De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 14 oktober pagina 20

14 oktober 1916 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Oct. '16. No. 2051 De Taak van-den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst in Nederlandscb Oostlndië door Dr. N. H. SWELLENQEEBEL De taak van een hygienisehen dienst ia eeni van de ondankbaarste, die men. zich denken kan. Het publiek voelt voor den . geneeskundige, die in een tijd van epidemie eigen gezondheid en leven veil heeft, om zijn; patiënten te redden; voor de verpleeg ster, die daarbij hare plicht vervult tot ze erbg neervalt; desnoods nog voor hem,die in zulk een tijd eveneens onder opoffering van eigen rust en veiligheid huizen schoon maakt en onreinheden opruimt. Maar deze sympathie wordt alleen opgewekt onderde voorwaarde, dat de epidemie er is: dezelfde huizen-schoonmaker zou slechts tegenwer king ondervonden en scheldwoorden ingeoogst hebben, wanneer hij zijn werk had verricht vór het uitbreken der epidemie. Reeds jaren geleden heeft Charles Kingsley Dr. W. A. Kuenen, Lector in de tropische geneeskunde aan de universiteit van Amsterdam. noodelooze lasten opleggen. Maar men moet steeds te werk gaan bij het licht dat men heeft en dat is vaak zeer onvol doende ; m. a. w. men weet veelal nog te weinig van de wijze van ontstaan en ver spreiding der epidemie, die men geroepen is onmiddelijk, niet eerst nadat alle vraag stukken en détail zijn uitgewerkt, te keer te gaan. En van die détails hangt juist zooveel af: wat helpt het ons (om een concreet voorbeeld te geven) of we al weten, dat menschenpest een gevolg is van rattepest, zoolang we niet op de hoogte zijn van de levensgewoonten van de rat. Eerst toen van Loghem ontdekt had dat speciaal de huisrat gevaarlijk is en dat dit dier in de holle hamboebalken der huizen nestelt, verkreeg men de noodige gegevens om een Dr. W. Th. de Vogel, | Hoofdinspecteur | Chef van den B. G. D. | Dr. Terburgh, Inspecteur van den B. G, D. in Oost-Ja va. ons deze tegenstelling in: Two years ago" duidelijk geschilderd. De romantiek en de prikkel van het gevaar moet er zijn, om het publiek maatregelen, waarvan ze het ver band met de ziekte niet onmiddellijk vatten, te doen verdragen; en toch zijn deze laatste juist dan het nuttigst, wanneer ze worden genomen vór de epidemie komt of haar hoogtepunt bereikt. Deze ondankbare taak uit te voeren in Nederlandsen Oost-Indië is de plicht van den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst, die niet alleen ziekten, welke epidemisch optreden heeft te bestrijden (zooals pesten cholera), maar ook voor hernieuwde uit barstingen heeft te wa_ken en zelfs te letten op ziekten, die nooit in onze archipel voor kwamen, maar waarvan men de mogelijk heid van invoer vreest (zooals gele koorts). Wisten de ambtenaren nu maar, dat de door hen ter beteugeling van de epidemi sche ziekten genomen maatregelen ) onfeilbaar werkten, dan zouden zij met vertrouwen het publiek de schijnbaar llllllllllllllllflIMIIIIIimilllllllHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIHIIIIimilHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII Prof. Dr. W. Schüffner. rationeele pestbestrijding te organiseeren. Een andere factor, die de taak van den B. G. D. komt verzwaren is het feit, dat de door hem genomen maatregelen niet zelden zwaar op den handel drukken en dat men dus steeds zal moeten overwegen wat erger is : het middel of de kwaal. Daar tegenover staat echter, dat de wetenschap, dat in de Nederlandsch-Indische havens een strenge quarantainedienst bestaat, meer faciliteiten geeft voor onze schepen in buitenlandsche havens als bijv.: Singapore. Zoo wordt er dus van den chef van den B. G. D.: Dr. W. Th. de Vogel geëischt, dat hij als werktuig van het gouvernement een open oog hebbe voor de belangen van handel en verkeer. Verder moet hij doel treffend gebleken maatregelen tot voor koming van besmettelijke ziekten uitvoeren, ook dan, wanneer de leek daarvan de noodzakelijkheid volstrekt niet inziet en Prof. Dr. C. Eykman, Hoogleeraar in de gezondheidsleer te Utrecht Bekend om zijn fundamenteel onderzoek over de oorzaak der beri-beri. zich bitter over de lasten ervan beklaagt. En last not least moet hij leiding geven aan de onderzoekingen, die gedaan worden om meer licht te verspreiden over de oor zaken van het ontstaan en de verspreiding der epidemieën. Gelukkig bestaat er in NederlandschIndië een land, waar zulke theoretici", (zooals men ze vaak minachtend noemt) het sanitaire bestuur in handen hebben, waar men dus eerst de oor- zaken der ziekten bestudeerde en als gevolg daarvan maatregelen nam om ze te voorkomen en uit het land te houden. Dit land is het gebied der tabaksplantages op Sumatra's Oostkust en die theoretici zijn Dr. Schüff ner, Dr. Kuenen en andere geneeskundigen in dienst der tabaks- en rubber-onderne mingen (vooral van de Senembah- en de Delimaatschappij) Zij hebben het met hun graue theorie" nu al zoo ver gekre gen, dat de sterfte onder de koelies dier onder nemingen van 74 per mille van 1891-'96 tot 6-8per mille in 1916 is gedaald, zoodat iemand eens in scherts beeft, ver klaard, dat men toch ten nutte van de wetenschap een plaats moest reser veeren om specimena van de verdwijnende ziekten aan te houden, daar men die anders, evenals de boomen van het oerwoud, weldra te vergeels zou zoeken. Deze voorstelling is evenwel onjuist, want men behoei'i slechts een weinig van de voort durende waakzaamheid, Verloop der pest-epidemie in de afdeeling Malang in perioden die het publiek zoo over- yan 4 w£ken yar> 5 April 191i tot 24 Augustus 1916. bodig voorkomt op te geven, om al die ziekten wederom te zien optreden. In Deli heeft men dus practisch aangetoond, dat het mogelijk is, door doelbewust-uitgevoerde hygiënische maatregelen, gebaseerd op de nieuwste onderzoekingen op wetenschap pelijk gebied, ziekten als cholera, dysenterie, mijnwormziekte e. a. met succes te bestrijden, en dat het tenslotte voordeeliger is hieraan geld te besteden dan die ziekten hun gang te laten gaan. Het werk dat daar verricht is stemt tot bewondering en het i s te betreuren dat dit zóweinig bekend is in Nederland, dat een oud hoofdredacteur van een onzer grootste dagbladen, bij de lezing van een artikel van Victor Heiser over de sanitaire organisatie der Philippijnen in enthousiasme geraakt, dit artikel onze jonge lieden als een voorbeeld aan beval, daarbij naar alle schijn geen flauw begrip hebbende, dat in onze eigen koloniën dergelijk werk was verricht, op evengroote schaal en even volkomen. Maar keeren we terug tot den B. G. D. De chef van dezen dienst kan dus beide leering en vertrouwen trekken uit hetgeen in Deli is verricht; leering wat betreft de wijze van bestrijding der epidemieën en ver trouwen dat die maatregelen werkelijk resultaat geven. Evenwel is daarbij voor zichtigheid geboden. In de eerste plaats kan men de koeliebevolking van een tabaks onderneming in Deli niet gelijk stellen met de bewoners van een Javaansche desa. Die koelies zijn allen van een leeftijd, waarop de geringste sterftekans bestaat en ze zijn van te voren gekeurd, waardoor men dus met uitgezocht materiaal werkt. In de desa heeft men ook met grijsaards en zuigelingen te doen, die het sterftecijfer sterk opdrijven. Ten tweede heeft men over die koelies alle macht: wanneer ze een dag ziek zijn moeten ze naar het hospitaal der onderneming. Hebben ze mijnwormen in hun darm dan worden die hun afgedreven of ze willen of niet. Die macht heeft men in de desa niet. Hoeveel moeite heeft men niet reeds met de vaccinatie en wat zou een bestuurs ambtenaar ervan denken, wanneer hem werd bevolen een geheele desa een gedwongen mijn wormkuur te doen ondergaan? Eindelijk kan Deli volstrekt niet in alle opzichten als hygiënische leerschool voor Nederlandsch-Indië dienen: de malaria, een van de belangrijkste volksziekten in onze kolo niën, is daar van weinig beteekenis en de pest heeft er slechts nmaal een kort be zoek gebracht om snel weer te verdwijnen, zonder dat men het recht had dit aan de genomen maatregelen toe te schrijven. Ook verzorging van kraamvrouwen en hygiëne van zuigelingen traden in Deli niet op den voorgrond. Al geven de resultaten in Deli verkregen moed en al kunnen ze die sceptici den mond snoeren, die beweren dat de strijd tegen de besmettelijke ziekten in Nederlandsch-Indië onbegonnen werk is, toch moet in deze de B. G. D. zijn zelfstandig oordeel blijven behouden en kan het voor beeld uit Deli slechts mutatis mutandis en niet zonder veel ernstig onderzoek worden overgenomen. Dit is de opvatting van Dr. W. Th. de Vogel, die naast de practische toepassing ook het wetenschappelijk onderzoek in zijn dienst een eerste plaats inruimt. Van niet minder belang is het evenwel, dat een voldoende aantal geneeskundige ambtenaren van dezen dienst (de zgn. gpuvernementsartsen) in nauwe aanraking komen met de bevolking, om zich daardoor op de hoogte te stellen van de ziekten waaraan de inlander lijdt en om hem meer vertrouwen in te boezemen in de Europeesche geneeskunde. Want slechts op deze wijze zal men, in samenwerking met het volksonderwijs en het particulier initiatief, de ruwe dwang der Delische hygiënisten kunnen vervangen. De resultaten van het onderzoek wijzen den weg, maar op de uitvoerders, de gouvernementsartsen, komt het aan. Dit zijn de pionniers die uitge zonden worden te midden van de inlanders, die hun vertrouwen moeten winnen en er voor zullen moeten zorgen, dat het werk der onderzoekers aan het volk ten nutte komt. Het is inderdaad een schoone taak, welke die mannen wacht; want wanneer hun pogingen slagen, zullen zij zonder twijfel in niet geringe mate bijdragen tot de opheffing van den inlander, wanneer het tenminste juist is (en er is veel, dat daar. iiiiiHiiMiiiiliMniiiiiiiMiiiiiiiiiimimimiitmiiiitiii iimniiliiiiiMii Illllll Illlllll l II Mlllllllll III l l II l l Illlllllllll l MIMI EMARANG ANDOENG°M TECHN.E XP MLJ AMERIKA COMPANIA DE TECNICA TECHNICAL EXPORT COMPANY EXPORTACION BUEN05AIRES-AMSTERDAM AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl