De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 26 augustus pagina 10

26 augustus 1916 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERL'ANfr HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE uil ...... "il ..... iiiiiiiiiiii ......... minimi"" ........ minimum ..... mminim 26 Aug. '16 No. 2044 IIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ...... u ..... in ...... "" ..... i"" ..... HIIIIIIIIIIMI «p l Maart 1915 250 millioen 16 Juni 250 20 Juli . 150 15 September 250 10 November 400 21 Februari 1916 120 300 iiimmiiiiiiiimiiniiiiiiimmmu totaal tot 31 Mei 1916 2082 terwijl uit leeningen werden verkregen: ' November 1914 350.000.000 3% pCt. a 95 pCt.: 331 millioen Juli 1915 860.000.000 4Vs pCt. a 100 pCt.: 590 de rest is verwisseld in stukken van vroegere leeningen, Nov. 1915 van /500.000.000 uit Amerika, z.g. Engelsch-Fransche leening, de helft: 53 te zamen circa 974 millioen De rest der oorlogsultgaven werd verkre gen uft de opbrengst van schatkistnotes met korten looptijd, die tot dusver in de open markt tot den hoogst aangeboden koers weiden toegewezen. ' V. D. S. lUllllllllltllllMIIMIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIII ONZE PUZZLE Een boer laat zijn drie zonen 17 scha pen na* De oudste zoon moet de helft, de tweede een derde gedeelte, en de jongste een negende gedeelte bij de verdeeling ontvangen, terwijl geen der schapen mag worden gedood. Onder de goede oplossers zal een prijs TT- boekwerk -?worden verloot. Inzendingen «nder A. B. aan het redactiebureau. Wegens plaatsgebrek moeten de oplossin gen van de vorige puzzle tot een volgend nummer blijven liggen. Een vleugje Haagt che wind EEN MIDDAG OP HET CONCOURS HlPPIQUE Het afgelegen sportpark Houtrust waar geen enkele sport welig tieren wil, geniet in de zomer drie dagen van luisterrijk mon dain bezoek. Het zijn de dagen van het concours hippique en de luisterrijkste is de dag waarop H. M. de Koningin en Prins Hendrik er komen. Met mijn vriend Is. ging ik er heen, vrij nonchalant in een scheef gezakt huurvictorialje, met een brood mager paard er voor en een koetsier die naar jenever walmde op den bok. We kwamen er toen de tribune zich be gon te vullen; de Haagsche jonge meisjes met hare zacht roze bepoederde gezichtjes onder luxieus bevederde hoedjes, blank paarlomsnoerde halsjes en kleertjes van tulle, zijde en satijn, brutaal uitklokkende rokjes met nog brutaler de voetjes en beentjes er onder uit, kuischelijk geschoeid met fijne hooge laarsjes; de oudere dames, wat statiger met wonderschoone ballast van brjoux; de heeren, huit «flets die voornaam in de zon glansden, onberispelijke morning coats, een orchid in 't buttonhole, monocle, glanzend witte spats. Is. raakte ik kwijt bij den ingang. Een kennis kwam naast me loopen groetend links en rechts, voornaam en ernstig of met een zachte mondaine glimlach. Bij eiken groet fluisterde hij zooiets als: Minister Bosboom, generaal Snijders, Jonkheer van Loon, die met Mevr. Vegelin van Claerbergen is ge trouwd, Baron Van Voorst tot Voorst, wiens broer met zijn hond Mak in de Kroniek gestaan heeft, Mr. S. van Houten, kleinzoon van den oud-minister, een der bekendsten van onze jeunesse dorée, Luitenant Neysens, die thans hier in Holland zit en in den oorlog gewond werd, vroeger een der beste inzenders en rijders op Concours Hippique, Sir R. zeer aanzienlijk vreemdeling, Jonk heer Van Die en Die tot Dat die geëngageerd is met het mooie freuletje Van Zoo en Zoo tot Zoo. Een klein vermoeden kreeg ik dat ik naast den beroemden Jonkheer X van de H. Post" liep, vooral toen hij bij de Koningsloge zulke lange namen en geweldige titels ge bruikte, dat plaatsgebrek me verhindert ze u allemaal op te noemen. Juist toen ik hem hiernaar wilde vragen, excuseerde hij zich om zijn opwachting te maken bij Mevr. v. T., een dochter van den Staatsraad E., wier man vroeger bij de opera had opgetreden. Ze werd gerekend onder de mooiste vrouwen der Residentie. Als een sprookje in lichtblauw zag ik een beeldschoon freuletje dat ik kende, ging haar begroeten en leidde haar naar de champagnebar. Toen ze met haar roode lipjes aan het champagneglas nipte verdubbelde haar schoonheid. We hielden een lange mondaine causerie. Gracieus speelde ze met een dun wandelstokje. Toen vroeg ze of het concours rijpearden al geweest was. Als men jong en lieftallig en mooi is, kan men naar al die paarden, die ingespannen bij paren of alleen op een klein veldje rondrijden, niet letten. Men heeft het veel te druk met bekeken te zijn, en te zien wie er bekeken wil worden. Maar aan het concours rijpaarden deed een ruiter mee, een voortreffelijk danseur, een schitterend causeur een hom me a femmes. We gingen dus naar de balustrade. Toen de rijpaarden weer den ring uitgingen, excuseerde ik me, om heen te gaan, ten einde de freule de gelegenheid te geven de jonge ridder te complimenteeren bij de box, het mooie paard te streelen en een klontje te geven. Achter me stond een vriend, een der elegantste jongelieden van het corps diplomatique.de gezantschapssecretaris van Perzië. How, are yóu,." " ". Very well arid you, I have not seenyou for years." Ondapks de internationale verwikkelingen spreken we nqg Engelsch. Ik drukte nog enkele andere jeugdige diplomaten de hand. Een eerbiedige stilte kwam over het geheele terrein. H. M. en Prins Hendrik reden binnen in hun auto, en betraden de konink lijke tribune. Toen dacht ik plotseling aan Is dien ik in den steek gelaten had en ging hem zoeken. Ik voelde een zacht fluweelen streling van mondainiteit langs mijn rug, een gedistin geerde traagheid kwam in mijn knieën en beenen, mijn handen waren geschoeid zonder dat ik het opgemerkt had. Is vond ik in het nokje van de tribune aan het teekenen. Hij droeg geen enkel be hoorlijk kleedingstuk, geen monocle, geen orchidee, geen slobkousen en zelfs geen handschoenen. -'\ HetJHaagscheïConcqurs-Hippique; Indrukken van Is. vanJMens Ik keek op het papier. Fi donc, une cocptte." Ik fluisterde hem in het oor een adellijken naam, een grooten som gelds den naam, van eenfkleine villa, en het met k van een grooten auto. Is keek verwonderd, of hij die dame hier niet verwachtte. La grande cocotte, mon cher, is op het mondaine rendez-vous als een paarlen collier bij een voornaam baltoilet; de kleine kost baarheid die de charme van het geheel vol tooit. Als men haar zou manqueeren, op het concours hippique, in het casino, of in het mondaine restaurant, zou het er uitzien, als destijds Chamberlain zonder monocle (ik keek hem strak aan, maar hij voelde den steek niet). Het zou zijn als een ring zonder steen, als een kaartje zonder kroontje. Het wil opgemerkt zijn, maar het mag niet ge noemd worden. Het mag niet beschreven of geteekend worde. In eerste mondaine bladen, zooals de Haagsche post en De Kroniek zal je nooit Is teekende door en luisterde niet. Hij zei alleen: praat niet zoo gemaakt. Ik ging heen. Un tout petit moment, just a moment", prevelde ik nog beleefd. Daarna heb ik nog een uur rfe Haagsche beaumonde gecoudoieerd. Mijn kennis, die niet Jhr. X bleek te zijn, maar het even goed zou kunnen wezen naar hij bescheiden opmerkte, gaf me gelegenheid meer dan een dozijn adellijke handjes te drukken. Ik mocht de bleeke oude hand met ringen in platina, eener douairière met mijn lippen beroeren. Ik maakte kennis met vele leden van het corps diplomatique en met jeugdige elegante cavallerie-luitenants. Ik sprak beur telings het zoet zingende Fransch, het op§ewekt sportieve Engelsch, en het deftig escheidene Haagsen. Na afloop van het feest bestelde ik een luxe auto en reed met Is, dien ik nog uit den nok van de tribune haalde naar de Witte. Daar vroeg ik den bediende om Une claire au sucre". Is, lachte en zei, dat het jammer was, dat ik op de eetzaal geen boerenkool met worst kon krijgen. Dat zou me aanmerkelijk opknappen, meende hij. Ik verlangde naar Hors d'oeuvre Russe" maar at om hem te plezieren varkenslapjes. Onder het eten liet hij mij zijn schetsboek zien. Hij had een geheel nieuw boek volgeteekend. Hij had twee concours eenspan nen, een concours voor legerpaarden, voor rijpaarden, voor tweespannen en tandems gevolgd. Hij had veldartillerie en gele rijders zien voorrijden en van alle nummers wist hij de prijswinners. Waar sommige menschen toch al niet op letten. Men leest zooiets hoogstens 's avonds in de krant. Hij zei ook dat hij het Haagsche publiek een beetje aanstellerig vond. Dit komt me ondankbaar voor, voor iemand die zooveel stof tot teekenen heeft gekregen. ARI \ Prentjes en Rijmen van een Gemobiliseerde II Dan 't puikje van het land, Van alle rang en stand. Ons Holland's trots en glorie, De sehuts van huis en haard, Voor duivel niet vervaard, Een glans in de historie, Veendam en Lutjebroek, Foxhol en Martonshoek, Kropswolde en Gruno's veste, Kn Kldert Bremmelt's kroost, Oer Drentsche maagden troost, Uit 't heiland 't allerbeste Stapt voort op de muziek, Als ging 't met elastiek, Kn doet de huizen kraken. '/.e gaan in grijs en blauw, In geel en bruin en grauw, In 't dorp hun entree rnaken. Straks maken ze in de hei Ken groote vechtpartij, Dan gaan ze tirailleeren, 7.e schieten niet met lood, Dan gingen ze nog dood. Dan kun je niets meer leeren. Maar 't maakt een helsch kabaal, Soms gaan ze aan den haal, Dan zijn ze t'ruggeslagen. Dan komt er groote rust, En ieder die wnt lust, $5T»~»! Loopt naar de keukenwagen, En vult z'n leege flesrh, Om met een slok of zes ISJ Z'n kuch te gaan verslinden, Dan trekken ze weerom, En loopen ze zich krom, Totdat ze 't kamp weer vinden. Dat is een paradijs, Op allerhande wijs l Kan elk zich daar vermaken, En die wat duiten heeft, En niet erg zuinig leeft, Weet ze wel kwijt te raken. Die niet met godsvrucht leeft, Kn zich in 't spel begeeft Die gaat wat aan 't pandoeren, Dan spreekt ie van misère", Van troef en van ouvert", En smijt met schoppen-boeren. En is hij een artiest, Die zich in kunst verliest, Hij' gaat van ijver blaken; Hij zaagt en kerft en snijdt, Hij knoopt en vlecht en breit En maakt de schoonste zaken. Is hij een man met pit, Waar wat verstand in zit, Dan gaat hij aan 't studeeren, Kn in de bibliotheek, Kan elk student of leek, Uit dikke boeken leeren. Hij vecht om 't beste licht, Kn stopt z'n ooren dicht, Wanneer hij niets wil hnoren; Vindt hij muziek niet fraai, Hij heeft zich aan 't lawaai Geheel dan niet te storen. Want in de naaste zaal, Gaat men met veel kabaal, SOMS wel een lied aanheffen. tlllllllllllllllHlllllllllllllltfllllllllMHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIunilll

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl