De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 16 september pagina 6

16 september 1916 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 16 Sept. '16. - No. 2047 Standbeeld der Gebrs de Witt te Dordrecht Eenige maanden geleden zag ik in de werkplaats van den Haagschen beeldhouwer Toon Dupuis de ontwerpen voor het stand beeld der gebroeders Jan en Cornelis de Witt, dat te Dordrecht zal worden opgericht. Er mocht toen, om verschillende redenen, nog geen meerdere openbaarheid aan de zaak gegeven worden, doch thans blijken die bezwaren overwonnen en mogen dank zij de welwillendheid van het comitévoor het de Witt-monument de bijgevoegde afbeeldingen worden gegeven en bijzonder heden over de plaatsing medegedeeld. Het standbeeld zal komen op de Vischbrug, verbinding tusschen Voorstraat en Groenmarkt, dus in het hart van het oude standbeeld hebben kunnen verwijderen en elders (b.v. in den voortuin van het schil derijenmuseum) plaatsen, doch dan zou het zeer de vraag zijn, of een gedenkteeken voor de gebroeders de Witt het plein dat slechts een overbrugging is van de Voorstraatshaven niet te zwaar zou be lasten. Ook is gedacht aan het oude bastion aan de uitmonding van de Wolwevershaven in de rivier, waar een ieder, die met de boot van en naar Rotterdam vaart, het monument zou kunnen zien, maar waar de stedelingen betrekkelijk weinig komen. Die ligging zou bovendien, naar de meening der Commissie, een zeer hoog en forsch monument eisenen; iets waaraan niet te denken viel. In de buitenwijken hoort het monument niet thuis en zoo was men dus uitermate verheugd, dat men de beschik king kreeg over de thans bepaalde plaats. Het monument zal worden vervaardigd door den beeldhouwer TOOM Dupuis te 's Oravenhage en zal verrijzen vór de bovengenoemde muurvlakte. De beide broeders worden ten voeten uit afgebeeld: Jan zittend, Cornelis staande (zie de afbeel ding; genomen naar het pleister-ontwerp). WAT KOMEN KAN . . . (teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck) Toon Dupuis' De Witt-monument in zijn geheel. Dordrecht, dicht bij de Groote-Kerks-buurt, waar de de Witten hebben gewoond. Daar is een open terrein, verkregen door slooping van een hoekhuis, voor dat doel aangekocht door de Dordtsche Bank. Aan deze dankt de Gemeente de toestemming om tegen de met klimop begroeide blinde muurvlakte, die nu in plaats van het gesloopte pand de brug flankeert, het standbeeld te doen plaatsen. De brug zelf is bekend om het mooie kijkje in de Voorstraatshaven, een der meest karakteristieke deelen van het oude Dordt. Zij ligt in den weg van ieder, die van het station naar de booten van Fop Smit gaat en ook de tram rijdt er langs. De keuze eener plaats was moeilijk, om dat Dordt arm aan pleinen is. Op het Schefferplein staat het standbeeld van den kun stenaar, [naar wien het heet. Men zou dit Deze groep wordt 3 meter hoog. Zij komt te staan op een voetstuk van witten steen, dat ongeveer 4 M. wordt. Daarachter komt een wit steenen omvleugeling van ongeveer 7 meter hoogte en 12 meter lengte, gelijk uit de eerste hierbij gevoegde afbeelding, eveneens naar het pleister-ontwerp gefoto grafeerd blijkt. De heer Dupuis is druk met de uitvoering bezig, maar de tijd der voltooiïng is nog niet te bepalen omdat de oorlogstoestand het verkrijgen van het materiaal vertraagt. Voor de kosten van het monument is, gelijk bekend door het geheele land, vooral door de provincies Holland, bijgedragen. Er is echter nog niet voldoende bijeen, aange zien gebleken is, dat de kosten het bedrag der ingekomen gelden zullen overtreffen. Behalve het groote Comité, met tal van leden, in het geheele land, is er, onder HONGER lllliiiillmmiiini IIIIIMIIII niniii voorzitterschap van den Commissaris der Koningin in Zuid Holland, een uitvoerend Comité, waarvan ondervoorzitter is Dordrechts burgemeester, secretaris dr. H. J. Kiewiet de Jonge (aan wien wij een groot deel der hier gepubliceerde gegevens dan ken); penningmeester F. Herman van Gijn; terwijl het verder nog bestaat uit de heeren Hugo S. M. van Gijn, P. J. de Kanter en Hidde Nijland. De ontwerpen, en vooral ook de reeds voltooide details van enkelde onderdeden, doen het beste verwachten van het succes van Dupuis' omvangrijken arbeid. W. M. Monument der Gebrs. De Witt te Dordrecht. Ontwerp (in pleister) der figuren, van ter zijde en van voren, door Toon Dupuis. WINTER HIMIIIUIIIIIUIIIMItllMHItllllMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII umiMuiiiiuimiiiimiiimfmiii MI De Stem van de Stilte en andere uit gelezen fragmenten uit het Boek der Gulden Voorschriften, door H. B. BLAVATSKY. Vertaald naar de 5e Engelsche uitgave door C. S. 2e Duizend. Uitg. N. V. Theosofische Uitgevers Mij. Am sterdam. Een van de groote verdiensten der Theo sofische Vereeniging is het bekend maken en bereikbaar stellen van oude Oostersche wijsheid, door oostersche filosofie in Euro peesche vertalingen uit te geven. Vór deze actie der T. V. begon was de oostersche filosofie vrij wel een soort orientalistisch curio sum, dat geleerde heeren uitsluitend op westerschintellectueele wijze bestudeerden, maar dat geen practisch nut had voor het dagelijksche gevoels- en verstandsleven der Euro peanen. Werken als, om maar iets op te noemen, de Upanishads en de BhagavadGita waren slechts bekend binnen een zeer beperkten kring vak-geleerden, maar dron gen niet tot het groote publiek van Europa door. Wat men ook overigens moge denken of niet denken van de Theosofische Vereeni ging, niemand kan haar de verdienste ont zeggen, de oostersche wijsheid binnen het bereik van het gewone Europeesche publiek van niet vak-geleerden te hebben ge bracht, zoodat die wijsheid een deel van het ziele-leven en denk-leven van zeer veel Europeanen is kunnen worden. Ik weet wel, dat juist deze oostersche filosofie ook aan leiding heeft gegeven tot heel wat geliefhebber en dilettanterig gedoe als b.v. cursussen" door jongelieden, die het onder werp in 't geheel niet meester zijn, en het uitgeven van vertalingen" door vertalers", die niet eens de oorspronkelijke taal kenden en eenvoudig plagieerden of compileerden uit andere vertalingen maar dit neemt toch de verdienste van dat vele goede niet weg. * i Door die cursussen" van meest onbe voegden, en die vertalingen" van menschen, die de taal niet kenden, zijn vele der uitgaven van de theosofen in een slechten reuk komen te staan bij de officieele, aca demische vak-geleerden, niet altijd-geheel ten onrechte. Hetgeen die officieele geleerde bolleboozen echter ontbrak, ondanks hun bewonderenswaardige linguïstische capiciteiten, was het diepere, meer intuïtieve dan intellectueele spiritual in sight", zonder welke de ware studie van alle oostersche filosofie vruchteloos blijft.fK Het scherpste europeesche intellect kan een geheel leven lang op westersche manier, met behulp van eminente taai-kennis, op oude oostersche wijsheid blijven turen en peinzen en analyseeren, en toch nooit de ware essence, het diepste in-wezen er van benaderen. En zóis het kunnen gebeuren, dat in linguïs tisch lang niet vlekkelooze vertalingen van theosofen, of zelfs in hun compilaties en vertalingen uit Europeesche vertalingen van oostersche filosofie wel eens mér van die echte oude wijsheid zuiver was te vinden dan in de taalkundig vlekkeiooze correcte vertalingen van vak-geleerden. Het is van de theosofen k een verdien ste, dat zij gewezen hebben op het bestaan van twee aanzichten in alle oostersche filo sofie, nl. de exoterische en de esoterische, de eerste de leer van het oog", de tweede de leer van het hart". De eerste, exoterische, is voor de groote menigte, de tweede, de esoterische, voor de enkelen, die de diepe, geestelijke beteekenis er van kunnen door gronden. De fout van vele groote euro peesche geleerden van naam is geweest, dat zij slechts de exoterische zijde van oos tersche wijsgeerige systemen zagen, en geen besef hadden van de esoterische, welke laatste dan ook met enkel taalkennis en taalkundige finesses nooit te doorgronden is. De exoterische leering kan desnoods nog op westersch intellectueele manier benaderd worden, door enkel denken en uitpluizen, maar de esoterische is alleen bereikbaar door concentratie en meditatie, een methode, die de westersche geleerde niet kent, en zelfs uit den Booze zou vinden. In het Oosten bestaan thans nog scholen van wijsbegeerte, geleid door z.g. Goeroe's, waarin het onderricht op geheel andere wijze wordt gegeven dan in het Westen, namelijk niet, zooals bij ons, op uitsluitend intellectueele wijze, door logische uiteenzetting, bewijsvoering en redeneering, maar methoden volgend van psychische ont wikkeling, d. w. z. van psychische (dus niet mentale) vermogens. Die methoden van psy chische ontwikkeling verschillen in de vele z.g. esoterische scholen, daar bijna iedere Goeroe" een apart stelsel heeft, dat hij meestal geheim houdt, maar aan gene zijde van de Himalaya verschilt de methode in de esoterische scholen niet en er is eenheid' De Stem der Stilte" is eene serie voor schriften, ontleend aan een mystiek werk Het Boek der Gulden Voorschriften'", dat een der boeken is, die den bestudeerder der mystiek in het Oosten in handen wordt ge geven. Het maakt deel uit van dezelfde reeks, waaraan de z.g. Stanza's van het Boek van Dzyan" zijn ontleend. Dit werk is vermoedelijk door een der eerste Arhans", volgelingen van Gautama Boeddha, een Hindoe, naar Thibet gebracht, maar de voor schriften er in zijn niet allen boeddhistisch, daar sommigen er uit stellig uit een voorboeddhistischen tijd moeten dateeren. Het is een gids met voorschriften voor hem, die op oostersch meditatieve, niet op westersch-intellectueele wijze, oostersche filosofie wil bestudeeren, niet in haar exoterischen, uiterlijke:! schijn, maar in haar esoterische, innerlijke wezen. Het feit, dat het eerste duizendtal van deze hollandsche vertaling reeds is uitver kocht, en thans een tweede duizendtal noodig werd, bewijst dat deze methode toch De voorgenomen verbouwing van het huizen-complex (zoogen. Stadhuis) aan den O. Z. Voorburgwal te Amsterdam De Raadhuis-Damcommissie waarschuwt er tegen. In de N. Rott. Courant van 26 Aug. '16 komt een stuk voor, getiteld: Het Nieuwe Stadhuis", geschreven door haren corres pondent te Amsterdam, naar aanleidingvan de voorgenomen verbouwing van de oude panden aan den O. Z. Voorburgwal, tot betere huisvesting van den gemeentedienst, waarvan ik met belangstelling kennis nam. De correspondent eindigt zijn helder ge schreven betoog als volgt: Wat nu gebouwd wordt, mag niet het uitgangspunt zijn voor den definitieven stadhuisbouw! Dit is prutsen en knoeien! Amsterdam moet met twee handen blijven vasthouden aan haar aloud stadhuis op den Dam, haar rechtmatig bezit, en mocht te eeniger tijd blijken, dat het inderdaad onmogelijk is hierover weder het vrije gebruik te erlangen, dan moet een nieuw, modern stadhuis worden gebouwd, zooals Rotterdam er nu ook een krijgt, desnoods aan Doelenstraat en O. Z. Voorburgwal, maar met afbraak van alles wat daar nu staat uitgezonderd dan het Administratiegebouw aan het Prinsenhof. De Raadhuis-Damcommissie heeft indertijd al een plan hiertoe opgemaakt. Men vindt het bij haar bekend rapport van 1910. Wie weigert ons een huis, eenstadhuis, overeenkomstig den rang van Amsterdam als hoofdstad des rijks en haar groot verleden?" Dat ik als lid der Raadhuis-Damcommissie het met deze conclusie geheel eens ben (en vermoedelijk de geheele commissie) be hoef ik wel niet te verzekeren. Ook ik zie in den voorgenomen bouw een gevaar voor de goede oplossing van het iiiuiiiiiiiHltmiHiHHluit iiiiiniiMiii iimiiilmiiiiimir nul niet zoo vreemd is voor westerlingen als men wel zou meenen. Het enkele, gewone denken", waarop wij, intellectueele europeanen zoo trotsch zijn, is in dit oostersche systeem eigenlijk uit den booze. Met het gewone denk-intellect zijn de diepe, geestelijke waarheden dezer esoterische oostersche wijsheid nooit te be naderen. Ja, er staat vór aan dit boekje, een zin, die de meesten onzer geleerden" als geweldige ketterij in de ooren zal klinken. Er staat n.l.: Het denkvermogen is van 't werkelijke de groote dooder. Laat de discipel hem verslaan die doodt". De methode der z.g. esoterische scholen om de diepe geestelijke waarheden te zoeken, is namelijk niet een spitsvoudig, vernuf.ig denken over allerlei dingen, maar is wat Dharana" wordt genoemd, n.l. ..de diepe en volkomen concentratie van het denken op n of ander innerlijk begrip, vergezeld van volmaakte af getrokkenheid ten opzichte van a! wat tot het uiterlijk heelal of de wereld der zinnen behoort". Die volmaakte afgetrokkenheid moet z groot zijn, dat, zooals er staat, de mensch doof moet zijn voor fluisteringen als voor gebrul, voor 't zilveren geluid der gouden vuurvlieg als voor het woedende geloei van de olifant", het idee ik" of ik ben" moet geheel verdwenen zijn uit dien mystieken toestand en dan eerst wordt gehoord, niet met de ooren, maar met het innerlijk gehoor, wat de schrijver noemt De Stem van de Stilte", of de geluidlooze stem, die de groote geestelijke waarheden zegt. Hiermede is het karakter van dit boek aangetoond voor zoover mogelijk is. De verschillende voorschriften een voor een te behandelen of op te sommen, zou te veel van de oostersche wijze afwijken, waarop ze moeten opgenomen worden. Deze voor schriften zijn oorspronkelijk op dunne koperen platen gegraveerd, copieën daarover dikwijls op cirkelvormige schijven. Die schijven worden meestal bewaard op de altaren der tempels in Thibet, verbonden met de centra, Raadhuis-Dam-vraagstuk in den geest van het rapport der commissie, niettegenstaande de verklaring van den Wethouder dat al datgene wat gebeuren moet in de eerste twee stadia eigenlijk met de Paleis - Raad huis-kwestie niets te maken heeft en hierdoor niets wordt gepraejudiceerd." Bij deze zienswijze is het zeer verklaar baar dat voor deze verbouwing het advies der commissie niet is gevraagd; ook spreekt het vanzelf dat in dezen benarden tijd het Gemeentebestuur er niet ernstig aan kan denken om de Raadhuis?Dam-kwestie over eenkomstig het rapport der commissie tot uitvoering te brengen en iedereen daarin moet berusten. Maar iets anders is het wanneer men maatregelen gaat nemen om in den bestaan den ruimte-nood te voorzien op eene wijze die de bedoeling heeft (of althans schijnt te hebben) om voetje voor voetje van de oude panden een meer monumentaal en archi tectonisch geheel te maken. Het voortbouwen in aansluiting aan het voor 15 jaar gestichte gebouw in de Agnietenstraat en in denzelfden zoogenaamden stijl van Vingbooms, wekt immers en terecht dit vermoeden. Zonder hier in nadere beschouwingen te treden over het min of meer wenschelijke van de toepassing der historische stijlen bij de oplossing der hedendaagsche bouwkunstige vraagstukken, is het toepassen van den Vingboomstijl bij deze voorgenomen verbou wing beslist te verwerpen. Deze gebouwen moeten een zoo tijdelijk mogelijk karakter dragen, met de minst mogelijke kosten worden opgetrokken en in den geest onzer moderne Bouwkunst. Het streven naar een architectonisch geheel moet zooveel mogelijk worden vermeden om duidelijk te laten spreken dat bij (laat ons hopen niet te zeer verwijderde) betere tijden den ernstigen wil bestaat de Paleis?Raad huis-kwestie tot een goede oplossing te brengen. C. MUYSKEN tt * * waar de z.g. bespiegelende" of Yogacarya" scholen zijn gevestigd. Dat de Stem van de Stilte" volkomen Abacadabra dan wel mystificatie is voor ieder, die niet aan oostersche methode van psy chische ontwikkeling gelooft, ligt voor de hand. Het is dan ook geen boekje, dat ik zoo maar aan ieder zou willen aanbevelen, en zeker niet aan degenen, die nog in 't geheel niet anders van boeddhistiesche en vór-boeddhistiesche filosofie hebben be studeerd. Maar voor een ieder, die er nu eindelijk eens aan toe is gekomen dat het zoo hoog geroemde westersche intellect en de zuivere rede"-methoden van logisch denken toch nooit tot het diepste geestelijke inzicht kun nen voeren, voor een ieder ook die niet meer onder werkelijkheid" verstaat het enkel met de vijf zinnen of het intellect waar neembare, en die de begoocheling weet van wat de oostersche wijsgeer als Maya" kent, is de Stem van de Stilte" een devoot ende profitelyck boecksken", waaruit schoone lee ring voor het leven is te putten. HENRI BOREL verschillende modellen direct leverbaar Garage NEFKENS Jacob Obrechtstraat 26 TELEFOON ZUID 2507

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl