De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 2 september pagina 2

2 september 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Sept. '16 No. 2045 HENRY ASSELIN De Amsterdammer brengt hierbij van eenen jeugdigen Franschen letterkundige, die op 't oogenblik in Nederland is komen vertoeven, een bijdrage over de stemming van het Fransche volk. De heer Asselin kan door persoonlijke omstandigheden geen militairen dienst vervullen, en is pas onlangs uit Frankrijk vertrokken, om voor de letterkunde van zijn land nauwere buitenlandsche relaties aan te knoopen. Medewerker van de Figaro en schrijver van twee boeken: Le Candrier en Paysages d'Asie (Siberië, China, Ceylon), welke laatste reisindrukken door de Academie Francaise bekroond, zijn geworden, zal hij door de fijnheid van zijn taal en gedachten, evenzeer als door het belangwekkende van zijn onderwerp, bij de lezers van de Amster dammer zeker een levendigen indruk weten op te wekken. Notre Moral par HENRY ASSELIN L'Amsterdammer veut bien demander a un Francais, qui arrive de France, ce qu'il sait, ce qu'il a vu de l'état d'esprit de ses compatriotes. Tache facile et agréable, que j'accomplirai autant en Francais qu'en ami de cette Hollande indépendante et fiere, o se révèlent en maintes circonstances Ie noble geste de l'accueil et Ie gout de la vérlté. Alors même que nos armées descendaient sur la Marne pour se reformer, que Ie siège du gouvernement se transportait de Paris a Bordeaux, jamais Ie doute ne s'est vraiment emparédes esprits en France. Les psychologues criront dans l'avenir des volumes compacts sur cette confiance francaise, sur cette certitude tranquille d'un peuple qui, a travers l'histoire, a montréau contraire une facultétonnante de s'émouvoir, de s'inquièter, de se rëvolter, de défaire pour refaire. Depuis deux ans, l'union est troite, absolue, la collaboration active et enthousiaste entre tous les Francais: tous les problèmes qui nous agitaient et nous divisaient sont momentanément oubliés; bien mieux, chacun croit servir son idéal propre en offrant son bras ou son cerveau pour la défense d'une cause qui nous apparatt a tous comme la plus jusie et la plus belle des causes. Pour l'idée du droit, pour l'amour de la liberté, il n'y pas d'efforts que les Francais n'accompHssent, pas de souffrances qu'ils n'acceptent. Or, tout Ie monde, en France, jusqu'au paysan Ie plus réaliste, est convaincu que les soldats de la Republique lutDe oorlogsverklaring van Roemenië Nu Roemenië aan Oostenrijk-Hongarije den oorlog heeft verklaard, is er niemand, die dat al niet lang heeft zien aankomen. Het thema van de bui, die al lang gedreigd heeft en eindelijk losbarst, kan men met allerlei variatiën in de pers hooren aanhef fen; de Duitschers verzekeren ons, dat zij hun paraplu al hebben opgezet; de Honga ren, dat zij de stormband om de kin hebben gedaan. Een donderslag uit onbewolkten hemel is die oorlogsverklaring dan ook niet bepaald geweest. Om in de meteorologische beeld spraak te blijven: de barometer stond al verscheiden weken angstig laag; de kalmte, waarmede, volgens welingelichte dagbladcorrespondenten, het leven te Boekerest zijn dagelijkschen gang ging, deed ons allen denken aan de stilte, die den storm vooraf gaat; evenals de stuurman uit De Schip breuk" keken wij bedenkelijk naar den meridiaan en dachten bij ons zelf: daar is een luchtje aan; de wolken boven den Balkan worden hoe langer hoe dikker; kortom, daar was zeker iets, dat ik niet noemen zal, aan den knikker. Maar er zullen toch maar weinigen onder ons geweest zijn, die er veertien dagen ge leden al een lief ding om hadden willen verwedden, dat Roemenië den oorlog aan Oostenrijk zou verklaren. Het stond wel voor de wip op de plaat van Braakensiek, maar kon nog aan den rechter- of aan den linkerkant plaats nemen. Dat dachten wij althans; niemand wist toen met zekerheid, dat het al een besproken plaats had. Als het ten slotte er de voorkeur aan had ge geven, niet aan het spel mee te doen, zou het ons ook al niet verbaasd hebben. Vooral ons, Nederlanders, niet, die moeilijk kunnen begrijpen, dat een land vrijwillig in den oorlog gaat, alleen op hoop van zegen, om uitbreiding van gebied en macht. tent pour Ie droit et pour la liberté. L'ennemi nous a cru abattus parcequ'il avait violéet terroriséla Belgique, parcequ'il ayait envahi et meurtri notre propre territoire: au contraire, nous allions, de ce moment-la, vers Ia plénitude de notre force. Notre r sistance, notre volontéfarouche de vaincre, c'est lui qui a fait cela par ses exces. La Belgique, Arras, Soissons, Reims: toute la France, dans sa passion de justice et sa vieille tendresse pour l'art, demande une r paration eclatante pour ces attentats commis contre l'humanitéet la civilisation. On a dit que l'argent ëtait Ie nerf de Ia guerre; on pourrait dire que la confiance en est Ie coeur. Cette confiance ne nous a pas plus manquéque l'argent: et c'est a elle que nous deyons de marcher aujourd'hui a la victoire après l'avoir organisée. Elle n'est pas venue brusquement, elle ne s'est pas imposée ?a et la par des revirements momentanés de notre raison ou de notre sensibilité: elle s'est peu a peu emparéedu pays; elle a fleuri comme les roses au printemps, elle a rayonnécomme Ie soleil de juillet; elle a tout vivifié, tout amëlioré, tout fortifié. Elle a créIe bloc francais, Ie bloc des poitrines, des mains unies, Ie bloc des aciers bien trempés, Ie bloc des cerveaux volontaires et méthodiques. Une fronttere nouvelle, humaine celle-la, s'est dressée de la mer aux Vosges, vers laquelle se sont lancés, en chantant, en acclamant la victoire comme si elle ëtait la déja, Ie patriotard et Ie socialo, Ie jeune homme et Ie père de familie, Ie Parisien goguenard et blagueur, Ie M ridional amoureux de ses oliviers mauves ou de ses pins tranquilles, Ie Breton d bonnaire ami des vents et des flots, les gars du Nord et de l'Est, tenaces et valeureux, toute la France! Oserai-je citer Ie témoignage d'un Hollandais qui, tant venu en France par l'Allemagne et la Suisse, en 1915, disait: Francfort est morne et vide; personne dans les hotels. Quel tonnement pour moi de retrouver Paris plein de vie et d'entrain, a peu pres tel qui je l'ai toujours connu: de quel cótéest donc Ie vainqueur ?" Mais bien d'autres témoignages, plus directs, nous sont fournis par les faits eux-mêmes. Au début, l'avance allemande, si rapide, nous avait surpris: h Paris, nous avions conduit nos femmes, nos enfants, jusqu'aux gares; les départs s'étaient effectuës, hativement sans doute, mais en bon ordre et dans Ie calme, et nous tions revenus, soldats et civils, vers Ie centre -de la ville en haussant les paules et en narguant les tauben qui n'avaient plus que des hommes a tuer. Puis, Ie redressement de nos armées s'était accompli, la vicloire de la Marne avait dissipéles nuages; trop peu de temps s'était coulèpourq ue la confiance ait pu tre atteinte. Par la suite, tandisque nos troupes d fendaient avec acharnement Ie sol natal, que de nouveaux règiments se constituaient derriére ce rempart inébranlable, tout Ie monde se mettait a l'ceuvre avec passion. Une partie de la nation travaileit pour la guerre, l'autre assurait la vie conpmique. Et l'humeur frangaise ne se modifiait en aucune fac.on, ni sur Ie front, ni a l'intérieur: une seule pensee hantait tous les esprits, un seul mot d'ordre régnait sur toutes les consciences: vaincre! A l'arrière, les soldats permissionnaires retrouvaient les villes avec leur physionomie presque normale: actiyitédes grands magasins, restaurants, théatres, légances, tout un peuple parlant de la guerre, la vivant, mais l'acceptant avec une sorte de volont froide, résolue, de ne jamais revenir sur une détermination prise. Et eux-mêmes, les bons permissionnaires, apportaient aux gens de l'arrière un air de santé, un bavardage joyeux sans vantardise, une bonhomie charmante et, pardessus tout, un courage et une abnégation dignes des plus hautes vertus antiques. Un de mes amis qui, en raison de son age, aurait pu prendre du service a l'int rieur, me disait, après une permission de six jours: J'aime bien mieux retourner au front, auprès de mes hommes: ils sont admirables!" Vrijwillig: want Roemenië verkeerde niet in zulk een positie, dat het door bedreigin gen kon worden gedwongen zich aan de zijde van een der oorlogvoerende partijen te scharen. Ook stond de keus niet tusschen: oorlogvoeren als bondgenoot van de Entente of van de centralen, maar tusschen: onzij dig blijven, of de wapens opvatten tegen Oostenrijk en zijne bondgenooten; de ge zindheid van de overgroote meerderheid der bevolking maakte het onmogelijk, schouder aan schouder te gaan staan met Oostenrijk. Zoo er druk" is uitgeoefend, dan was dat een eigenaardige druk; geen bedreigin gen, maar beloften. Wat Rusland geboden heeft, kan men gissen; natuurlijkZevenburgen, misschien ook de Boekowina; nóg meer, berichten sommige couranten; nog een stuk van Zuid-Hongarije en een grond verbetering ten koste van Boelgarije. Wat de centralen geboden hebben voor het blijven bij de onzijdigheid? Zeker niet evenveel; maar al is hun bod ook veel kleiner geweest, het had in dit opzicht toch veel meer aanlokkelijks, dat zij geen vogel in de lucht behoefden aan te bieden, maar n in de hand konden laten zien. Wat Rusland en de Entente zullen hebben toegezegd, moest eerst nog veroverd worden; tenzij Rusland wat niet waarschijnlijk is Bessarabië aan Roemenië wil laten. Zoo de centralen iets geboden hebben, dan moet dat geweest zijn: een stuk van Servië; mis schien ook Hongaarsch gebied. Dat laatste zal het teere punt geweest zijn. Duitschland kon aan Roemenië niets bieden; zoomin als het aan Italië wat te bieden had, toen dat rijk nog aarzelde, of het ten oorlog zou gaan, ja of neen. Toen Italië zijne keus nog niet had gedaan, moest Oostenrijk offervaardig zijn; om Roemenië te winnen, is misschien op Hongarije pressie uitgeoefend, zich be reid te verklaren, een deel van zijn gebied, wellicht ook Zevenburgen, af te staan. Hier komen wij hoe langer hoe meer in het land der veronderstellingen. Maar nu juist in de laatste weken de oppositie in Hongarije den kop heeft opgestoken, is het zeer goed mogelijk, dat er verband istusschen dit feit en de pogingen van de centrale mogendheden om Roemenië buiten den oorlog te houden. Die oppositie is juist de nationale partij, die altijd fel gebeten is geweest op de Duitschers; die de Slavische en Duitsche Ainsi, la guerre, qui avait en France tant de généreux ennemis, ralliait toutes les bonnes volontés, toutes les convictions et tous les efforts: c'est qu'elle ëtait tout de suite devenue une guerre nationale, que l'ennemi ëtait devenu l'envahisseur, enfin qu'il s'agissait de tuer la guerre, de la rendre a jamais impossible.C'est pour ces différentes raisons que nul en France n'a reculé, voire hésité, qui les chefs ont trouvë, groupés autour d'eux, tous les concours, que Ie prêtre et Ie libre-penseur fraternisent sous la mitraille, que les antimilitaristes gagnent la croix de guerre a la pointe de la baionnette et que, dans Ie pays, intellectuels, bourgeois, ouvriers et paysans ont orgariiséles usines qui fondent les canons et les administrations qui pourvoient a tous les besoins du peuple; c'est pourquoi enfin toute la nation a jure de vaincre ou de mourir! Les réalistes méprisent l'idée; ils disent en riant qu'on fait marcher les hommes avec des idees; ils ne veulent pas voir que rien n'est plus pres de Ia réalitéque l'idée, que celle-la nait de celle-ci comme cette dernière monte de la première. Elles sont inséparables. Toute l'Histoire est faite d'idées crëatrices et directrices. Aujourd'hui encore, en dressant la France contre son ennemie, l'idée a accompli Ie fait. Et telle est chez nous la puissance de l'idée qu'il est impossible que nous renoncions a elle. Elle nous tient, nous l'aimons, nous sommes ses chevaliers, nous la suivrons partout. Je ne sais s'il y a encore par Ie monde quelqu'un qui croit que la France se lassera et abandonnera la partie: que celui-la ne se flatte pas plus longtemps d'un vain espoir. Pour l'idée, la France a consenti par avance a tout; elle luttera, s'il Ie faut, avec les ongles de ses femmes; tout Ie coeur du pays vibre et frémit, et une seule voix parle: Nous aimons mieux ne plus tre que de ne pas reconquérir notre indépendance d'autrefois, que de ne pas anéantir pour toujours la possibilitéde la guerre!" Idee et rëalité! Et cette voix est sincère, car la souffrance préparéaux suprêmes déterminations. Mais, a vrai dire, ce n'était plus exactement ce langage qu'on tenait a Paris, dans les campagnes, dans la province, dans les usines, quand j'ai quitte la France. La cer titude de la victoire est si profondément ancrée dans tous les esprits qu'elle suffirait a elle seule pour soutenir les courages et les volontés, jusqu'au bout. Personne ne doute, a présent surtout, et cette force morale est la pierre de taille sur laquelle nous construisons notre triomphe. 11 faut bien dire que les faits sont la qui justifient désormais notre confiance: nous savons ce qui se passéen Allemagne, tandisque chez nous rien ne manquéet personne ne bronche; nous voypns que la formidable Russie crase les armées austro-allemandes et turques ; que, sur notre front de bataille, chaque offensive anglo-fran^aise affirme maintenant Ia supérioritéde nos armes sur celles de l'adversaire; que nos usines et celles de nos Alliés produisent mathématiquement plus de munitions que l' Allemagne et ses Alliés n'en peuvent fournir; que nous pouvons multiplier les divisions devant Verdun et dans Ia Somme ; que nous avons encore des iiliiittiimiiiiiimiiiiiiimimiiiiiiiiimiiiiuiHiiiiiunimitutmiiiiiiiiiiii Sanatogen Enkele lepels daags sterken zenuwen en lichaam. 2O.OOO Artsen erkennen dit schriftelijk. en Roemeensche elementen der bevolking van Hongarije heeft willen brengen onder het Hongaarsche juk. Zij zal zeer zeker zich er tegen verzet hebben, indien Duitschland erop heeft aangedrongen, dat Hongaarsch gebied aan Roemenië mocht worden aange boden, als belooning voor het onzijdig blijven. Maar hoe dit alles zij, welke middelen ook mogen zijn aangewend om Roemenië tot het een of het ander over te halen, het heeft ten slotte in vrijheid" zijne keus ge daan.Het heeft oorlog gekozen om dezelfde reden, die Italië en later Boelgarije daartoe heeft bewogen: om grooter en machtiger te worden. Roemenië's besluit bewijst, dat het een voor de Entente gunstigen afloop van den oorlog verwacht. Dat verwachtte Italië ook, toen het Oostenrijk den oorlog verklaarde in Mei 1915; nochtans hebben de centralen nooit grooter overwinningen behaald, dan in het halve jaar, dat op die oorlogsverkla ring volgde. Voor Boelgarije waren die over winningen juist de reden, waarom het zijn lot aan dat der centralen verbond. Roemenië heeft op Italië en Boelgarije dit voor gehad, dat het zijne keus eerst deed, toen de oor log al ruim twee jaren oud was; het kon dus over meer gegevens beschikken, waaruit de afloop van den oorlog moet worden ver moed, dan aan Italië en Boelgarije ten dienste stonden. Daarom is Roemenië's keus een belangrijke aanwijzing van wat thans daar, waar men het het beste kan weten, wordt verwacht van het einde van dezen strijd. In n opzicht komt Roemenië's oorlogs verklaring aan de centrale mogendheden ten goede: de in Hongarije groeiende oppositie tegen het zich laten offeren ter wille van Duitschland wordt er door tegengehouden. De Hongaren zullen als tijgers tegen de Roemeniërs vechten, heeft een hunner staats lieden gezegd; hun strijd tegen den nieuwen vijand zal voor de Hongaren een nationale strijd zijn; zij vechten om het behoud van Hongaarsch gebied. Maar, hoe men zich in Duitschland en Oostenrijk ook moge vermannen, hoezeer men de tanden in het bit zal zetten, een zware beproeving blijft het. Of het Roe meensche leger een buitengewoon goed leger is, zal moeten blijken. Het is lang ge leden, dat Roemenië ten strijde trok: in den Balkan-oorlog van 1877, toen het den Russen hommes dans nos depots, dans nos colonies; que nous tenons en réserve, a Salonique, une armee nombreuse, composée d' ëlëments de premier ordre; enfin que nous avons de l'argent dans nos coffres. L'argent? Les Bons de la Défense nationale sont souscrits chaque jour en plus grand nombre; l'emprunt national de 5 pCt., mis en décembre dernier, se cote & pres de 3 francs au-dessus du cours d'émission; Imilliard J^ de francs de titres de pays neutres ont téprêtës a I'Etat.Prête-t-on a qui va mourir? Tous les Frangais offrent leur bourse a la victoire; les neutres aussi. La logique ne nous imposet-elle pas la confiance ? Et, s'il y a encore des neutres, y a-t-il encore des incrëdules, alors que les voix de la colère et les murmures de l'inquiëtude montent de la foule allemande, tandisque les femmes de France, en dépit des deuils, calmes et souriantes, dans Ie pays ardent et de belle humeur, prëparent dei guirlandes pour Ie retour des vainqueurs, bleus comme l'horizon ? IIIH muiiiiiiiiiitiiiiiiiimttiittiittfliiimiiiiiiiiiinitiiiimmiiimiiiiiuii De Exactatie der Wetenschap en de Uitbanning van het Socialisme in de Geestelijke Orde De heer Jos. Loopuyt heeft de handschoen opgenomen voor de S. D. A. P. tegen mijn causerie, die hij sarcastisch noemt. Waarom begrijp ik niet, want hij geeft mij geen ongelijk in de punten, waar 't voor mij op aankomt. Ik heb met de juichkreet van de eindelijk verloste het lijk van het socia listisch ideaal" vertoond; nu maakt de heer Loopuyt de marxistische klucht nog grieze liger door te verklaren, dat dat ideaal nooit geleefd heeft en dat hij medelijden met mij heeft, omdat ik aan dat stelletje mijn beste levensjaren en mijn wetenschappelijke energie verknoeid heb. Hij zal de schrik van Titania in de Midsummernightsdream kunnen mee voelen, die in het lugubere ontwaken het gebalk van den ezel naast zich hoorde, dat zij in haar droom tot een lievelijken minne zang had omgetooverd. Mij dunkt, wij mogen na deze verklaring, evenals na de verklaring van den heer W. H. Vliegen, met voldoende zekerheid concludeeren, dat in gezaghebbende kringen, de waan van het socialistische ideaal" is ingezien. Dat punt is beslist. Het socialistisch ideaal is dood in allen. Ook mijn opvatting der S. D. A. P. als niets meer dan verbeterde armenzorg accepteert hij. Het verschil tusschen ons ligt alleen hier in, dat hij meent, dat de S. D. A. P. tot deze functie beperkt, dus, in mijn opvatting, zonder ideaal, in staat zou zijn de maatschappelijke oorzaken der armoede weg te nemen en het kapitalisme op te heffen. Dit ontken ik. Als historisch materialist zie ik een z innige organische samenhang tusschen de economische orde der samenleving, waar toe de ideaal-vrij geworden S. D. A. P. zich heeft beperkt en de geestelijke orde, dat wezenlijke hervormingen, die het karakter van een van beide aantasten, allén mogelijk zijn door om-wenteling der samenleving als geheel, waarin beide polen in nauw organisch verband betrokken zijn. Toen ik begreep, dat met de S. D. A. P. voor deze hervorming, die de wortels der maatschappelijke ellende zoekt te bereiken, niets te beginnen was, heb ik in 1911 met iiiiiiiimiuiiiimiiimmiiimiitmiiiiiiitiiiiMiiiimninitti iiiintiintiitiii aan de overwinning heeft geholpen; maar dat was vór veertig jaren en wie zal zeggen, of zijn leger ook aan de eischen van dezen oorlog voldoet ? In den Balkan-oorlog van 1913 heeft het dat niet kunnen toonen; toen behoefde het maar een wandeling" door Boelgarije te doen; tegenstand ontmoette het niet. Maar goed of minder goed uitgerust, het leger telt een 500,000 man; de positie van de centrale mogendheden is zó, dat elke eenigszins belangrijke vermeerdering van het aantal vijanden den doorslag kan geven voor de beslissing in dezen oorlog. Bovendien krijgt Rusland's aanval op Hongarije beter kansen, nu de linkervleugel van zijne legers daar gesteund zal worden door de Roemeniërs. Het is opmerkelijk, dat Boelgarije nog niet den oorlog aan Roemenië heeft verklaard. Duitschland heeft het terstond gedaan; wil Boelgarije wachten, totdat het aangevallen wordt? Boelgaarsche en Duitsche troepen heeten reeds lang aan de grens van Roemenië te staan; waarom geven zij den eersten klap niet? Want men moet aannemen, dat door het partijkiezen van Roemenië de grootste Bal kan-oorlog zal beginnen, die nog gevoerd werd. Het offensief van de Boelgaren in Noord-Griekenland is dat der Entente vór geweest; maar lang kan het niet meer duren, of de uit alle landen der Entente bijeenge brachte troepen, waarover generaal Sarrail het opperbevel voert, zullen zich in bewe ging zetten. Een aanval van Roemenië op Boelgarije, zoo zou men vermoeden, moet daarmede gepaard gaan. Maar zoomin als Boelgarije aan Roemenië, heeft het laatste rijk nog den oorlog verklaard aan het eerste. Wachten beide alleen op het gun stigste oogenblik om de vijandelijkheden te beginnen? En indien straks de Entente, met steun van Roemenië, de groote poging gaat be ginnen om de Boelgaren te verslaan en de verbinding van Constantinopel met Oosten rijk en Duitschland af te snijden, zal dan Griekenland alleen een oorlogstooneel" worden en niet zelf meestrijden? Tot dusverre ziet het er naar uit, of de Grieksche regeering bij hare lijdelijke hou ding wil blijven. Toen de vorige week de Boelgaren voor Kavala kwamen de haven om het bezit waarvan in den laatsten BalINDISCHE RELLETJES Holland, heb je 't vernomen?? Houd je voor de toekomst klaar! Holland, houd je oogen open voor het Indische gevaar. Zet het troepje druktemakers, Met hun hinderlijk gedaas, In een zeer geschikte bajes Blijf in eigen huis de baas! Oordeel niet te teergevoelig, Wacht met straffen niet te lang, Wees voor geen paar stalen boeien En geen afdoend vonnis bang. Laat ze Parlementje spelen Ergens knusjes bij elkaar, Holland, let op je Kolonie, Blijf er steeds: Toewan Basaar. eenige leden van den Bond van Christen socialisten en eenige Theosofen het Religieus Socialistisch Verbond opgericht, dat die wortels zocht, niét in de economische maar juist in de geestelijke orde, waarin ook de idealen wonen. Ons socialisme is dus polair tegengesteld aan dat van de S. D. A. P. Daarom wil ik 't geen socialisme meer noemen. Het hecht weinig aan massa-be wegingen en organisaties en vraagt en zoekt alles allén bij individuen. Het is dit extreme individualisme, dat alleen, naar onze meening, het kapitalisme kan uitroeien. Wij zeggen, dat het kapitalisme zijn wortels heeft in de duisternissen van ons hart. De S. D. A. P. meent, voor zoover ze zich nog rekenschapgeeft van zulke diepzinnige vraagstukken dat het kapitalisme zijn kracht haalt uit de paperassen der Kamerleden, juristen enz. Zoo kon de heer Loopuyt de in onze oogen dwaze leer verkondigen dat een verbeterde wetgeving op de armenzorg de oorsprong der armoede als maatschappelijk verschijnsel zou wegnemen. Ze geeft aan de maatschap pelijke armoede juist wettelijke sanctie. De heer Loopuyt heeft mijn theoretische arbeid, waarmee ik in de af geloopen 20 jaar, mij rekenschap heb trachten te geven, waarom de S. D. A. P. onmachtig moet zijn tegenover het kapitalisme en hoe een doeltreffende anti-kapitalistische beweging moet worden georiënteerd (niet georganiseerd"!) ' met medelijdende minachting behandeld. Dat ontneemt mij de illusie hem nu door een enkel artikeltje te kunnen overtuigen van de juistheid dezer geestelijke oriènteering. In de Samenwerking, het maandschrift van het Religieus Socialistisch Verbond, na 1914, wegens finantieele moeilijkheden opgeheven, kan hij daaromtrent eenige losse aanteekeningen vinden. Ik hecht zeer weinig waarde aan programma's en meen dat alles neer komt op moeielijk definieerbare persoonlijke intuïties. Ik hoop, dat de heer Loopuyt, die meermalen blijk gegeven heeft zin te hebben voor de ondoor grondelijke geheimen van het leven en mij in zijn artikelen zelfs verwijt daarin te kort te schieten (hij verwart mij met de z.g. marxisten der S. D. P.), langzamerhand de wijsheid mag bereiken, die het Rtligieus Sociatistisc/i Verbond bezielt en die aan de S. D. A. P. als lichaam ter maatschappelijke armenverzorging alle eer wil laten, maar die heeft ingezien, dat de economische machten der samenleving secundair zijn aan de geestelijke der persoonlijke idealen en dat dus een kan-oorlog zooveel te doen is geweest, die de Boelgaren zo-i, gaarne zouden hebben verworven zijn zelfs, op bevel van de regeering te Athene, alle forten, op n na, met geschut en munitie aan hen overgeleverd. Het is hoog spel, dat de regeering van koning Konstantijn speelt. Wenizelos doet al zijn best, om de persoon van den koning buiten den strijd te houden maar zal dit mogelijk zijn, nu het Grieksche volk moet kiezen tusschen de politiek van den koning en die van Wenizelos? De volksvertegen woordiging, die Griekenland thans heeft, is door de minderheid der kiezers gekozen; , in September, volgens sommige berichten pas in October, zullen nieuwe verkiezingen worden gehouden; maar vermoedelijk zal het dan, althans in het Noorden van Grie kenland, niet mogelijk zijn verkiezingen uit te schrijven, omdat daar dan gevochten zal worden. Moet dan het Grieksche volk, in een tijd, waarin beslissingen vallen die ook voor zijne toekomst van het hoogste belang zijn, van de gelegenheid verstoken blijven om langs wettigen weg zijn meening te doen kennen ? Dan bestaat er groote kans, dat het dit langs onregelmatigen en onwettigen weg zal doen. Meer dan ooit wordt thans de aandacht weer getrokken door de gebeurtenissen op het Balkanschiereiland. Nu aan het wes telijk front het evenwicht tusschen de par tijen niet verbroken blijkt te kunnen worden, ziet men ook daarom met spanning uit naar den strijd, die op den Balkan gaat beginnen, omdat, zoo hier de Entente een groote over winning mocht beha'en, dit het beslissende moment van den oorlog zou kunnen zijn. 30 Augustus 1916 G. W. KERNKAMP * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl