De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 16 september pagina 5

16 september 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

16 Sept '16. No. 2047 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Het begin van den strijd De strijd voor Vrouwenkiesrecht zal wel dra zij»hoogtepunt hebben bereikt, en er kan zelfs verwacht worden dat hij nog vór het begin van het volgende jaar grooten deels zal beslist zijn. Zal het in gunstigen zin wezen? Vol spanning wacht een groot deel van de Nederlandsche vrouwen den uitslag af. Evenwel niet in rust. Het zou onverantwoor delijk zijn om thans, nu er zooveel op net spel staat aan rusten te denken; blijkens verschillende berichten is althans de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht dit niet van plan, doch wil voor de eerstkomende maan den de actie met verdubbelde kracht voeren. Deze vernieuwde actie zal beginnen op den dag van de opening der Staten-Generaal. Alle afdeelingen zijn opgeroepen om op 19 September met zooveel vrouwen als maar mogelijk is naar Den Haag te komen, om zich vór en na de opening der Kamers, getooid met de witgele linten (de vrouwenkiesrechtkleuren) in de straten der residentie te vertoonen. Bij tienduizentallen zullen dien dag propaganda-geschriften worden verspreid. Des avonds wordt in den Dierentuin een groote openbare vergadering gehouden, waar de Troonrede zal worden besproken in ver band met het vrouwenkiesrecht door de Kamerleden mr. Marchant en dr.van Leeuwen, en de dames van der Meer van Kuffeler en van Balen?Klaar. Den daaropvolgenden dag zullen tal van vrouwen, wederom met de geelwitte strik ken getooid, op het Binnenhof vertoeven, tijdens de eerste zitting van de Tweede Kamer. Eindelijk begint op Donderdag 21 Sep tember de vrouwenkiesrechtdienst op het Binnenhof. Er is n.l. besloten dat een aantal vrouwen van af dien datum, totdat de open bare behandeling van de Grondwetsvoor stellen zal zijn afgeloopen.elken dag gedurende de Kamerzitting op het Binnenhof zal staan met een bord waarop, telkens afwisselend, een der argumenten waarom de vrouwen het kiesrecht willen hebben, zal te lezen zijn. Deze vrouwen er hebben zich reeds een groote menigte voor dezen kiesrechtdienst aangemeld, zullen daar stil bijeenstaan, zonder beweging, zonder toespraken. Zij willen den Kamerleden door hare aanwe zigheid, dag-in, dag-uit, er enkel aan herin neren, dat de vrouwen met ernst het kiesrecht verlangen, en dat zij niet zullen wijken noch rusten, voor men aan dat verlangen heeft voldaan. Hoe de kansen staan ? Wie de zaak in de dagbladberichten heeft gevolgd, zal gezien hebben dat het Voorloopig Verslag van de leden der Tweede Kamer bemoedigend was. Ongetwijfeld waren daar wel vele leden aan het woord die zich tegen de invoering van vrouwenkiesrecht verklaarden, doch hun argumenten waren zoo onbelangrijk en afgezaagd, menigmaal ook zóweinig ernstig, dat men zich moet afvragen of deze bij de openbare behande ling wel steekhoudend zullen blijken, en bijgevolg genoeg gewicht in de schaal zullen leggen. Daarentegen werd door vele andere Kamer leden zeer warm voor de zaak der vrouwen gepleit. Deze leden meenden wel degelijk dat het een landsbelang is, om thans, bij deze Grondwetsherziening, geen verschil meer te maken tusschen burgers en burge ressen, doch naast het algemeen mannenklesrecht ook de invoering van algemeen vrouwenkiesrecht grondwettelijk te verze keren. Zij prezen de wijze waarop hier te lande de vrouwenbeweging wordt geleid als ordelijk en waardig. Het is te begrijpen dat door de kiesrechtstrijdsters met spanning de Memorie van Antwoord van den Minister op dit Voorloopig Verslag werd tegemoet gezien. Zooals men weet is dit Staatsstuk op l Sept. jl. verschenen. Dat begon zeer hoopvol. De Minister zegt daarin o. a:: Het kan echter, naar het oordeel van ondergeteekende, ook den Staat slechts ten goede komen, indien de bijzondere eigenschappen die de vrouwen van den man onderscheiden, dienstbaar worden gemaakt aan de publieke zaak. Evenals in een goed huwelijk de verschiilende eigenschappen van man en vrouw elkan der aanvullen, het huishouden en het gezin beter en krachtiger maken dan waar man of vronw ontbreekt, mag hetiiiiHiiiiliiMiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimitiiiiiimiiimiiliiiMiiiiitiiiiMiuiimimi Bezeten Dieren Men herinnert zich misschien nog het was voor het aanbreken der grossen Zeit" dat er uit Duitschland wonderlijke berichten kwamen over denkende dieren. De zooveel geschrijf veroorzakende Elberfeldsche paardenstal is thans opgeheven, de eens zoo beroemde Muhamed, Zarif, Berto en Ha'nschen zijn verstrooid en vergeten. Tenminste voorloopig, want als de tijd weer minder groot zal zijn geworden en de verwarring en verlamming van het denkvermogen der geleerden weer tot het verleden behoort, dan zal de wetenschap het tartende pro bleem der denkende dieren weer als een steen des aanstoots in haren weg vinden en nogmaals moeten trachten het op de een of andere wijze uit den weg te ruimen of klein te krijgen. Bij het middeltje dat in 1915 door een paar Göttinger professoren geprobeerd is, zal zij al heel weinig baat vinden. Het be staat namelijk uit de publicatie van een in 1913 geschreven brief van een goochelaar die, door een psycholoog er op afgestuurd, de gelegenheid heeft gehad den paarden vragen te stellen, maar op wiens weten schappelijke betrouwbaarheid, naar gebleken is, niet al te veel kan worden gebouwd. Zijne oplossing van het raadsel is dan deze: dat een der knechten telkens opzettelijk teekens aan de paarden zou geven het kunstje dat zooals men weet, hier te lande door den vertooner van het kermispaardje Norma met zooveel succes werd toegepast. Ook schrijver dezes behoort tot de reeks van onderzoekers die successievelijk door eigen ervaring en dat wel doordat zij, met de Elberfeldsche paarden alleen zijnde, juiste antwoorden kregen weten dat de zelfde van het Staatshuishouden worden verwacht. De samenwerking van man en vrouw wordt juist door ongelijkheid een bron van kracht. De kritisch en tot organiseeren aangelegde geest van den man vindt een tegenwicht in het intuitief vermogen der vrouw, in haar ge moedsleven, waarin de groote begin selen van godsdienst en menschelijkheid een hechten steun vinden. Een merkbaren invloed op de relatieve sterkte der politieke partijen is overigens van het vrouwenkiesrecht niet te ver wachten. Vrouwen en mannen die door de heerschappij van godsdienstige, zede lijke en maatschappelijke factoren ver want zijn, zullen door het kiesrecht niet worden gescheiden. Indien, wat velen gelpoven, door het vrouwenkiesrecht de politieke partijen zullen worden her vormd, dan zal het zijn niet een her vorming van buitenaf door nieuwe groepeering, maar een verruiming van den geest die de partijen bezielt. Het tweede argument voor de toeken ning van vrouwenkiesrecht ontleende ondergeteekende aan het feit dat vrouwen in toenemende mate denzelfden maatschappelijken arbeid verrichten als man nen. Het logisch gevolg van deze maat schappelijke gelijkstelling moet, naar het ondergeteekende voorkomt, zijn gelijk heid van politieke rechten." Uit deze, letterlijk uit de Mem. van Ant woord overgenomen zinsneden, spreekt zeer duidelijk een voorstander van vrouwenkies recht ; men zou er dus uit mogen opmaken, dat de Minister genegen is, den wensch der vrouwen te vervullen. Waar nu echter Z.Ex. aan het slot van zijn redeneering zegt, niet verder te willen gaan dan het wegnemen der beletselen uit de Grondwet tegen de invoering van vrou wenkiesrecht, daar moet naar een reden gezocht worden voor deze tweeslachtige houding. Naar mijn inzicht kan deze slechts deze zijn, dat de Minister bang is zijn Grond wetsherziening op het vrouwenkiesrecht te zien stranden. Een andere reden is er moeielijk te vinden. Echter mag, indien deze onderstelling juist is, toch de vraag gesteld worden of het dan wel aanbeveling verdient om bij de nieuwe Grondwet een toestand te bestendigen, die, k volgens Minister Cort van der Linden, niet in het belang is van den Staat. Immers, onze Pre mier erkent het, rst in zijn Grondwets voorstellen zelve, en thans weer in de Memorie van Antwoord, dat medewerking van de vrouw aan het politieke leven, zal zijn ten voordeele van het Staatsbestel, bij gevolg, ten voordeele van hetalgemeen belang. Zou het dan, gezien deze uitspraak, die een gevolg is van een gevestigde overtui ging, niet beter zijn om terstond in deze Grondwet, waaronder het Nederlandsche volk toch minstens een kwart-eeuw zal moeten leven, het algemeen belang te be vorderen en de medewerking der vrouwen aan het bestuur van den Staat te gelasten, een daad waarmede de gemeenschap zou zijn gebaat, en waardoor men rechtvaardig heid zou betrachten tegenover de vrouwen? Wel bitter moet het de vrouwen stemmen, om in hetzelfde staatsstuk waarin men haar op opportuniteitsgronden en tegen het be lang van den Staat in wederom een eind terzijde duwt, te lezen dat o.a. niet van het kiesrecht mogen worden uitgesloten soute neurs en dergelijken." Commentaar is hier overbodig. Het is evenwel te begrijpen dat de vrou wen thans niet zullen aarzelen, maar nog krachtiger dan te voren zullen werken om den kiesrechtstrijd eindelijktot een definitieve oplossing te brengen. Allen die het lands belang beseffen, moeten haar terzijde staan; want, het is reeds meer gezegd, als thans ook het vrouwenkiesrecht niet grondwettelijk geregeld wordt, is de kiesrechtstrijd niet uit. Dat zal voor de vrouwen brengen, afgezien van de verbittering die noodwendig moet ontstaan, nieuwe opoffering van tijd, geld en krachten, drie zaken die elders zoo goed gebruikt zouden kunnen worden. Laten de tegenstanders zich daarom af vragen of de gemeenschap, tegenover een dergelijke terugzetting van de vrouwen, zoozeer gebaat zou zijn met de winst welke deze Grondwetsherziening zonder onmiddel lijke toekenning van vrouwenkiesrecht zou brengen, dan dat zij de aanneming van de voorstellen zooals zij daar liggen, zouden mogen goedkeuren? Hoe de afloop ook moge zijn, de strijd die thans is ingezet, zal spannend worden; hij is bovendien van zógroot belang, dat niemand er als overschillig toeschouwer bij tegenwoordig kan zijn. F. S. VAN BALEN?KLAAR verklaring van den goochelaar onjuist is. Voor de echtheid der feiten, voor de on mogelijkheid dat opzettelijk of wel onbe wust gegeven teekens hier een rol spelen, staat nog steeds de zoöloog prof. Ztegler op de bres, en blijft daarbij de verklaring verdedigen die v. Osten en Krall aan die feiten hebben gegeven: dat dieren onder wezen kunnen worden en dan blijken te denken als wij. Overigens heerscht er een vrij wel algemeen stilzwijgen onder de Mitarbeiter der Gesellschaft für Tierpsychologie. Dat is niet omdat er aan nieuwe feiten van dien aard gebrek zou zijn. Im mers sterke staaltjes worden ons nog tel kens gemeld uit Mannheim en uit andere plaatsen waar de in Januari 1914 geboren afstammelingen van Rolf, den wijd en zijd vermaarden denkenden hond van de thans na langdurig lijden overleden Frau dr.Moekel, een tehuis hebben gevonden. Daar is Ilse die, door een geestelijke te Bergzabern opgenomen en onderwezen, met dezen en ifcet ettelijke schoolkinderen uit wandelen ging en, toen geen der kin deren den naam van een der door den Pfarrer aangewezen boomen bleekte weten, te kennen gaf dat zij, door kloppen met den voorpoot, iets wenschte mee te deelen, en daarop volkomen terecht in haar cijferschrift spelde: Lerche". Daar is Heinz, de hond van den MannheimerLandgerichtsratLeser die, toen Ziegler hem kwam bezoeken, het juiste antwoord gaf op de mondelinge vraag van den pro fessor, hoeveel de met 87 verminderde wortel uit 10000 is, en die ook getallen kan lezen en gewoonlijk de juiste oplossing geeft van hem door zijn meester voorgehouden, te voren opgeschreven rekenopgaven die deze zelf niet gezien heeft. Hoe Engelsche actrices zich kleeden Teagown" van kanarlegeel satijn en moerbeikleurig fluweel, met wit zijden voorstuk The Bystander". iiifiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii fiinmi Illlllllllllllltllllllll De Vakschool voor Verkoopsters Hulde aan diegenen die 't initiatief namen om deze school tot stand te brengen! Want dat hiertoe veel toewijding en werkkracht, niet te vergeten doorzettingsvermogen noodig waren, blijkt wel voornamelijk hieruit, dat er bij de opening van die school zoo bitter weinig belangstelling was. Van de 100 uitnoodigingskaarten, die verzonden werden, was de opkomst meer dan treurig te noemen. En toch zal mettertijd, ik ben er zeker van, n van de groote bedrijven hier en elders n van 't publiek van die school een groote verandering en verbetering uit gaan. Zooals onze zeer geachte inspecteur v/h. M. O. terecht in zijn keurige rede zeide, hoopt ZEd., na voldoende te zijn ingelicht wat dit vak voor onze meisjes beteekent, dat er spoedig een dagschool zou worden opgericht. Deze school toch is voorloopig open- 's avonds van 7?9 uur, en zal hoofdzakelijk worden bezocht door meisjes van 15?18 jaar, die nu reeds werk zaam zijn in onze groote zaken. De moei lijkheid ligt natuurlijk voornamelijk hierin deze meisjes, die den geheelen dag hebben gewerkt, nog voldoende belangstelling te geven voor d»meest elementaire zaken. Velen zullen immers denken dat zij alles wat haar wordt onderwezen reeds door de praktijk kennen. Toch zullen, mits de lessen aangenaam en met tact worden gegeven deze zeker op velen een goeden invloed uit oefenen. En ik meen te mogen verzekeren dat na kennismaking met de verschillende dames-onderwijzeressen het bestuur een zeer goede keuze heeft gedaan. Zij zijn allen doordrongen van de moei lijkheid, en weten dat zij een zeer zware taak op zich hebben genomen; want men vergete niet dat meisjes die met 12 a 13 jaar de lagere school hebben verlaten en sintsdien niets meer hebben gedaan aan rekenen, Ned. Taal enz. niet veel daarvan hebben onthouden. Daarbij zullen zij nu nog onderwijs krijgen in schrijven en lezen, administratie, teekenen, waren- en stöffenkennis en vooral niet te vergeten omgangsvormen. Dit vak, zoo uiterst subtiel en individueel, zal veel bezwaren op leveren ! Maar ook voor dit vak was 't bestuur zoo gelukkig een dame te vinden die vol goeden moed zal beginnen de meisjes duidelijk te maken wat goede vormen, ma nieren wellevendheid enz. beteekenen, en van hoeveel invloed 't is, wanneer men met al deze goede eigenschappen 't leven ingaat. En wanneer dan 't volgend jaar werkelijk een dagschool kan worden geopend, en er zooals ik reeds vroeger schreef, jonge dames uit de betere standen daarheen zullen gaan om zich als verkoopsters te bekwamen, dan eerst zal 't resultaat zeker goed worden. Zooals terecht de heer Bol dien avond zeide, is er groote behoefte in alle grootere zaken aan eerste werkkrachten d w.z. dames die bekwaam en geschikt zijn om aan 't hoofd te staan van verschillende afdeelin gen. De patroons kunnen wegens de uttgeDaar is Harras die door Fraulein Eva Hoffmann op het slot Berwartstein bij Berg zabern onderwezen werd en die toen hij opmerkzaam naar twee vogels in een boom gekeken had en hem gezegd was dat het een Haher en een Specht waren, den vol genden dag op de vraag of hij weer vogels had gezien ten antwoord gaf: her" en spet." Zelfstandige uitingen van hem zijn, dat hij weet dat het Zondag is aan het Kleid" van zijne meesteres, en dat hij na een wandeling van een Kuh" heeft gedroomd. Daar is Roland die spontaan een reeks cijfers klopte die door Frau dr. Moekei wer den opgeschreven en waarvan een paar dagen later de beteekenis in de door den hond gebruikte tabel werd opgezocht. Toen bleek dat de hond die intusschen door een automobiel overreden en gestorven was, gezegd had: Rolf ark bei(s)d arm Roland", en tevens bleek dat Roland's vader Rolf hem werkelijk had gebeten omdat hij de kat had opgejaagd. Ook die kat Daisy is onderwezen en kan volgens prof. Ziegler een weinig rekenen. Daar is Lola die door Fraulein H. Kindermann werd aangenomen en onderwezen nadat de hond van Frau dr. Moekei slechts had geleerd ja en neen te kloppen, en die thans niet alleen alle tonen die zij hoort kan noemen, maar ook de 3 of 5 tonen van een aangeslagen accoord. In het bijzijn van de professoren Kraemer, Mack, Kindermann en Ziegler gaf zij op de vraag hoe de Mannheimer hond heet, niet het door allen verwachte antwoord Ruif", maar: mein fadr". Maar de kroon spant nog altijd Rolf. Frl. Kindermann kwam hem eens bezoeken met een pak Keks en zei: Dies schickt dir prof. Ziegler aus Stuttgart mit vielen breidheid van hun zaken zich alleen bezig houden met inkoop, statistiek, administratie en moeten dus veel meer overlaten aan (ik zou haast zeggen zijn afhankelijk van) hun chefs. Wanneer daar dus dames aan 't hoofd komen te staan met warenkennis, talenkennis, om gangsvormen (zoo noodig n voor 't personeel n voor 't publiek) dan weet de patroon zeker, dat zijn afdeelingen in goede handen zijn en 't afzetgebied steeds giooter wordt. Want juist de omzet van een artikel hangt geheel af van de wijze waarop wordt gewerkt. Een afdeelings-chef kan in zijn soort een genie zijn. En dan brengt zij of hij 't ook ver. Heeft de heer Gerzon in zijn gloeiende rede ons niet verteld, wat er voor noodig is om een zaak vooruit te brengen ? En daarom nog eens tot besluit deze woorden tot onze Hollandsche jonge dames: Gij die werkkracht in u voelt, gij die lust voelt om u verder te bekwamen in den handel, schudt de trots van u af, en breekt met de oude sleur. Laten we 't woord win keljuffrouw niet meer noemen, maar laat 't worden chef van de eene of andere afdeeling, chef( van een costuum-afdeeling, chef van een hoeden-afdeeling, chef van een lingerie-afdeeling en zoo zou ik er nog tientallen kunnen opnoemen. Gij zult dan 't publiek 't noodige respect voor u afdwin gen, want dat moet ook nog gewend raken, dat men door dames wordt bediend, die evenveel recht hebben op waardeering in de maatschappij als de meisjes met taaiak ten, verpleegsters, kantoorbedienden errz. enz. * ILNA IIIIIIIIIIIIIMnilMIIIIIIIIIMIMMIIMIIIIIIIMIIIIIIIMHIIIIIIMIIIIHMIIINIIIIIMI Over Boeken Wat is eigenlijk Moedercur sus ?", aldus luidt de titel van een brochure geschreven door Zr. L. M. Hellemans overgedrukt uit het tijdschrift voor Ziekenver pleging van l Juni 1916. Uitgave J. H. de Bussy, Amsterdam en a 25 et. verkrijgbaar bij den boekhandelaar Scholtens en Zn., Groningen. Zr. Hellemans, leidster van de moedercursus v. d. Prov. Groningsche Vereeniging Het Groene Kruis" deed een goed werk een uiteenzetting van hare cursus in druk te laten verschijnen en allen die over het nut van dit maatschappelijk werk twijfel achtig de schouders ophalen, raden wij aan het boekje te lezen. Op praktisch populaire wijze wordt de gang van het onderwijs besproken, dat aan vangt bij het begrip Moederschap" en strekt tot gezond neid en heil van den jongen wereldburger, en daardoor tot geluk van de a. s. moeder. Mevr. Koba M. J. Catenius v. d. Meyden schreef een Vischkookboek, uitg. Em. Querido, Amsterdam. Dit boek bevat naast een aantal recepten ter bereiding van de voornaamste zoetwater- en zeevisschen een leerzaam gedeelte over de kenmerken van de verschillende vischsoorten, en een veer tigtal zout- en zoetwater vischmenu's. Een der hoofdstukken is tevens gewijd aan vischsausen. Ons volk moet leeren visch eten. Noodig is het daarom dat de huisvrouw visch leert bereiden". Onder dit motto gaat het boekje de wereld in, wij hopen met succes. Aflevering XIX verscheen van het hand boek De Vrouw, de Vrouwenbe weging en het Vrouwenvraags t u k", Uitg. Maatsch. Elsevier, Amsterdam. Wij zijn nog in de afdeeling de Vrouw en de Cultuur". Herman Robbers eindigt zijn vertoog over de vrouw in de literatuur, daar achter komen eenige zelf-waarnemingen van schrijvende en dichtende vrouwen, door de redactie uitgenoodigd een antwoord in te zen den op de vraag: Zeg ons hoe gij de literaire inspiratie ervaart en welke metamorphose gij innerlijk bij de aesthetische pbjectiveering beleeft ?" f met een dergelijke publicatie, tot op dit oogenblik vreemd aan den opzet, het handboek verrijkt is, zal wellicht menigeen met mij betwijfelen. Het belangrijkste stuk in deze aflevering is naar ons voorkomt: het geschiedkundig overzicht door J. D. C. van Dokkum gegeven in Hoofdstuk IV De beteekenis der vrouw in de muziek" een stuk dat ons voert van het oude Hellas tot midden 19de eeuw, door de voornaamste landen van Europa. Op deze bijdrage zal, naar ons wordt gemeld, Marie Berdenis van Berlekom later het vervolg geven, dat zeker niet minder lezenswaard belooft te zijn. E. M. R. Griissen, er hofft dass du Heb bist und ihm einen Brief schreibst." De hond klopte daarop: Lieb Dsigler. Dank für fein Gegs. Die (de familie Moekei) geben nit Gegs arm Lol (zoo noemt hij zich zelf). Mehr schicken. Made! is lieb. Gruss von Lol." Toen Ziegler zelf eens overkwam, ging deze met hem alleen in een kamer, liet hem een kaart zien waarop een krokodil geteekend was, stak de kaart weer in den zak en ging met den hond weer in de huiskamer. Daar klopte Rolf: Isd egal was auf dum Gard (Karte) sdd (steht), libr dsu sn (essenV En toen het gezelschap verder aandrong: gomig dir (komisch Tier), weis nid rgd." Waarschijnlijk zal geen van mijne 44 mede-Mitarbeiter de juistheid der boven staande berichten uit onze Mitteilungen d. Gesell. f. T. betwijfelen, maar ik denk dat sommigen van hen nu toch langzamerhand gaan begrijpen dat de aanvankelijk door hen aanvaarde leer van Krall hen ad absurdum heeft gevoerd. Door de zoo voor de hand liggende nadere bestudeering van hunne eigen huisdieren moeten velen van hen toch wel, evenals ik, tot de conclusie zijn gekomen dat dieren wel een sterk geheugen kunnen bezitten en een instinctief combi natievermogen, maar van den hier vereischten graad van verstandelijk (individueel ver worven) combinatievermogen nooit eenig blijk geven. Ik geloof dus dat het meerendeel der 22 professoren en 17 doctoren, wier namen op de lijst der Mitarbeiter prijken, over de zaak niets meer publiceeren, omdat zij er maar liever niet verder over denken, aan gezien zij, als wetenschappelijk geschoolde menseden, terugschrikken voor de mijns in ziens noodzakelijke, reeds in het laatst van 19)2 door de Vesme uitgesproken conclusie: VAN ALLES WAT DlSTELKLITTEN Het is de tijd van de klitten. In plaats van kwaad met de klitten te doen, kunnen de kinderen er een mandje van maken. Mandje van klitten met lila zeeastertje,s en lila lint ' " De klitten worden eenvoudig in den vorm van een mandje op en tegen elkaar gedrukt, uitgaande van 't middelpunt onder aan. Men zet het klittenbakje op een kristallen schoteltje en plaatst er een glazen bakje of glaasje in met water en bloemen. Het hengsel is van dun ijzer draad met bijpassend lint omwoeld, waarop weer klitten zijn gehecht. Dit mandje blijft zeker wel een week goed. E. HEIJMANS?VAN BEEK llltlllllllllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII tllllllltllllltlllllllllllllllllllllllllfllllll Ons kookboek GECONFIJTE RABARBER Op l kilogr. rabarberstelen neemt men 700 gram suiker. De stelen van de bladenontdoen, met een natten doek afvegen, in stukjes snijden, wegen, en er in bovenge noemde verhouding suiker bijvoegen. Hier mede de stukjes rabarber wegzetten en tot den volgenden dag laten staan. Dan het vocht van de stelen af gieten, dit laten inkoken tot het stroperig wordt en de stroop afschuimen. Hierin de stukjes rabarber nog ongeveer een kwartier laten meekoken tot ze gaar zijn. De rabarber bewaren, in een goed gesloten steenen of glazen potje. E. D. M. IHIHIIII MllllllllllmlIIIIIIMIlllllllllHIIIIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. HUWCLYKS'UITZETTEN. lm DUKS ClHPLill. in de volgende prijzen: 350. 475. 625. 850. 1000.1275. 1600.2200 2750.3500. op eigen ateliers vervaardigd. dat wij hier met occulte krachten te doen hebben. De lezer zal thans begrijpen in welk leelijk parket de wetenschap geraakt is, daar zij immers weet dat paarden en honden niet voldoende verstandelijk cpmbinatievermogen bezitten om, de beteekenis van elk woord be grijpend, in onze taal te kunnen leeren denken. Te veel mannen van wetenschappelijken naam hebben nu, zonder het te beseffen, waarnemingen van groot belang gedaan in een proces van blijkbaar occulten aard. Het van ouds probaat gebleken middel, zich buiten de wonderen te houden, ze te ont kennen of dood te zwijgen, is hier mislukt. In Amsterdam is zelfs, een paar jaren ge leden, een voor belangstellende genoodigden en voor de pers toegankelijke vergadering van een natuurwetenschappelijk genoot schap gehouden, waarvan het onderwerp het vraagstuk der Elberfeldsche paarden, en de spreker dr. Pfungst uit Berlijn was die indertijd bij het onderzoek van het eerste denkende paard, den klugen Hans, op een dwaalspoor is geraakt. Het verschijnsel der denkende dieren is zelfs geen novum. Reeds in de oudheid hield men er in tempels geiten op na, met wier hulp door de priesters orakelspreuken wer den gegeven. Het zijn bezeten dieren, be zeten niet door den duivel, maar door de psychische complexen die in spiritistische kringen geesten worden genoemd, complexen van fantasiën die uitingen zijn van het hier fantaseerende Subject van alle physische en psychische krachten. Dat Subject, waartoe ook ons eigen ik" behoort, is de voortdurend werkzame schep per van de wereld. Dr. R. A. REDDINGIUS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl