De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 23 september pagina 5

23 september 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

23 Sept '16. - No. 2048 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Snelopnamen V We begeleiden vrienden naar het station Montparnasse, die den Parijschen oven ont vluchten. In de vestibule tallooze reizigers en sol daten ; naast ons op de bank een man, die voorzichtig een groote, hooge mand op z'n knieën houdt. Het riet kraakt, de man buigt zijn hoofd voorover en fluistert onverstaan bare woorden. Het riet kraakt heviger, de man maakt streelende klakgeluidjes met zijn tong. Uit de gesloten mand klinkt een klagend miauw-iauw. Het deksel wordt voorzichtig opgelicht, een witte poesekop kijkt over den rand. Oui, t'es belle ma petite Blanche, maar je moet zoet zijn, heel zoet, zegt de man, ga maar slapen... morgen als we buiten zijn mag je vliegen vangen in de zon... morgen hoor! Miauw, iauw, 'k wil er uit. Kom fifille, trek je roze snuitje naar binnen,... ga maar lekker liggen, morgen krijg je paté!... " Tegenover ons zitten vier soldaten, die weer naar het front vertrekken, hun voeten in de logge schoenen liggen zwaar en stoffig, ze hebben hun helmen afgezet 't is heet. Een draagt een verlepte anjer in 't knoops gat, ze zwijgen en kijken zonder gedachten vór zich uit. Er komen meer soldaten, sommigen alleen, speurend of zij copains herkennen. Anderen loopen met hun meisje of moeder, 'n enkele draagt een kleuter op z'n arm, die 't slaperig hoofdje op den schouder laat rusten. De vier soldaten over ons schrikken op uit hun soezenden toestand, een klein vrouwtje men weet niet of het een groot kind is in haar korte rokjes ritselt ons voorbij. Zij trippelt naar een alleenstaanden soldaat en legt vertrouwelijk haar arm in den zijnen; samen gaan ze naar het gedeelte van de vestibule waar weinig reizigers zijn. Elle est chouette! zegt een onzer over buren en hij veegt met den bovenkant van zijn hand het zweet van 't voorhoofd. Il a de la chance... vindt een ander. Ik zie het meiske dicht geleund tegen den soldaat op en neer loopen, ik hoor haar parelenden lach nu en dan opklinken. 't Wordt tijd voor den trein. De man met de poesemand sluit voorzichtig het deksel, terwijl hij koozende woordjes tegen Blanche prevelt. Door het koperen sluithaakje steekt hij nauwkeurig een houten pennetje. Soldaten sloffen voorbij, de ruggen ge bogen onder de zware ransels en opgerolde kleederen. Een enkele fluit een bekend refrein van 't mode-liedje van vór den oorlog. Nu in den oorlog hoort men geen volks chansons meer. Vór ons gaat het meisje en de soldaat, zij neemt drie passen tegen dat hij n pas maakt. Ze spreekt veel en luid, zij lacht opge wekt, haar zijden rokjes ruischen stout en luchtig op het veerende rythme van haar dansenden gang. Op het perron een dof geluid van zwaar neerploffende soldatenschoenen, een bonte warreling van blauwe uniformen en grijze helmen, hier en daar een licht zpmertoilet van een dame of verpleegster, die enqu teert voor hulpbehoevende soldaten. Zij slaat de bus op en neer om de aandacht te trek ken, de geldstukken rammelen. Dicht bij ons -staat het meisje voor een geopend portier, zij spreekt niet meer, haar mondje is half geopend in het opgeheven gezichtje, haar oogen glinsteren en zij lacht nog. De trein vertrekt, ze wuift met haar zak doek; uit het raam hangt de soldaat, hij groet. Au revoir! au revoir!" Dan, als de trein uit het gf-zicht is, keert zij zich om en ik zie haar oogen vol tranen. Ze veegt ze haastig af, maar nieuwe tranen dringen naar de oogranden; haar gezichtje is zoo reusachtig bedroefd, dat ik naar haar toe zou willen gaan, maar ik duif niet. Ik zie haar naar een leege bagagewagen gaan, die in het donker staat, daar zet ze zich op neer, de knieën hoog opgetrokken, de romp voorover gebogen, de handen voor 't gezicht. Ga je mee iets gebruiken? vraagt m'n gezel. Merci, 'k heb geen dorst, antwoord ik. De Vrouw en de Wetenschap Er wordt wel eens gezegd dat de weten schap er bij zou winnen wanneer daarin ook de vrouw zich zal laten gelden, in plaats van zooals thans op zeer beperkte schaal daaraan mee te doen. Die bewering zou kun nen blijken juist Ie zijn, en dat wel niet omdat het aantal der experimenten daardoor zou toenemen, maar omdat de vrouw er een eigenaardige methode van denken op na houdt die aan de wetenschap een grootere vrijheid van beweging zou kunnen geven. De vrouw is, veel meer dan de man, aan gewezen op een intuïtief denkproces, op gedachten die uiterst snel verloopen en in die mate onderbewust blijven dat zij in 't ge heel niet onder woorden worden gebracht maar, zooals men dat noemt, slechts ge voeld worden. Uit een dergelijk denken kan gemakkelijk een onjuist oordeel voortkomen, wanneer namelijk onjuist geïnterpreteerde onderbe wuste waarnemingen of niet toepasselijke onderbewuste herinneringen een invloed hebben dien zij allicht niet gehad zouden hebben wanneer zij in het bewustzijn waren getreden, omdat zij dan door het bewust logische denken krachteloos gemaakt hadden kunnen worden. Maar aan den anderen kant kunnen die intuïtieve gedachten, wanneer de onderbewuste keuze daaruit maar juist is, zeer veel tot een juist oordeel, en daar door tot een doelmatig ingrijpen in de stof felijke wereld, bijdragen. Want die onderbewuste keuze bestaat, en blijkt dikwijls een zeer doelmatige keuze te zijn. Immers aan geen ander proces dan aan een onderbewusten, tot ingrijpen lei denden gedachtengang, kan men de vorming en differentieering der levende wezens met HOOFDBESTUUR DER VEREENIGING VOOR VROUWENKIESRECHT, gefotografeerd 19 September op de trappen van de Ridderzaal" Van links naar rechts. Eerste rij: Mej. v. d. Meer v. Kuffeler. Mevr. van Balen Klaar. Dr. Aletta Jacobs. Mej. van Lanschot Hubrecht. Dr. Docters van Leeuwenvan Maarseveen. Tweede rij: Mej. Kramers. Mej. Meyer. Mej. van der Hoeven. Mejonkvr. Wichers. Mevr. Mulder v. d. Graaf?de Bruyn. Mevr. v. Dlesen?Oberink. Door eenige dames werd 19 Sept. aan H. M. de Koningin een bloemstuk aange boden in de vrouwenkiesrechtkleuren: geel en wit. Het stuk bestond uit lelies, dahlia's en orchideën; op de geel-witte linten stond: Aan de Eerste Vrouwe van Nederland. Het volgende schrijven was bij het bloemstuk gevoegd: Bij de opening van dit voor de vrouwen van Nederland zoo gewichtig parlementsjaar, bieden Nederlandsche vrouwen aan de Eerste Vrouwe van Nederland deze bloemenhulde in de Vrouwen kiesrechtkleuren aan." 21 Sept. nam den Vrouwenkiesrechtdienst op het Binnenhof (waarover in ons vorig weekblad werd gesproken) een aanvang. Het Hoofdbestuur van de Vereeniging be zette 21 Sept., den aanvangsdag van dezen dienst, den post. Daarna nemen vele leden der Vereeniging dag aan dag de taak over. iiililiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilitiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiHiiimiiMiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii nu MiiMiimmillilltimililllliliii En aldoor moet ik denken aan 't gezegde van den man met de poesemand: Morgen als we buiten zijn." Morgen, als zij buiten zijn dan drenken zij zich met den dauw die's nachts gevallen is, omdat de veldflesschen leeg zijn en de voedingsconfooien niet meer tot de vuurlinie kunnen doordringen. Parijs MANJA iitiiiiiiiiiiniiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii iiriini Elizabeth op Rügen Van onze oude literaire kennis Elizabeth (Gravin Arnim, geboren Lady Beauchamps) is weer eens een aardig boekje in het Hol landsen verschenen. Ditmaal is het niet het dagboek van een dame, die zich op haar afgelegen duitsche landgoed bezig houdt met tuinieren, gedu rende het jaar dat haar echtgenoot, wegens een duel, genoodzaakt is buitenlands door te brengen. Het is ook geen roman van een engelsche bisschopsdochter, getrouwd met een pruisisch dorpspredikant; en evenmin een briefwisseling tusschen een engelsch man en een duiisch meisje, die het niet eens uinnen worden over de liefde. Maar het is toch weer een variatie op der schrijfsters gewone thema: de tegenstelling tusschen Juitsch en engelsch leven.Met den oorlog heeft dit boekje niets te maken; trouwens in het oorspronkelijke was het al een heele poos vór den oorlog verschenen. De titel luidt: De avonturen van Elizabeth op Rügen, door de schrijfster van Eliza5eth and her german garden"; vertaald door Aukje Zwarts (Leeuwarden, Meijer en Schaafsma.) De schering van dit literaire weefsel is een uitstapje van de auteur naar het eiland ^ügen, van haar Pommersche woonplaats uit, gemakkelijk te bereiken. En de inslag: haar :igen kostelijke humor, haar f rissche en tegeijk fijnbeschaafde schrijftrant, de al of niet gefingeerde ontmoetingen, die zij er zoo tandig inwerkt. jleder" zoo schrijft zij die naar school is geweest, en zich herinnert wat hij daar heeft geleerd, weet: dat Rügen het rootste eiland is dat Duitschland bezit, in de Oostzee, tegenover de kust van Pommeren." Dit eiland wou zij op zekeren zomer rondwandelen". Bij gebrek aan ander reis gezelschap, deed zij dat alleen met een )ude kamenier en een jongen koetsier, die beiden van haar man de opdracht hadden gekregen, goed op haar te passen. Zij gaan n een rijtuig met twee paarden en een groote massa kleedingstukken en proviand; en het eigenlijk wandelen" gebeurt alleen maar llllllllMIHIIIIIIlMllllttlMllllllllillllMltllllllHHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIII al hunne organen, en de bij de veranderende omstandigheden in die wezens ontstaande, doelmatige aanpassingen toeschrijven. De Darwinistische verklaringen zijn al te dwaas. Zij hebben hare nuttige rol gespeeld in den ijd dat de wetenschap nog tegen de heerschzucht der kerk te strijden had, en kunnen hans met een R. i. p. in het stof der bibli otheken worden bijgezet. Een rechter die, afgezien van zijn bewust ogisch denken, niet over een intuitieven gedachtengang beschikt, kan geen goed ?echter zijn, en een medicus met hetzelfde tebrek geen geneesheer met arztlichen lick." Zoo rekende, in zijn openingsrede op de laatste algemeene vergadering der Vlaatsch. t. b. d. Geneeskunst, de voorzitter onder de elementen waardoor de genees kunde nog altijd gelegenheid krijgt zich als een kunst te vertoonen: iets onmiddellijks in het kiezend oordeel, dat hij wel eens het vrouwelijk element in ons denken had ge noemd. Men zal zeggen dat wel is waar rechters en dokters voor hunne praktijk aan een bewust logischen gedachtengang n iet genoeg hebben, maar dat op zuiver wetenschappelijk gebied slechts datgene wat langs den weg der bewuste redeneering verkregen is, toe gelaten kan worden. Maar dat is niet juist. Hoeveel heeft ile wetenschap niet te danken aan gelukkige inspiraties, aan fantasiën wier ontstaan in 't geheel niet aan een bewuste associatie kan worden toegeschreven. Hoe zou verder de wetenschap hare grondstellingen ooit kunnen veranderen, wanneer niet de fantasie ging treden buiten de banen die, juist door die altijd betwist baar blijvende, onbewijsbare grondstellingen, voor het wetenschappelijk denken zijn voor geschreven ? Het is bepaald noodig dat de als het mooie landschap onze reizigster uit lokt. Want zij heeft een meer dan conven tioneel oog voor natuurschoon; een der aantrekkelijkheden van haar werken is de artistieke uiting daarvan. En Rügen is heel rijk aan wat in dit opzicht de ontmoeting van land en zee aan indrukken vermag te bieden. Een avond in een zeilbootje, een wandeling over de bezoomde krijtkust tus schen Sassnitz en Stubenkammer waren aan haar besteed. Ter oriënteering van wie Rügen niet kennen, is een kaartje aan het boek toegevoegd; en desverkiezende kan men in Baedeker hare geografie controleeren. Maar die geografie, hoe fijn aangeduid en gekarakteriseerd, is geenszins het voornaam ste. Ai zwemmend, in badcostuum, te Lauterbach, treft Elizabeth haar nicht Charlotte aan, die zij in geen dertig jaar gezien heeft, en die zich voorshands bij haar voegt. Deze heeft, omdat haar man, een duitsch professor, haar verveelt, zich hals over kop in de vrou wenbeweging ge worpen,"'verklaart dat zij op dat gebied een roeping heeft gevonden, en 'vergast Eiizabeth op de vermakelijkste incon sequenties. Als, na eenige hoofdstukken, ge noemde professor zelf ook op de proppen komt, wordt de zaak nog gecompliceerder. Doch, als om het internationaal evenwicht te bewaren, worden een paar engelsche toe risten, moeder en zoon, mee ter dege onder handen genomen. Voor een beetje sarcasme is Elizabeth's pen niet bang, zachtmoedig is zij niet bepaald; maar rake zetten hebben reden van bestaan en haar geestigheid is van goeden huize, Het strekt der vertaalster tot eer, dat deze laatste eigenschap ook in onze taal tactvol bewaard gebleven is. GEERTRUIDA CARELSEN Kerstfeest op Zee Mag ik de Nederlandsche dames in het alge meen haar, die over veel vrijen tijd beschikken in 't bijzonder, het volgende onder de aandacht brengen? Reeds sedert een paar jaar worden er van uit het Christelijk Tehuis voor Zeelieden te Rotterdam in November en December aan de dan vertrekkende schepen, die met Kerstmis nog niet binnen kunnen zijn, kistjes Kerstgeschenken meegegeven. Zulke kistjes bevatten: lectuur, sigaren, noten, scheurkalenders, handwerken. Op hoe bescheiden schaal het tot heden geschiedde, toch werden ze zér op prijs gesteld, getuige de bijzonder aardige brieven, die van de verschillende schepen werden terugont vangen. Soms werden de kistjes geopend mogelijkheid van een dergelijke verandering open blijft, wanneer tenminste de weten schap niet het gevaar wil loopen in tegen spraak te komen met de feiten. Nu wil echter het geval, dat eigenlijk reeds sedert vele jaren gebleken is dat de wetenschap op die wijze is vastgeraakt. De tegenwoordige wetenschappelijke grond stellingen zijn onvereenigbaar met een groep van ontwijfelbaar reëele, in alle tijden waar genomen verschijnselen. Slechts door die verschijnselen dood te zwijgen of te ont kennen, tracht de wetenschap te verhelen dat zij is .vastgeraakt. Om dat aan te toonen is het noodig dat men over die zoogenaamd occulte gebeurtenissen in de wetenschappe lijke tijdschriften zijne meening mag zeggen. Mijne ervaring leert echter dat die vrij heid thans niet bestaat. Een studie over het wezen der hallucinaties die ik bestemd had voor het Ned. Tijdschrift v. Geneeskunde werd geweigerd, en ik heb nog geen ge mengd tijdschrift kunnen vinden dat de plaatsing aandurft. Die vrijheid nu zou er wellicht, als het gevolg van een ruime deelneming van de toekomstige vrouw aan den wetenschappelijken arbeid, kunnen komen. Thans zijn de weinige wetenschappelijk werkzame vrouwen nog gebonden door de mannelijke opvatting. Hare grootere appreciatie van den van vele aanwijzingen een juist gebruik makenden, intuitieven gedachtengang moeten zij verbergen voor de redacties van weten schappelijke tijdschriften en voor de verdere officieel natuurwetenschappelijke heeren. Ik kan mij niet voorstellen dat de geleerde en nadenkende vrouw van tegenwoordig zich in hare uitingen niet ondergeschikt en afhan kelijk gevoelt. Een dergelijke onvrijheid zou misschien midden in den Oceaan, soms in vreemde ha vens, waar anders niets aan Kerstmis herin nerde ... En nu is het doel van dit schrijven, uw medewerking te vragen in het vervaardigen van handwerkjes voor onze zeelieden! We wilden zoo graag elkeen aan boord een pakje kunnen geven tot nu toe moest er door een heel clubje om n handwerk ge loot worden! Ook en bovenal wilden wij daardoor den indruk geven, dat er door dames aan den wal aan hen die op zee zijn ge dacht wordt! Ge weet niet, hoezeer zeelui handwerken op prijs stellen, het is iets gezelligs en warms in de hut, iets waar hartelijkheid van afstraalt. Het is niet de waarde, niet de grootte een zeeman kan van zijn gage koopen wat hij hebben wil het is het hart dat er uit spreekt, het vrouwelijke.dat er in ligt. Weet ge, hoe dat in Noorwegen gaat? Daar zendt elke dame naar daarvoor opge richte vereenigingen haar geschenk, benevens eenige Kerstlectuur, en een vriendelijk briefje, zoo maar in 't wilde weg, aan hem, die het pakje zal openen. Deze vereenigin gen zorgen voor doorzending naar de havenplaatsen, in binnen- en buitenland. Zoo heb ik hier in Rotterdam op het Kerstfeest van de Noren deze pakketten zien uitpakken het was een aardig gezicht, dat dubbel en dwars aan de werksters moeite en tijd zou beloond bebben! Ons Tehuis aan. de Veerhaven, 17 Rotter dam, kan worden, wat die vereenigingen in Noorwegen zijn. Als gij, dames, ons in October uw handwerken wilt toezenden, zullen wij zorgen, dat ze aan boord komen en voor een-deel worden opgezonden naar de buitenlandsche Nederlandsche tehuizen voor zeelie den (Cardiff Hamburg). Den eersten Maandag in November zal het ontvangene in het Tehuis te Rotterdam voor elke belangstel lende te bezichtigen zijn. Voor het geven van nadere inlichtingen houd ik mij gaarne aanbevolen. Rotterdam MINNIE ORTT De ellende der kinderen in Frankrijk Terwijl de mannen van Frankrijk aan het front staan, dooden de vrouwen!" zoo ver klaarde dezen zomer een Fransch rechter in het Indre-departement. Abortus en kinder moord zijn aan de orde van den dag. In Midden- en Zuid-Frankrijk hebben de recht banken onophoudelijk over dergelijke geval len te oordeelen. Op n dag vermeldde de Dépêche de Toulouse" vier kindermoorden in dezelfde streek, terwijl het blad L'Oeuvre" er aan toevoegt, dat het in andere deelen van Frankrijk niet beter gesteld is. Het aantal geboorten neemt af en daar naast stijgt de sterfte. De oorzaken? Gemis aan zorg, aan medische hulp; daarbij de epidemieën, de ellende dit alles tezamen doet zijn invloed gevoelen. Er worden zeer veel onwettige kinderen geboren, schrijft het Fransche blad, terwijl de mannen aan het front zijn. Bij den terug keer van den echtgenoot wordt dan .de zuigeling, het kind der liefde", ergens onder gebracht. Wie denkt hierbij niet aan episodes uit Zola's Fécondité"! En het lot dezer zuigelingen is ook vrij wel gelijk aan dat der bébé's uit genoemden tendenzroman: ze sterven als de vliegen", zoo wijzen de statistieken uit. Is het wonder, als men be denkt, dat de inrichtingen voor zuigelingen hare beste verpleegsters aan het leger af stonden? Ook het medisch toezicht op deze inrichtingen bestaat niet of bijna niet meer, wegens gebrek aan doktoren. Verder leest men van moeders, die op den rand der krankzinnigheid staan; andere, die zelfmoord bedrijven bij de tijding, dat VAN ALLES WAT VOOR DE MEISJESKAMER Wij zagen in de Mode pratique" dit aardige wandrekje voor een meisjeskamer. Door een amateur-meubelmaker is het voor werp gemakkelijk in elkaar te timmeren en elk handig meisje kan van het plaatje best de bekleeding afzien, waarvoor bij ge ringe prijs een keuze van vroolijke gebloemde stofjes te krijgen is. De twee lange latten zijn elk 90 centi meter lang. Vier dwarslatten, die 't gestel in stevig verband houden, zijn elk 60 centi meter lang. De plankjes zijn elk 56 bij 18 centi meter groot.Ze liggen 20 centimeter van elkaar. Het houtwerk wordt met witte of gekleurde ripolin-verf bestreken. Een koord of stevig lint houdt de plankjes intakt. lllllllllllllllnillllllllllllllllllllllllllMIMIIIIIIIIIIIHIIIMIIIflIllllllllllllllllt dat haar man gesneuveld is. De kinderen komen dan in weeshuizen, waar zij voor den veldarbeid gebruikt worden en veel te zwaren arbeid verrichten. Het blad verhaalt van een lOjarig meisje, dat de ossen voor den ploeg dreef. Trouwens, op het land ziet men slechts invaliden, grijsaards, vrouwen en kinderen. Het is te voorzien, dat dit Frankrijk duur zal komen te staan. En dan de epidemieën! In 1915 kon er in verscheidene departementen niet gevaccineerd worden; in 1916 hielpen legerartsen aan het inentenmede,zoodat een pokkenepidemie werd voorkomen, maar de dyptheritis heerschte sterk zonder dat een voldoend aantal dok toren voor de civiele bevolking aanwezig was. Tot welk een ellende brengt de oorlog! En hier geldt 't juist Frankrijk, het land, dat zijn bevolking wil vergrooten. De mili taire verloven, welke bepaaldelijk voor dit doel worden gegeven, konden niet aan de verwachting voldoen. Allereerst zal men de moeders moeten overtuigen, dat de Staat haar en haar kind niet in den steek laat, hetzij haar verbintenis wettig was of niet; het is de voorwaarde voor het verdwijnen van bovengenoemde misdaden en voor het bevolken van Frankrijk. Zoo wordt het in dit land zelf gevoeld. P. Correspondentie Aan mevr. J. T.-L. en mevr. M. S.?v. G. onzen hartelijken dank voor het zenden der recepten. E. M. R. imiiiiMiii)iiiiiitiiMitmMiiMiiimMt»nmtMMtMMmiimiiiiiiiimniiiiiiimti MAANDAG 25 SEPTEMBER ook een der redenen kunnen zijn dat er zoo goed als geen geniale vrouwen bestaan. Immers voor geniale productieviteit is niet slechts kennis en de altijd intuïtieve fantasie noodig, maar ook vrijheid van denken en vrijheid van uiting die de meer onafhankelijke man zich met veel moeite nog wel ver schaft. Niet alleen door het vasthouden aan onjuist gebleken grondstellingen, maar ook zelfs door het niet kennis willen nemen of het zich, in de redacties van tijdschriften, tegen het bekend maken van wel op de bestaande grondstellingen berustende maar revolutio naire theorien verzetten, zondigt de tegen woordige wetenschap. Als recent en waar schijnlijk na verloop van enkele jaren zijn volle bewijskracht verkrijgend voorbeeld, noem ik hier dat van de Glacialkosmogonie". Bij een aantal Nederlandsche professoren heb ik tevergeefs getracht eenige belangstelling te wekken voor het grootsche gedacht engebouw van den Oostenrijkschen ingenieur Hörbiger, waarovsgvjp.a. Dr. Riem, observator aan het astron. Recheninstitut te Berlijn, die met het maken van tegenwerpingen begonnen is, ten slotte een zeer gunstig oordeel heeft geveld (o.a. in Petermanns G. Mitt. 1913, II. S. 262). De bedoelde hooggeleerden meenden hunnen tijd beter aan iets anders te kunnen besteden dan aan het lezen van het werk dat ik hun, in zorgvuldig gestelde brieven, op verzoek van den schrijver aanbood, en zullen dus voortgaan aan de studenten theorieën te leeren, die wegens het bestaan van het werk van Hörbiger, raar de meening van een aantal vakgeleerden die het wel bestudeerd hebben, thans verouderd zijn. Ook van een aankondiging, die ik schreef, is reeds door drie onder wetenschappelijken invloed staande tijdschriften de plaatsing geweigerd. Psychologisch is die houding zeer wel te verklaren. De bestaande theoriën zijn een wezenlijk deel van de psychische persoon lijkheid der vakgeleerden geworden, en deze moeten het contact met een theorie, zoo revolutionair als die van Hörbiger, onder bewust gevoelen en begrijpen als een ern stig gevaar voor hunne persoonlijkheid. Dien aanval af te weren is dan het eerste en het eenige wat den in dat geval haast onverzettelijken vakgèleerde in den zin komt. Hij blijft dan staren op het eerste het beste wat met zijne opvatting in strijd is, en het vele wat voor de theorie spreekt, hoort en ziet hij zonder het in aanmerking te kunnen nemen. Maar hoe is dan te verklaren dat Hörbiger toch reeds bij enkele vakgeleerden instem ming gevonden heeft? Mijns inziens omdat sommige mannen in meerdere of mindere mate ook den intuitieven gedachtengang, het speciaal vrouwelijke denken bezitten. Het spreekt van zelf dat men de zooge naamd echte vrouw, de vrouw met 100 pCt. vrouwelijke en O pCt. mannelijke psychische eigenschappen, in de wetenschap niet ge bruiken kan. In de vrouw die wetenschap pelijk iets zal kunnen beteekenen, moeteen zeker percentage aan mannelijke denkeigenaardigheden aanwezig zijn. Mijne conclusie luidt dus dat, nu onder de wetenschappelijk werkzame mannen de kwantiteit van vrouwelijk denken blijkbaar te gering is, een aanvulling daarvan die ontstaan kan door een ruime deelneming van de vrouw aan den wetenschappelijken arbeid, als desideratum moet worden be schouwd. Den Haag Dr. R. A. REDDINOIUS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl