Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
7 Oct. '16. No. 2050
EEN KRIJGSMAN WINT GENOEG
AL WINT HIJ NIET DAN TIJD
(Teekening voor De Amsterdam
mer" van Felix Hess)
De Jongste Duitsche overwining, waarbij
men op den tijd een uur winst behaalde
iitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi
het Rijk wonende personen en lichamen
voor hunne binnen het Rijk gelegen of ge
vestigde onroerende zaken.
Ofschoon in het algemeen de grondslagen
voor de bepaling van het vermogen bij de
sub b bedoeld* heffing dezelfde zijn als bij
de Vermogensbelasting, zijn er enkele af
wijkingen, die een nogal belangrijk verschil
in de opbrengst zullen maken en waarvan
de voornaamste zijn:
l o. dat terwijl bloote eigendom van goe
deren, waarvan anderen het vruchtgenot
hebben, bij de Vermogensbelasting vrijgesteld
is, deze bij de heffing sub 6 aan de belasting
onderhevig is naar de kapitaalswaarde over
eenkomstig de bij de wet vastgestelde
regelen;
2o. dat voor de berekening van de waarde
van onroerende zaken bij de heffing sub b
de verkoopswaarde wordt aangenomen en
niet, zooals bij de Vermogensbelasting res
pectievelijk het vijftienvond of twintigvoud
der belastbare opbrengst. Aangezien de ver
koopwaarde in den regel belangrijk hooger
is dan de genoemde veelvouden van de be
lastbare opbrengst, zal het totaal van de
waarde van onroerende zaken en dien ten
gevolge het bedrag van de heffing sub b
van dit vermogensbestanddeel aanmerkelijk
veel meer opbrengen dan wanneer het naar
de grondslagen der Vermogensbelasting
zoude geheven worden;
3o. dat, terwijl bij de Vermogensbelasting
zij, die zich binnen den loop van een be
lastingjaar vestigen, slechts belastingplichtig
zijn over zoovele maanden, als zij binnen
het Rijk gevestigd zijn, bij de heffing sub b
diezelfde personen voor het volle f aar worden
aangeslagen;
4o. dat bij de heffing sub b personen, die
na 31 December 1915 en vór l Mei 1918
het Rijk metterwoon verlaten hebben en
zich vór l Mei 1921 weder in het Rijk
vestigen, worden geacht het Rijk niet te
hebben verlaten en de heffing moeten betalen
over drie jaren of zoodanig deel daarvan
als zij buiten het Rijk gevestigd waren.
Deze bepaling is gemaakt om te voorkomen,
dat personen zich aan de heffing trachten
te onttrekken door buitenslands te gaan
wonen;
5o. dat, terwijl bij de Vermogensbelasting
het recht op alle lijfrenten niet als vermo
gensbestanddeel beschouwd wordt, bij de
heffing sub b daarvan wel belasting moet
betaald worden naar de, volgens een in de
wet opgenomen tabel, gecalculeerde waarde,
indien de lijfrenten meer dan /' 1200 per
jaar bedragen.
Van de heffing sub b zijn vrijgesteld ver
mogens beneden ? 50.000. Om misverstand
te voorkomen, zij hier opgemerkt, dat de
heffing sub a (de dubbele Vermogensbelas
ting) ook verschuldigd is over vermogens
van ? 16.000 tot / 50.000.
Voor vermogens boven de f 50.000 be
draagt de heffing sub b:
van / 50.000 / 100.000 0.075 pCt.
, 100.000 150.000 0.15 "
150.000 200.000 0.225
200.000 300.000 0.3
300.000 400.000 0.375
400.000 . 500.000 0.45
500000 750.000 0.525
13e Jaargang 7 October 1916
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 112n, Amsterdam
Verzoeke alle mededeellngen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 113
VAN DEN AUTEUR W. LISSER, A'DAM
Stand. Zwart: 4/6, 11, 12, 17, 22, 27,35,
dam op 10.
Stand. Wit; 13, 25, 31, 33, 34, 37, 39, 41,
43, 48, dam op 42.
Wit: 42-47. 37-31, 25-20, 13-9. 20-14, 34-30
Zwart: 27:36, 36:27, 10:46, 4:13, 46:10, 35:24
33-29. 4^-39^47:32!
24:44, 44:33
Naspel.
Wit: -- ,32-16,16:2. 48-43. 2-13
Zwart: 6-11, 22-28, 17-21 A, 21-27 B, 27-32
13-19 en wint.
B -2-19 en wint !
"28-32
A -- , 2-19, 48-43 en wint.
17-22, 28-33
750.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
3.000.000
0.6
0.65
0.7
08
0.9
bij de oorlogswinstbelasting zijn
de heffing sub b verschillende
1.000.000
1.500.000
2.000.000
3000.000
4.000.000
en voor elk millioen of deel daarvan meer
0.1 pCt. meer, met dien verstande, dat de
heffing niet meer dan 2 pCt. van het ver
mogen kan bedragen. De maximum per
centage van 2 pCt. wordt dus bereikt bij
een vermogen van f 15.000.000.
De aanslag in de belasting is invorder
baar in vier driemaandelijksche termijnen,
waarvan de eerste vervalt op den laatsten
dag van de derde maand, volgende op die,
waarin de uitnoodiging tot betaling is ver
zonden. Begrijp ik deze bepaling goed, dan
volgt daaruit, dat aangezien de aangifte
biljetten nog niet uitgezonden zijn en
het nog eenigen tijd zal duren alvorens
de aanslagbiljetten uitgezonden worden
de heffing niet zooals bij andere directe
belastingen behoeft aangezuiverd te wor
den binnen het belastingjaar, waarover zij
loopt.
Evenals
ook voor déheffing
strafbepalingen in de wet opgenomen,
loopende van eene boete van viermaal het be
drag der belasting over het te laag aange
geven bedrag, tot gevangenisstraf van ten
hoogste zes maanden. Bovendien behoudt
zich de fiscus het recht voor om bij opzet
telijke te lage aangifte den naam, voornamen
en woonplaats van den belastingplichtige en
van het bedrag van den naderen aanslag in
de Staatscourant te publiceeren.
Verdedigingsbelasting II.
Deze heffing is gebaseerd op het zuiver
inkomen volgens de bepalingen van de In
komsten-belasting. Evenals bij de Verdedi
gingsbelasting I, wordt zij geheven over
de drie belastingjaren 1916/17, 1917/18 en
1918/19; moeten personen, die zich aan de
heffing trachten te onttrekken door buitens
lands te gaan wonen, toch over de volle
drie jaren betalen, indien zij vór l Mei
1921 in het Rijk terugkeeren. De strafbepa
lingen zijn ongeveer gelijk aan die van Ver
dedigingsbelasting I, n.l. boete bij te lage
aangifte, gevangenisstraf van hoogstens zes
maanden en publicatie van naam enz. van
den overtreder in de Staatscourant. Het
eenige verschil is, dat bij deze heffing de
boete niet viermaal, maar tweemaal het be
drag der navordering bedraagt.
Het tarief van deze heffing is als volgt:
Inkomsten beneden f 1200.?zijn vrij:
Van f
1 200 -f
1250-,
1300-,
1350-.
1 400-,
. .
1500n 1550
1600
« 2000
-,
4000,
10.000,
,15.000
20.00025.000
, 30.000
35.000
40.000
45.000
5
.OOO60.000
70.000 -?85.000
Van inkomens van
f 3873 en f 8 voor
f 85.000. Van een
moet dus betaald
1250 is de hef f ing f
1300 ,
1350
1400
1450 ,
1500
1550
1600
2000
4000
10.000
15.000
20.000
25.000 ,
30.000
35.000
40.000
45.000
50.000
60.000
70.000 .
in den regel daar een deel van het vermo
gen of improductief of tegen zeer lage rente
uitgezet is. Om de zaak echter niet te inge
wikkeld te maken, blijf ik aan een rentevoet
van 4Vs pCt. vasthouden.
Vermogens beneden f 16.000 en waarvan
dus minder dan f 1200 inkomen getrokken
wordt zijn geheel vrijgesteld.
Op een vermogen van f 30.000, waarvan
f 1350 inkomen getrokken wordt, moet be
taald worden f 15 krachtens Ia en f 3.75
krachtens II, te zamen dus f 18.75 per jaar.
Op een vermogen van f 50.000, waarvan
f 2250 inkomen getrokken wordt, f 25
krachtens la, f37.50 krachtens löen f 11.40
krachtens II, te zamen dus f 63.90 per jaar.
Op een vermogen van f 100.000 met f 4500
inkomen resp. f 50 + f 150 + f 4050 =
f 240.50 per jaar.
Op een vermogen van f 250.000 met f 11.250
inkomen, resp. f 125 + f 750 + f 144.60 =
f 1019 60 per jaar.
Op een vermogen van f 500.000 met f 22.500
inkomen, resp. f 250 + f 2625 + f 385.50
f 3260.50 per jaar.
Op een vermogen van f 1.000.000 met
f 45.000 inkomen, resp. f 500 + f 6500
4f 1188 f8888 per jaar.
Op een vermogen van f 5.000.000 met
f 225.000 inkomen, resp. f 2500 + f 55.000 +
f 17.073 = f 74.573 per jaar of f 224.719
over de drie jaren, zijnde dus ongeveer een
vol jaar inkomen.
Op een vermogen van f 15,000,000 met
een inkomen van f 675,000 resp. f 7,500
4f300,000 + f51,073 = f358,573 per jaar
of f 1,075,719 over de drie jaren, zijnde het
gecalculeerd inkomen van meer dan ander
half jaar.
B. Heffing, verschuldigd over
inkomens uit bedrijf, ambt enz.
De in de wet opgenomen tabel is dui
delijk genoeg en vordert geen nadere toe
lichting. Alleen zij uit enkele voorbeelden
aangetoond, dat de bijdragen in deze oor
logsheffingen voor personen, die wel inko
men maar geen kapitaal bezitten, in ver
houding matig en geenszins drukkend zijn.
Zoo moet bijv. over een inkomen van f 5,000
f 48 per jaar worden of nauwelijks l pCt.;
over een inkomen van f 10,000 - f 123 per
jaar of circa \1A pCt.; over een inkomen
van f 25,000 f 448 per jaar of ca. l % pCt.;
over een inkomen van f 400,000 f 1188
per jaar of 2K pCt; over een inkomen van
f 100,000 f 5073 of ruim 5 pCt., terwijl
bij grootere inkomens de percentage tot
hoogstens bijna 8 pCt. kan klimmen.
Hoog als dit percentage moge schijnen,
3.?.
3.25.
, 3.50.
, 3.75.
, 4.?.
4.50.
, 5.-.
5.50.
6.9.
33.
123.
, 213.
,
323.448.
588.753.
, 953.
1188.
1458.
2068.
2748.f 85000 en hooger
elke f 100 boven de
inkomen van f 100.000
worden f 3873 en 150
maal f 8 of in het totaal f 5073 voor elk
belastingjaar.
Lichten wij nu aan de hand van de boven
staande gegevens toe, hoeveel verschillende
vermogens en inkomens in deze belastingen
moeten betalen, dan zal blijken dat vermogens
veel zwaarder belast worden dan inkomens
en dat dit vooral zwaar drukt op middel
matige vermogens van personen, die geen
ander inkomen hebben dan de rente van
hun kapitaal. Ook zal blijken, dat de be
zitters van zeer groote vermogens, die niet
meer in zaken zijn, in verhouding een zeer
belangrijk deel van hun inkomen op het
altaar der verdedigingsbelastingen moeten
offeren.
Ter illustratie laten wij eenige voorbeel
den volgen.
A. Heffing, verschuldigd door personen,
die geen ander inkomen hebben dan de rente
van hun vermogen.
Bij de volgende becijferingen ga ik uit
van de onderstelling, dat een kapitalist, die
genoodzaakt is in de eerste plaats op veilig
heid van belegging te letten, onder de tegen
woordige omstandigheden zeker op niet meer
dan 4Vs pCt. rente van zijn geld kan rekenen.
Voor groote vermogens is deze percentage
vermoedelijk nog te hoog gegrepen, aangezien
Nog enkele varianten hebben wij niet
aangegeven, omrede deze gemakkelijk te
zien zijn.
Het probleem is niet diep en de oplossing
rolt als vanzelf. Enkele schijnoplossingen
komen er in voor, hetgeen de waarde van
het probleem verhoogd. Op den stand is
wel wat af te dingen, maar wanneer wij
weten dat deze auteur een speler is, die
gaarne gewaagde stellingen opbouwt, en
lokzetten in de partij daarstelt, dan zal het
duidelijk zijn dat de stand niet te fraai is.
OPLOSSING PROBLEEM (LOKZET) No.H4
VAN DEN AUTEUR S. SERLU1, A'DAM
Stand. Zwart: 2, 6, 10, 12, 13, 17, 19, 23/25.
Stand. Wit: 21, 26, 28, 31, 32, 37, 39, 40,
43, 50.
Wit: 39-33!!, 31-27, 21-16, 50-45, 28-22,
Zwart: 23-29?, 29:49, 49:35, 35:49, 17:28,
32:5, 26:30, 5-28 en wint.
50:21, 25:34
Een volmaakte lokzetl Uitstekende stand
en mooie, niet voor de hand liggende ont
leding. Dit is het eerste wat deze speler
publiceert, maar het dient gezegd te worden
het vraagstuk is af"! De heer Serlui, die
wij als damspeler kennen, heeft blijk ge
geven iets goeds te kunnen leveren. Welnu,
hij ga hiermede voort en wij zijn er van
overtuigd dat hij nog meer dergelijke vraag
stukken zal kunnen leveren.
Goede oplossingen ontvangen van probl.
S. Abram (No. 113) van M. Boom, I. Heertje,
|. Polak, S. Serlui, allen te Amsterdam,
+ f 0.75 voor elke f 100 boven de f 1600.
+ f 1.20 voor elke f 100 boven de f 2000.
+ f 1.50 voor elke f 100 boven de f 4000
+ f 1.80 voor elke f 100 boven de f 10.000.
+ f 2.20 voor elke f 100 boven de f 15.000.
+ f 2.50 voor elke f 100 boven de f 20.000.
+ f 2.80 voor elke f 100 boven de f 25.000.
+ f 3.30 voor elke f 100 boven de f 30.000.
+ f 4.?voor elke f 100 boven de f 35.000.
+ f 4.70 voor elke f 100 boven de f 40.000.
+ f 5.40 voor elke f 100 boven de f 45.000.
+ f 6.10 voor elke f 100 boven de f 50.000.
+ f 6.80 voor elke f 100 boven de f 60.000.
+ f 7.50 voor elke f 100 boven de f 70.000.
het verdwijnt in het niet bij de 50 fot 60
pCt. van het inkomen, die bezitters van
groote vermogens moeten betalen.
Intusschen, zooals reeds aan het slot van
het voorgaande artikel opgemerkt, wij heb
ben de wet te nemen, zooals zij eenmaal
vastgesteld is; maar toch kan het van nut
zijn, in het licht van de bovenstaande be
rekeningen, er met nadruk op te wijzen, dat
althans bij deze wetten van bevoorrechting
van het kapitaal allerminst sprake is,
veeleer het tegendeel. Dat een
multi-millionair tweemaal zijn jaarlijksch inkomen voor
de verdediging van het land en dus ook
voor de beveiliging zijner bezittingen moet
afstaan, kan er bij de tegenwoordige
politiekeconomische opvattingen misschien nog mede
door. Dat echter een rentenier, die alleen
van het inkomen uit een kapitaal van f 100.000
moet leven en bij den tegenwoordigen levens
standaard niet meer dan een gezeten bur
germannetje is, f 240 of ruim 5 pCt. van zijn
inkomen moet betalen, terwijl iemand, die
f 50.000 inkomen heeft, daarover f 1458 of
nog niet ten volle 3 pCt. moet afstaan,
kan er m. i. in het geheel niet door. Vooral
niet, wanneer men daarbij in aanmerking
neemt, dat in den bestaanden oorlogstoestand
het juist de gezeten middenstand is, die in
verhouding het zwaarst gedrukt wordt door de
duurte van bijna alle levensbehoeften, zonder
dat daartegenover hoogere inkomsten staan,
veeleer de inkomsten nog verminderd zijn.
iiiiiHiiiiiiiiiiMmiiiiiiiiimimiMiiiMimiiiiiiimmmiiiiiiiimiuiiiiiiim
H. J. Kerkhof, Deventer, L. v. D. te L., W.
Verstegen, Leiden, N. N. te Uithoorn en
P. Visser, Utrecht.
DAMZET
Van den heer M. B. Worms, Watergraafs
meer, ontvingen wij onderstaande partij
gedeelte, die wij voor eerstbeginnenden
damspelers opnemen, niet om het diepe
van den damzet, maar wel om den
eigenaardigen stand.
Zwart (16 schijven)
l
6
11
IC
21
26
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (17 schijven)
Stand. Zwart: 1/4, 6, 8/10, 13, 15, 16, 19,
23, 24, 26, 29.
Stand. Wit: 17, 20, 27, 31/33, 35/38, 40/43,
45, 46, 48.
Wit heeft reeds een schijf gewonnen.
Zwart tracht deze evenwel terug te winnen
en speelde 5-lQ
Uit het Kladschrifl van Jantje
""i" uil nu iiiMiiin iimiiiimiiiimi mi m iiiiiin iiiiiiiiiin iiMmiiiiiimiimiiiiiiiiimimiiiii
Ten slotte nog eene opmerking. Voor zoo
verre ik kan nagaan, blijkt nergens uit de
wet op de Verdedigingsbelasting II, dat om
tot het zuiver belastbaar inkomen te geraken
het als Oorlogswinstbelasting verschuldigde
mag afgetrokken worden. Rationeel is dit
natuurlijk en zal dan ook wel het geval
zijn, maar zooals boven opgemerkt
duidelijk uit de wet blijkt het niet.
J. D. SANTILHANO
P. S. Mij wordt de opmerking gemaakt,
dat eene zinsnede in het artikel over de
Oorlogswinstbelasting tot misvatting aan
leiding kan geven. Waar ik schreef, dat
hoogere inkomsten uit dividenden en
tantièmes van naamlooze vennootschappen niet
aan de belasting onderworpen zijn, had ik
moeten zeggen van binnen het Rijk geves
tigde naamlooze vennootschappen. Van hoo
gere inkomsten uit dividenden en tantièmes
van buiten het Rijk (o.a. ook in Indië) ge
vestigde naamlooze vennootschappen moet
de belasting WEL betaald worden, omdat
daarvoor niet geldt, dat de belasting reeds
door de Vennootschap is betaald.
VRAOENRUBRIEK
voor '
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
G. L. T. te A. Kent u goede literatuur over
den Bagdad Spoorweg, de wording- en de
politieke beteekenis ervan ?
Een goed werk daarover is: A. Chëradame,
La question d'Oriënt. La Macédoine. Le chemin
de f er de Bagdad. 1903. 2.40.
Andere werken zijn:
Banse, Auf d. Spuren der Bagdadbahn.
1913. 3.25.
Rohrbach,DieBagdadbahn.2. Aufl. 1911.1
Fraser, The short cut to India. The record
of a journey along the route of the Bagdad
railway. Illus. 1909. 8.75.
In de Indische Gids van 1903 deel l
verscheen een artikel De Bagdadspoorweg
en zijne beteekenis voor het wereldverkeer,
door Moekhbir. De Revue des deux Mondes
van l April 1907 bevat een artikel Le che
min de f er de Bagdad door Imbert, en band
103 van de Deutsche Rundschau een van
Vambéry: Die europaische Rivalitat in Persten
und die deutsche Bagdadbahn.
G. K. te H. Kunt u mij inlichten omtrent
uitgaven van programs, programverklaringea
of eenige andere commenlarieerende werken
of brochures betreffende de politieke partijen
in ons land?
Zulke werken zijn;
v. Koetsveld, Ontstaan, beginselen en ge
schiedenis van onze politieke partijen. 1905.
4.25.
Elout, Onze politieke partijen. 1913. 0.40.
Onze politieke partijen, beschreven door haar
eigen mannen. 9 deeltjes. Per stuk 0.40.
Politieke en sociale programma's, bijeenver
zameld door N. Oosterbaan. 5 deeltjes.
Verder vindt u de programma's der poli
tieke partijen in het jaarboekje Parlement
en Kiezer.
Inhoud van de October-Tijdschriften:
Klsei'icr's Geïllustreerd Maandschrift: Maria Viola,
Jan Bogaerts. - - .1. W. Sehotman, l'einzing. .1. de
(iruyter, Ia liet «Britsen Museum."?H.M.H. Leopold,
('aruië. D. Th. Jaarsina, Bekentenissen van een
Bruidegom. Emmy van Lokhorst, Phil's zesde
liefdes drama. Boekbespreking. C. V., De
Kotterdamsche tien. C. V., Bloem en Vruchtenstukken
Larensche kunsthandel. li. W. P. Jr., Zonder eenige
verplichting,
Op de Hoogte: Jules. H. Wolf. Daktyloscopie. De
Oorlog. Leo Hagedooin, Engelschèprentkunst in
Teyler's museum te Haarlem. Ph. A. M., De Ouder
dom van den Graanbouw. R., De Paisly, Sjaal.
M. G. Dorhout, Naar 't oude Monnikendam. Hun
Levenspreuk. J. H. Rössing, Van en op de Planken.
De Vrouw en haar Huis: Marie A. van der Veen,
Gedachten. H. Stutten van IJyselstein,
LuchtkasteelIllusie en Ideal. Atv Bruot. Moderne Architectuur
en Kunstnijverheid. Hanna van Lingen. Zangen en
Weemoed. J. van der Koers, Medische Wenken.
M. E. Leliman Bosch, De Kookzak. G. C.. Spreek
woordelijke Huishoudwijsheid. Elis. M. Rogge. De
torens zingen, De klokken luiden de Lente in. Werk
stukken van Kloskant.?Bijlage met de taekeningen.
Kindei kleeding. Najaarskleeding. Marie Heinen,
Vrouwenarbeid hier en elders. Kick wat wils,
Boom- en Heesterkalender. Aan belangstellenden,
Wat ge niet weet of mugelijk weet. Nederlandsche
Nijverheid. Leestafel. Berichten.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiftiiiiifiiiiii
waarna de heer W. de volgende damzet
maakte, die wel niet winnend was, maar
aan wit toch de schijfwinst liet.
17-12 1. 8:17
32-28 2. 23:21
27-32 3. 26:39
43:5 4. 13-19
om de dam te vangen.
5:11 5. 6:17
20:29! 6.
NEDERLANDSCHE DAMBOND
WEDSTRIJD OM DEN MEESTERTITEL
Stand na de 9e ronde is nu: Visser 15;
v. d. Meer 13; Koperberg, van Leeuwen,
Waaker, ieder 12; de Vries 11; de Jong 10;
Ruitenboer 7; Rustenburg 6; Lochtenberg 4;
Sneepels 4; Kleute 2.
De 10e en lle ronde worden morgen
gespeeld.
AMSTERDAMSCHE DAMBOND
COMPETITIE-WEDSTRIJD
4de Ronde
Dinsdag 10 October. Van Embden B?C.
Speellokaal Nieuwe Karseboom.
Maandag 9 October. D. O. S.?D. I. D.
Speellokaal CaféHollandais.
DAMVEREEN. MUTUA DELECTAT1O"
TE 's GRAVENHAGE
Deze vereeniging schrijft tegen 15 en 22
October a. s. een groepenwedstrijd uit voor
sterke meer geoefende en minder ge
oefende spelers.
Voorwaarden van deelneming worden op
aanvraag toegezonden door den Secretaris
de heer J. W. Sandifort, Molenstraat 50a,
den Haag.
CORRESPONDENTIE
P. V. te U. Ja, 't gebeurd meermalen dat
reeds geplaatste probl. nog eens ter plaatsing
worden aangeboden. Bij uw eerste ge
zonden probl. gaat de oplossing A niet op
want na wit 34:1 speelt zwart 37-41, wit 1:4,
zwart 41-47, wit 4:38, zwart 47:35 en zwart
wint. Probl. No. 2 heeft te veel figuranten
(schijven die absoluut geen dienst doen).
Kunt u ze beiden wijzigen? Weinig schijven
met mooie afwikkeling is veel fraaier dan
een groot aantal stukken die geen dienstdoen.
M. C. K. te D. Uw beide probl. worden
tegelegenertijd geplaatst.
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND >1
A. R. Falckstraat 5, Utrecht' «T3J
Alle berichten.deze rubriek betreffende.gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
CORRESPONDENTIE
Dr. M. B. O. te Heusden. Het ontnemen
van een vluchtveld bij den eersten zet is