Historisch Archief 1877-1940
9 Sept. '16. - No. 2046
DE AMSTERDAMMER, WEEKBL A D VOOR NE D ERL AN D
September-Sprookje > >
(Teekening voor de Amsterdammer" van Jo Daemen).
Luid prezen de kaboutertjes
Heur volle, roode wangen,
En het onnoozele appeltje
Viel neer en liet zich vangen.
Toen deed het domme appellje
Naar 't dacht een zegetocht...
... Als wintervoorraad hadden haar
De dwergjes uitgezocht!
Jo DAEMEN
iiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiliiimiMiiiiiuiiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiii iiiiiiiiiiiiiii iiiimiMiiiminiiliiiiMi)
iiMimiiMMMimmmiiitM
Droomen in het Dennenbosch
O, de zaligheid van dat liggen in het
dennenbosch op het zachte kussen van mos
en dennehstrooisel! Laat ons ze toch innig
waardeeren, de dagen, waarop dat mogelijk
is, het uitgaan na 't ontbijt en nog weer na
de koffie, met geen ander doel dan in het
bosch te rusten tot het late middagmaal.
Lui, niet waar? Maar enkel op de rechte
wijze te genieten door wie weet, wat wer
ken is, Er zijn Augustusdagen geweest, die
met hun licht koeltje, door de zomersche
atmosfeer strijkend, als geschapen waren
voor droomen in het dennenbosch. Onze
Lochemsche bosschen heb ik nooit zoo be
volkt gezien met stil genietende groepjes.
Dan worden de droomen gedroomd, die
ik mij uit mijn jeugd herinner, toen wij,
stadsmenschen, altijd maar weer in de bos
schen om Ruurlo droomen droomden van
het buitenleven en het altijd omgaan met
de natuur. Wat moest dat een geluk zijn,
hier niet enkel de vacantiegenoegens te
smaken, maar de genoegens van eiken dag,
het heele jaar door! In zulk een Geldersche
liefelijkheid de lente te zien ontwaken, er
de geuren van den voorzomer te genieten,
de herfsttinten er waar te nemen en het
bosch in ijzettooi te zien!
Tegen Vrouwenkiesrecht?
De vrouw, waarover hij geen gezag kan
uitoefenen, wordt den man op den duur on
verschillig^.
'k Weet niet of 't een oorspronkelijke
bewering was, of dat m'n filosofische vriend
het aan een boekje met aphorismen ont
leende, maar de overtuiging waarmede de
uitspraak werd gedaan, liet geen twijfel
over aan 's mans bitteren ernst.
Stakker, dacht ik bij mezelf, was je maar
Katholiek en tot troost stuurde ik hem
den volgenden dag de brochure van mevrouw
Sterck-Proot, die me juist ter recensie was
toegezonden.
Een heel goed geschriftje, zoowel voor
voor- als tegenstandsters van Vrouwenkies
recht, voor de eersten vooral.
Wat er pleit tegen de beweging voor
Vrouwenkiesrecht". 1)
Vooreerst de zotte, vooral tegenwoordig
op den voorgrond tredende bewering dat
het V. iK. den vrede zal brengen. Terecht
hekelt de schrijfster het congresgedoe van
verleden jaar, al neemt ze de dames de
schrale resultaten niet kwalijk, want wat
helpt een congres tot beplanting van den
Vesuvius, terwijl de gloeiende lava er aan
alle kanten over den rand borrelt?" En zij
wijst er op, hoe goddank in de oorlog
voerende landen de vrouwen, k de felle
kiesrechtvrouwen, haar nationalen plicht blij
ken te verstaan en alles doen, om nu de
afschuwelijke menschenslachting eenmaal
woedt, mede te helpen dat het recht of
wat ze daarvoor te goeder trouw houden
ook moge zegevieren. Merkwaardige staal
tjes hoorde ik daarvan nog kort geleden
van landgenooten, die door bizondere om
standigheden een duidelijk inzicht in den
gang van zaken in Engeland hadden gekregen.
In de centra waar munitie gemaakt wordt,
verrichten de vrouwen en meisjes uit de
bezittende klasse des Zaterdags vrijwillig
het werk der vaste arbeidsters, om die in
de gelegenheid te stellen haar huishoudelijk
werk in te halen. Anderen zijn, hetzij van
7 tot 2 of van 2 tot 's avonds laat in de
hospitalen werkzaam, die men vooral aan
de Engelsche Westkust zooveel vindt, omdat
de gewonden daarheen over zee gebracht
worden. In Schotland, waar uit den aard
der zaak geen lazaretten zijn, hebben de
vrouwen (de Britsche deed ten allen tijde
veel aan gardening) bedacht om een gedeelte
van haar tuinen en buitenplaatsen voor het
kweeken van groente beschikbaar te stellen.
Wekelijks wordt wat voor gebruik klaar is
naar bepaalde centralen gezonden, waar
comités de producten verpakken en naar
de vloot sturen, om de kans van scheur
buik onder de bemanning te verminderen.
En dat nog op het eind van 1915 de Engel
sche Nationale Unie van Vereenigingen van
Vrouwenkiesrecht met zesvoudige meerder
heid een voorstel verwierp om voor den
Dien zegen ben ik op mijn
twee-en-veertigste jaar deelachtig geworden; ik ben tot
vertrouwden omgang met de natuur geraakt;
heb naar vermogen getuigd van de schatten,
die ze over mij uitstrooide, en ik zegen nog
eiken dag mijns levens de nadere kennis
making met haar.
Zij is zoo geheel verschillend van de an
dere krachten en machten, die op ons leven
inwerken; zij geeft zooveel en wat zij van
ons eischt, geeft ze in zooveel waardevols
terug. Maar zij vraagt niet de gangbare
munt, waarmee wij elders verkrijgen, wat
we wenschen en begeeren. Wat gij aan
Moeder Natuur vraagt, wordt u enkel op
haar eigen voorwaarden geschonken. Ik her
inner mij altijd, dat Jerome K. Jerome daar
over op zijn manier eens het een en ander
heeft gezegd en nu, in het
Augustusdennenbosch, komt mij dat in den zin, en ik ga
beproeven, er n een idee van te geven.
Hij stelt het, meen ik, voor, dat iemand
met een ruime -beurs in den winkel van
Vrouw Natuur komt en daar bemerkt, dat het
geldelijk vermogen, al of niet geërfd, door toe
val of geluk verkregen, niets beteekent voor
het verkrijgen van de schatten, die alleen
de. Natuur kan aanbieden. Een strevende
dilettante komt en zou smaak willen hebben
in kunst en literatuur. De Natuur is vol
komen bereid, het gevraagde te leveren. Zij
kan u echt en innig doen genieten, hoog u
door kunst heffen boven- het alledaagsche.
En de prijs? Deze dingen zijn hoog in
prijs," zegt de koopvronw. Daarvoor moet
gij een leven leiden van eenvoud en oprecht
heid, dat niet streeft naar wereldlijk succes
en dat met hartstocht en kleinheid heeft
vrede te gaan werken, zooals mevr. Sterck
ons meedeelt, kan ons, die meenen dat het
recht aan de zijde der Entente is, en die
toch nog een greintje hoop hebben, dat dit
maal recht boven macht moge zegevieren,
slechts dankbaar stemmen. Die Engelschen
(en mutatis mutandis geldt ditzelfde voor
de vrouwen uit alle oorlogvoerende landen)
zijn dan tenminste nog van het hout van
een Kenau Simons Hasselaar, waarmee
in den tijd dat er geen oorlog was en
men dus niet zoo aan z'n verschrikkingen
dacht de Vereeniging voor V.K
even hard propaganda maakte op ge
llustreerde briefkaarten en in rapporten
aan H. M. de Koningin?als nu met den
Vrede nu die cry in de mode is.
Het is zoo'n waanzin te gelooven dat de"
vrouw vredelievender is dan de" man. Wat
de geschiedenis later als de oorzaak van
den tegenwoordigen oorlog moge aanwijzen,
zeker niet, dat de" man dien zoo zielsgraag
gewild heeft. Hoogstens heeft de" man,
sociaaldemocraten incluis, zich op een
oogenblik laten meesleepen; dat de" vrouw
minder makkelijk mee te sleepen zou zijn
voor wat dan ook, is een veronderstelling,
die slechts gedaan kan worden door wie
van de vrouwelijke psyche nagenoeg niets
weet.
Och arme, wat hebben we, allemaal op
onzen beurt, met dat V.K. gesold. We hadden
maatschappelijke idealen, het V.K. zou ze
verwezenlijken. We zagen en voelden dat de
maatschappij ziek was, het V.K. was het
doosje Pinkpillen" (de vergelijking is van
de schrijfster der brochure) die de verloren
gezondheid zou teruggeven. We waren eer
lijk en zij, die na ons zijn gekomen en nu
op haar beurt alles of veel er van hopen,
zijn dat voor het overgroote deel niet minder.
Maar was en is dat op zichzelf verkeerd ?
Ik meen van niet. Daar waar uit goede,
nobele drijf veeren een maatschappelijke ver
betering wordt beoogd, komen krachten in
werking, die op zichzelf goede vruchten
moeten dragen. Want waar idealisme is,
moet, ook al wordt in lichtvaardige over
drijving hier en daar een fout begaan, de
resultante toch altijds iets goeds zijn.; 2)
En nu is het eigenaardige van de verza
melde artikelen van mevr. S.-P. dat het doel
ervan is aan te toonen, hoe juist de Ver
eeniging voor Vrouwenkiesrecht en andere
heftige ijveraarsters, door de meeningen die
zij propag(and)eeren, bij vele vrouwen verzet
uitlokken." A qui Ie dites-vous? Lokten ze
nog maar mér verzet uit, 't zou er in de
vrouwenbeweging slechts beter op kunnen
worden l Lang voor de schrijfster haar stem
verhief, heb ik op diezelfde gevaren gewe
zen, ook al- zou ik niet gaarne, zooals zij,
met het badwater het kind weggooien. De
zelfverheffing der vrouwen is bitter te be
treuren, de verleiding om te oordeelen zon
der behoorlijk onderlegd te zij n, blijkt telkens
groot. Dat er opzettelijk onwaarheden
verafgerekend." De vragende dilettante meent,
dat Moeder Natuur zich moet vergissen.
Zij zegt, dat zévrienden heeft van veel
smaak en een rijp kunstpordeel, wier hui
zen vol mooie schilderijen' zijn, die met ver
heven muziek dwepen, en:op wier boeken
planken de eerste edities van schrijvers van
naam prijken. Het zijn aanzienlijke menschen;
ik zou hun smaak willen deelen."
O," zegt dan de wijze koopvrouw, be
doelt u het zoo? Nee, ik denk niet, dat ik
u zal kunnen helpen. Wat1 die vrienden van
u najagen, is een pose, een mode, een
naaperij. ja, u kunt die dingen koopen; maar
niet bij mij; wat ik kan geven is van anderen
aard, is zuivere gevoelszaak, die met geld
bezit niets heeft te maken. Maar misschien
hebt u iets anders ook wel noodig, bij voor
beeld gezonden eetlust. Dien kan ik u leve
ren van uitstekende qualiteit. Ik heb hier
echten honger en echte dorst, die uw maal
tijd voor u tot een genot zullen maken. Gij
zult eten met lust en ambitie en opstaan
van tafel met een vroolijk en dankbaar hart."
Ik zou dat graag kunnen," zei het meisje.
Wat moet het kosten ?" en ze hief haar
gevuld gouden beursje omhoog. De prijs
is een heelen dag lang en ingespannen
werken." Haar gelaat betrok. Kan ik niet
met geld betalen; wij hebben een Franschen
kok en in den kelder ligt oude wijn." De
Natuur schudde het hoofd. Ik vraag ge
zonde levenskracht, moed om bezwaren te
trotseeren, ijver en plichtsbetrachting. Daar
voor kan ik u een eetlust geven, die smaak
vindt in het eenvoudigst maal, en brood tot
banket maakt; maar gij moet met mijn munt
betalen; ik kan de uwe niet gebruiken."
Toen vroeg het meisje met een blos:
Verkoopt u liefde?" En het moederlijke
hart van Vrouw Natuur ging uit tot de
vraagster, want liefde verkoopt ze graag,
en glimlachend zich over de toonbank bui
gend, zei ze: Zeker; maar het is een duur
artikel, het duurste in mijn heelen winkel."
Weer zei het meisje, dat ze rijk was, dat
haar vader land had en fabrieken en
aandeelen hierin en daarin. Maar de Natuur
weerde haar af bij die opsomming en zei,
dat er door haar een andere prijs werd
verlangd en dat er een zwaar offer noodig
was voor de winst van duurzame, echte
liefde, namelijk het offer van
zelfvergetelheid; bescheidenheid en kracht van wil.
Uit mijn schatkamer geef ik u het beste,
wat er is te vinden ; maar ik verbind er nog
de voorwaarde aan, dat ge het goede
liefhebt en in staat zijt, sympathie te geven,
uw zelfrespect te bewaren, blijheid aan te
kweeken en geduld te oefenen."
Dus ik win niet gemakkelijker de ware
liefde dan het armste meisje?"
Ik weet niet van rijkdom of armoede,"
antwoordde Vrouw Natuur, ik ruil hier
enkel reëele dingen tegen reëele dingen. Gij
vraagt mij van mijn schatten; ik vraag van
u uw hersens en uw hart; uw eigen, niet
die van uw ouders of voorouders. Ga heen
in de wereld, werk, lijd en help; wacht
af, wat uw loon zal zijn en kom ermee bij
mij; misschien kunnen wij dan handelen."
Was het niet zoo, of ongeveer zoo ? Onze
wijze Moeder Natuur, tot wie wij nader
komen in de zomersche schoonheid van ons
mooie land, zij wil veel voor ons zijn; maar
zij eischt ook onze toewijding, en als wij haar
vragen, ons de geheimen van haar werkwijze
te verklaren, wordt ze zeer veeleischend, om
daarna duizendvoudig te beloonen.
FREDERIKE J. VAN UILDRIKS
spreid worden door de ultra's, weten wij
gematigden maar al te goed, al gaat mevr.
S.-P. eenigszins aan hetzelfde euvel mank
door op blz. 14 te verkondigen dat er maar
20,000 vrouwen, dat is 2/3 procent der
geheele vrouwelijke bevolking, voor V.K. zijn.
De 8000 leden van den Bond voor V.K. en
de duizenden S.D.vrouwen komen er althans
nog bij. Minstens had de schrijfster dus
het aantal moeten opgeven dat de drie
petitionementen onderteekende. Dan bleef ze
nog een heel eind beneden de waarheid
omdat er heel wat vrouwen voor beperkt
kiesrecht zijn, die dus die adressen niet
geteekend hebben.
Het sterkste argument contra V.K. is wel
dat er van een geweldige knoei- en
heerschzucht blijk is gegeven door de leidsters.
Nimmer werd daartegen een afdoend remedie
gezocht, al verschenen binnen tien jaar nu
reeds vijf brochures om tegen den dwang
te protesteeren, die de leden tot machines
maakt. 3> Maar dit cardinale punt ziet mevr.
S.-P. over het hoofd, vermoedelijk omdat ze
toch niet geheel au fait is van de V.K. bewe
ging. Intusschen in de mannenmaatschappij
kunnen we telkens hetzelfde euvel
constateeren. Ook daar leert men de menigte achter
een paar min of meer gewetensvolle leiders
aan te blaten, ook daar heerscht in de echte
politieke kringen een minachting voor het
ernstige en intellectueele deel der natie, dat
zich, als er niets bizonders gebeurt, liefst
op een afstand houdt. Ook daar kent men
het type van den moreel versleten parle
mentariër, die voor niets staat. We hebben
het alles de laatste weken nog pas ervaren.
Komende tot de kern van het betoog:
het huisgezin zal lijden onder de toekenning
van kiesrecht aan de vrouw meen ik dat
met een gerust hart te kunnen verwerpen,
alweer met een verwijzing naar wat de er
varing in de mannenwereld leerde. Zoomin
als een zakenman, een kunstenaar, een
hoogléeraar, z'n vak verwaarloozen zal, om
dat het kennisnemen van politieke vraag
stukken zooveel van z'n aandacht en tijd
vraagt, zoomin zal dit hakgeval zijn met
de normale huismoeder.^ij een goeden
toestand, als zij inderdaad het centrum van
haar gezin is, zal ze ongetwijfeld niet in de
politiek opgaan. Maar doet een medicus met
een groote praktijk, een bekwaam chirurg
dat soms wel ? Moet men die daarom buiten
het kiesrecht stellen? Als ik morgen m'n
plicht doe, mevrouw, moet ik 72 bezoeken
afleggen. Maar tot meer dan vijftig zal ik
het wel niet brengen", verzekerde dezer
dagen een dokter me. Tja, ik krijgóokpas
rust als ik in m'n graf lig", zuchtte z'n
collega, die er bij stond. Zou een moeder
met een druk gezin soms durven beweren
dat ze het nog drukker heeft? En de kin
deren worden groot, en aan die drukte komt
een eind. Aan een groote praktijk gewoon
lijk niet. Ik laat de volksklasse hier buiten
bespreking. De wreede economische
toeZal 't Volkskunst" worden?
Zoo bezit Amsterdam thans ook een
kantschool. Reeds langen tijöbleek de behoefte
te bestaan om in de hoofdstad des rijks een
opleiding te kunnen ontvangen in het
kantwerk; immers de cursussen die geregeld
gegeven worden op de Rijksschool voor
Kunstnijverheid afd. Kunstnaaldwerk, ze vol
doen maar half, en op een Kantwerkschool
als den Haag bezit, kan Amsterdam niet bogen.
Nu het eigen kantwerk steeds meer en
meer de aandacht vraagt, nu de
buitenlandsche kant steeds schaarscher uit den vreemde
te betrekken is, en kant nu eenmaal een
onmisbaar artikel is geworden aan huishoud
en lijfgoed, nu heeft de Rijksschool te
Amsterdam terecht begrepen, dat het juiste
oogenblik is gekomen, om evenals de Kon.
Ned. Kantwerkschool te 's-Gravenhage te
trachten in Nederland te vormen goede
leeren werkkrachten, die de kantindustrie in ons
land kunnen bevorderen, en aan de werk
stukken het cachet zouden kunnen geven
van zuiver landeigen werk, waardoor het
gehalte en de prijzen van Nederlandsche
kant op de wereldmarkt niet onbelangrijk
zouden stijgen.
En zoo zijn dan dezer dagen de plannen
door den Minister goedgekeurd en heeft de
Directeur van de school de heer J. H. Berden
in overleg met de leerares in het kantwerk
Mej. J. H. Faber het leerprogramma ongeveer
als volgt vastgesteld:
Op de Kantwerkklasse die een afdeeling
vormt van de Kunstnaaldwerkschool, worden
leerlingen en hospitanten toegelaten,
beiden betalen hetzelfde schoolgeld, zijnde
f 10.?per jaar. «Aan leerlingen wordt na
afloop der studie een diploma uitgereikt, aan
hospitanten niet. De laatsten zijn geheel
vrij in de keuze der te leeren kanttechniek.
De kantcursus voor leerlingen duurt 2
jaar. Van stonde aan wordt onderricht in 't
kantteekenen gegeven. Men leert: hoeken bij
kanten teekenen, kantpatronen omzetten in
verschillende vormen als: rond, vierkant,
ovaal, bestaande kanten in patroon brengen,
nieuwe ontwerpen maken enz.
In het 1ste leerjaar worden behandeld:
Torchn en Cluny techniek, Russische kant,
de overgang van Russische- tot
Duchessekant, Vlaamsche kant, benevens het klossen
met gouddraad en zijde.
Het 2 Je leerjaar behandelt in hoofdzaak
de Duchesse-techniek. De resteerende tijd
wordt gebruikt voor Valenciennes- en
Rijsselsche "kant. Ook het wasschen, opmaken
en repareeren van echte kant wordt in dit jaar
onderwezen. Aan literatuur en methodiek van
de kant wordt wekelijks een ochtend besteed.
Zoo is met dit programma een flink ruim
arbeidsveld geopend. Stelt de leerares hooge
eischen aan de taak, die zij aanvaard heeft,
zoo kan het onderwijs goede vruchten dragen
en het vervaardigen van kloskant meer en
meer een winstgevende bijverdienste worden
voor vrouwen en meisjes uit verschillende
klassen der maatschappij.
Wenscht men het kantwerk op 't niveau
van Volkskunst" te brengen, dan blijve
men zuiver oorspronkelijk van af het een
voudigste torchon kantje, dan geve men
persoonlijk werk, waarbij klosverbinding
en daarmede samengaand patroon berusten
op eigen vinding, eigen fantasie.
Waarom zou de Noord-Nederlandsche
vrouw de gave missen, die haar
ZuidNederlandsche zusters in zoo ruime mate
hebben bezeten, en ook thans in de vluch
teling-kampen nog weten om te zetten in
weelde-stukken van techniek en compositie?
Waarom zou zij zich geen moeite geven
die kunst tot Volkskunst" te verheffen, nu
standen hebben daar maar al te weinig
gezinsleven overgelaten. Maar waar dit be
staan kan, zal het niet door belangstelling
in maatschappelijke vraagstukken onder
mijnd worden; wel door honderd andere
dingen.
Op die belangstelling komt het aan.
Waar die gekweekt is, zullen ook de kin
deren er de goede gevolgen van ondervin
den. Daar zal heel wat tijd, die nu door de
vrouw uit de meest bevoorrechte klasse
verbeuzeld wordt, beter besteed worden. De
schrijfster zelf geeft toe dat ook de gehuwde
vrouw haar vrije uren voor sociaal werk
mag besteden. Maar wie dat doet, komt in
aanraking met de wet, en die hangt weer
af van kiezersinvloed en zal dat hoe langer
hoe meer doen. Dat kunnen we betreuren, we
hebben het te aanvaarden, totdat het
parlementarisme zichzelf overleefd zal hebben.
Ik geloof dat de schrijfster zich noodeloos
ongerust maakt en zich in haar angst voor
het gezinsleven te sterk laat beïnvloeden
door het aan-den-weg-timmeren van velen,
die inderdaad meer de aandacht trekken, dan
zij die rustig voor zich heenleven. Maar
zoomin als de maatschappij ontwricht is
door de vele woelwaters, onrustige naturen,
agitatoren, utopisten, idealisten of schreeu
wers, drijvers, avonturiers, die zich in de
politiek geworpen hebben pour parvenir"
eerst in Kiesvereenigingen, dan Kamerlid,
mogelijk zelf Minister" 4) en die daartoe
hun eigenlijk beroep vaarwel zeiden, of nog
maar zijdelings behartigen, zoomin zal de
maatschappij ontwricht worden door hun
handjevol vrouwelijke aequivalenten. Daar
tegenover staat dat naast de integere, ern
stige, karaktervolle vertegenwoordigers, die
ons land rijk is, zeker ook hun gelijkwaar
dige n uit de vrouwenwereld behooren mee
te oordeelen over het wel en wee van het
land. En wanneer iemand die het weten kan,
over een onzer Nederlandsche leidsters, die'
een reuzentaak vervult in haar groot gezin
en daarnaast zich aan het feminisme weet te
wijden, schrijft: moge eens haar stem klin
ken door de raadzalen van ons dierbaar
Nederland", dan hebben we ons te buigen
en dankbaar te zijn dat de moderne tijden
dergelijke groote vrouwenfiguren brachten.
Al neem ik niet met mevr. Sterck?Proot
aan dat de meeste vrouwen zich uit natuurlijk
zelfbehoud zullen afkeeren van het vrou
wenkiesrecht, wel geloof en hoop ik dat het
voor haar altijd in de tweede plaats zal
komen, dat haar gezinsleven, eventueel haar
beroep, zal voorgaan, zooals normaliter het
beroep van den man bij hem voorgaat.
Ten slotte. Ik mag niet ontkennen dat ik
betrekkelijk maar weinig positief direct
resultaat van het V. K. verwacht, tenzij men
den maatregel zou treffen dat het wél thans
in een wet werd vastgelegd, die echter pas
over tien of twintig jaar 5) in werking trad,
Want dan zouden de ernstige feministen
den gegeven tijd gebruiken om zichzelf en
meer en meer uit de voorliefde voor het
kantwerk blijkt, hoe. het klossen ons, Neder
landsche vrouwen, nog altijd in de vin
geren zit? ELIS. M. ROGGE
? ? e
Van alles wat
RANDJE VAN MELOENPITTEN
Een decoratief randje kan worden gemaakt
van kralen in verschillende grootten en
meloenpitjes, die thans in overvloed te ver
zamelen zijn. De zaadjes worden aan twee
zijden met een naald doorstoken en vast
gehecht. Wij zouden dit randje in toepassing
willen brengen, bijv. op goudkleurig of
licht groen laken voor versiering van riet-"
werk. De kralen zooveel mogelijk houden
in de kleuren van een oranje-roode meloen,
de tusschen-kralen zwart.
* *
Correspondentie
Aan Mevr. W. F. S. en Mej, E. C. L. onzen
vriendelijken dank voor de toezending der
recepten. E. M. R.
HUWCLYKS'UITZETTEN.
VSOI WS COHPIKT,
in de volgende prijzen;
No.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9tO.
? 350.
475.
625.
850.
1000.1275.
1600.2200.
2750.3500.
de jongeren in nog veel intensievere mate
dan thans getracht wordt, op te voeden in
sociaal voelen, en zouden de drijfsters er
vanzelf het bijltje bij neerleggen evenals
zij, die er vooral naar streven in de hoop
daardoor al weer meer persoonlijk op den
voorgrond te treden. Die maatregel zou
de smeltkroes voor de vrouwenbeweging
zijn. Maar dat op een verwezenlijking daar
van kans bestaat, lijkt me in hooge mate
onwaarschijnlijk.
Eén goed gevolg zie ik echter wél van
de invoering van V.K.: de ondermijning van
Het Gezag" van den man. Niet in zooverre
hij dat uitoefent uit kracht van z'n karakter.
Dan zal het overal dankbaar aanvaard wor
den, want er is niets gelukkiger dan op een
meerdere en sterkere te mogen steunen,
leiding te kunnen krijgen, zoovaak daaraan
behoefte gevoeld wordt. Maar het zinnelooze
gezag, dat nu de wet den man nog toekent,
en dat juist zij die er het minste recht toe
hebben, het heftigst trachten uit te oefenen
tot schade van eigen karakter, tot verbitte
ring van het slachtoffer en tot onherroepe
lijke demoraliseering van wat een goed
gezinsleven had kunnen worden, bij niet
voorop-gezette tyrannieke neigingen.
Een ramp acht ik dan ook de opvatting
van de schrijfster, al kan zij er als recht
geaard R.K. niets aan doen, dat de vrouwen
onderdanig moeten zijn aan haar mannen,
als aan den Heere, want de man is het hoofd
der vrouw, evenals Christus het hoofd der
kerk is".
Wil er wat minder ellende in de wereld
komen, dan moet tegen dergelijke opvat
tingen openlijk front gemaakt. Als de tee
kenen niet bedriegen dan gaan we met het
jongere geslacht dien goeden weg op. Tegen
over het aphorisme van m'n ouden vriend,
mag ik uit eigen ervaring de uitspraak van
een jongen vriend stellen, die kortgeleden
gehuwd met een Engelsche, me op m'n
verzoek het huwelijksformulier voorlas, en
met een gelukkig van gehoorzaamheid
staat er niets in", z'n zakboekje weer dicht
klapte.
Grootboekenkast W.F. SIKMANS
1) N.V. Drukkerij de Spaarnestad, Haarlem.
2) Daarom kan als strooming hel
vredestreven ook op den duur wel iets goeds
brengen, maar de overschatting en de ophef
van het congres waren daarom niet minder
ergerniswekkend.
3) Dezer dagen weer twee: van Nine
Minnema en van mevrouw Baerveldt-Haver
cum suis: Geen blinde volgelingen".
4) Algemeen Kiesrecht en Revolutiegeest
door Generaal den Beer Poortugael.
's-Gravenhage 1903 blz. 22.
5) Zooals zij 't na korter tusschentijd
met het Wetboek van Strafrecht (tot stand
gekomen '81, in werking getreden '86) 't
geval was.