Historisch Archief 1877-1940
19 Aug. '16. No. 2043
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
WaA van ons allen Is
Teekeningen van Henriëtte de Vries
Bi} een vergelijking tusschen het heden
en 't verleden moet men onzen eigen tijd
wel een schitterende eereplaats toekennen,
als men daarbij let op de dingen, die van
ons allen zijn." Daarin winnen wij het
van 't verleden, en dat niet alleen, maar
we maken den voorsprong ook dagelijks
grooter.
Dingen, die van ons allen zijn, we be
zitten ze in grooter aantal en grooter uit
gebreidheid, dan onze voorouders ze hadden,
Kijkje in den tuin van het Rijksmuseum
te Amsterdam
en wie van die dingen braaf profiteert en
er een zijner bronnen van vreugde en
leering in vindt, die mag wel eens even
een dankbaar woordje wijden aan hen, aan
wie deze dingen dagelijks zijn toevertrouwd
en die ze voor ons allen in stand houden.
Gij begrijpt al, dat ik met die dingen, die
van ons allen zijn, bedoel die instellingen,
die ten bate van het algemeen kosteloos
mogen worden gebruikt of bewonderd, onze
parken in de eerste plaats, onze musea, onze
openbare speeltuinen en zooveel meer, dat
ons gerief en gemak geeft. Ik spreek nu
niet.Van de post en den wegenaanleg, de
rioleering en dergelijke dingen. Die hadden
onze «oorouders ook, hoewel dan minder
goed verzorgd, zooals bij den aard van
hun tijd bestaanbaar was. Maar openbare
parken en stedelijke en rijksmusea en instel
lingen van openbaar nut, die voor ieder
openstonden, die hadden zij zeer beslist
lang niet zoovele en zoo goede als wij.
En nu is het de vraag, of ze wel genoeg
op prijs worden gesteld, juist die kostelooze
en zoo goed als kostelooze gelegenheden,
die door de gemeenschap in ons aller bezit,
ons aller hoede en zorg zijn gesteld. Neen,
ik ga u niet over de baldadigheid der
jeugd onderhouden; daarover is men tot
een communis opinio gekomen, die lang
zamerhand wel tot daden en zoo tot beter
schap zal voeren; maar wijzelf, wij, voor
wie de musea en de parken en de leeszalen
een schat van nut zouden kunnen afwerpen,
stellen wij die zaken in voldoende mate
op prijs?
Aan de parken van onze groote steden
wordt tegenwoordig een zorg besteed, waar
men versteld over staat. Met de dank
baarste gevoelens jegens hen, die erover
waken, moesten wij allen er dagelijks onzen
vrijen tijd doorbrengen, om te genieten van
het wezenlijk schoone, dat er ons geboden
wordt. Groepen en eilandjes, doorkijkjes,
lanen, enkele boomen, perken en
boordbedden van de smaakvolste rangschikking, alles
afgewisseld door frissche waterpartijen in
omlijstingen van zorgvuldig onderhouden
gazons, hoe mooi zijn ze in de stadsver
sieringen van Arnhem en Utrecht, van
Groningen en Nijmegen, om maar enkele
te noemen; hoe rijk zijn ze vertegenwoor
digd in Amsterdams Vondelpark en zijn
mooi Saphatipark; in Rotterdams heerlijk
Park en de Nieuwe Plantage. Laat ons er
toch op zomeravonden en lentemorgens en
herfstmiddagen gaan genieten, als we stede
lingen moeten zijn en toch ons buiten"
willen voelen!
En onze Musea! Onlangs was ik een
morgen in Boymans te Rotterdam. Een
gewonen werkdag met de gewone stilte en
eenzaamheid. Twee, drie bezoekers in de
zeven bovenzalen van oude en de zes
benedenzalen van moderne kunst. Er wordt
n stuiver, n enkele stuiver, entree
geheven, en ge geniet er van kunstschatten,
die wereldvermaard zijn. Goed, ge zegt,
dat ge onze zeventiende-eeuwsche kunst
kent; maar wilt ge dan ook niet van de
modernen op de hoogte blijven, vooral van
die niet ultra-modernen, die nog tot ieder
eenigszins ontvankelijk gemoed wat heb
ben te zeggen? Die kunt ge in Boymans
leeren waardeeren. Loopt ge niet prettiger
door de Nicolaas Maesstraat, als ge de
groote schilderijen van dien meester kent;
worden Ferdinand Bolstraat en
Ruysdaelkade niet dadelijk gezelliger, als ge u be
paalde werken dier schilders uit den bloeitijd
voor den geest kunt halen. En Arie Scheffer
in Dordrecht, kijkt ge hem niet met andere
pogen aan, als ge die heerlijke kinderkopjes
in Boymans van hem hebt gezien? En
hoopt ge niet, dat later Haverman en Jan
Veth net zoo zullen worden geëerd om
hun portretten, als ge die pas in Boymans
hebt bewonderd? Pijnacker zag ik er met
groote schilderstukken, landschappen van
geen zuiver Nederlandsch karakter, maar
die het heel verklaarbaar maken, dat er drie
Pijnackerstraten in Rotterdam zijn.
In de" derde Is een Openbare Leeszaal
gevestigd. Dat is ook een van die dingen,
die van ons allen zijn en waar we nooit
genoeg van kunnen profiteeren. Rotterdam
is Amsterdam erin vooruit; de beide inrich
tingen, vlak bij Boymans de eene, en in de
Kijkje in het Vondelparklte Amsterdam
ECHNISCHE RUBRIE
Oud en Nieuw over Vliegtuigen
In The Builder" van l April 1843 (en
opnieuw opgenomen in 't nummer van 16
Juni 1916) verscheen een bericht met een
illustratie, waarvan fig. l een reproductie is.
Het stelt de vinding voor van een zekeren
Henson, van wien geen werkelijke uitvin
ding bekend is. Het is merkwaardig hoeveel
die fantasie uit 1843 gelijkt op de werke
lijkheid van heden. Behalve draag- en
stuurvïakken zijn o. a. ook aanwezig raderen
aan 't schuitje, die dus doen vermoeden dat
in dien tijd reeds de overtuiging bestond,
dat de beginsnelheid op den beganen grond
verkregen moest worden.
Hoe dit moest gebeuren laat de afbeelding
niet zien. De scheepsproef was in dien tijd
nog niet gevonden, dus als de uitvinder iets
anders bedoelde dan een Aprilgrap, dan
wilde hij waarschijnlijk met de draagvlakken
den vleugelslag der vogels imiteeren. Sff*?0
Dat zelfs na 't uitvinden van den schroef
Fïg. 1. Reproductie van de afbeelding
van een stoomvliegmachine in 1841 ge
publiceerd in The Builder
als middel tot voortbeweging de uitvinding
der vliegmachines niet gerealiseerd kon
worden, ligt in hoofdzaak aan het enorme
gewicht der stoommachines, die voldoende
energie kunnen leveren voor een vlieg
machine. Pas na het uitvinden der ontplof
fingsmotoren konden machines geleverd wor
den die per paardekracht iets meer dan een
kilogram wegen en waarvan dus het gewicht
geen hindernis vormt voor het opstijgen
in de lucht. ??'*
Een der nieuwste dingen op 't gebied der
luchtvaart is de verkenningsballon, die in
het Engelsehe leger in gebruik genomen is.
Deze bestaat (zie fig. 2) uit een luchtballon,
waaraan een schuitje van een vliegmachine
(zonder de draagvlakken) bevestigd is. Ver
geleken bij een Zeppelin is die ballon zeer
klein en de tref kar s door geweer- o?
geschutvuur is dus gering. Het schuitje is
ontdaan van het gewone opstijgings- en
landingsmechanisme, dat vrij zwaar is.
De motor heeft 70 paardekrachten en is
van het Renault-type met waterkoeling. De
snelheid, die zoo'n luchtschip verkrijgen kan
is ongeveer 70 K.M. Ze wordt bevorderd
door den bijzonderen bouw van de eigenlijke
ballon. Een merkwaardige bijzonderheid is
nog 't volgende. Door verandering van den
luchtdruk of van den temperatuur varieert
de draagkracht der ballonnen sterk. Om deze
op peil te houden zou bijvulling van gas
noodig zijn, of anders het aanvullen met
lucht. Beide methoden vereischen zware
toestellen, die voor een licht luchtschip niet
bruikbaar zijn.
Bij dit model luchtschip wordt de lucht,
die door de schroef achteruit geslagen wordt,
gedeeltelijk in een buis gestuwd (zichtbaar
onder aan den ballon), die voorzien is van
een regelbare klep, zoodat bij het slapper
worden van den ballon zooveel lucht inge
dreven wordt, als noodig is om den ballon
goed stijf te houden. Hierdoor wordt de
vermindering van stijgkracht zooveel mogelijk
Kijkje in den tuin van het Rijksmuseum
te Amsterdam
derde Pijnackerstraat de tweede, vond ik
steeds aardig bezocht, maar niet zó, als
de Openbare Leeszaal aan de
Toussaintkade in Den Haag, die heerlijk gezellig vol
bleek bij een toevallig kort bezoekje.
Leeszalen, denk toch eens aan wat dat
zeggen wil, leeszalen, die van ons allen
zijn! Waar wij allen, hoofd voor hoofd,
kunnen vinden wat ons zal interesseeren;
waar wij nuttige wenken kunnen krijgen
voor ons bedrijf door lectuur over ons vak
en door algemeene leesstof, die onzen geest
verruimt en ons inzfcht verheldert. Waar
wij ook de d!" gen van den dag in week
blad en maandschrift besproken vinden en
van verschillende kanten kunnen leeren
bekijken, en waar wij onzen smaak kunnen
oefenen door lectuur van verbeelding, die
ons vele zijden van het leven onzer
medemenschen en van ons eigen bestaan beter
zal doen begrijpen.
Wie zijn tijd wil begrijpen, moet trachten,
hem te leeren kennen. Wij smalen vaak
tezeer op 't heden, onsdat wij de moeite
der kennisneming ons niet willen geven.
Een der middelen, om dien grooten schat
der levenswaardeering machtig te worden,
is het opeischen van ons eigen aandeel aan
wat van ons allen is!
FREDERIKE J. VAN UILDRIKS
* * *
Snelopname
IV
Gelijke arbtid.^^ff het loon?
Voor het breien vari een ildndeïtrui, ont
vangt de arbeidster 1,75 franc. Dezelfde
trui wordt in een magazijn verkocht voor
19 francs; gesteld dat er aan wol 4.50 francs
werd uitgegeven, hoeveel procent wint dan
de verkooper?
7iehier aen sommetje, dat even onwaar
schijnlijk schijnt als de problemen, die onze
jeugd verbitterden.
Herinnert ge u nog het opgeschoven raam
waarvoor een kastanjetak in bloei wuifde,
en de vlieg, die om u zoemde, en het een
zame witte wolkje, dat door de strak- blauwe
lucht doolde als een speibelend schoolkind?
Opletten meisjes ! . . . Het soortelijk gewicht
van olie is . . ."
Ik laat de onderwijzeres haar zin afbre
ken, ... ik weet het S. G. van olie niet meer.
Ik weet alleen, dat een werkster voor drie
dagen arbeid 1,75 franc verdient en dat lijkt
mij onbillijk.
Wilt ge nog meeronredelijkheden hooren,
of bederven die misschien uw zonnigen
namiddag?
Een onderwijzeres, die dezelfde studies
gemaakt heeft als een mannelijke collega
heeft een tractement aanmerkelijk lager dan
dat van den onderwijzer.
Een vrouwelijke postbeambte verdient van
1500 tot 2500 franc per jaar; de mannelijke
postbeambte, die u even onvriendelijk be
handelt als zijn vrouwelijke collega verdient
echter 19CO tot 3700 franc.
En wanneer ge de loonen van verple
gers en verpleegsters, van verkoopers en
verkoopsters vergelijkt... overat dezelfde
onuitlegbare loonverschillen.
Als de arbeid door vrouwen verricht,
minderwaardig was aan dien harer manne
lijke collega's... Maar het blijkt, dat dit
niet het geval is; Brieux getuigt zelfs, dat
vrouwen in enkele functies nauwkeuriger
en sneller werken dan mannen.
Gelijke arbeid... en het loon?
De onderwijzeres, die van half negen
tot half twaalf en van eenen tot half vier
vór de klasse gestaan heeft, gaat naar huis.
Wat wandelen of rusten? Kunt ge begrijpen...
er ligt verstel goed..., de maaltijd moet
bereid worden en als de onderwijzeres
gehuwd is, begint haar huishoudtaak om
vier uur 's middags.
De onderwijzer, die van half negen tot
half vier vór zijn klasse gestaan heeft, is
daarna vrij.
De werkuren zijn niet gelijk en het loon
is het evenmin.
Aan wien de schuld?
Machtige stemmen gaan op tegen denStaat,
die de vrouw als een stiefkind behandelt.
Is het loonverschil tusschen mannen en
vrouwen in uw land ook zoo groot? vroeg
mij een Fran9aise.
Laten we liever over mode spreken...
zei ik, in mijn land schijnen de vrouwen
niet ontevreden te zijn.
* * *
S Een wijze politieverordering gelast het in
hechtenis nemen of beboeten van
kaartlegsters, koffiediklezeressen en kokinnen, die
uitsluitend eierschotels bereiden.
?Deze kaste heeft zich tijdens den oorlog
schrikbarend uitgebreid In iedere wijk vindt
ge een somnambule of helderziende, een
handlijnlezeres of diseuse de bonne
aventure".
Indien al deze dames une bonne
aventure" voorspelden, zou ik het politiebevel
niet toejuichen.
Een goede voorspelling, zelfs indien zij
later onjuist blijkt te zijn, kan een kort
stondige vreugde geven.
En wij bedriegen ons zelf zoo graag!
Een mijner kennissen, wier man aan het
front is, en ik, waren te zamen, en de gapende
stiltes in het gesprek, vulden wij met het
drinken van ontelbare kopjes thee.
Er werd gebeld.
Tiens, ben jij het Renée... en op dit
uur ? ... Heb je vacantie ? ...
St.!... Is er bezoek?
Ja,... Suzanne,... wat heerlijk dat jij
haar ook treft.
Nee ... dan kom ik liever niet binnen ...
ik had je alleen willen spreken... zei ze
gehaast.
Suzanne, die Renée's stem herkend had,
was in de gang gekomen... une sortie a
l'anglaise was onmogelijk.
Toen wij Renée in de kamer getroond
hadden en haar bij het volle licht van het
open raam zagen, bemerkten we, dat haar
oogen gezwollen en haar wangen ongewoon
rood waren.
Ma petite... ? vroeg ik deelnemend.
Ik hinder misschien . .v vindt je goed
dat ik van avond terug kom ?
Beslist niet... je blijft... wil je thee?
Nee, nee ... niets... c'est béte...
Maar wat is er dan ?
C'est béte comme choux... en het
ergste is, dat ik me ongelukkig gevoel...
Ik kom bij madame Trera vandaan... jij
kent haar niet... misschien van naam ?...
Enfin, het is een tweede madame de Thèbes...
zij is handlijnlezeres... een zeer ontwik
kelde vrouw ... zij leest Claudel en Renard
en heeft zoo'n beschaafd gezicht.
Eerst heeft ze mij m'n karakter gezegd
uit de lijnen van m'n hand. Dat was merk
waardig juist... un gargon manqué" noemde
ze mij en zij ontleedde mijn gebreken alsof
jij-zelf het deedt... En alles was zoo pre
cies,... mijn levensomstandigheden, mijn
jeugd,... mijn aanleg... ik was ontsteld.
Toen liet ik haar twee brieven zien.
Deze is van een vrouw, die in den
vreemde woont en die u zeer genegen is.
Zij is ziek en heeft slechts n verlangen,
u bij zich te hebben. Wat moet zij zich
ongelukkig voelen?"
En haar ziekte? vroeg ik.
... Zij kan nog eenigen tijd leven,
maar geneest niet meer volkomen, 't Wordt
een slepende kwaal... na twee of drie jaar
zal ze sterven.
En deze brief?
Tiens ... die kan geschreven zijn door
den zoon van deze dame. ... Hij is aan 't
Fig. 2. Afbeelding van een kleine bestuurbare luchtballon, die gedreven wordt
door een vliegmachine zonder draagvlakken
beperkt. Een groot aantal dezer luchtschepen
doet dienst bij verkenningen en bij de ha
vens van Frankrijk en Engeland voor het
ontdekken van onderzeeërs. Ze hebben het
groote voordeel, dat ze zich naar willekeur
kunnen voortbewegen, of op dezelfde plaats
kunnen blijven zweven, hetgeen bij een
vliegmachine niet mogelijk is. Hoewel veel
minder opvallend dan de kolossale" Zep
pelin, moet het construeeren van een groot
aantal dezer kleine en handige ballons, als
een kranige prestatie beschouwd worden.
Deze minder kostbare toestellen zouden ook
in ons land misschien wel te maken zijn
en een nuttige aanvulling voor het
vliegmateriaal van ons leger vormen. v. O.
* ? ?
De Luchtdruk en de Draagkracht
van Geschut
Een buitenlandsch geleerde heeft bereke
ningen uitgevoerd over den invloed der
luchtverdunning in de hoogere luchtlagen
en de draagkracht van geschut en kreeg
het resultaat, dat de projectielen veel ver
der kunnen vliegen, als in de hoogere lucht
lagen een grootere luchtverdunning heerscht,
zoodat zelfs verschillen van 40 pCt. in
trefwijdte kunnen voorkomen. Het Duitsche
kanon van 381 kaliber kan een projectiel
van 760 kilogram een beginsnelheid geven
van 640 meter per seconde, zoodat bij ge
lijkblijvende dichtheid van de lucht een
hoogte van 9500 meter bereikt wordt, als
geschoten wordt onder een hoek van 45°.
Op die hoogte is de snelheid dan 284 meter
per seconde. Onder dien hoek bereikt het
front... de arme... ge zult hem niet weer
zien... hij sneuvelt.
Ik wilde niets meer hooren... weet je...
het waren brieven van mijn moeder en mijn
broer...
Renëe's oogen stonden vol dikke tranen.
Voyons ma petite... voyons... zei ik.
Ik kan mij niet van die voorspellingen
vrij maken... Moeder schrijft mij inderdaad,
dat zij zwaar verkouden is en dat zij zich
eenzaam voelt in Engeland en zoo ongerust
is over Henry ... Als hij sneuvelt... God,
dat overleeft moeder niet.
Suzanna, de zwijgzame, wier man ook
aan 't front is, ging naar Renée. Misschien
is het ons moederlijk instinct, dat ons
dwingt, iemand te liefkoozen, dien wij onge
lukkig zien.
Ma petite, zei ze, en streek met onein
dige zachtheid over Suzanne's haar, jehadt
het recht niet naar dat mensch te gaan.
Niemand heeft het recht zich noodeloes
leed te berokkenen.
Ik gelo.of niet aan de woorden van dat
mensch... wij, de levenden hebben de
macht onze naastbestaanden tegen den
dood te verdedigen. Wij kunnen hun leven
verlengen... wij kunnen hen beschermen...
door... door... noem het ons gebed als
je dit niet belachelijk vindt... ik zeg: door
onzen intensen wil, hen te verdedigen.
Hoe vreemd overtuigend klonk Suzanne's .
stem... meende zij wat zij sprak.. .'of was '
het een theorie die zij zich zelf imprentte
om zelf den moed niet te verliezen?...
En madame de Thèbes, Renée... sinds
haar laatste voorspellingen heeft zij het
raadzaam gevonden Parijs te verlaten...
zij voedt nu kippen en konijnen op, en
Iaat de toekomst met rust...
Het gesprek werd opgewekter, Renée
heroverde stil aan haar gewone kordaatheid.
En hoeveel heb je die dame moeten
betalen ?
Vijftien francs...
De afzetster!...
En om tot ons punt van uitgang terug
te komen.
Een handelaarster in goedgeloovigheid
werkt dagelijks gemiddeld zes uur per
dag. Zij verdient 15 francs per uur, hoeveel
verdient zij. per maand ? (Zon- en feest
dagen meegerekend).
En de breister, die in drie dagen 1,75
franc verdient!...
P a r ij s. MANJA
Ons kookboek
KWETSEN COMPÓTE
De kwetsen moeten goed rijp zijn en
zorgvuldig afgewreven worden. De steenen
neemt men er uit. Op 4 kilogr. kwetsen wordt
een Vs kilogr. suiker gebruikt en wat kaneel.
Men laat de suiker klaren, de vruchten
daarin gaar koken, en vult de inmaakglazen
of -potten, terwijl het kooksel nog heet is.
Het nat wordt wat ingekookt er over heen
gegoten met een w ij n glas arak. Dan bindt
men dadelijk de flesschen toe met blaas of
perkamentpapier. E. D. M.
« * *
Correspondentie
Onzen vriendelijken dank aan mej. E. d. M.
en mevr. J. T.?L. voor het zenden der
recepten voor Ons Kookboek." E. M. R.
Koningsplein
AMSTERDAM
LUIERMANDEN
No. l / 60.
No. 2
90.No. 3 125.
No. 4
175.Vraagt gedetailleerde
:?: Prijscourant. :?:
iiiiiiijjiiiiiijiiiiiijiiiiiHiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiumiiiiiiM
projectiel dan een afstand van 26 kilometer
en heeft 'top het eindpunt nog een snelheid
van 3^5 meter over.
Houdt men wél rekening met de vermin
derde dichtheid van de lucht op grootere
hoogte, dan verkrijgt men bij de berekening
geheel andere cijfers. In plaats van op
9500 meter, ligt nu het hoogste punt op
ruim 12000 meter, terwijl de snelheid op dat
hoogste punt 386 meter bedraagt. Het verst
bereikbare punt ligt dan op 38 kilometer,
terwijl de snelheid dan nog 433 meter per
seconde is.
Deze laatste getallen zijn getoetst aan de
werkelijkheid bij de beschieting van Duin
kerken en komen goed overeen met de
daarbij verkregen resultaten (als men tenmin
ste zooiets resultaten mag noemen). Het
spreekt vanzelf, dat reeds geringe afwijkingen
van de aangenomen dichtheid een vrij aan
zienlijke afwijking voor het projectiel moeten
veroorzaken, terwijl ook de luchtstroomen
grooten invloed moeten hebben. Vandaar,
dat het schieten met groote kanonnen op
die groote afstanden alleen de bedoeling
kan hebben ergens schrik te verspreiden
bij een burgerbevolking, daar het een buiten
gewoon toeval zou zijn, als werkelijk een
militair werk beschadigd werd.
De volgende cijfers vertponen ook sterk
den invloed van de luchtdichtheid op den
loop der projectielen. Bij een temperatuur
van 28°C (82°Fahrenheit) en een barometer
stand van 74 centimeter moet de baan van
een projectiel voor geschut van 381 mM.
dezelfde zijn als die voor een projectiel van
kaliber 406 (dat 920 Kg. weegt) bij 15°C en
75 c.M. druk. Dit bereikt een totale afstand van
ruim 40 kilometer en een maximale hoogte
van ruim 12 kilometer. Ten behoeve van
elk soort zwaar geschut zijn tabellen opge
steld, die aanwijzingen geven voor het aan
brengen der correcties bij het richten voor
elke temperatuur en luchtdruk.
v. O.