Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
9 Sept. '16. No. 2046
'ANVLAANDEREW
DEMAEGT, JOHANNES. GeborenteBeerth
(Brabant), 1876. Studeerde aan de
Rijksnormaalschool téGent en aan het Sotvay
Hpogeschool- Instituut te Brussel. Houdt
zich bezig met opvoedkundig, literair en
folkloristisch werk. Schrijver van : Ge
dichten ; Oom Sander (tooneelstuk); Rita
(idem); publiceerde verscheidene Novellen,
Liederen en Kooren. Vooral journalist:
de medewerking aan Het Laatste
geregelde
Nieuws,
ieuws, De Vlaamsche Gazet, De Zweep
en sedert den oorlog aan De Vlaamsche
Stem (redactie Deswarte & De Ridder
enz.) en Vrij België. Publiceert folklo
ristisch werk in De Amsterdammef'
(No. 2002, 2009, 2010, 2020), een heele
reeks opstellen over het Vlaamsche jaar
en het volksleven in Vlaanderen.
? * ?
De Lentemaanden in Vlaanderen
Nog is de Lente niet gestorven. En
toch schijnen Maart en April, en zelfs Mei,
me al zoolang dood, dat mijn opstel me als
een lijkrede over die voorbije maanden wil
voorkomen. Nooit rende de tijd zoo gauw.
Zijn dit jaar en verleden jaar de Lente
maand en de Grasmaand en de Bloeimaand
in Vlaanderen gekomen ? Zijn het niet, net
als de voorgaande, enkel bloed-en- ellende
maanden geweest?... Zal 't in Vlaanderen
nog ooit worden als vroeger?
Vroeger!
Dan verscheen Maart in 't land van Schelde
en Leie om er te brengen zijn jaarlijksche
voer van veertig ouderwetsche, vliegende,
zwiepende
sneeuw-regen-storm-hagel-winden-donder-buien ofte welbekende voorjaars
vlagen. Ten minste als Maart eerlijk was.
We zongen, toen we als jonge veulens over
de landelijke wegen galopten: Maart, vanwaar
kommen a buie? Uit het Noren of uit het
Zuie? Uit den Oost of uit de West? As
ge 't ni weet : best l" Dit laatste woord zou de
?schoolmeester spellen: berst. Maar 't zou
lang zoo mooi niet rijmen.
Met Maart kwam de zotte, vroolijke,
deunende, soms wat losbandige Karnaval
die, met een kartonnen, grinnekend mom
bakkes" op, door de lawaaistraten kabriolde,
en er de stoeten van Janneken en Mieken,
Reus en Reuzin, Op Sinjoorken en Antigoon,
Podydorus, Polydora en Polydoorken ten
wilden dans en gekken sprong opjoeg.
Stnte-Greef, ronddravend op zijn witten
schimmel, kwam op Halfvasten een eind
brengen aan de karnaval-zotternijen, nadat
hij den kinderen koek en speelgoed had
gebracht. *
Aan den ingang van den Vasten grauwde
Asch- Woensdag, de boetedag,als de menschen
met het zwarte kruis op 't voorhoofd gingen
tot gedachtenisse aan eigen stof-broosheid.
De Passie-tijd kwam dan aandrijven over
Dietschland, ernstig en vroom. Met
PalmZondag werd buks in de kerken gewijd. Op
Witten-Donderdag verstomden de
torenklok'ken; vroeg in den morgen of in den namid
dag toette de bakker zijn heete-broodjes"
of trekkelingen". Op Goeden Vrijdag zou
geen Blankenbergs'che visscher 't net hebben
laten zinken: doodskoppen zou hij hebben
opgehaald. Door Brugge's poorten
stroom? den 's nachts de boeren der omstreken, van
uren ver, in pelerinagie naar de mysterieuze
Jeruzalem-kerk.
Klokken kwamen terug uit Rome op Stillen
Zaterdag en brachten Paascheieren. Dan
at heel arm Vlaanderen eieren maar dan
alleen. Dien dag werd de Paaschkeerse ge
wijd met de vijf Paaschnagels en het
wij? water. .. Al -geheimzinnige, wónder-krach
tige weermiddelen tegen heksen- en
sintenwerk, tegen verbolgen stalkaars en kludde,
tegen kwade geesten en sombere
tooverkollen.
Toen werden de huizekens op hun
paaschbeste" geschuurd, geboend, gekalkt, geverwd.
Al friscb, al wit, al groen, al rood. 't Nieuwe
jonge leven werd als een bruidje ontvangen.
Den anderen dag, koning der dagen,
Paschen, ging een geur van heiligheid door
Vlaanderen's straten : biddende ommegangen
trokken met wapperende banieren, met witte
maagdekens en met pieuze heiligbeelden
langs de wegen. Te Haekendover en te
Lembeek (Brabant) holden en brieschten de ge
weldige paarden-processiën door beemden
en velden. Meteen kwam ook een ronk van
profane muziek: de eerste kermissen bloei
den, geurden en dansten."
Beloken Paschen was voor die kermissen
het van oudtijds beruchte kat-uit" of de slui
ting. Vroeger werd toen, op 't middaguur,
een levende kat uit den toren gegooid. . .
'k Zou nog moeten vertellen van het eigen
aardige overhalen", het feestelijk verhuizen
van boeren tegen half-Maart, begeleid met
kat-jankende harmonica's: Naar Rozeland
willen wij rijden". . . en gesloten met een kar
wei" of blijde pap-met-suiker-smulfeeste. En
'k zou nog moeten vertellen van O. L. V.
Boodschap en van de baanstroopers die dan
in een wolfs-lever een amulet tegen
wachthonden zoeken. . . maar de plaats ontbreekt
en zie!
April komt op een radden,
vroolijk-vinnenden, in 't geheel niet stommen visch
Vlaanderen binnen gezwommen. April begint
met een lach, met een grap. Maar den anderen
dag tiegt hij aan 't werk, gauw en naarstig.
Wel kan hij soms als een echte losbol zijn
dwaze grillen botvieren, draaft af en toe naar
't Noorden om van daar uit met sneeuw
ballen naar Vlaanderen te gooien, of bakt
Vulcanus een poets met hem voorbarig wijs
te maken dat het zomer is, zoodat
dedutsVulcanus aan 't onweeren gaat. Toch voert
April Vlaanderen resoluut de Lente in.
De hoornen bergen hun kraainesten. 't Gras
pluimt. Beuk en eik bloeien. De kastanje
steekt jonge gepalmde handjes uit naar de
Lente en ontsteekt zijn witte, rechte kaarsen
aan 't licht der zonne.
't Is lentegroen genoeg voor honderdduizend
oogen !
Eilaas! 'k en hebbe er ik, o grondelooze
groene zee,
Maar twee. (Gezelle).
De vogels zingen, dór Vlaanderen, wat
verleden jaar de wilde jongens ze leerden,
terwijl ze deze naravotten langs heesters en
grachten: De leeuwerik kettert, de koekoek
helmt, de kwakkel jokt, de zwaluw jam
mert. En het merelt, het muscht, het spreeuwt,
het nachtegaalt...
Het Aprilt blijde in Vlaanderen. Het is er
zoet en goed. De Lente rijdt op een gouden
zonnestraal over de ijverige dorpen en
rumoerige steden... En de Mei, de bloe
mende, parende Mei gaat komen...
Eilacie! En had ik daar niet een wijl ver
geten dat het kanon vuurt op het hart van
Vlaanderen, hart dat ród-drupt, aldoor,
aldoor...
Mei: dat was de roos van Vlaanderens
lentemaanden. Zij ving aan met
eenwonnezang van liefde. De meitak werd 's nachts
opgehangen onder 't venster der geliefde,
de meiboom geplant voor de woning van
aanzienlijke, geëerde burgers... Soms wie
gelde, op den eersten Mei-morgen, in de
takken bij 't huis van vrouwegek of
lichtekooi een spottende voddewijf of voddevent.
Evenwel sterft de Mei-palm-viering uit in
Vlaanderen: enkel in 't land van Aalst schijnt
haar leven taaier.
Den eersten Mei-zondag vertrokken 's
uchtends de prinkheer-vangers van de Groote
Markt te Brussel ter vroolijke jacht van mei
kevers. Sint-Job was hun doel. Hun opper
hoofd reed te paard. Dreunend schalde hun
potsierlijke muziek langs de boulevards der
hoofdstad.
Te midden stapels bloemen, in een vloed
van groen, omsternd door honderd
zilverflakkerende kaarsen-geur en kleur en licht,
die de offerande waren der geloovigen
lachtte het zoete gelaat der maagd Maria
over Vlaanderen, van den eersten tot den
laatsten Meidag.
En hier komen me voor den geest de
beelden der talrijke mirakuleuze Maria's, de
rijke, bonte, volk-omstuwde processiën en
bedevaarten van onze Vlaamsche gouwen...
Geloof en bijgeloof, naïef animisme aller
hande. ..
Om maar enkele te noemen: O. L. v. van
Hanswijck te Mechelen, de sierlijke; O. L. V.
ter Kapelle, te Brussel, de mysterieuze;
O. L. V. van Halle, de Zwarte; de vermaarde
processie van Sint Evermaar te Rutten; de
aloude Bloed processie van Brugge; de
alombekende peleiinagiën van Scherpenheuvel,
van Sinte Dymphna, te Gheel; de heilige
stoeten op Hemelvaartsdag; de eenvoudige
bedetochten door de velden op de
Kruisdagen, welke het léven-geweldige
Pinksterfeest inleiden.
Plofte in Maart of April nog een laatste
vlegel op laatsten schoof, in Mei is 't al buiten
te doen: 't is al spitten, ploegen, zaaien,
planten; 't is al overmatige roeringe en uit
bundig leven. In Maart sta wat, in April
zit wat, in Mei lig wat", zoo penseelt de
Vlaamsche boer zijn noens". Somwijlen
echter jagen de drie ijsheiligen (11,12,13 Mei)
hem opnieuw binnen...
't Is nu begin Juni. En de regen plast uit
zware lijven van buitelende wolken. Een
huifwagen knerpt voorbij: vol jeugdige
Walcherensche boeren en boerinnen. Ze zin
gen in den regen en blij-zwaaien hun armen.
Waar de grintbaan zwenkt sterft hun lied.
En 't regent aldoor, aldoor voort... Zoo ver
dween plots de zingende Mei uit Vlaande
ren. .. en nu is 't aldoor, aldoor oorlog in
mijn land.
En hoor ik niet den Vlaming vragen:
Schoon lieveken, waar waarde gij den eersten
Meien-nacht,
Dat gij mij geenen Mei en bracht?
En hoor ik niet Vlaanderen weenen:
Den eersten Meien-nacht, schoon lief, dan
was ik ziek!
Schoon lieveken, ik kon er van mijn beddeken
niet.
En hoor ik niet den Vlaming troosten:
En als ik mijnen Mei hier buiten planten zal,
En zal het u dan niet verdrieten ?
En hoor ik niet Vlaanderen hopen:
Neen! zijt dan maar verblijd! Met den lieven
Meien-tijd,
Met den Mei zal hij wederom schieten.
JOH. DEMAEQT
iiiiiiinimmiitiiiiiiiiiiiimiitiiiiiiiniiiiiittiitmtniiiiiimiiimtiiiiiiiim
Den Haag vanuit een Eendekker
in
Het schijnt soms of in den Haag de ver
siering het voornaamste is. Ik heb in mijn
domheid altijd gedacht, dat van een stad
het allervoornaamste is: de hulzen, 't Mocht
wat. Die komen hier pas in de tweede, wat
zeg ik,* in de negen en twintigste plaats.
En wel om de doodeenvoudige reden, dat
het stadsbestuur zich niet bemoeit met den
huizenbouw. Nu ja, er is een bouwpolitie,
en de ondernemers klagen, dat die het hen
zoo lastig maakt waarschijnlijk omdat
zij den bouwers niet toestaat nog leelijker
huizenkisten te maken. Maar de bouwpolitie
heeft overigens met de schoonheid in den
huizenbouw niets van doen. Ze zorgt voor
genoeg licht en lucht en voorkomt
gevaarlijkheden, voila tout.
Aan de bouwpolitie danken we de aan
onze kamers z.g. aangebouwde serre's, van
de eigenlijke kamer gescheiden door een
afgrijselijke versiering van houten latwerk.
Gaat dat zien menschen! Loop het eerste
het beste huis in, in Duinoord of den
nieuwsten bouw aan den Bezuidenhout kant
en overtuigt uzelf. Onze mooie stad ? Waar
zijn de straten met woonhuizen, allen van
verschillend type? Wat vroeger de
Zeeheldenbuurt was, is nu Duinoord. Je kunt er je
nauwelijks oriënteeren, omdat alle straten
er op elkaar lijken. Vroeger waren belétages
mode" (zie v. d. Does, Barentz, Heems
kerk, v. Galenstr. enz.) nu huldigen we het
hair'systeem. Wie zich zelf respecteert en
een beetje stand wil ophouden moet wonen
in een huis met een hall," al zou je er in
je bovenhuis het vór-kabinetje en in je
benedenhuis het fietsenhok dan maar voor
inrichten. Etage woningen mét hall, met
vijf kamers hoogstens, waaronder geen
dienstbode-kamer is geteld, zoodat je aan
gewezen bent pp een daghit, gelden tegen
woordig voor ideaal.
Maar leelijk! Vór je aan de tagewoning
aanschelt, ga je een portiek met trappen in,
vervuilde speelplaats van gribuskinderen, en
je krijgt 't gevoel, dat je jezelf in een trechter
naar boven hijscht. Tien a twaalf trappen,
dan komt de deur. Mevrouw woont 3 hoog,
dat is 48 trappen op; een lift is er niet.
Het is te hopen, dat de bezoeker niet lijdt
aan spataderen.
. Onlangs klaagde mij een kennis, die in
de residentie huizen zocht (zij kwam uit
HINDENBURG'S STRATEGIE
.... en het commentaar der geallieerden
(teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck)
Hindenburg's Interviewer schrijft in de Sunday Pictorial:
.... Hij liep naar een groote kaart van Polen, die aan den wind hing en een hand, bijkans zoo groot als een middelmatig
ontbijtblad, op het midden leggende, zeide hij: Hier zullen de Europeesche en Koloniale quaesties beslist worden en nergens
anders. Dit is het wat deze oorlog voor ons zal winnen". De kaart toonde het dichte spoorwegnet van Oost-Pruisen en de
spoorwegen in Polen.
iiiiiiliiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiHMimiiiii i
een provinciestad):
Of ik . n huis zie, of twintig, het is
alles 't zelfde: Suite beneden, boven dito
twee kabinetten, daarboven weer 't zelfde,
tuintje achter, soms ook vór; in de
duurdere huizen een verb.reede gang, die
ze op z'n Engelsch hall" noemen."
Waar zijn de heerlijke vierkante kamers
in de oude huizen van onze grootouders,
de houten betimmeringen langs de muren,
de practische communicatie tusschen keu
ken en eetkamer of de kleine dessertkamer,
die overdag als spreekkamer dienst deed ?
Wat is het nut van de hokkerige, meestal
veel te kleine serre's, waarin planten een
kwijnend bestaan leiden (eigenlijk moest ik
lijden schrijven). Wat is een hall anders
dan een ijdelheids vertoon, een nadoen van
den buitenlander, gebrek aan oorspronke
lijkheid? Waar is ons, mooie echt
Hollandsche huis gebleven ? De leelijke belétage
uit de tachtigerjaren was weer een fransen
namaaksel.
Kunnen wij in dezen tijd nu overal het
nationalisme opbloeit, niet de gelegenheid
aangrijpen om onze mooie nationale bouw
kunst op het gebied van woningbouw te
doen herleven?
En ik bedoel niet de villa's en buitenhui
zen voor de rijken der aarde, maar ik be
doel gezellige, gemakkelijke, praktische wo
ningen voor onze middenstand met matige
beurzen, huizen van tusschen 300 en 600
gulden huur, niet in zes weken tijd als
massawerk opgetrokken, maar werkelijk de
uiting weergevend van den kunstzin des
makers.
Wie is de held, de vredelievende held,
die durft op te staan tegen de winst
najagende bouwondernemers, die den strijd
aangordt tegen sleur en conventie en in
onze groote steden, te beginnen met onze
residentie, mooie huizen wil bouwen, zon
der daarom nog hooge huren te eischen ?
Wie is de man die het reuzenwerk waagt
te ondernemen, het publiek op te voeden
in wat stedenschoon is ?
In Delft studeeren vele vrouwelijke aan
staande architekten. Moeten wij wachten
tot de vrouw hierin revolutie brengen zal?
HAAGSCHE VLIEGENIER
illMllllllllllllIlllllilllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllilllllllllllllllll
?ECHNISCHE R.UBR.I
Het nieuwe Perpetuum Mobile
De vorige week zijn eenige bezwaren
ingebracht tegen mijn beoordeeling van die
vinding". Déheer S. heeft bezwaar tegen
de bewering de practische uitvoerbaarheid
is geen criterium bij het geven van een
octrooi". Hij citeert het artikel van de
octrooiwet: Eene uitvinding is dan slechts vatbaar
voor octrooi, wanneer zij strekt tot verkrij
ging van eenige uitkomst op het gebied van
de nijverheid. Daarna zegt de heer S. Bij ge
mis aan practische uitvoerbaarheid is een uit
komst op het gebied van de nijverheid ondenk
baar". Nu is de bedoeling van strekken tot"
toch zeker alleen, dat de aanvrager van het
octrooi de bedoeling heeft om zijn vinding in
de practijk te doen gebruiken, maar die woor
den pre«umeeren volstrekt niet de practische
bruikbaarheid zelf, die afhangt van velerlei
factoren, die geheel buiten de
beoordeelingssfeer van den octrooiraad liggen. Vandaar,
dat nogmaals herhaald wordt, dat het ver
krijgen van een octrooi niet een bewijs is
voor de practische bruikbaarheid van de
vinding.
Bovendien dient de heer S. te bedenken,
dat slechts de inhoud van de brochure be
oordeeld is en niet het octrooi of de
octrooiraad. Het blijkt me n.l. nu pas,
dat het octrooi verleend is voor een toestel
tot het opwekken van een luchtverdunning",
terwijl de brochure feitelijk een nieuw per
petuum mobile beschrijft; hierover liep de
bespreking en niet over die soort luchtpomp!
Een tweede stukje schrijft de heer Storm,
de uitvinder zelf. Aan dezen wordt den
ernstigen raad gegeven de bezwaren tegen
het beweerde op pag. 4 van zijn brochure
aangevoerd, even met nadruk te overden
ken. Het is absoluut onnoodig de getuige
nissen van zijn deskundigen te lezen. Wel
zal het me hoogst aangenaam zijn de vin
ding, beschreven in zijn brochure, in werking
te zien en te controleeren en ben ik gaarne
bereid, als mijn opvatting onjuist is geble
ken, openlijk te getuigen van het wonder
dat door den heer St. vertoond zal worden.
v. O.
iiiiiiMiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiMiiiiii
imimiiiiiiiiiiiiimiiMiiiimiMiiii
Vereen. Ons Huis" Rozenstraat,
Amsterdam.
Op de werklijst 1916/17 komen de navol
gende rubrieken voor:
Timmerclub, vertelavonden, houtarbeidles,
gymnastiekles, kinderkoor, jeugd-bibliotheek,
prentenboeken-bibliotheek, openluchtspel,
jongens-vereeniging, vacantie-school, Lessen
in: lezen en schrijven, Nederlandsche taal,
rekenen, eenvoudig boekhouden, verstellen,
knippen, koken, strijken; uitzet-club,
fröbelcursus, cursussen over: natuurkunde,
land- en volkenkunde, bacteriën en besmet
ting, hygiëne, het recht in 't dagelijksch
leven, wijsbegeerte, verbandleer en eerste
hulp bij ongelukken, ooftteelt, huishoud
kunde ; voordrachten, praatavonden, leeszaal,
uitleen-bibliotheek,
vrouwen-ontwikkelingsclub, moeder-avonden, Zondagbijeenkomsten,
gemengd koor, strijkorkest, volkszang-avon
den, leesclub, debatingclub, schaakclub,
reisclub, vacantie-huis, Zondagochtend-wande
lingen, bloembollen-wedstrijd, wedstrijd in
raam- en balconversiering, rechtskundig
advies, militair advies, concerten,
tooneelvoorstellingen, tentoonstellingen, beoordee
ling van lectuur voor de jeugd, inlichtingen,
contributie-betaling, spreekuren van de direc
tie, blaadje Ons Huis".
Een exemplaar van de volledige lijst'met
bijlagen is bij de Directrice der school
gratis te verkrijgen.