Historisch Archief 1877-1940
16 Sept. '16. No. 2047
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Waling Dijkstra
(op zijn 90e jaar)
Op Woensdag 20 Sept. a.s. zal in Frieslands
hoofdstad een eenvoudig monument worden
onthuld voor den man, die de drager was
van den Frieschen geest als geen ander
vór hem, die door zijn helder gezond
denken, met zooveel geest en vernuft ge
paard, zijn volk heeft staande gehouden in
moeilijke tijden, toen hij het met zijn woord
en zijn werk ophief en met zijn frissche
levensbeschouwing de deuren openhield
voor geest- en wilskracht en trouwe, eer
lijke levenswaardeering
IMlHNimilllllINNIHIIIllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Het Zendingsgevaar in Indië
Op den 2en morgen van het Eerste
Koloniaal Onderwijscongres was aan de orde:
Welke zijn de leidende beginselen bij het
onderwijs van wege de Christelijke zending
ten behoeve van de niet-Europeesche be
volkingsgroepen".
In het Voorwoord der Prae-adviezen werd
den Congresleden, die buiten de zending
staan" meegedeeld, dat zij het onderwijs
hebben te aanvaarden, zooals de zending
dit wenscht te geven," terwijl verder op vrede
werd aangedrongen.
Nu is voor 't welslagen van een congres
vrede een machtige factor, maar er kan een
vrede zijn, in zijn gevolgen erger dan de
strijd.
Op 't congres was 't al pais en vree, maar
dientengevolge is 't allergewichtigste, of de
belanghebbenden i. c. een deel der Inlanders,
het onderwijs willen aanvaarden, zooals de
zending dit wenscht te geven", buiten be
spreking moeten blijven.
Om geen verkeerde voorstellingen te laten
ontstaan, dient dus nog gezegd, wat op 't
congres verzwegen moest worden.
Vooraf wil ik opmerken dat gedurende de
20 jaren, die ik in Indië heb doorgebracht,
het geheimzinnige van het Oosten mij steeds
heeft aangetrokken. Om dit te begrijpen, heb
ik altijd den omgang met ontwikkelde
Inlanders gezocht, heb zeer vertrouwelijk
met hen verkeerd, heb veel van hen geleerd,
heb op Vele zaken een anderen, m. i. beteren
kijk gekregen.
Daarom hebben in de prae-adviezen ver
schillende uitlatingen omtrent het
zendingsonderwijs en aangaande den Islam mij zeer
getroffen. Hel kort begrip der p. a. is: de
regeering heeft zich niet te bemoeien met
den geest van het z. o., zij heeft het slechts
te subsidieeren, opdat hetz. o. zich naar zijn
aard beter kan ontwikkelen.
Nu is de behoefte aan onderwijs zoo groot,
dat het Gouvernement er niet in schijnt te
iiiimmiMimiüiHiiMMiiiiiiiiii
Brief uit Indië aan
de Amsterdammer"
Klagers. Matrozen oproer. Japanscli bezoek.
Financiën. Verlofgangers. Sarekat Islam.
Indië is van ouds het land der klagers,
Klagen is er het dagelijksch werk van
gemeenteraden, ambtenaren, officieren en
particulieren en geklaagd wordt er over
allerlei onderwerpen: het weer, het
tractement, de wegen, de duurte van het leven
maar vooral over het Gouvernement. Klagen
behoort hier zoozeer tot de natuur der din
gen dat het zelfs met deze eene evolutie
medemaakt. In den ouden tijd was het
mopperen" eene pekelzonde, waarvan men
zich bewust was, die men niet verborg maar
die men niet ernstig placht op te nemen.
De mopperaars van vroeger zijn door een
geslacht van querulanten opgevolgd, die hun
klachten als ernstige grieven opvatten, als
verongelijkingen koesteren en als karakter
uitingen hoog houden. Bestuursambtenaren,
officieren, onderwijzers, houtvesters klagen
over het uitblijven van verhooging van be
zoldiging van het standpunt hunner onbe
vredigde lustgevoelens. Gemeenteraden, wier
kostbare administratiën nog niet ingeschoten
zijn op de hun bij de wet toevertrouwde
diensten, beklagen zich dat hun bovendien
niet bevolkingsstatistiek, havenbeheer en
gezondheidsdienst worden opgedragen, van
het standpunt van hun onbevredigden
bevoegdhedenhonger. De waarde, die in eigen
oogen aan klachten gehecht wordt, is met
den maatstaf van beoordeeling daarvan
veranderd.
Alle querulanten zijn echter onlangs over
troefd door de marine-matrozen te Soerabaia,
die, met het eten in het militaire hospitaal
aldaar niet tevreden, een monster-demon
stratie op straat hebben op touw gezet en
deze niet dan na een geweldadig optreden
van de politie hebben opgegeven.
Ofschoon zij hun betooging hielden uit naam
van het souvereine recht van de maag op goed
en veel eten en dit gevoel blijkbaardiep bij
hen gezeten heeft toen het vijftigtal, dat
voor verwijdering met een rood paspoort
uit den zeedienst naar Nederland terugge
stuurd werd, te Batavia doortrekkende bij
voorzien, de
biedt gaarne
HHIMIIMIimill
kunnen
zending
hulp.
De bevolking van de
buitenbezittingen zijn
voor een deel heide
nen, voor een deel Mo
hammedanen, terwijl
Java's bewoners bijna
uitsluitend den Islam
belijden.
Een jaar of 8 ge
leden heb ik een kijkje
kunnen nemen in de
Possostreek, twee jaar
ben ik in de
Minahassa geweest, en wat
te eener plaats de zen
deling Kruijt met zijn
zendingsscholen bezig
is te doen wat te
anderer plaats de zende
lingen met hun scholen
hebben bereikt, doet
mij uitroepen: Hoe
meer zendingsscholen,
protestantsche of
kathol/eke, in de
heidensche streken, hoe lie
ver, hoe eer de heide
nen, ook door middel
van de zendingsscho
len, tot het Christen
dom worden bekeerd,
hoe beter.
In de Mohamedaan
sche streken staan de
zaken anders.
De zendeling stelt
het Christendom boven
den Islam, de Mohame
daan echter beschouwt
den Islam niet als den
mindere, hij beschouwt
hem juist als een ver
dere schrede op den
weg der volmaking.
Hij erkent Abraham en
Mozes en Jezus als pro
feten, maar de laatste,
de volkomenste, het zegel der profeten, dat
is toch Mohamed.
Ik wil gaarne toegeven, dat onze Javanen
volstrekt geen zuivere Mohamedanen zijn;
ook dat ze lauw zijn in de vervulling hunner
gpdsdienstplichten, maar hoe weinig wezen
lijk Mohamedaan, hoe lauw ook, ze noe
men zich Mohamedanen en willen dat, voor
zoover ze het zijn, ook blijven.
De zending onder de volwassen Javanen
is met onvruchtbaarheid geslagen, nu pro
beert de zending het met de kinderen door
middel van de scholen.
Maar in De School met den Bijbel"
schrijft W. S. 't Volk vraagt niet naar
Christelijke scholen" en hij geeft ook de
reden: 't Volk vreest voor kersteningsdwang.
De deskundige Javanen van Semarang
raden de Regeering aan om scherp toe te
zien dat aan kinderen van Mohamedanen,
die wegens gebrek aan
Gouvernementsonderwijs genoodzaakt zijn om gesubsidieerde
zendingsscholen te bezoeken, direct of indi
rect geen Christengodsdienstideeën worden
worden bijgebracht."
Voor enkele jaren verklaarde mij een der
meest verlichte regenten: Dat wij (hier sprak
hij voor zijn volk) onze kinderen naar de
Christelijke scholen moeten zenden, stuit
ons zeer tegen de borst, maar onderwijs
moeten ze hebben.
Waar de behoefte aan onderwijs zoo
groot, de wensch naar onderwijs zonder
Christengodsdienstideeën zoo duidelijk uit
gesproken wordt, en waar de zending even
beslist verklaart slechts onderwijs met
Christengodsdienstideeën te willen geven,
daar staat voor de Regeering maar een weg
open: zij richte zooveel scholen op, dat de
hulp van de zending overbodig wordt.
En als men tegenwerpt, dat de zendings
scholen toch vol zijn, dan is dat een aan
sporing te meer voor de Regeering; en als
de zendelingen verklaren, dat Mohamedaan
sche ouders hun kinderen gaarne naar de
zendingsscholen sturen, dan weet ik wel,
wat ik daarvan denken moet.
Maar de kosten!" roept ge uit.
Nu reeds verlangt pater Van Lith her
ziening der subsidieregeling van het personeel
De Zeilwedstrijden op de Zuiderzee
Van de Kon. Ned. Zeil- en Roeivereeniging
.ir,
l'. M Aft MÊM4
de militairen in de ménage was, keurden
zij ook het eten, dat zij daar ontvingen, als
zwijnenvoer" af kwam het gevoel van
onbevredigdheid bij hen niet zoozeer uit de
maag voort als wel uit hun warsheid van
tucht. De dienst aan boord in mobilisatietijd
is hun tuchtgevoel te machtig geweest. Dit
was reeds te voren aan boord bezweken
voor de overmacht van de aantrekkings
kracht van het gevoel van ongebondenheid,
zooals gebleken was uit het wegmaken van
het sluitstuk van een kanon en gevallen
van sabotage.
Uit deze querulanten-atmosfeer zijn wij
echter voor een tijd getrokken door het
Japansche reisgezelschap, dat bij ons op
bezoek is geweest. Een zestigtal personen
sterk is dit gezelschap ter gelegenheid van
de opening eener Japansche stoomvaartlijn
op Nederlandsch-lndië, met de eerste boot
medegekomen om persoonlijk met dit land
kennis te maken en te trachten connectiën
aan te knoopen. Het stond onder leiding van
prof. l. Nltobe van Tokyo en den heer Ukita,
tot voor kort consul van Japan te Batavia,
en bevatte behalve personen uit de
handelswereld een lid van het Heerenhuis, een lid
van de Kamer van afgevaardigden, een
dokter en een lid van den gemeenteraad
van Tokyo. Enkele leden van het
reisgeTeekeningen voor De Amsterdammer" van Is. van Mens, als toeschouwer op den uitlegger M. K. 98
llmiMIIIIMMIMIIIIMIlnlMIII
iMimHiitiimmiiitii
of ?'
het
'4 der
volle
der zendingsscholen en vraagt *>!
kosten, terwijl de wensen naar
bedrag in uitzicht wordt gesteld.
En de deskundige Javanen van Semarang
schrijven: Het systeem der zending zal
waarschijnlijk in de toekomst navolging
vinden bij de Mohamedanen". De bijzondere
Mohamedaansche scholen worden dus reeds
aangekondigd. Of mogen we het nog be
schouwen als een verzoek aan de Regeering,
om meer gouvernementsscholen op te richten
in de Mohamedaansche streken, een zachte
wenk aan de zending om in te binden?
Ik vrees van niet.
Gouvernementsscholen,Christelijkescholen
en, als tegenwicht, Mohamedaansche scholen,
zou dat nu wel een zuinig beheer worden?
En de bevolking wenscht alleen gouverne
mentsscholen, terwijl de andere een gevaar
dreigen te worden voor de rust in Indië.
En wat heeft de zending op Java nu bereikt?
Eenige jaren geleden, toen het Gouverne
ment scheen te moeten demonstreeren, dat
wij een Christelijke regeering hadden, toen
het Gouvernement de zending meer dan
vriendelijk gezind scheen, is er op
MiddenJava een vergadering gehouden van ontwik
kelde Inlanders, omdat zich een groote on
rust meester maakte van de gemoederen:
ze wilden den Islam, dien ze als een stuk
van hun nationaliteit beschouwen, niet ver
liezen. (Op 't Congres drukte R. M. S. Surya
Ningrat dit kernachtig uit met: Mohamedaan
zijn is voor mij Javaan zijn). Eindelijk zei
een scherpzinnig man: .Gij ziet de zaken
zeer verkeerd in, gij maakt u ongerust over
iets, dat reden moet zijn tot vreugde. Ziet
ge dan niet, dat over gansch Java, in gansch
Indië een verhoogd godsdienstig leven komt?
En dat is te danken aan de zending. Geen
betere propagandisten voor den Islam dan
de Christen-zendelingen met hun scholen."
En thans?
Wie niet volslagen blind is, moet overal
in Indië onder onze Mohamedaansche
landgenooten een verhoogd godsdienstig leven
hebben opgemerkt.
Dr. Hazen, die n jaar de Inlandsche
maatschappij niet van dichtbij heeft kunnen
gadeslaan, verklaarde volgens de
Locomozelschap slechts waren of het Engelsch f het
Duitsch voldoende machtig om een gesprek
met een ander dan een landgenoot te voeren.
Veertien dagen heeft dit reisgezelschap op
Java doorgebracht op doorreis van Soerabaia
naar Batavia. Zij hebben in dien tijd veel ge
zien, zijn overal feestelijk ontvangen en druk
betoost geworden. Zij hebben daarbij de
ervaring opgedaan, dat hun bezoek hier als
een uiting van een frisch en flink initiatief
is op prijs gesteld, en bovendien deze, dat
de werkelijkheid van Java de Japansche
voorstellingen daarvan ver overtreft. De
intellectueele leider van het gezelschap,
prof. Nitobe, heeft niet verheeld, dat voor
hem evenals voor het overige reisgezel
schap, de werkelijkheid van Java de open
baring geweest is van een niet vermoede
nieuwe wereld. Het lijdt geen twijfel, dat
als gevolg van dit bezoek de standaard van
waardeering wederzijds zal verbeteren.
Tot de klagers in Indië behooren niet dit
jaar de suiker-, tabaks-, rubber-, koffie- en
theeplanters. Oogsten en prijzen werken om
strijd mede om hen tevreden te stellen. Ook
zal de Directeur van Financiën vermoedelijk
niet het gilde der klagers komen vermeer
deren. De producten : tin, koffie, rubber en
steenkool, hebben hoogere prijzen opgebracht
en de inkomsten- en bedrijfsbelasting zullen
meer opbrengen; de nog onzekere maar
mogelijke vermindering der invoer- en
scheepvaartrechten en de trouwens niet
belangrijk vermeerderde militaire en mari
tieme lasten zullen uit dit accres ongetwij
feld gevonden kunnen worden. De begrooting
voor 1917 zal dit weldra uitmaken. Wel zal
deze als gewoonlijk in totaal met een groot
tekort sluiten, maar als gewoonlijk zal dit
tekort niet ontstaan door den gewonen
landsdienst doch door de producten en be
drijven en zijn terug te brengen tot lage
ramingen van inkomsten. Voor zoover de
zaken nu reeds zijn te overzien schijnt voor
Indië behoefte aan nieuwe belastingen slechts
te bestaan ter voorziening in vlootkosten.
Daarentegen wordt thans het gilde der
klagers vermeerderd met de verlofgangers
in Nederland, wier tijd verstreken is en die
vergeefs uitzien naar eene
scheepsgelegenheid om terug te keeren, en omgekeerd met
de verloflustigen in Indië, die niet weg
tief, dat op het laatste congres van den
Sarikat Islam te Bantoeng het meest hem
getroffen had het zoo sterk naar voren bren
gen van den Islam.
En dit is geen toeval, 't is een logisch
gevolg: actie baart reactie.
Reeds jaren geleden kon hij, die belang
stelde in de Inlandsche maatschappij mer
ken, dat er iets gaande was, een streven
naar verstandelijken, stoffelijken,
maatschappelijken vooruitgang.
Aan dit streven werd door het Gouver
nement op verschillende wijze tegemoet ge
komen, o.a. ook door de gelegenheid voor
den Inlander om meer onderwijs te ontvan
gen, steeds grooter te maken.
De buitenwacht merkte dien algemeenen
drang naar vooruitgang eerst op, ja, werd
er door verrast, toen deze zich belichaamde
in vereenigingen als Boedi Oetomo en Sa
rikat Islam.
Het religieuze element trad bij dit streven
niet op den voorgrond, wel ging het ge
paard met een streven naar moreele ophef
fing. Maar daar de Regeering destijds de
zending zoo vriendelijk gezind scheen, werd,
wat eeuwen gesluimerd had, mobiel ge
maakt: de Inlander herinnerde zich, juist
door de zending, dat hij Mohamedaan was,
en hij wilde dat blijven.
Zoo geraakte de oorspronkelijk heilvolle
beweging op een zijweg. Een kleine groep
zeer godsdienstigen, waarbij zich voegden
de ontevredenen, de eerzuchtigen, de ijdelen,
die in den godsdienst een machtig hulp
middel zien ter bereiking van eigen bedoe
lingen, brengen den godsdienst steeds meer
op den voorgrond. Volkengroepen, die geen
enkel gemeenschappelijk belang hebben, die
elkander te voren onverschillig waren, ja
vijandig tegenover elkander stonden, worden
aaneen geklonken door den Islam; verstan
delijk, stoffelijk, maatschappelijk worden ze
er echter geen stap door vooruitgebracht.
Deze, in oorsprong heugelijke beweging
is bezig, omgezet te worden in een reli
gieuze, om over te gaan in een nationalis
tische, om te eindigen in een
anti-Nederlandsche. Is het eerste element reeds duidelijk
zichtbaar, is het tweede niet te loochenen,
kunnen. Men zegt, dat door de
verkeersstremming 800 a 900 personen aan elke zijde
van het groote water worden opgehouden.
Daarvan zijn die aan Nederlandsche zijde
wel het meest te beklagen: de kous, die zij
voor hun verlof gemaakt hebben, is opge
snoept en hunne herplaatsing op vol
tractement, waarop zij gerekend hadden, voor
onbepaalden tijd uitgesteld.
Wordt het ambtenaarskorps
geëmmobiliseerd, het geld daarentegen wordt op groote
schaal gemobiliseerd door de Regeering.
De inschrijving in Indië op de nieuwe Indi
sche leening mag, de koers van uitgifte in
aanmerking genomen, een succes geacht
worden. De koers van 101/i pCt. wasvoor
velen een zwarigheid en heeft de stemming
eenigszins gedrukt. Aan de populariteit van
het fonds heeft deze koers van uitgifte
echter niet geschaad. Stukken Indische
leening zijn hier een gewild beleggingsfonds
geworden. Tot aan de inschrijving op de
nieuwe stukken bleven stukken van de oude
leening tot hun vollen vorigen koers ge
vraagd. Zij zijn dan ook een uitkomst voor
velen, die met hun geld geen raad weten.
De balansen van de Javasche Bank mogen
gewagen van Bankbiljetten in omloop,"
feitelijk ligt een groot gedeelte van het
steeds stijgende totaal daarvan werkeloos
in brandkasten. Men weet hier te vertellen
van een chineeschen rijkaard, die voor ruim
een millioen bankpapier in zijn brandkast
heeft liggen en af en toe, na deuren en
ramen van zijn huis gesloten te hebben
van het derde zijn de sporen reeds te onder
kennen.
De beweging, die een verkeerd verloop
dreigt te nemen, dient teruggebracht inbaar
oorspronkelijk bed, tot heil der Inlandsche
bevolking, en een der middelen daartoe is:
geen zendingsscholen meer in de
Mahomedaansche streken,
Pater van Lith zegt: In de crisis, die wij
nu meemaken zij onze leus: zoo lang het
bestuur goed en rechtvaardig is, is niets te
vreezen dan da vrees."
Juist, maar watindeoogen van den zendings
man rechtvaardig is, is dit daarom nog niet
in die van den Mohamdaan.
Een Regeering, dia rechtvaardig wil zijn,
moet zich op het standpunt plaatsen, dat
iedere godsdienst, die de maatschappelijke
orde niet in gevaar brengr, die de crimina
liteit niet bevorder!, maar juist het tegen
deel tracht te bewerken, goed is. En dan
mag een rechtvaardige regeering geen voor
keur toonen voorden eenen godsdienst boven
den anderen harer onderdanen.
Er is niets te vreezen dan de vrees", een
waar woord, een krachtig woord, maar een
verstandig woord is: Let op de teekenen
der tijden", moge voor de Regeering
steeds gelden: Gouvener c'est prévoir.
De Regeering zij op haar hoede, nog is
het tijd. Maar als zij de zending in de Mo
hamedaansche streken haar gang laat gaan,
deze door steeds meer subsidies voor steeds
meer scholen de behulpzame hand biedt,
dan wordt de strijd UITGELOKT, niet de
schoolstrijd, maar de godsdienststrijd,
niet de strijd tusschen twee kerkgenoot
schappen, maar de strijd tusschen twee
wereldgodsdiensten, en, misschien ook, over
het hoofd der zending met haar scholen
heen, de strijd van onze Mohamedaansche
onderdanen tegen onze Regeering.
Dat verschiet maant tot ernstig nadenken.
Daarom zou ik de zending op het hart
willen binden: laat af van al wat ergernis
geven kan aan onze Mohamedaansche
onderdanen.
}. J. PUISTER
O. I. Ambt. m. v.
zich het genoegen gunt dien voorraad na
te tellen.
Gemobiliseerd zijn verder de intellectueele
krachten van de Sarekat Islam, welke
vereeniging onlangs te Bandoeng een congres
heeft gehouden. De indruk, dien dit haar
eerste openbaar optreden gelaten heeft, is
niet vrij van oppervlakkigheid. Alles was
koren op haar molen: de Koloniale Raad,
kiesrecht voor Inlanders, afkoop van parti
culiere landerijen, militie onder de Inlanders,
onderwijs, leerplicht, maar werd meer als
reflex dan met overtuigende kracht afge
handeld. Slechts n punt vond algemeene
belangstelling, nl. de betere opleiding van
Mohamedaansche geestelijken. Met eene
instemming die uit het gemoed opwelde,
werd besloten eene opleidingsschool voor
dezen in het leven te roepen.
S. J.
(Teekeningen van J. Ligter)