De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 16 september pagina 13

16 september 1916 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

16 Sept. '16. No. 2047 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 De Drooglegging van de Zuiderzee (Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek) De Hospitaal-soldaat (Bystander) . . . Hé, vent, wor- es wakker! Je mot je slaapdrankje inneme! . . . De Beweging tegen Slr Francte Oppenhelmer in Engeland (Passing Show) Werkvrouw Lely: Nou heeren, voor de kleinigheid van 110 millioen zal ik die plas opdweilen" DE BLOKKADE (Amerikaansche export naar Holland groeiende) John Buil: Wat kan dat beteekenen, LordRobert?" Lord Robert Cecil: Beste John, maak je niet ongerust. Oppenheimer zegt dat het in orde is!" iiiiiniiiiimiiiiiiimmiiuii Redacteur: Dr. A. O. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht Alleberichten,dezerubriekbetreffende,gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. EINDSPELSTUD1E No. 4.^ VAN H. RINCK TE BARCELONA (British Chess Magazine, September 1916) ZWART a bcdefgh WIT Wit: Kb3, Tg3, Ld l, pionnen b4, d2en g2. Zwart: Ke6, Db5, pionnen a7 en c7. Wit speelt en wint. Oplossing over 14 dagen. CORRESPONDENTIE B. van K. te Utrecht. In de partij Olland TeKolstéhad wit gemakkelijk kunnen winnen door 29. Kdl, zooals reeds door mij in de schaakrubriek van het Handelsblad (9 Sept.) werd aangetoond. Uw voortzetting 23. Le5: (in plaats van 23. Kei) geeft o. i. niet meer dan remise, immers na 23... Pe4: 24. De4: Pe5: 25. de5: Td2f 26. Kei (door u aan gegeven) speelt zwart 26... Dd7 en houdt na 27. Df5! Tdlf 28. Ke2, Td2f remise door eeuwig schaak Over eenigen tijd zal deze partij, welke tot veel onjuiste kritiek aanleiding heeft gegeven, in deze rubriek beoordeeld worden. OPLOSSING EINDSPELSTUD1E No. 47 VAN J. SEHWERS Wit: Ka5, Tg3, La2, pion a4. Zwart: Ke4, Lh3, pionnen a7 en e2. 1. La2-d5f (Ke4Xd5, 2. Tg3-e3, Lh3-fl, 3. Ka5?b4 remise, daar na Te2: de witte koning het veld al kan bereiken) Ke4?d4! 2. Tg3-gl, Lh3-fl, 3. Tgl-g4f Kd4Xd5! 4. Tg4?b4! e2?el D pat. Vraagt zwart op el toren of paard, dan volgt 5. Tb4?bl, TelXbl pat. Zeer fijn! Goede oplossing ontvingen we van J. S. te Zeist en J. Rietman te Dieren. Tijdens den grooten nationalen wedstrijd te Amsterdam hadden, eveneens in het Paviljoen Vondelpark, Bondswedstrijden plaats in drie klassen. De hoofdklasse trok natuurlijk het me'ést de aandacht. Verrassend was in zoo verre de uitslag, dat niet de favoriet jhr. Stfjck .van Linschoten den eersten prijs be haalde maar de heer,J. A. P. Muurlink te Arfthem, die 4Vi punt maakte. Den tweeden pr$s verwierf jhr.H.Strick van Linschoten met 3K punt, den derden prijs de heer M. Gorter te Haarlem met 3 punten. Verder namen in deze klasse nog deel de heeren Zittersteyn, Puts en Keemink. Laatstgenoemde, de 15jarige matador uit Kuilenburg, die zich in zeer korten tijd tot de hoofdklasse heeft opgewerkt, ondervond, stellig tot zijn voor deel, dat hij nog niet opgewassen is tegen meer geroutineerde hoofdklasse-spelers. Een volgend jaar zal hij ongetwijfeld beter resultaten bereiken, indien hij zich dan meer tijd gunt om den juisten zet te vinden. Thans is zijn spel nog veel te vluchtig. We blijven echter de grootste verwachtingen koesteren van dezen veel belovenden speler. Hieronder een aardige partij uit deze klasse Zij is ontleend aan de schaakrubriek in Op de. Hoogte". De opmerkingen van jhr. Strick van Linschoten zullen het genot van het naspelen verhoogen. DAMEPION-OPENING Gespeeld te Amsterdam in de 5de ronde van de Hoofdklasse, 9 Aug. 1916 G. W. J. Zittersteyn H. Strick v. Linschoten Wit Zwart 1. d2?d4 Pg8-f6 2. Pgl-f3 d7-d6 Zwart wil het damegambiet vermijden, waarvan de behandeling aan bijna alle goede spelers van tegenwoordig zoo goed toever trouwd is. Wel geeft de door zwart gekozen speelwijze veelal een gedrongen spel, maar zij heeft het voordeel veelal in meer onbe kend vaarwater te komen. 3. Lel?g5 Pb8-d7 4. Pbl?d2 Zeer in aanmerking komt ook een ont wikkelingssysteem met c4, e3 en Pc3. 4 e7-e5 5. e2?e4 H7-h6 6. Lg5Xf6 Dit draagt er wel zeer toe bij om het zwarte spel te ontwikkelen. Wij zouden dan ook de voorkeur hebben gegeven aan 6. Lh4. 6 Dd8Xf6 7. c2-c3 Reeds heeft zwart het offensief: bedreiging van het punt d4 en reeds neemt wit hier tegen het defensief in acht. 7 g7?g5 Dreigt g4 en eventueel Lg7. 8. (14Xe5 d6Xe5 9. Pd2-b3 g5-g4 10. Pf3-d2 Pd7-c5 11. Ddl-e2 Lc8-d7 Natuurlijk niet Le6 wegens 12. Pc5: Lc5: 13. Db5f. 12. 0-0-0 0-0-0 13. De2?e3 Df6-c6 Dekt het paard en valt het punt e4 aan. 14. f2?f3 H6-h5 15. Pb3Xc5 Lf8Xc5 16. De3-e2 In aanmerking kwam 16. Del, om den looper van f l niet af te sluiten; wit wilde vermoedelijk de mogelijkheid open houden zijne dame naar c4 of b5 te brengen ter beantwoording van den dreigenden aanval op zijn koningsvleugel. 16 Ld7?e6 17. Kcl?bl Dc6?a4 18. b2-b3 Na 18. a3 beslist La3: 19. ba3: Td6 met de dreiging Tb6f. 18 Da4-a5 19. Tdl?cl Lc5?a3 20. Tel?c2 Td8?d6 21. De2-el En niet 21. Db5, dat op het eerste gezicht dameruil schijnt te dwingen en dus de logische consequentie van wit's speelwijze schijnt. Dan volgt echter Td2:! dreigend mat in twee zetten, 22. Td2: Dc3: en wit is verloren, immers het dreigende mat op cl k*n hij niet pireeren door 23. Tel wegens Db2 mat, terwijl op 23. Tc2 mat in twee zetten volgt door Delf21 b7-b5 Anders bevrijdt wit zijn spel door Lc4. 22. Lfl?e2 Th8-d8 23. Pd2?fl Da5-h6 24. h2?h3 Wit tracht op den koningsvleugel een tegen-actie te beginnen, om zoo op zijn damevleugel eenige verlichting te brengen; een goed denkbeeld. 24 g4Xh3 25. g2Xh3 Stelling na den 25sten zet van wit ZWART d e WIT f g Bij zijn voorgaande zetten was zwart reeds onder de bekoring van een dame-offer op f2; beziet men de diagramstelling dan is het duidelijk dat na 25... Df2 wit niet kan spelen 26. Df2: wegens mat in enkele zetten door Tdlf. Maar evenzeer was het zwart duidelijk dat op 25... Df2 wit in 26. Pg3 een werkzame parade heeft, daar nu de toren van hl de dame op el dekt. Wel, dacht zwart, dan maak ik mijne combinatie volkomen in orde, indien ik dien toren van de onderste lijn weet weg te lokken en speelde vol vertrouwen: 25 Le6Xh3 om, indien wit door 26. Th3: het offer aan nam, met Df2 voort te gaan. Hoe groot was zijne verrassing toen een der op het tournooi aanwezig zijnde Kiebitze", die alle partijen trouw volgde, op den zet 27. Tel! opmerkzaam maakte, die de geheele com binatie weerlegt. Zwart was zoozeer onder den indruk, dat de eerste lijn hem toekwam, dat een bezetting daarvan door wit hem geen opgenblik in de gedachte kwam. Maar ook wit zelf was gebiologeerd en speelde om den dame-zet naar f2 te ontgaan: 26. Pfl?g3 Db6-e3 Thans is goede raad duur, daar zwart een sterken vrijpion heeft gekregen: op 27. Pfl bijv. kan volgen Df2, 28. Pg3, Del:f 29. Tel: h4, 30. Thl, hg3: 31. Th3: Tg6 enz. Wit besluit er daarom toe om alsnog den looper op h3 te nemen, waardoor hij echter zijn dame tegen toren en looper verliest. Er volgde nog: 27. Th3: Tdlf 28. Ddl: Tdl:f 29. Ldl: Del, 30. Thl, Dg3: (Het eindspel is voor zwart gewonnen, maar wit biedt nog hardnekkig tegenstand. Zijn vol gende zet is wel noodzakelijk, daar zijn eenige kans in de verovering van den h-pion kan liggen) 31. Th2, Df4 (dreigt mat op cl) 32. Le2, c6 (Op Dd2 volgt 33. Lb5: en wit krijgt tegenkansen door de bezetting van de d-lijn met zijn torens. Thans dreigt Dd2 zeer sterk) 33. Kc2, b4, 34. La6f Kc7, 35. Th5: De3, 36. Ld3, Df2f 37. Kdl, bc3: 38. Th2, c2|! (Op Df3:f volgt 39. Kc2 en wit dreigt door Tfl zelfs weder de leiding te nemen) 39. Lc2: De3, 40. Lbl (noodzakelijk wegens de dreiging Delf gevolgd door Dc2:f) Df3:f 41. Kd2, Lb4f 42. Kcl, Lc3 (zigzagsgewijze begeeft nu de looper zich naar een veld, van waaruit hij de geheele stelling beheerscht) 43. Lc2, Ld4, 44. a4, Dc3, 45 Kdl, Le3, 46. Tfl, Dd4f 47. Kei, Lf4, 48. Tg2, Dc3f (Hier won sneller De3f 49. Te2, Dc3f 50. Kdl, Dalf) 49. Kdl,De3, 50. Lbl, Db3:f 51. Ke2, De3f 52. Kdl, c5, 53. Tc2, Dd3f 54. Kei, Lg3f. Wit geeft op. Een door zwart zeer goed en origineel gespeelde partij. (Red.) 13e Jaargang 16 September 1916 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112n, Amsterdam Verzoeke alle mededeeliigen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 111 VAN DEN AUTEUR S. ABRAM, A'DAM Stand. Zwart: 6 10, 12, 15, 17, 26, 32. Stand. Wit: 23/25, 29/31, 33, 39, 41, 42, 48. Wit: 41-37. 42-37, 25-20, 48-42, 30-25, Zwart: 32:41, 42:32, 26:37, 37:48, 48:28, 33:4, _ 4:3! 15:23 " Zooals wij dat van dezen auteur gewoon zijn, een goed gebouwd probleem. De ont leding is niet moeilijk. De stand is vrij goed, alleen is de plaatsing der zwarte stukken zó, dat gemakkelijk is te zien waar de beslissende slag moet geschieden. Jammer dat 24-19, 19-10, 33:4 een groote winstkans voor wit geeft. Dit is den auteur zeker ontgaan. AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 112 VAN DEN AUTEUR J. SWART, A'DAM Stand. Zwart: 3, 8/10, 12, 14, 18, 26. Stand. Wit: 19, 23, 29, 31, 35, 38, 40, 48, 50. Wit: 50-44, 29-24, 44-39, 38-32, 39-33, Zwart: 26:37, 18:20, 14:237^37:28," 28739, 40-34_,_3_5:2J_ 39:30 Vrij eenvoudig en toch aardig zijn hier 2 tempozetten in verwerkt. Het lijkt wel dat schijf 48 naar 42 gespeeld moet worden om zwart dam te geven op 48, maar... op 25 staat er geen schijf om die dam tegen te kunnen houden. De stand is goed en kan in de partij voorkomen. De laatste zet van zwart is verklaarbaar, want 9-13 zou het verlies gebracht hebben door 38-33, 29:9, 9-4! Bij-oplossing. _JWitj_35-30, 29-24, 30-25, 25:5 Zwart: 26:37, 18:20, 14:23 Hierdoor wordt dit probleem waardeloos. PROBLEEM No. 113 VAN DEN AUTEUR S. ABRAM, A'DAM (Eerste publicatie) Zwart (11 schijven) l 6 11 16 21 20 31 36 4! 4f 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (11 schijven) Stand. Zwart: 9, 11/16, 19, 22, 26, 45. Stand. Wit: 24, 29/31, 34, 35, 38, 40, 46, 48,50. Oplossingen binnen 14 dagen in te zenden aan bovenstaand adres. Voor dit probleem vragen wij de bijzondere aandacht, daar de ontleding werkelijk zeer origineel is. DAMZET Zwart (12 schijven) l 6 11 16 21 26 3! 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (12 schijven) Stand. Zwart: 2, 6, 8,12, 13, 15,17/20, 24,25. Stand. Wit: 21, 26, 28, 32, 35/37, 39, 40, 43, 45, 48. De heer A. J. Bartels, A'dam, als speler met wit, heeft als laatste zet gespeeld 38-32 zwart meende nu 18-22 te kunnen antwoorden, want dan zou wit moeten sluiten met 39-33, waarna er eenige schijven zouden verloren gaan, of 28-23, 32:23 moeten spelen, wat n schijfverlies zou geven, maar wit maakte de navolgende mooie damzet 39-34! 22:33 32-28 33:22 34-29 24:33 43-38 33:31 36:7 2:11 21:3! en de partij werd na eenige zetten door zwart opgegeven. CORRESPONDENTIE R. N. te R. Uw brief zal ik een dezer dagen beantwoorden. J. W. te L. Uw naam is niet erg duidelijk, zoudt u mij die eens willen melden. De oplossingen kunt u per briefkaart inzenden. Wordt er ten uwent veel gedamd ? M. C. K. te D. Dank voor u we problemen, die ik zal nazien en tegelegenertijd plaatsen. NEDERLANDSCHE DAMBOND WEDSTRIJD OM DEN MEESTERTITEL Stand na de 3e ronde: van Leeuwen 6, Visser 5, v. d. Meer 5, de Vries 4, Koperberg 4, de Jong 3, Sneepels, Ruitenboer, Waaker, Kleute ieder 2, Rustenburg l, Lochtenberg 0. A. s. Zondag voortzetting (Bovenzaal Nieuwe Karseboom). 4e Ronde: De Jong-Visser; Koperberg Van der Meer; Lochtenberg?Ruitenboer; Rustenburg?Kleute; Waaker?Van Leeuwen; de Vries?Sneepels. 5e Ronde : De Jong?Sneepels; Koperberg?Van Leeuwen; Lochtenberg?Rusten burg; Van der Meer?Visser; de Vries Ruitenboer; Waaker?Kleute. AMSTERDAMSCHE DAMBOND COMPETITIE-WEDSTRIJD tusschen de damvereenigingen Van Embden", Gezellig Samenzijn, Dammen is Denken en Door Oefening Sterk. Ie Ontmoeting: Dinsdag 19 dezer. Speel lokaal : De Nieuwe Karseboom. Van Embden I?Van Embden II. Donderdag a. s. spelen: D. I. D.?Van Embden III. Speellokaal wordt in de dag bladen bekend gemaakt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl