riviertjes er nog genoemd zullen worden.
Want hij heeft groot gelijk, dat het offensief
van de Russen pas een ding zal worden, dat
zijne belangstelling waard is, als zij hun in
tocht hebben gehouden in Lemberg of als
zij over de passen van de Karpathen naar
Hongarije trekken.
Niet, dat zelfs daardoor de oorlog beslist"
zal worden, maar alleen een geheel gebla
seerde zal dan nog kunnen ontkennen, dat
de oorlog een belangrijke wending begint
te nemen.
Ook hierom, omdat men dan vermoedelijk
tevens het antwoord zal krijgen op de vraag,
die tegenwoordig in vele Duitsche bladen als
opschrift boven een hoofdartikel staat: Wat
zal Roemenië doen?"
16 Augustus 1916. G. W. KERNKAMP
Het geval-Resink
Als sociaal-democraat mag het mij ver
gund zijn ook nog iets te zeggen over het
artikeltje van den heer A. J. Resink: Een
Causerie over het socialisme" het nummer
van de Amsterdammer" van 5 Augustus jl.,
om vacantieredenen eenigszins vertraagd.
Het sarcasme waarmede de heer Resink
in zijn artikeltje de socialistische beweging
poogt te geeselen, doet wel hierom zoo
pijnlijk aan, omdat het heelemaal zelfkas
tijding is. Wie de heer Resink als sociaal
democraat heeft gekend, zooals
ondergeteekende, kon hierdoor niet dan even getroffen
worden.
De heer Resink is overigens zelf een ty
pisch voorbeeld, hoe het een zeker soort
intellektueelen kan vergaan, waarvan het
voor een jaar of vijftien geleden in de
S. D. A. P. om zoo te zeggen heeft ge
wemeld.
Deze kwamen om de theorie" in de
beONDER NEUTRALE VLAG
DOOR
JAAK BOONEN
Het beslaan van het mooie stadje Bree in
BelgischLimburg hing aan een zijden draadje.
Gendarmen hadden er een paar Uhlanen
't levenslicht achter hègen struik uitgeblazen
en hem dan laf gesmeerd Intusschen waren
Duitschers een onderzoek over hun gesneu
velde wapenmakkers komen instellen.
Soldaten of behaarde mutsen waren er nu
niet meer te zien. Man hat geschossen."
Burgers werden met dood en brand bedreigd.
Wereldlijke en geestelijke hoofden der ge
meenteals gijzelaars weggevoerd l
Alsknepperende heibrand verspreidde zich snel het
angstwekkend gerucht, dat het stadje zou
plat gebrand worden. De onschuldige inwo
ners vluchtten met pak en zak, met
weenende en schreiende kinderen, en gingen in
een ver afgelegen bosch tabernakelen. Velen
der beste ingezetenen namen de wijk naar
Holland, naar betere oorden. Durvers hielden
de wacht en jonge dorstige kelen deden zich
te goed aan goeden wijn bij een rentenier,
die met zijn lief geldje al sedert eenige dagen
de plaat gepoetst had.
Dien nacht gebeurde echter niets merk
waardigs. Maar in den vroegen morgen
kwameu vreemde fietsers vertellen, dat er een
Duitsch legertje in aantocht was. Dit bericht
bracht de moedige achterblijvers aan het
twijfelen en deed de nieuwsgierige vluchte
lingen, die even terug waren komen kijken,
nog harder dan den vorigen dag draven. In
het bosch verwekte deze droeve mare
een echte paniek en geen minuut verloren
de tijdelijke boschbewoners den kerktoren
uit het oog met zijn bonte huizenrijen,
B. v. D. HEIDE
's-Gravel.weg. Telef. 1150
SPECIALE ONTWEBPEN
weging. Zij, de socialistische arbeidersbe
weging namelijk, was voor hen niet anders
dan de levende manifestatie van de theorie;
die was in hun oogen een soort van
geheim-wetenschap, die alleen heel bevoeg
den en uitgelezenen vermochten te
hanteeren.
Het Marxisme" was die aparte, esoterische
leer die alles in de wereld bevruchten moest.
Aan eenige beperktheid, die het als een stuk
wetenschap van de maatschappij eigen moest
wezen, werd niet gedacht. Met alles en nóg
wat moest men dit Marxisme in verband"
kunnen brengen", anders deugde de heele
theorie niet volgens hen.
Zooals een deel Van deze intellektueelen
de socialistische beweging zelf in dezen tijd
onveilig hebben gemaakt, zoo ook de socia
listische theorie.
Dit lag hoofdzakelijk aan een soort van
wetenschappelijke overspanning, die geëxal
teerdheid voor de theorie die men wel meer
in studeerende kringen aantreft. Het meest
bij jonge, onevenwichtige mannen die niet
tevreden zijn voor dat zij voor alle groote,
zelfs voor alle wereldploblemen, met een
sluitende verklaring" in hun zak rondloopen
en alle verschijnselen van het leven on
middellijk onder een passende formule
kunnen brengen.
Als een van dezulken, heb ik indertijd
ook den heer Resink gezien. En nu ik mocht
lezen van al die verknoeiden tijd, van het ver
zuim aan natuurgenot dat hij zich heeft
getroost, om met Troelstra en Vliegen mee
te marcheeren, heb ik wel een weinig mede
lijden met hem in mij voelen opkomen.
Er is overigens wel iets juist in wat de
heer Resink van de huidige
sociaal-demokratie zegt, dat zij een beweging is gewor
den ten bate van de arme menschen.
Mits hij dan maar wil toegeven, dat hier
onder de gansche arbeidersklasse moet
worden verstaan, die ongewild arm is om
dat het maatschappelijk stelsel waaronder
wij nog leven, _ in weerwil van de vroegere
malligheden van den heer Resink en zijn
tegenwoordige theosofische verstandlgheden,
dit zóen niet anders wil.
Ie strijd om de bestrijding van de armoede,
heeft minister Pierson eens in de Kamer
gezegd, is het principieele punt van verschil
tusschen socialisten en liberalen. Het ver
schilpunt was niet precies juist gedefinieerd.
Maar als men dit dan zoo wil en als de
heer Resink het ook aldus belieft te vin
den, dan wensch ik te zeggen, dat in de be
strijding en de opheffing van de armoede
als maatschappelijk collectiviteits-verschijnsel
wel te verttaan, een ideaal ligt, waarnaar te
streven en waarvoor te strijden zich de
socialistische beweging van onzen tijd
geensnauw lettend of er geen blauwe rook boven
hun geliefde geboorteplaats omhoog pluimde.
De stedelijke kantonnier, gewapend met
bezem en schop, fietste naar het naburige
dorp om er zijn gewoon keerwerk te be
ginnen. Doch bij een kromming van den weg
botste hij bijna op een Duitsche voorwacht.
Bliksemsnel wielde hij terug, reed tegen een
melkkarretje aan, kantelde met zijn fiets om
over het tramspoor, scheurde zijn broek,
kwetste zich bloedend aan beenen en handen,
vluchtte kermend verder een huisje binnen
en viel er in bezwijming.
Hemelsche deugd!" riep de beteuterde
huismoeder, die eenige tellooren rinkelend
stuk liet vallen. Om vragen te stellen, had
zij den tijd niet. Vier l Duitschej soldaten
stonden op eens op den drempel der deur,
hadden deernis met den onthutsten kanton
nier, die met een glas water en veel harte
lijke woorden tot het bewustzijn kwam.
Niet bang zijn, er zal u geen leed gebeu
ren," zeiden de soldaten.
Lachend pedaleerden zij verder. Een eindje
van de baan gingen zij even een kijkje nemen
p een pachthof. Keine Fahrader?"
Neen," antwoordde de boer, die verstond,
dat zij naar geweren vroegen.
Meteen begon een huiszoeking. In de
schuur kregen de Duitschers twee fietsen te
grabbel.
Ha, zoo, gij hebt gelogen," snauwde een
der schelmen den landbouwer toe, die een
oorveeg kreeg, dat het hem blauw en groen
voor de oogen werd.
Een familielid lachte even met het be
dremmeld gezicht van den boer en werd
door dezelfde Duitsche hand een blauw oog
geslagen.
Boven op den nok leek een dakwerker al
te veel pret te hebben in die kletspartij.
Kom eens snel af," grijnsde een ander
soldaat, dreigend met zijn geweer. Gauwer
dan anders was de werkman naar beneden,
die nu een muilpeer kreeg, dat hij bij een
bassenden hond terecht kwam.
Tot toppunt van goedheid eischten de
soldaten nevens de twee fietsen, twintig
frank, die de verdutselde boer snel uit een
schuiflade nam. Ongelukkig kleefde aan het
MEDDENS
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
Coupeur-reiziger
te ontbieden.
BOUWT
TE
MOOIE BOSCHHLJKB TERREINEN
SPOOR, TRAM, ELECTRUCH
UCHT, TELEPHOON
mLICHTDKiEN Bty. WDE VELUWE"
iliilflillllllilitiiilllllliliiinilillllllliiillliiliiiliil^llliiiiiiillllillliiiiiifiii
zins behoeft te schamen.
Wat wat dit alleen voor de menschheid
beteekent, heeft de heer Resink blijkbaar
toch niet goed doorgrond. Misschien omdat
hij zich indertijd al te zeer heeft vergaapt
aan den wetenschappelijken schijn en omdat
zijn socialistische wijsheid ten slotte wel
eens kon blijken niet boven die van het
marxistisch dazende jodenjongetje" te zijn
uitgegaan, dat eens voor hem vlammende"
redevoeringen heeft staan houden.
JOS. LOOPUIT
? ? ?
Militairen en Badgasten
(Aan het adres van het Noordwijksche publiek)
Met belangstelling las ik 't artikel Ons
Leger" in de Groene Amsterdammer van
5 Augustus, vooral 't laatste gedeelte over
de band tusschen leger en burgerij. In 't
bijzonder vind ik de wensch, aan 't einde
uitgesproken: mogen vele anderen in het
leger en velen in de burgerij daartoe ('t ver
sterken van dien band) mee werken" sym
pathiek en dit noopt mij ik behoor onder
de eerst aangespoorden tot schrijven.Want
mijns inziens is door den langer duur van
de mobilisatie de belangstelling danig ver
flauwd. Om nog even terug te gaan: inder
tijd maakten wij het mee hoe buiten zichzelf
van welwillendheid de burgers voor de
militairen waren. En de oorzaak was niet
ver te zoeken: ik durf oprecht meegevoel
met de zoo plotseling opgeschrikte jongens,
in de eerste plaats noemen, hoewel de vrees
voor eigen gevaar, het knijpen" voor den
oorlog, bijkans even zwaar woog.
Zlenderoogen -veranderde dit: het gevaar
is er niet minder op geworden en er zijn
redenen genoeg tot bezorgdheid, maar de
alles overwinnende gewoonte heeft de stem
ming der burgers veranderd. Al heel spoedig
begon men de lasten te gevoelen van in
kwartiering en duurte der levensmiddelen.
De landstormwet maakte dat in nog tal
rijker kringen, men in aanraking kwam met
het leger. Langzamerhand begon men 't meer
als een last te beschouwen. Kortom de band
tusschen burgerij en militairen is zeer zeker
febleven, maar van anderen aard geworden.
prak men in 't begin altijd van de soldaten,
nu is 't meer onze Piet" geworden. Ik wil
volstrekt niet ontkennen dat dit in den aard
van de zaak ligt; vele soldaten hebben 't
thans beter dan de burgers.
Niettegenstaande deze verandering doet
't vreemd, heel vreemd aan dat er nog een
categorie menschen is, aan wie de heele
mobilisatie eigenlijk gezegd is voorbijgegaan
onopgemerkt, of die in ieder geval zeer
spoedig weer tot hun vroegere meening
omiiiiimiiiiiiiiii
briefje van twintig nog een fonkelnieuw
bankje van vijf frank, dat hij natuurlijksnel
wilde wegvingeren. Laat het er maar bij,
zoo is het uitstekend, adieu!"
En zwaar ploften de soldaten vooruit, in
het geniep lachend over hun buit, terwijl de
hoevebewoners gezichten trokken als gepro
testeerde wissels.
Op den grooten steenweg rumoerde nu de
groote legermacht voorbij, voetvolk, ruiterij,
kanons en munitiewagens, alsmede zwaar
beladen boerenkarren.
Meestal werd de doortrekkende
legerafdeeling van achter gordijnen in oogenschouw
genomen. Slechts enkele»waagden het langs
den weg te blijven staan.
Velen beenden zoo snel weg als het maar
mogelijk was. Werd hen nageroepen, ruhig,
nicht laufen," dan klonk dit in de vluch
tende ooren als knallende kanonschoten.
Ruhig bleiben," klonk het tegen de eerste
inwoners van Bree.langs heel den rijksweg...
En met angstig nieuwsgierige oogen keken
zij naar de Pruisische soldaten en
hunoorlogsrommel, portretteerden onmiddellijk eenige
lui, die erg in de beenen knikten. Er waren
er ja bij van allen ouderdom, bejaarde en
jonge kerels, dikke en dunne, over het alge
meen flinke kerels, die met geen handschoe
nen aan te grijpen waren. Daar waren er, die
lustig zongen en floten, die levendige ge
sprekken voerden en nog andere, die op
wagens gezeten, flesschen wijn ontkurkten.
Moeten lijden, dat de vijand door ons land
trekt, is pijnlijk, ja wreed," klonk in de kleine
groepjes als reeds de legerschaar in de verte
wegstuifde. Enkele meters van het stadje
Bree werd een rustbevel gegeven, Geweren,
met blinkende bajonetten ineengekruist, flik
kerden in de gouden herfstzon. Soldaten
hurkten neer in de grachten of gingen om
een verversching in de herbergen, waar de
bedeesde bazen weldra druk in de weer
waren om de dorstige kelen te laven.
Voorbij de Breecr omheining was men niet
meer op zijn gemak en weldra liepen er
allerlei commentarieën over deze rust. Wel
licht gingen de Pruisen zich voorbereiden
om de stad te beschieten. Degenen, die daags
te voren nog stout en bout spraken, lieten
Aanvang van den nieuwen
cursus Donderdag 12 September.
Inschrijving van nieuwe leer
lingen Maandags enDonderdags
vanaf 4 Sept. aan het Gebouw
der School
al n
esr EENIGE SPECIALITEIT J?B
?»ir, «g
S) KRIMPVRIJE a
5* GEZONDHEIDS- 18
gf ONDERGOEDEREN {jg
Nederlandsen Fabrikaat
[«JTRICOTHUIS
REG.BREESTRAAT.35
TEL. 5O66 N.
va
g
KB
KB
trent soldaten, zijn teruggekeerd. Ik bedoel
de badgasten. Des te meer verwonderlijk
omdat badgasten toch uit 't geheele land
zijn bijeengekomen en als zoodanig zou men
verwachten dat zij reeds kennis gemaakt
hebben met 't leger en het waardeeren be
waakt te worden. En toch maakt 'top mij
de indruk alsof zij nimmer die gelegenheid
gehad hebben en nu hier met 't oude voor
oordeel komen: soldaten zijn geen menschen,
in ieder geval geen menschen die aanspraak
maken op een fatsoenlijke behandeling.
Enkele voorvallen uit mijn omgeving ver
strekten deze opinie: iemand komt een kamer
bespreken voor 't komend seizoen; hij ziet
een militair uitgaan. Zijn hier militairen ?
vraagt hij. Ja meneer. O, maar tegen seizoen
verdwijnen ze zeker? Geen sprake van
zij blijven. O, ooüEn meneer keek niet
verder.
Een ander geval: Tijdens den winter was
een groot pension door de militairen in
gebruik genomen; in Februari komt er iemand
al een kamer huren voor de zomermaanden.
Hij heeft de arrogantie den eigenaar er een
verwijt van te maken dat hier nog militairen
zijn. In dat nog" ligt opgesloten: dan be
staat er gevaar dat het dezen zomer nog
niet voldoende ontsmet is; mijn reine cor
pus in zoo'n omgeving!!!
Ternauwernood dulden de badgasten dat
militairen een strandstoel in bezit nemen;
gaarne zouden zij zien, dat hun het strand
ontzegd werd.
Het is hemeltergend als een soldaat zoo
wordt behandeld, terwijl hem sympathie
toekomt. Wie draagt zorg voor orde en
veiligheid door telkens terugkeerende wacht
diensten? Wie doet patrouillediensten als
de badgasten het te bont maken? Maar zij
met hun door genotzucht en egoïsme ver
troebelde blik merken het niet, dat niet uit
eigen verkiezing reeds twee jaren lang de
soldaat draagt en verdraagt wat hem wordt
opgelegd.
Niet eens de gewone beleefdheidsvormen
worden in acht genomen: onlangs kwam er
iemand op een militair af, niet met 't gewone:
kunt u me misschien zeggen ..." maar: zag,
waar is..." Geen wonder dat 't antwoord
even kort luidde: ik weet niet." Alsof een
soldaat ongevoelig is voor alle vormen!
Was het bij 't meerendeel der burgerij ver
geeflijk, dat hun sympathie eenigszins be
koelde door den druk die zij zelve onder
vonden, in dit geval is er m. i. werkelijk
sprake van schuld van de kant van de bad
gasten.
Een zoodanige behandeling werkt niet
mee om den band tusschen burgers en
soldaten in 't algemeen, te versterken. Van
daar dat ik mij genoodzaakt gevoelde om
nu den moed in de schoenen zinken.
Werklooze arbeiders stonden in grooten getale
bijeen om over het verloop der dingen te
spreken en waanden zich nu zelfs
overgelukkig, wijl zij bij eenfeventueelen brand
toch niets of niet veel te verspelen hadden.
Doch geheel anders was het met de gegoede
burgers, die op een[oogenblik luisarm konden
worden; op alle gezichten las men|kommer
en angst, vrees, machtelozen haat en bijtend
verdriet.
Burgemeester en pastoor waren nog altijd
in hechtenis en de andere raadsleden waren
met geen oogen van de wereld te zien. Wat
mocht van het onderzoek over het doodschie
ten der Pruisische soldaten geworden zijn?
Men verwachtte nochtans het beste, want
honderden getuigen hadden toch onder eed
bevestigd, dat het militairen waren, die ge
schoten hadden en geen burgers. Meer nog,
een gewond Duitsche soldaat had zelf ver
klaard, dat gendarmen gevuurd hadden. Doch
al deze bespiegelingen brachten geen vol
ledige geruststelling. De vijand lag ja voor
de stedelijke poorten l Die weinig of niets
te verliezen hadden, joegen de overgebleven
bezitters en huisvrienden schrik op het lijf.
Wat zal het geven, wat zal er van ons wor
den?" was het bange raadsel.
Iedereen doet gelijk hij kan en wil,"
zuchtte jammerend een bedaagde rentenier,
en holleblokte halsoverkop in de richting der
Hollandsche grens. Toen deze klipklappend
een veldweg insloeg, begon zijn vlucht erg
aanstekelig op anderen te werken.
Om brandgevaar en ruïne te voorkomen,
heesch op eenmaal Karel, handelaar in koffie
en kaas, de vlag van zijn land, dat hij om
wille van zijn commerce" door naturalisatie
verloochend had.
Trompetten schalden, trommels roffelden;
de legerstoet zette zich in beweging. Hemel,
wat zou er gaan gebeuren?" was de bange
vraag, die luid en stil geopperd werd.
Toen de voorpost de Breeër hoofdstraat
bereikte, ging Karel op zijn paaschbest ge
kleed, het aankomende legertje te gemoet,
met den hoed in de hand. Eerst wees hij op
zijn Zwitsersche vlag, die wapperde en
fladderde aan zijn huis. Dan beriep hijlzich
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts/l.90 per kwartaal
TAMINIAÜ'S
? JAM ?
iifffifiiiiiiffiiiiiiiiifiiififfiifmifiiifififiiiiifiiiiiiitfffiifimiMffffiiffmim
schuld aan te wijzen, waar schuld bestaat.
Ik vergeet daarbij niet1, dat ook badgasten
wel enkele grieven zullen hebben tegen
soldaten in hun badplaats, alleen voorspel
ik hun volkomen medewerking, als zij zelve
voorgaan: in de eerste plaats den soldaat
recht te doen wedervaren, door de hem
toekomende beleefdheid en sympathie.
EEN MILITAIR.
Duitsche Kinderen
Waarde Heer,
Na mijn waardeering van vorige arti
kelen enz., mag ik nu wel een opmerking
maken in anderen zin : de plaat in het num
mer van heden deugt heelemaal niet. Maar
nog veel erger is het artikel Uw taak" van
Nederlander" (dus weer anoniem t). Dat
artikel is onjuist, door verregaande, onnoozele
onvolledigheid. Het geval der Belgische
vluchtelingen in najaar 1914, is niet op een
lijn te plaatsen met het geval der Duitsche
kinderen. Aan dit laatste zit veel meer vast
dan Nederlander" opsomt.
Door die welwillendheid tegenover
Duitschland wordt het belang van ons land
in-zeerhooge-mate-geschaad.
En de oorlog duurt langer.
Hoogachtend,
Uw dw.,
12 Aug. 1916. C. DE VRIES
Correspondentie
A. B. te D. De teekening is voor repro
ductie niet geschikt. Indien u ons uw juiste
adres opgeeft, zullen wij de teekening
terugzenden.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllmlIHIIIIIIIIIIIII
op zijne Zwitsersche nationaliteit en zei, dat
de twee kleine huisjes op den hoek hem ook
nog toebehoorden. Verder kon hem de boel
niet bommen?liet hij duidelijk verstaan.
Nog meer wilde hij zeggen, doch de bevel
voerder zei, dat er geen steen van Bree zou
verwoest worden; hun mannen waren op
zoek naar een voortvluchtenden generaal n
een handvol vrijwilligers.
Het volk, dat reeds gemopperd had over
het uitsteken van de neutrale vlag, verkropte
zijn woede, die botgevierd werd, toen de
Pruisen een heel eind weg in Noordelijke
richting verdwenen waren.
Eerst haalden de verbolgen lui de vlag
neder, waartegen Karel protesteerde. Dan
kreeg hij eerst zooveel te hooren, dat hij
onmogelijk kon beantwoorden, en verder
heete blauwe plekken op zijn krimpend lijf
geslagen.
Karel vluchtte in allerhaast de grens over.
Het volk feestweelde nu In zijn huis. Daar
werd dapper gedronken en gegeten. Toen de
kelen verzadigd waren, werd de Hollandsche
kaas aangesproken om weer nieuwen moed
in het drinkerswerk te krijgen.
Arme vrouwenk regen gratis koffie en kaas
uitgedeeld.
Binnen in Karels huis dreunde het gezang
van een woedende menigte. Nu honger en
dorst volkomen gestild en gelaafd waren,
trok het feestvierende volk zingend door de
straten. Een sterke kerel opende den stoet,
zwaaiend met zwierende hand de Zwitsersche
driekleur. Achter hem een twintigtal man
nen, met een stuk kaas in een zwenkende
stok en schreeuwend en zingend met schorre
kelen.
Aan alle deuren.waar nog menschen waren,
kwamen lachende gezichten den vrooüjken
stoet nagagen.
En als deze een eindje voorbij was, klonk
het van drempel tot drempel. Om zijn laffe
handelwijze heeft Karel toch wel n straf
verdiend."
Het vaderlandsch gevoel werd levendig en
er werd gewrokt tegen vele vreemdelingen,
die er zich vestmestten en nu met den over
weldiger schenen aan te heulen.
o