Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 Sept. '16 No. 2045
HENRY ASSELIN
De Amsterdammer brengt hierbij van eenen
jeugdigen Franschen letterkundige, die op 't
oogenblik in Nederland is komen vertoeven,
een bijdrage over de stemming van het
Fransche volk. De heer Asselin kan door
persoonlijke omstandigheden geen militairen
dienst vervullen, en is pas onlangs uit
Frankrijk vertrokken, om voor de letterkunde
van zijn land nauwere buitenlandsche relaties
aan te knoopen. Medewerker van de Figaro
en schrijver van twee boeken: Le Candrier
en Paysages d'Asie (Siberië, China, Ceylon),
welke laatste reisindrukken door de Academie
Francaise bekroond, zijn geworden, zal hij
door de fijnheid van zijn taal en gedachten,
evenzeer als door het belangwekkende van
zijn onderwerp, bij de lezers van de Amster
dammer zeker een levendigen indruk weten
op te wekken.
Notre Moral
par HENRY ASSELIN
L'Amsterdammer veut bien demander a
un Francais, qui arrive de France, ce qu'il
sait, ce qu'il a vu de l'état d'esprit de ses
compatriotes. Tache facile et agréable, que
j'accomplirai autant en Francais qu'en ami
de cette Hollande indépendante et fiere, o
se révèlent en maintes circonstances Ie noble
geste de l'accueil et Ie gout de la vérlté.
Alors même que nos armées descendaient
sur la Marne pour se reformer, que Ie siège
du gouvernement se transportait de Paris
a Bordeaux, jamais Ie doute ne s'est vraiment
emparédes esprits en France. Les
psychologues criront dans l'avenir des volumes
compacts sur cette confiance francaise, sur
cette certitude tranquille d'un peuple qui,
a travers l'histoire, a montréau contraire une
facultétonnante de s'émouvoir, de
s'inquièter, de se rëvolter, de défaire pour refaire.
Depuis deux ans, l'union est troite,
absolue, la collaboration active et enthousiaste
entre tous les Francais: tous les problèmes
qui nous agitaient et nous divisaient sont
momentanément oubliés; bien mieux, chacun
croit servir son idéal propre en offrant son
bras ou son cerveau pour la défense d'une
cause qui nous apparatt a tous comme
la plus jusie et la plus belle des causes.
Pour l'idée du droit, pour l'amour de la
liberté, il n'y pas d'efforts que les Francais
n'accompHssent, pas de souffrances qu'ils
n'acceptent. Or, tout Ie monde, en France,
jusqu'au paysan Ie plus réaliste, est
convaincu que les soldats de la Republique
lutDe oorlogsverklaring van Roemenië
Nu Roemenië aan Oostenrijk-Hongarije
den oorlog heeft verklaard, is er niemand,
die dat al niet lang heeft zien aankomen.
Het thema van de bui, die al lang gedreigd
heeft en eindelijk losbarst, kan men met
allerlei variatiën in de pers hooren aanhef
fen; de Duitschers verzekeren ons, dat zij
hun paraplu al hebben opgezet; de Honga
ren, dat zij de stormband om de kin hebben
gedaan.
Een donderslag uit onbewolkten hemel is
die oorlogsverklaring dan ook niet bepaald
geweest. Om in de meteorologische beeld
spraak te blijven: de barometer stond al
verscheiden weken angstig laag; de kalmte,
waarmede, volgens welingelichte
dagbladcorrespondenten, het leven te Boekerest zijn
dagelijkschen gang ging, deed ons allen
denken aan de stilte, die den storm vooraf
gaat; evenals de stuurman uit De Schip
breuk" keken wij bedenkelijk naar den
meridiaan en dachten bij ons zelf: daar
is een luchtje aan; de wolken boven den
Balkan worden hoe langer hoe dikker;
kortom, daar was zeker iets, dat ik niet
noemen zal, aan den knikker.
Maar er zullen toch maar weinigen onder
ons geweest zijn, die er veertien dagen ge
leden al een lief ding om hadden willen
verwedden, dat Roemenië den oorlog aan
Oostenrijk zou verklaren. Het stond wel
voor de wip op de plaat van Braakensiek,
maar kon nog aan den rechter- of aan den
linkerkant plaats nemen. Dat dachten wij
althans; niemand wist toen met zekerheid,
dat het al een besproken plaats had. Als
het ten slotte er de voorkeur aan had ge
geven, niet aan het spel mee te doen, zou
het ons ook al niet verbaasd hebben.
Vooral ons, Nederlanders, niet, die moeilijk
kunnen begrijpen, dat een land vrijwillig
in den oorlog gaat, alleen op hoop van
zegen, om uitbreiding van gebied en macht.
tent pour Ie droit et pour la liberté.
L'ennemi nous a cru abattus parcequ'il avait
violéet terroriséla Belgique, parcequ'il ayait
envahi et meurtri notre propre territoire:
au contraire, nous allions, de ce moment-la,
vers Ia plénitude de notre force. Notre r
sistance, notre volontéfarouche de vaincre,
c'est lui qui a fait cela par ses exces. La
Belgique, Arras, Soissons, Reims: toute la
France, dans sa passion de justice et sa
vieille tendresse pour l'art, demande une r
paration eclatante pour ces attentats commis
contre l'humanitéet la civilisation.
On a dit que l'argent ëtait Ie nerf de Ia
guerre; on pourrait dire que la confiance
en est Ie coeur. Cette confiance ne nous a
pas plus manquéque l'argent: et c'est a
elle que nous deyons de marcher aujourd'hui
a la victoire après l'avoir organisée. Elle
n'est pas venue brusquement, elle ne s'est
pas imposée ?a et la par des revirements
momentanés de notre raison ou de notre
sensibilité: elle s'est peu a peu emparéedu
pays; elle a fleuri comme les roses au
printemps, elle a rayonnécomme Ie soleil de
juillet; elle a tout vivifié, tout amëlioré, tout
fortifié. Elle a créIe bloc francais, Ie bloc
des poitrines, des mains unies, Ie bloc des
aciers bien trempés, Ie bloc des cerveaux
volontaires et méthodiques. Une fronttere
nouvelle, humaine celle-la, s'est dressée de
la mer aux Vosges, vers laquelle se sont
lancés, en chantant, en acclamant la victoire
comme si elle ëtait la déja, Ie patriotard et Ie
socialo, Ie jeune homme et Ie père de familie,
Ie Parisien goguenard et blagueur, Ie M
ridional amoureux de ses oliviers mauves
ou de ses pins tranquilles, Ie Breton d
bonnaire ami des vents et des flots, les
gars du Nord et de l'Est, tenaces et
valeureux, toute la France!
Oserai-je citer Ie témoignage d'un
Hollandais qui, tant venu en France par
l'Allemagne et la Suisse, en 1915, disait:
Francfort est morne et vide; personne
dans les hotels. Quel tonnement pour moi
de retrouver Paris plein de vie et d'entrain,
a peu pres tel qui je l'ai toujours connu:
de quel cótéest donc Ie vainqueur ?"
Mais bien d'autres témoignages, plus
directs, nous sont fournis par les faits
eux-mêmes. Au début, l'avance allemande,
si rapide, nous avait surpris: h Paris, nous
avions conduit nos femmes, nos enfants,
jusqu'aux gares; les départs s'étaient
effectuës, hativement sans doute, mais en bon
ordre et dans Ie calme, et nous tions
revenus, soldats et civils, vers Ie centre -de
la ville en haussant les paules et en
narguant les tauben qui n'avaient plus que des
hommes a tuer. Puis, Ie redressement de
nos armées s'était accompli, la vicloire de
la Marne avait dissipéles nuages; trop peu
de temps s'était coulèpourq ue la confiance
ait pu tre atteinte.
Par la suite, tandisque nos troupes d
fendaient avec acharnement Ie sol natal, que
de nouveaux règiments se constituaient
derriére ce rempart inébranlable, tout Ie
monde se mettait a l'ceuvre avec passion.
Une partie de la nation travaileit pour la
guerre, l'autre assurait la vie conpmique.
Et l'humeur frangaise ne se modifiait en
aucune fac.on, ni sur Ie front, ni a l'intérieur:
une seule pensee hantait tous les esprits,
un seul mot d'ordre régnait sur toutes les
consciences: vaincre!
A l'arrière, les soldats permissionnaires
retrouvaient les villes avec leur physionomie
presque normale: actiyitédes grands
magasins, restaurants, théatres, légances, tout
un peuple parlant de la guerre, la vivant,
mais l'acceptant avec une sorte de volont
froide, résolue, de ne jamais revenir sur une
détermination prise. Et eux-mêmes, les bons
permissionnaires, apportaient aux gens de
l'arrière un air de santé, un bavardage joyeux
sans vantardise, une bonhomie charmante
et, pardessus tout, un courage et une
abnégation dignes des plus hautes vertus
antiques.
Un de mes amis qui, en raison de son
age, aurait pu prendre du service a l'int
rieur, me disait, après une permission de
six jours:
J'aime bien mieux retourner au front,
auprès de mes hommes: ils sont admirables!"
Vrijwillig: want Roemenië verkeerde niet
in zulk een positie, dat het door bedreigin
gen kon worden gedwongen zich aan de
zijde van een der oorlogvoerende partijen te
scharen. Ook stond de keus niet tusschen:
oorlogvoeren als bondgenoot van de Entente
of van de centralen, maar tusschen: onzij
dig blijven, of de wapens opvatten tegen
Oostenrijk en zijne bondgenooten; de ge
zindheid van de overgroote meerderheid der
bevolking maakte het onmogelijk, schouder
aan schouder te gaan staan met Oostenrijk.
Zoo er druk" is uitgeoefend, dan was
dat een eigenaardige druk; geen bedreigin
gen, maar beloften. Wat Rusland geboden
heeft, kan men gissen;
natuurlijkZevenburgen, misschien ook de Boekowina; nóg
meer, berichten sommige couranten; nog
een stuk van Zuid-Hongarije en een grond
verbetering ten koste van Boelgarije.
Wat de centralen geboden hebben voor
het blijven bij de onzijdigheid? Zeker niet
evenveel; maar al is hun bod ook veel
kleiner geweest, het had in dit opzicht toch
veel meer aanlokkelijks, dat zij geen vogel
in de lucht behoefden aan te bieden, maar n
in de hand konden laten zien. Wat Rusland
en de Entente zullen hebben toegezegd,
moest eerst nog veroverd worden; tenzij
Rusland wat niet waarschijnlijk is
Bessarabië aan Roemenië wil laten. Zoo de
centralen iets geboden hebben, dan moet
dat geweest zijn: een stuk van Servië; mis
schien ook Hongaarsch gebied. Dat laatste
zal het teere punt geweest zijn. Duitschland
kon aan Roemenië niets bieden; zoomin als
het aan Italië wat te bieden had, toen dat
rijk nog aarzelde, of het ten oorlog zou gaan,
ja of neen. Toen Italië zijne keus nog niet
had gedaan, moest Oostenrijk offervaardig
zijn; om Roemenië te winnen, is misschien
op Hongarije pressie uitgeoefend, zich be
reid te verklaren, een deel van zijn gebied,
wellicht ook Zevenburgen, af te staan.
Hier komen wij hoe langer hoe meer in
het land der veronderstellingen. Maar nu
juist in de laatste weken de oppositie in
Hongarije den kop heeft opgestoken, is het
zeer goed mogelijk, dat er verband istusschen
dit feit en de pogingen van de centrale
mogendheden om Roemenië buiten den oorlog
te houden. Die oppositie is juist de nationale
partij, die altijd fel gebeten is geweest op
de Duitschers; die de Slavische en Duitsche
Ainsi, la guerre, qui avait en France tant
de généreux ennemis, ralliait toutes les
bonnes volontés, toutes les convictions et
tous les efforts: c'est qu'elle ëtait tout de
suite devenue une guerre nationale, que
l'ennemi ëtait devenu l'envahisseur, enfin
qu'il s'agissait de tuer la guerre, de la rendre
a jamais impossible.C'est pour ces différentes
raisons que nul en France n'a reculé, voire
hésité, qui les chefs ont trouvë, groupés
autour d'eux, tous les concours, que Ie prêtre
et Ie libre-penseur fraternisent sous la
mitraille, que les antimilitaristes gagnent la
croix de guerre a la pointe de la baionnette
et que, dans Ie pays, intellectuels, bourgeois,
ouvriers et paysans ont orgariiséles usines
qui fondent les canons et les administrations
qui pourvoient a tous les besoins du peuple;
c'est pourquoi enfin toute la nation a jure
de vaincre ou de mourir!
Les réalistes méprisent l'idée; ils disent
en riant qu'on fait marcher les hommes avec
des idees; ils ne veulent pas voir que rien
n'est plus pres de Ia réalitéque l'idée,
que celle-la nait de celle-ci comme cette
dernière monte de la première. Elles sont
inséparables. Toute l'Histoire est faite d'idées
crëatrices et directrices. Aujourd'hui encore,
en dressant la France contre son ennemie,
l'idée a accompli Ie fait.
Et telle est chez nous la puissance de
l'idée qu'il est impossible que nous
renoncions a elle. Elle nous tient, nous l'aimons,
nous sommes ses chevaliers, nous la suivrons
partout. Je ne sais s'il y a encore par Ie
monde quelqu'un qui croit que la France
se lassera et abandonnera la partie: que
celui-la ne se flatte pas plus longtemps d'un
vain espoir. Pour l'idée, la France a
consenti par avance a tout; elle luttera, s'il Ie
faut, avec les ongles de ses femmes; tout
Ie coeur du pays vibre et frémit, et une
seule voix parle:
Nous aimons mieux ne plus tre que
de ne pas reconquérir notre indépendance
d'autrefois, que de ne pas anéantir pour
toujours la possibilitéde la guerre!"
Idee et rëalité! Et cette voix est sincère,
car la souffrance préparéaux suprêmes
déterminations.
Mais, a vrai dire, ce n'était plus
exactement ce langage qu'on tenait a Paris, dans
les campagnes, dans la province, dans les
usines, quand j'ai quitte la France. La cer
titude de la victoire est si profondément
ancrée dans tous les esprits qu'elle
suffirait a elle seule pour soutenir les courages
et les volontés, jusqu'au bout. Personne ne
doute, a présent surtout, et cette force
morale est la pierre de taille sur laquelle
nous construisons notre triomphe. 11 faut
bien dire que les faits sont la qui justifient
désormais notre confiance: nous savons ce
qui se passéen Allemagne, tandisque chez
nous rien ne manquéet personne ne
bronche; nous voypns que la formidable Russie
crase les armées austro-allemandes et
turques ; que, sur notre front de bataille, chaque
offensive anglo-fran^aise affirme maintenant
Ia supérioritéde nos armes sur celles de
l'adversaire; que nos usines et celles de nos
Alliés produisent mathématiquement plus
de munitions que l' Allemagne et ses Alliés
n'en peuvent fournir; que nous pouvons
multiplier les divisions devant Verdun et
dans Ia Somme ; que nous avons encore des
iiliiittiimiiiiiimiiiiiiimimiiiiiiiiimiiiiuiHiiiiiunimitutmiiiiiiiiiiii
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
en Roemeensche elementen der bevolking
van Hongarije heeft willen brengen onder
het Hongaarsche juk. Zij zal zeer zeker zich
er tegen verzet hebben, indien Duitschland
erop heeft aangedrongen, dat Hongaarsch
gebied aan Roemenië mocht worden aange
boden, als belooning voor het onzijdig blijven.
Maar hoe dit alles zij, welke middelen
ook mogen zijn aangewend om Roemenië
tot het een of het ander over te halen, het
heeft ten slotte in vrijheid" zijne keus ge
daan.Het heeft oorlog gekozen om dezelfde
reden, die Italië en later Boelgarije daartoe
heeft bewogen: om grooter en machtiger te
worden.
Roemenië's besluit bewijst, dat het een
voor de Entente gunstigen afloop van den
oorlog verwacht. Dat verwachtte Italië ook,
toen het Oostenrijk den oorlog verklaarde
in Mei 1915; nochtans hebben de centralen
nooit grooter overwinningen behaald, dan
in het halve jaar, dat op die oorlogsverkla
ring volgde. Voor Boelgarije waren die over
winningen juist de reden, waarom het zijn
lot aan dat der centralen verbond. Roemenië
heeft op Italië en Boelgarije dit voor gehad,
dat het zijne keus eerst deed, toen de oor
log al ruim twee jaren oud was; het kon
dus over meer gegevens beschikken, waaruit
de afloop van den oorlog moet worden ver
moed, dan aan Italië en Boelgarije ten dienste
stonden. Daarom is Roemenië's keus een
belangrijke aanwijzing van wat thans daar,
waar men het het beste kan weten, wordt
verwacht van het einde van dezen strijd.
In n opzicht komt Roemenië's oorlogs
verklaring aan de centrale mogendheden ten
goede: de in Hongarije groeiende oppositie
tegen het zich laten offeren ter wille van
Duitschland wordt er door tegengehouden.
De Hongaren zullen als tijgers tegen de
Roemeniërs vechten, heeft een hunner staats
lieden gezegd; hun strijd tegen den nieuwen
vijand zal voor de Hongaren een nationale
strijd zijn; zij vechten om het behoud van
Hongaarsch gebied.
Maar, hoe men zich in Duitschland en
Oostenrijk ook moge vermannen, hoezeer
men de tanden in het bit zal zetten, een
zware beproeving blijft het. Of het Roe
meensche leger een buitengewoon goed
leger is, zal moeten blijken. Het is lang ge
leden, dat Roemenië ten strijde trok: in den
Balkan-oorlog van 1877, toen het den Russen
hommes dans nos depots, dans nos
colonies; que nous tenons en réserve, a
Salonique, une armee nombreuse, composée
d' ëlëments de premier ordre; enfin que nous
avons de l'argent dans nos coffres. L'argent?
Les Bons de la Défense nationale sont
souscrits chaque jour en plus grand nombre;
l'emprunt national de 5 pCt., mis en décembre
dernier, se cote & pres de 3 francs au-dessus
du cours d'émission; Imilliard J^ de francs
de titres de pays neutres ont téprêtës a
I'Etat.Prête-t-on a qui va mourir? Tous les
Frangais offrent leur bourse a la victoire;
les neutres aussi. La logique ne nous
imposet-elle pas la confiance ? Et, s'il y a encore
des neutres, y a-t-il encore des incrëdules,
alors que les voix de la colère et les
murmures de l'inquiëtude montent de la foule
allemande, tandisque les femmes de France,
en dépit des deuils, calmes et souriantes,
dans Ie pays ardent et de belle humeur,
prëparent dei guirlandes pour Ie retour
des vainqueurs, bleus comme l'horizon ?
IIIH muiiiiiiiiiitiiiiiiiimttiittiittfliiimiiiiiiiiiinitiiiimmiiimiiiiiuii
De Exactatie der Wetenschap en de
Uitbanning van het Socialisme in
de Geestelijke Orde
De heer Jos. Loopuyt heeft de handschoen
opgenomen voor de S. D. A. P. tegen mijn
causerie, die hij sarcastisch noemt. Waarom
begrijp ik niet, want hij geeft mij geen
ongelijk in de punten, waar 't voor mij op
aankomt. Ik heb met de juichkreet van
de eindelijk verloste het lijk van het socia
listisch ideaal" vertoond; nu maakt de heer
Loopuyt de marxistische klucht nog grieze
liger door te verklaren, dat dat ideaal nooit
geleefd heeft en dat hij medelijden met mij
heeft, omdat ik aan dat stelletje mijn beste
levensjaren en mijn wetenschappelijke energie
verknoeid heb. Hij zal de schrik van Titania
in de Midsummernightsdream kunnen mee
voelen, die in het lugubere ontwaken het
gebalk van den ezel naast zich hoorde, dat
zij in haar droom tot een lievelijken minne
zang had omgetooverd.
Mij dunkt, wij mogen na deze verklaring,
evenals na de verklaring van den heer
W. H. Vliegen, met voldoende zekerheid
concludeeren, dat in gezaghebbende kringen,
de waan van het socialistische ideaal" is
ingezien. Dat punt is beslist. Het socialistisch
ideaal is dood in allen.
Ook mijn opvatting der S. D. A. P. als niets
meer dan verbeterde armenzorg accepteert hij.
Het verschil tusschen ons ligt alleen hier
in, dat hij meent, dat de S. D. A. P. tot deze
functie beperkt, dus, in mijn opvatting, zonder
ideaal, in staat zou zijn de maatschappelijke
oorzaken der armoede weg te nemen en het
kapitalisme op te heffen.
Dit ontken ik.
Als historisch materialist zie ik een z
innige organische samenhang tusschen de
economische orde der samenleving, waar
toe de ideaal-vrij geworden S. D. A. P. zich
heeft beperkt en de geestelijke orde, dat
wezenlijke hervormingen, die het karakter
van een van beide aantasten, allén mogelijk
zijn door om-wenteling der samenleving als
geheel, waarin beide polen in nauw organisch
verband betrokken zijn.
Toen ik begreep, dat met de S. D. A. P.
voor deze hervorming, die de wortels der
maatschappelijke ellende zoekt te bereiken,
niets te beginnen was, heb ik in 1911 met
iiiiiiiimiuiiiimiiimmiiimiitmiiiiiiitiiiiMiiiimninitti iiiintiintiitiii
aan de overwinning heeft geholpen; maar
dat was vór veertig jaren en wie zal zeggen,
of zijn leger ook aan de eischen van dezen
oorlog voldoet ?
In den Balkan-oorlog van 1913 heeft het
dat niet kunnen toonen; toen behoefde het
maar een wandeling" door Boelgarije te
doen; tegenstand ontmoette het niet. Maar
goed of minder goed uitgerust, het leger
telt een 500,000 man; de positie van de
centrale mogendheden is zó, dat elke
eenigszins belangrijke vermeerdering van het aantal
vijanden den doorslag kan geven voor de
beslissing in dezen oorlog. Bovendien krijgt
Rusland's aanval op Hongarije beter kansen,
nu de linkervleugel van zijne legers daar
gesteund zal worden door de Roemeniërs.
Het is opmerkelijk, dat Boelgarije nog niet
den oorlog aan Roemenië heeft verklaard.
Duitschland heeft het terstond gedaan; wil
Boelgarije wachten, totdat het aangevallen
wordt? Boelgaarsche en Duitsche troepen
heeten reeds lang aan de grens van Roemenië
te staan; waarom geven zij den eersten
klap niet?
Want men moet aannemen, dat door het
partijkiezen van Roemenië de grootste Bal
kan-oorlog zal beginnen, die nog gevoerd
werd. Het offensief van de Boelgaren in
Noord-Griekenland is dat der Entente vór
geweest; maar lang kan het niet meer duren,
of de uit alle landen der Entente bijeenge
brachte troepen, waarover generaal Sarrail
het opperbevel voert, zullen zich in bewe
ging zetten. Een aanval van Roemenië op
Boelgarije, zoo zou men vermoeden, moet
daarmede gepaard gaan. Maar zoomin als
Boelgarije aan Roemenië, heeft het laatste
rijk nog den oorlog verklaard aan het
eerste. Wachten beide alleen op het gun
stigste oogenblik om de vijandelijkheden te
beginnen?
En indien straks de Entente, met steun
van Roemenië, de groote poging gaat be
ginnen om de Boelgaren te verslaan en de
verbinding van Constantinopel met Oosten
rijk en Duitschland af te snijden, zal dan
Griekenland alleen een oorlogstooneel"
worden en niet zelf meestrijden?
Tot dusverre ziet het er naar uit, of de
Grieksche regeering bij hare lijdelijke hou
ding wil blijven. Toen de vorige week de
Boelgaren voor Kavala kwamen de haven
om het bezit waarvan in den laatsten
BalINDISCHE RELLETJES
Holland, heb je 't vernomen??
Houd je voor de toekomst klaar!
Holland, houd je oogen open
voor het Indische gevaar.
Zet het troepje druktemakers,
Met hun hinderlijk gedaas,
In een zeer geschikte bajes
Blijf in eigen huis de baas!
Oordeel niet te teergevoelig,
Wacht met straffen niet te lang,
Wees voor geen paar stalen boeien
En geen afdoend vonnis bang.
Laat ze Parlementje spelen
Ergens knusjes bij elkaar,
Holland, let op je Kolonie,
Blijf er steeds: Toewan Basaar.
eenige leden van den Bond van Christen
socialisten en eenige Theosofen het Religieus
Socialistisch Verbond opgericht, dat die
wortels zocht, niét in de economische maar
juist in de geestelijke orde, waarin ook de
idealen wonen. Ons socialisme is dus polair
tegengesteld aan dat van de S. D. A. P.
Daarom wil ik 't geen socialisme meer
noemen. Het hecht weinig aan massa-be
wegingen en organisaties en vraagt en zoekt
alles allén bij individuen. Het is dit extreme
individualisme, dat alleen, naar onze meening,
het kapitalisme kan uitroeien. Wij zeggen,
dat het kapitalisme zijn wortels heeft in de
duisternissen van ons hart. De S. D. A. P.
meent, voor zoover ze zich nog
rekenschapgeeft van zulke diepzinnige vraagstukken
dat het kapitalisme zijn kracht haalt uit de
paperassen der Kamerleden, juristen enz.
Zoo kon de heer Loopuyt de in onze oogen
dwaze leer verkondigen dat een verbeterde
wetgeving op de armenzorg de oorsprong
der armoede als maatschappelijk verschijnsel
zou wegnemen. Ze geeft aan de maatschap
pelijke armoede juist wettelijke sanctie.
De heer Loopuyt heeft mijn theoretische
arbeid, waarmee ik in de af geloopen 20 jaar,
mij rekenschap heb trachten te geven, waarom
de S. D. A. P. onmachtig moet zijn tegenover
het kapitalisme en hoe een doeltreffende
anti-kapitalistische beweging moet worden
georiënteerd (niet georganiseerd"!) ' met
medelijdende minachting behandeld. Dat
ontneemt mij de illusie hem nu door een
enkel artikeltje te kunnen overtuigen van
de juistheid dezer geestelijke oriènteering.
In de Samenwerking, het maandschrift van
het Religieus Socialistisch Verbond, na 1914,
wegens finantieele moeilijkheden opgeheven,
kan hij daaromtrent eenige losse
aanteekeningen vinden.
Ik hecht zeer weinig waarde aan programma's
en meen dat alles neer komt op moeielijk
definieerbare persoonlijke intuïties. Ik hoop,
dat de heer Loopuyt, die meermalen blijk
gegeven heeft zin te hebben voor de ondoor
grondelijke geheimen van het leven en mij
in zijn artikelen zelfs verwijt daarin te kort
te schieten (hij verwart mij met de z.g.
marxisten der S. D. P.), langzamerhand de
wijsheid mag bereiken, die het Rtligieus
Sociatistisc/i Verbond bezielt en die aan de
S. D. A. P. als lichaam ter maatschappelijke
armenverzorging alle eer wil laten, maar die
heeft ingezien, dat de economische machten der
samenleving secundair zijn aan de geestelijke
der persoonlijke idealen en dat dus een
kan-oorlog zooveel te doen is geweest, die
de Boelgaren zo-i, gaarne zouden hebben
verworven zijn zelfs, op bevel van de
regeering te Athene, alle forten, op n na,
met geschut en munitie aan hen overgeleverd.
Het is hoog spel, dat de regeering van
koning Konstantijn speelt. Wenizelos doet
al zijn best, om de persoon van den koning
buiten den strijd te houden maar zal dit
mogelijk zijn, nu het Grieksche volk moet
kiezen tusschen de politiek van den koning
en die van Wenizelos? De volksvertegen
woordiging, die Griekenland thans heeft, is
door de minderheid der kiezers gekozen;
, in September, volgens sommige berichten
pas in October, zullen nieuwe verkiezingen
worden gehouden; maar vermoedelijk zal
het dan, althans in het Noorden van Grie
kenland, niet mogelijk zijn verkiezingen uit
te schrijven, omdat daar dan gevochten zal
worden. Moet dan het Grieksche volk, in
een tijd, waarin beslissingen vallen die ook
voor zijne toekomst van het hoogste belang
zijn, van de gelegenheid verstoken blijven
om langs wettigen weg zijn meening te
doen kennen ? Dan bestaat er groote kans,
dat het dit langs onregelmatigen en
onwettigen weg zal doen.
Meer dan ooit wordt thans de aandacht
weer getrokken door de gebeurtenissen op
het Balkanschiereiland. Nu aan het wes
telijk front het evenwicht tusschen de par
tijen niet verbroken blijkt te kunnen worden,
ziet men ook daarom met spanning uit naar
den strijd, die op den Balkan gaat beginnen,
omdat, zoo hier de Entente een groote over
winning mocht beha'en, dit het beslissende
moment van den oorlog zou kunnen zijn.
30 Augustus 1916 G. W. KERNKAMP
* *