De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 7 oktober pagina 13

7 oktober 1916 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

7 Oct. '16. - No. 2050 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 Hoe de Moderne Achilles uit zijn tent komt (Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek) Op het Westelijk Oorlogsterrein HET FRONT IJULI ISIB HET FRONT 26 SEPT. i (Teekening van A. de W.) Bij Gebrek aan Mannelijke Hulp (Punch) Koning Constantijn Hoe de Nieuwe Chlneesche President zijn loopbaan begon (Sidney Bulletin) De Stille Dag (Bystander) 11! Terechtwijzing (Simplicissimus) Rustige dag vandaag? O ja! je kunt een bom hooren vallen! De Geëmployeerde (Punch) Men seint uit Shanghai: Admiraal Liming Shi heeft president Li Yuan Hung om een kabinetswijziging verzocht. Indien hij daaraan niet voldoet, zal de Marine krachtig ingrijpen Zeg ventje, je kunt niet fluiten en werken tegelijk! Het ventje: Ik werk niet! Ik fluit alleen. . . . iiiiiiimiiiuiiiiiiiimiiiiiii niet verboden, maar is in strijd met de schoonheidsleer. Bij een t a s k-probleem mag men deze fout den componist echter niet te zeer aanrekenen. PROBLEEM No. 54 VAN W. HARING TE SCHIPLUIDEN (Eerste publicatie) ZWART a bcdefgh WIT Wit: Ka8, Dc8, Tg4, Pf7, Lh7, pion b5. Zwart: Kd5, Tg2, Th5, Lfl, Pb8, Pc2, pionnen a6, g3 en h6. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. De volgende partij is, naar de hee Marchand ons persoonlijk mededeelde, z. ide beste partij, welke hij in den wedstrijd te Amsterdam speelde. FRANSCHE PARTIJ Wit Zwart J. W. te KolstéM. Marchand 1. e2-e4 e7?e6 2. d2-d4 d7?d5 3. Pbl-c3 d5Xe4 Deze voortzetting (in plaats van het meer gebruikelijke 3... Pf6) geeft het centrum op en verschaft wit vrijer spel. Na de successen vooral door Rubinstein met deze voort zetting bevochten, is zij bij de meesters in de laatste jaren nogal in zwang. De wereld kampioen dr. Em. Lasker i? er o. a. een voorstander van en in den thans in gang zijnden match Tarrasch?Mieses heeft Mieses haar in alle partijen gekozen. Of zij intusschen de voorkeur verdient boven 3... Pf6 is o.i. twijfelachtig, al is voorshands de minder waardigheid er van nog niet aangetoond. 4. Pc3Xe4 Pb8?d7 5. Pgl-f3 Pg8-f6 6. Pe4Xf6 Pd7Xf6 7. Lf l?d3 Lf8 -e7 Hier wordt ook wel 7... b6 gespeeld (o.a. door Mieses in verschillende partijen van bovengenoemden match met Tarrasch) met de voortzetting 8. De2, Lb7, 9. Lb5f c6, 10. Lc4, (10. La6, La6: ll.Da6: Dc7, 12.0-0 Ld6, 13. Tel, 0?0, enz. leidt tot remise) Dc7, 11. Pe5, Ld6, 12. Lf4, 0?0, 13. 0-0, Tad8, 14. Tadl. Pd5, 15. Lg3, c5, 16. c3met beter spel voor wit (Teichmann?Rubinstein). 8. Pf3?e5 Dit lijkt ons niet de juiste voortzetting, daar de zet toch op den duur b7?b6 niet kan beletten, zooals uit het vervolg der partij blijkt; 8. 0?0, 0-0, 9. De2 (c5, 10. Tdl!) b6, 7. Lf4, Lb7, 8. c3 enz. is o.i. voor wit een beter speelwijze. 8 0?0 9. c2-c3 c7-c5 10. Lcl-e3 Dd8-c7 Deze stelling werd ook bereikt in de partij Marco?Reti in het tournooi te Budapest, 1913. Wit vervolgde toen met 11. f2?f4 en kreeg na 11... Td8 (beter is 11... cd4: 12. Ld4: Lc5, enz.) 12. Df3, Ld7, 13.0?O, Tac8, 14. f5! overwegend spel. 11. 0-0 b7?b6 12. Ddl?c2 Beter is 12. De2, waar de dame later toch heen moet en veel beter staat dan op c2. Bovendien zou wit dan eventueel (na c5Xd4 en c3Xd4) gelegenheid hebben met n der torens de c-lijn te bezetten. 12 Lc8?b7 13. f2-f4 c5Xd4 14. Le3Xd4 Nu zou 14. cd4: Dc2: 15. Lc2: zwart de gelegenheid geven de c-lijn te bezetten. 14 Le7?c5 15. Ld4Xc5 Dc7Xc5f 16 Kgl?hl Ta8?c8 Om b2?b4 te beletten. Zwart behoefde daarvoor echter niet bevreesd te zijn, daar na 16... Tfd8 17. b4, De7 wit slechts een zwak punt op c3 zou verkregen hebben. Zwart deed derhalve beter terstond 16... Tfd8 te spelen. Wees toch niet zoo'n kinderachtige jongen! De Fransche jongens van jouw leeftijd staan al aan het front!" ffiiiiiiuuiifKfiiiiifmmiHifm.ifiimmtiiiifimfiiiiiiiifilifiiiiiiffimiiiiimffiiiimiiiiiiiifiiiiimifirifiifiii Tf8-d8 17. Tal-el 18. f4-f5? Voorbarig! Wit, die tot nu toe over het geheel goed gespeeld heeft, moest thans eerst de koningin naar e2 spelen en zoo doende zijn minder sterken 12den zet weer goed maken. Wel is waar erkende hij hier mede een tempo verloren te hebben, maar ook zwart heeft door Tac8 (later gaat de toren weer van c8 naar d8) een tempo ver speeld. Na 18. De2, Td6, 19. La6 zou wit zeer goed gestaan hebben. De tekstzet kost wit minstens een pion. 18 Td8-d5 (Stelling na 18... Td8?d5) ZWART 4PiP* i 4 i a bcdefgh WIT 19. Dd2-e2? Deze tweede fout brengt wit in beslissend nadeel. De juiste zet was 19. Le4 bijv. met de voortzetting: 19. ..Te5: 20. Lb7: Tb8, 21. Te5: De5: 22. Lc6, Pg4, 23. g3! Pe3 (24. De2, Dc5!) 24. Tel, Df5: 25. Df5: Pf5: enz. 19 Tc8-d8 Dreigt Te5: gevolgd door Td3: en wanneer wit den looper wegzet (bijv. naar c2) komt Td2 gevolgd door Tg2:. Wit kan dus goed schiks den looper noch het paard bewegen. Hij besluit derhalve tot een wanhoopsoffer, dat bij het soliede spel van zwart echter geen kans van slagen heeft. 20. Pe5Xf7 Kg8Xf7 21. Ld3?c4 Td5-d6 22. b2?b4 Dd5-c6 23. Lc4Xd6f Kf7?f8 24. Tfl~f3 Td6-d2 25. De2-e5 Dc6?d6 26. De5Xd6f Td2Xd6 De rest der partij behoeft geen commentaar, zwart wint gemakkelijk door zijn overmacht. Er volgde nog 27. Tg3, Tdl, 28.Te3, Td8 d2, 29. c4, Tel:f 30- Tel: Tg2: 31. Ld5, Ld5: 32. cd5: Td2 en wit gaf na eenige zetten op. Zwart heeft goed gespeeld, maar erkend moet worden, dat wit's 18de en speciaal diens 19de zet de hoofdoorzaak waren van het verlies der partij. Imponeerend is de partij o. i. niet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl