De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 16 september pagina 3

16 september 1916 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

16'Sept. '16. No. 2047 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PIETEB DE HOOGHSTRAAT73 Aanvang van den nieuwen cursus Dinsdag 12 September. Inschrijving van nieuwe leer lingen Maandags en Donderdags van 10?12 uur aan het^Gebouw der School J. S. MEÜWSEN. HOFLEVERANCIER. Hoeden en Mode Magazijnen. [ AMSTERDAM. Leidschestraat 4, Beurspassage h. Damrak, Damstraat hoek Nes, Doelenstraat boek Achter- | burgwal. ROTTERDAM. Mosseltrap 3, Boymansstraat 3. OOSTEQBEEK MEUBLEERINQEN in den tuin brandde 'het nieuwe licht. De wijsgeerige kerkleeraar" dr. De Koning uit Akersloot gaf er eene toelichting bij. Den volgenden Donderdagavond werd de proef neming, tegen een toegangsprijs van elf stuivers, voor het publiek herhaald. Des Maandagsavonds was er groot bal ten Paleize, terwijl de stad des Woensdags harerzijds een bal aanbood, in een daartoe pxpresselijk gezet houten gebouw in den Parktuin in de Plantage. De Dinsdag werd gewijd aan een echt Amsterdamsch ver maak : het admiraatzeilen op het Y. En ook daarbij kondigde de nieuwe tijd zich aan: een stoomboot, uit Rotterdam hierheen ge komen, manoeuvreerde in de nabijheid van het koninklijk jacht. Donderdag verlieten de Koning en de Koningin, met hunne kinderen prins Frederik en prinses Marianne, de stad, den volgenden ochtend gevolgd door de Prinsessen-douairières. De Kroonprins en zijne gemalin vertrok ken in den namiddag van Vrijdag27 September ten n ure. In tegenstelling met wat wij thans gewoon zijn, schijnen bezoeken aan instellingen of gestichten niet te hebben plaats gehad. Alleen meldt de Amsterdamsche Courant dat de Prinsessen-douairières het Schilderijenmuseum in het Trippenhuis hadden bezichtigd. Een maand later vertrok het jonge paar naar Brussel, waar de Kroonprinses hare bevalling afwachtte, wat zeer velen NoordNederlanders niet naar den zin was, die nu maar hoopten dat het een meisje zou zijn"; want een Prins, van Oranje behoorde in Holland te worden geboren! Doch de wensch dezer mopperaars werd niet vervuld. Den 19den Februari 1817 zag het eerste levens licht de erfprins Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, die in 1849 als koning Willem III zijn vader zou opvolgen. Dr. JOH. C. BREEN Nederland let op uw Bosschen! Een text op de melodie van Braakensiek'splaat. De oorlog heeft ons geleerd dat het Neder landsche bosch en de boomen langs onze wegen niet veilig zijn voor particuliere winzucht. De hooge houtprijzen zijn de onmid dellijke oorzaak geweest dat vele mooie bosschen geveld werden. De oorlogsindustrie eischte notenhout voor de vervaardiging van geweerkolven. Aanvankelijk werden zeer vele zware noteboomen gehakt en geleverd aan Duitschland, later begreep men ook hier te lande dat dit product van eigen bodem nuttig te gebruiken was. De papier industrie, verstoken van het buitenlandsche iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMniiiimiiiiiim PANDEMONIUM DOOR T. E. HOLTROP li Vooral genoot Johannes in de stille avon den, als hij voor zijn boeken zat. Dan kwam er onder het drinken een lichtheid en helder heid in zijn geest, waardoor hij de diepzin nigste gedachten begreep, en als takken aan een stam ontsproten aan elke gedachte naar alle kanten nieuwe denkbeelden. De figuren uit de oude verhalen begonnen te leven en ze spraken tot hem. Op alles wat hij hoorde want hij hoorde wat hij las gaf hij antwoord. Het scheen of in de hut een ge zelschap vergaderd was, waarvan alle leden fluisterden behalve de gastheer, die zeer luide sprak. Hoe langer hij echter dronk, hoe onduidelijker zijn woorden werden, tot hij eindelijk op het lage bed in een hoek neerzonk. Dan vertelde zijn moeder dikwijls in zijn droomen verder van de dingen, die hij gelezen had. Langzamerhand evenwel vergat hij de oude vrouw geheel. Zijn geest kreeg een ander bestaan, en ook zonder zijn moeder gevoelde hij zich niet meer eenzaam. Bijna immer DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts ?1.90 per kwartaal MEDDENS S.B. gereed en naar maat vanaf f 5.?. Coupeur-reiziger te ontbieden. ROTTERDAM Illllllll lllllll hout, legde zich toe op het gebruik van inlandsche dennen. Het mijnwezen vroeg ook veel en zelfs moest de meubelindustrie zich tevreden stellen met inlandsen hout. Steeds hooger werden de prijzen en zelfs groeide de export naar Duitschland. Nu kortgeleden is eindelijk een verbod van uitvoer uitgevaardigd. Maar het groote kwaad is geschied, en allerwege klaagt men over groote boschverliezen". De verliezen worden te meer begrepen omdat de Neder lander dit jaar zijn land beter is gaan leeren kennen en waardeeren. Intusschen is de eigenaar natuurlijk vol komen in zijn recht zijn hout te oogsten wanneer hij dat wil, dus als de prijs hoog is. Vele eigenaars hebben begrepen dat zij nu winst konden maken in een bedrijf dat anders slechts een lage rente afwerpt of zelfs verliezen geeft. Gelukkig zien andere eigenaars in hun bosch wat meer dan een hoop hout van een bepaalde waarde en spaarden zij het, zelfs in dezen tijd l Reeds het feit dat de gemeenschap vroeg tijdige en te groote vellingen als een verlies' betreurt wijst er op dat het bosch wat meer is dan een uitsluitend cultuurbedrijf dat hout levert. Wel zijn de klimatologische invloeden van het bosch hier te lande van niet veel beteekenis en behoeven onze heuvels geen Schutzwald" om groote uit spoelingen en overstroomingen in lagerliggende landen te voorkomen zooals dat in Frankrijk en Duitschland het geval is, maar OHS bosch heeft juist in dit dichtbevolkte land een buitengewone hygiënische en aesthetische warande. Bij een zuiver materalistisch streven zou het bosch in onze samenleving weinig beteekenen. In normale tijden is de import voldoende om de steeds stijgende vraag te voldoen. De moderne landbouw vestigt zich meer en meer op de slechtere gronden die aanvankelijk voor bosch bestemd leken. Maar het blijkt dat de gemeenschap gelei delijk ook andere behoeften krijgt. Het toerisme breidt zich uit en het buitenleven neemt steeds toe omdat men de natuur leert liefhebben, omdat men er de groote herstel lende kracht van gaat gevoelen. Waar men nu allerwegen bosch en lanen gaat wenschen en inziet dat particulier be heer uiterst schadelijk kan zijn richt men zich vanzelf tot de Staat die onze gemeenschapswenschen moet vervullen. De vraag is nu op welke wijze zal de Staat de zekerheid verschaffen van een groeiend gemeenschappelijk boschbezit of van een meer blijvend particulier bosch ? De zucht naar behoud van landschapsschoon heeft reeds de Vereeniging tot Be11111111111111111111111111M11 M 1111111111111 was hij omringd door demonen, goede en kwade, die hem bij al zijn doen leidden en dreven. Hij schiep ze en gaf ze namen, zonderling klinkende namen, die hijzelf verzon of zich misschien uit zijn boeken herinnerde, en elke naam had voor hem een beteekenis, die slechts bepaald werd door den klank. Zoo wist hij mannelijke en vrouwelijke, goede en booze geesten te onderscheiden. Dieren en planten en doode dingen, alles werd bezield in zijn oog. Wat hij aanraakte, kreeg leven. Zijn verbeelding tooverde alles om met nieuwe vormen en kleuren. Hij leefde in een wonderwereld, en als de lich tende sluiers, die de werkelijkheid omhulden, voor zijn oogen werden weggetrokken, dronk hij veel en lang. §|Zijn lichaam bleef, ook toen hij oud werd, lenig en sterk. De lange baard, vroeg grijs geworden, golfde neer op zijn breede borst en gaf hem het uiterlijk van een profeet. De bruine, kinderlijke oogen lagen diep onder de zware, witte wenkbrauwen in het steenroode, verweerde gezicht. De groote, rechte gestalte was mager, maar als staaldraden spanden de spieren onder de harige huid. Bijna altijd was hij buiten. Alleen de avon den bracht hij in zijn hut door met lezen of neltenbreien. Vaak bleef hij dagen lang in zijn vaartuig, altijd zeer vroeg bij zijn werk, dat hij nimmer verzuimde voor het drinken. Alleen in zijn vrijen tijd, als hij op de visschen moest wachten, dronk hij onmatig en legde zich dan te slapen achter het riet, waar nimmer een mensch hem stoorde. In tijden, dat hij niet vischte, zocht hij eieren van kieviten en eenden, of hij stroopte, B. v. D HEIDE 's-Gravel.weg. Telef. 1150 SPECIALE ONTWERPEN BOUWT TE NUNSPEET MOOIE BOSCHWJKB TERREINEN SPOOR. TRAM, ELECTRMCB UCHT, TELEPHOOH mUCHTINOEN Mg. DE VELUWE* HUM Illllllll houd van Natuurmonumenten doen ontstaan en het krachtig werk dier Vereeniging wijst ten duidelijkste aan dat men het doel waar deert. Maar men moet meer verlangen! Die Vereeniging kan niet eindeloos doorgaan met aankoop van bosschen en bovendien zullen vele boschbezitters wel het hout maar niet den grond willen verkoopen. Als een beter en machtiger middel moet men het Staatsboschbeheer beschouwen. Het bosch als eigendom van den Staat en be heerd door deskundige ambtenaren! In Nederland bestaat zoo'n instelling maar de toegestane gelden zijn absoluut onvoldoende om werkelijk wat groots te bereiken. Be halve eenige mooie bosschen in de nabij heid van Breda bezit de Staat bijna uitslui tend wat zeer armoedige zandverstuivingen die geleidelijk worden vastgelegd en be boscht. In de duinen yarl^Schoorl en Texel wordt voorts op kleine schaal bosch aan gelegd. Wie het wei k van het Staatsbosch beheer kent zal een enorm voorstander daar van worden en uitbreiding wenschen. Als men in de duinen van Schoorl wandelt moet men verwondert zijn waarom dergelijke bebosschingen niet veel meer worden toege past. Hier zijn het zelfs belangrijke materiale voordeelen die bereikt worden! De jaarlijksche kosten voor vastlegging van deze natuurlijke zeewering, die zich landinwaarts dreigt te verplaatsen over onze vruchbaarste tuingronden en landerijen, zijn zeer groot. Inplaats van deze steeds terug komende kosten wordt nu wat kapitaal neergelegd in een blijvende bebosschlng, vooral van de binnenduinen. Maar ook het landschappelijk schoon wordt gediend, en dat op zeer bijzon dere wijze! De eischen der gemeenschap worden steeds meer dringend en het zal getuigen van een wijs politiek inzicht als de regeering hier eindelijk verbetering gaat brengen door niet langer zoo'n schriele toelage te schenken aan het Nederlandsche bosch. Ook de gemeenten hebben de laatste jaren op dit gebied reeds een en ander gepres teerd. Het gemeentelijk boschbezit is reeds vrij belangrijk uitgebreid, maar nog steeds niet voldoende. Helaas ziet ons volk nog niet voldoende het verschil tusschen een park en een regel matig geëxploiteerd boschbedrijf. Indien de publieke opinie niet iedere velling in het Haagsche Bosch onmogelijk gemaakt had zou dat bosch bijtijds meer normaal zijn geworden en zouden de stormen het geen kwaad gedaan hebben. Het vellen van rijpe boomen is mooi, noodig, redelijk en gewenscht. Het boschbedrijf eischt jaarlijks velling en opnieuw bebossching. Juist in dat en de kasteleins namen snippen en eenden en hazen in betaling voor jenever. Bij alles wat hij deed zweefden en dar telden er geesten om hem heen, en hij hoorde hun stem. Zij waren in de lucht, en liefelijk klonk hun muziek. Ammadaat.de luchtgeest in witte kleederen, blies zoete tonen uit de fluit, Armira, gehuld in teeder avondrood, speelde zachte melodieën op de viool, de engel Oralim, met opstaande, blanke vleugelen,deed krachtig bazuingeschal weerklinken, en Bariamari, in vlammend geel gezeten op glijdende wolken, tokkelde de harp. Speelsche geesten woonden in het riet, dat met zijn beeld in het water den meerspiegel als een lijst omvatte. In den winter was het hard en lichtgeel als een zandwal, in den zomer bewegelijk en groen, doorspikkeld met de roode en gele bloesems van de wederik en de witte kelken van de winde, in den herfst wuifde het statig met hooge, gladbruine pluimen. Het riet de visscher vond het op zijn zwerftochten overal, en overal slopen de geesten als slangen om de slanke stengels, uit alle donkere spleten, keken hun lichte oogen, en hun ruischende stemmen zongen zachte droomliederen. Maar het rijkst aan geesten was het water, het levende, veranderlijke water. Ze sliepen en droomden, als het meer onder den zonnigen, blauwen hemel rustig en vlak lag als een metalen spiegel, maar als een dar tele wind de oppervlakte rimpelde en don kerblauw kleurde, dan speelden ze en sta ken, blij klappend, de handen boven water, en hun oogen schitterden in de zilveren lichlflikkeringen op de golfjes. Des avonds LIBCRTY wij BeRicHTen oe OMTVAWGST VAM 6GM GROOT AW1TAL STUKKCM TYRIAM 5ILK IN VGLG K.L6UR6M M PATROMGM VOOR BLOuses en 07 BCDRUKT Fi.-4.SO STAL6M FRANCO MCTZ &CO AM5TCRDAM TAMINIAU'S ? JAM ? iiutiiiiiiMiMiiimiim echte verjongingswerk ligt een der grootste bekoringen van het boschbedrijf! Een deskundig boschbeheer in handen van den Staat geeft alle waarborgen voor een blijvend en waardevol gemeenschappelijk bosch. Naast de groote kapitaalwaarde die men aldus voor het volk kan opstapelen, een waarde die op den duur een zekere rente gaat afwerpen, zal men tevens onmetelijke schatten van hygiënische en aesthetische waarde scheppen, schatten die het volk zullen doen groeien naar een hooger zedelijk peil! Mag de instelling van het Staatsboschbeheer aldus gelden als het machtigste mid del om te komen tot blijvend bosch, er zijn nog meerdere middelen om althans te voor komen dat bestaande bosschen op te groote schaal geveld worden. Zoo bestaan in vele landen boschbeschermingswetten. In Beieren moet de boschbezitter voor de veiling toestemming vragen aan de Forstpolizeibehörde". Deze staat de velling slechts toe als de grond voor meer rentegevende cultuur (land- en tuinbouw tj.v.) blijkbaar goed 'geschikt is, of dat men et een gebouw wil zetten. Wordt eenvoudig het hout geveld en blijven de boomstronken zitten, dan wordt opnieuw beboscht. Dergelijke wetten bestaan in Baden, Hon garije, Hessen, enz. enz. De .Code forestier" schreef in 1803 iets dergelijks voor, met zware straffen bij ver zuim. In 1859 werd de wet iets gewijzigd, maar het ministerie van Financiën moest ook nu nog gekend worden bij voorgenomen vellingen, waarbij het plan bestond den grond voor andere cultuur te gaan gebruiken. In Beieren en elders wordt tevens voor geschreven op welke wijze de herbebossching moet geschieden en wordt daarbij de hulp verleend der Staatsambtenaren. Soms wordt zelfs geëischt dat de eigenaar, die een bosch velt, vooraf een zeker bedrag aan geld stort dat ingeval van herbebossching door hem zelf wordt teruggegeven of anders door de Staat voor dat doel gebruikt wordt. In Baden wordt zelfs Beförsterung" door den Staat uitgeoefend, d. w. z. het Staatsboschbeheer neemt bosschen onder toezicht en in beheer, die door den eigenaar ordnungswidrig" behandeld zijn. Het is opvallend hoe het Nederlandsche volk tot heden verzuimd heeft zich te verzekeren van blijvend bosch, en hoe weinig het zich laat gelegen liggen aan het natuurschoon dat boomen in het algemeen, zoowel langs wegen als in groote complexen kunnen geven. Bijna alle beschaafde landen zijn op dit gebied veel verder dan wij. stegen ze dikwijls geheel uit het water. Als een lichtgrijze nevel over het meer trok, zag Johannes ze zweven en door elkander woelen, in lange, witte gewaden. Des nachts kwamen ze bij hem en spraken hem vrien delijk toe. Maripusant, de langgebaarde, aan het hoofd der witte wijven, wees hem aan, waar hij zijn fuiken moest zetten en zijn dobbers uitwerpen. En zijn raad was altijd goed, want steeds ving Johannes meer dan andere visschers. Jerapari, met zijn vogel stem, toonde hem de nesten der kieviten en Racaman, de sluwe, hielp hem op de jacht. Ook de aarde was bezield onder zijn voeten. Daar woonden de kobolden, kleine, zwarte geesten, met flikkerende vuuroogjes. Als hij lang uitgestrekt in het gras lag, kwamen ze uit hun holen kijken; ze naderden hem, snuffelden aan zijn kleeren en krieuwelden in zijn handen. In de elzenstruiken woonden geesten, die hem toeknikten, als hij in 't najaar lijsterstrikken zette, en dan was zijn vangst altijd goed. Door het gras slopen kleine, piepende wezens, die hem na^r de nesten der wilde vogels brachten. Alles op aarde zou voor Johannes goed en schoon zijn geweest, als er geen booze geesten hadden bestaan. O, Sammaël, op perste der duivelen, hoe dikwijls verhief de oude man in wanhoop zijn gevouwen han den lot u. Hoe menigmaal schudde hij in woede zijn vuist, die u wilde verpletteren. Hoe klaagde zijn gebroken stem tot u van zijn onduldbaar wee. Hoe vervloekte hij u, hellepijniger, met zware doemwoorden. O, Sammaël, bitter verderf, waart gij er niet Bi* BBBBBBBBBBBBBf ^?^""^"?^^?^^sssw^r ? EENIGE SPECIALITEIT a Es m ^ %* g| KRiMPVRUE |g Si GEZONDHEIDS- | BS? KB « ONDERGOEDEREN g Nederlandsch Fabrikaat gg HET BS TRICOTHUIS REG.BREESTRAAT.35 TEL. 5O66 N. v-a ttB Van Duitschland en Frankrijk wees ik reeds enkele zaken aan. Vqoral in Duitsch land is het staatsbosch van groote betee kenis en zijn de maatregelen om het parti culier bezit ook ten bate der gemeenschap te behouden van grooten invloed. In Amerika kent men de Arbor Day" een dag in het voorjaar, dat de schooljeugd erop uit trekt om boomen te planten, een feestdag die zeer zeker meer nut sticht dan b.v. een vol jaar trigonometrie op onze H. B. S.! In 1891 is de staat er tevens be gonnen uitgestrekte bosschen te reserveeren, in 1902 was reeds bijna 19 millioen hec taren bosch in gemeenschappelijk bezit en onder deskundig staatsbeheer! De Nederlandsche Heldemaatschappij heeft hier te lande reeds veel in deze richting gedaan. Door haar toedoen hebben parti culieren groote uitgestrektheden woesten grond ontgonnen tot bosch, maar een paar oorlogsjaren kunnen ons overtuigen dat par ticuliere bosschen in vele gevallen niet hooger gewaardeerd worden dan hunne op brengst aan hout en aldus verdwijnen kunnen tot schade van het algemeen. De liefhebberij voor de jacht is in zekeren zin ook een factor waardoor bosch behouden wordt maar tevens dat het afgerasterd wordt en zoodoende herten en wilde zwijnen en hunne eigenaars" er uitsluitend van profiteeren, terwijl het volk van natuurliefhebbende menschen langs" het draad en dan aan de buitenzijde ervan moet blijven. Wie de snelle uitbreiding der wildparken op de Veluwe gevolgd heeft weet dat de liefheb berij voor de jacht het bosch in bovenbe doelden zin niet baten kan. Wil men werkelijk op krachtige wijze iets bereiken dat waarde krijgt voor ons volk, dan moet in de eerste plaats veel meer geld toegestaan worden voor uitbreiding der Staatsbosschen en moet een boschbeschermingswet het beschikkingsrecht van den particulieren boscheigenaar beperken. Oosterbeek. P. H. BURGERS Landbouwkundige. geweest, gij en uw trawanten, wat zou Johannes gelukkig hebben geleefd. Was het niet Incubus, de nachtdrukker, uw dienst knecht, die hem ten doode toe benauwde in den slaap ? Was het niet Machalao, de mageknijper, die hem belette te drinken, en Tanquam, de nijdige nijper, die zij n lichaam deed krimpen van pijn ? Stak Sariwaar, de hersenverslinder, zijn hoofd niet in brand, en sloeg Sichia, de zielendooder, de klauwen niet om zijn hart? Ja, overal woonden ook booze demonen. (Slot volgt). UlIIIIIIMtllllimHIl TEMTOON5TELUNG HERfS* MODES BÏÏOIKODf ?ï*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl