Historisch Archief 1877-1940
14 Oct. '16. No. 2051
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21
voor pleit), dat de beruchte lakschheid en
indolentie, die vele inlandsche bewoners
van onzen Oost kenmerkt, voor een niet
gering gedeelte te wijten is aan de chroni
sche ziekten als malaria en ankylostomiasis
(mijnwormziekte), die langzaam het gestel
ondermijnen en de energie dooden. Zelfs
al gaat men met den Amsterdamschen
Hoogleeraar Saltet een stap verder en denkt
men aan de mogelijkheid, dat h et karakter
van de inlandsche bevolking in Oost-Indië
zoozeer versterkt zou worden, door de ver
beterde hygiënische toestanden, dat daar
door een einde zou worden gemaakt aan
onze heerschappij in die landen, zou dan
het verlies onzer koloniën onder die om
standigheden onze eigenliefde als volk niet
meer streelen dan de roemrijkste overwin
ning en zouden die overwegingen ons mogen
terughouden op den ingeslagen weg voort
te gaan?
De B. G. D. mag reeds opresultaten wijzen.
Onder de jeugdige geneeskundigen is een
toenemende belangstelling te bespeuren voor
de werkkring in de tropen en om te be
vorderen, dat zij die zich aanmelden, beter
dan tot nu toe berekend zijn voor hun taak,
volgen zij onder leiding van Prof. Dr. J. J. van
Loghein en zijn medewerkers een practische
cursus in tropische hygiëne en aanverwante
vakken. Zoo zal naar wij hoopen in het
te kort aan werkkrachten worden voorzien.
Op deze verwachting moge de nadruk
worden gelegd in een tijd dat alle aandacht
op militaire zaken geconcentreerd wordt;
laat men bedenken dat hier een arbeids
veld zoo goed als braak ligt, waarop Neder
land even groot, ja grooter kan zijn dan
de grootste mogendheid.
1) Ik noem hier de besmettelijke ziekten,
daar de voornaamste volksziekten in onze
tropische gewesten daartoe behooren, z. a.
malaria, cholera, pest, dysenterie, mijn
wormziekte, lepra, enz Een belangrijke
uitzondering op dien regel vormt de
beriberi, waaraan de naam van Prof. C. Eykman
uit Utrecht steeds verbonden zal blijven,
daar hij-het eerst aantoonde, dat deze ziekte
berustop een ondoelmatige voeding metrijst.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii iiiiiiiiiin
Staatkundige ontwikkeling
der Inlandsche Bevolking
door S. de GEAAFF
Oud-Directeur ran Binwcnlunlsch, Bestuur
In de grondwet voor het koninkrijk
Würtemberg leest men in de inleiding
vau het standaardwerk van den toen maligen
hoogleeraar Mr. J. Oppenheim over het
Nederlandsch gemeenterecht wordt het
hoofdstuk, aan de gemeenten gewijd, ge
opend met de verklaring: die Gemeinden
sind die Grundlagen des Staatsvereins".
Tot lof van den Nederlandschen wetgever,
die aan dergelijke geestdriftige ontboeze
mingen zich zelden bezondigt, deed de
schrijver aanstonds uitkomen hoe, wat meer
waard is, onze grondwet het verstaan heeft
voor de gemeenten eene organisatie te
scheppen, die het haar mogelijk beeft ge
maakt de pijlers te worden van het staats
gebouw; de middelpunten, uit welke het
kunnen en het willen van het volk zich
den weg baant naar alle richtingen heen.
Het eeresaluut, in die beschouwing den
wetgever in het eigen land gebracht, zou
bezwaarlijk in even warme klanken den
kolonialen bewindvoerder in Indië ten deel
mogen vallen. In hare staatkundige
beteekenis nauwelijks opgemerkt, hoofdzakelijk
tot niet meer dan administratieve doel
einden dienstbaar gemaakt, is de inlandsche
gemeente daar te lande integendeel jaren
en jaren achtereen prijsgegeven aan ver
slapping en innerlijk verval. Verslapping
in die mate, dat haar zelfstandig
rechtsbestaan ten laatste zelfs een punt van twijfel
was geworden. Eerst een tiental jaren ge
leden heeft de Inlandsche Gemeente-ordon
nantie voor Java en Madoera aan dien
twijfel een einde gemaakt en tevens de in
wendige organisatie der desa in hare
hoofdtrekken wettelijk vastgelegd.
Aan het uitvoerend gezag thans de taak
om, voortbouwend op de aldus gelegde
grondslagen, met ruimen, practischen blik
de latente krachten van het inlandsch ge
meentewezen tot leven op te wekken. In
die richting ligt voor den kolonialen be
stuurder en in de eerste plaats voor de
bevolking zelve een onbegrensd arbeids
veld open. Met opheffing of doelmatige
verplaatsing van deambtelijke verhoudingen,
die in den loop der tijden ook in de ge
meentelijke huishouding en haar bestuur
den boventoon hebben verkregen, worde
allengs de desa in den haar passenden
democratischen vorm hersteld en in' de
aldus op beteren grondslag georganiseerde
gemeenschap, beheerd door een lichaam,
dat in waarheid de vertegenwoordiging der
bevolking mag heeten, het initiatief ge
kweekt tot publieke instellingen op velerlei
gebied: op dat van onderwijs en zieken
zorg, van landbouw en veeteelt en van
andere voorzieningen, die in geestelijken en
stoflelijken zin aan de ingezetenen ten goede
strekken. Wat daarbij de krachten der desa
op zich zelve te boven zou gaan, worde in
samenwerking van aaneenliggende gemeen
ten gezocht, in die van groepeering van
desa's, die voor bepaalde doeleinden in
coöperatief verband tot elkander treden,
zoo niet wanneer de maatschappelijke
behoeften daarop wijzen in de schepping
van staatsrechtelijke vereenigingenvan desa's
als die waarvan, ondanks de opheffing der
vroegere instellingen van dien aard, in
meerdere streken in het inlandsch gemeente
wezen nog steeds sporen zijn nagebleveu.
In de eigen desa en hare naaste om
geving voor een groot deel der bevolking
het veld van beschouwing, waartoe hare
belangstelling, haar geheele gedachtenkring
zich bepaalt zij het langs dien weg, dat
naast eene volksvertegenwoordiging in de
ware beteekenis van het woord, gevoel voor
de openbare zaak, waardeering van de
krachten der gemeenschap, in het alge
meen een staatkundig leven op deugdelijken
grondslag tot ontwikkeling worde gebracht.
Een staatkundig leven, dat niet door uiterlijk
vertoon naar buiten spreekt, maar, nuttiger
en in moreelen zin meer verheffend, ook
aan het Indisch staatsgebouw naar de aan
gehaalde woorden de pijlers kan verschaffen,
die voor een hechten samenhang onmisbaar
zijn; ook duur de middelpunten, tevens de
natuurlijke leerschool kan scheppen, waar
uit het willen en het kunnen van wat in i
werkelijkheid de bevolking" mag heeten
naar alle richtingen zich baan zullen breken
Niet vór die plaatselijke leerschool in
ruimen kring de eerste vorming heeft aan
gebracht, zal van een staatkundig mede
zeggenschap van wijdere strekking voorde
groote meerderheid der bevolking sprake
mogen zijn. Eene overijlde toekenning daar
van zou duizenden, tot eigen oordeelen ten
eenenmale onrijp, lichtvaardig meesleepen
in een den Westerling bij ervaring te zeer
bekenden strijd om politieke leuzen en
begeerten, met den demoraliseerenden na
sleep daarvan. Het daartoe leidend ver
tegenwoordigend stelsel terecht werd
onlangs in een der vrijzinnige bladen de
nadruk daarop gelegd heeft in het Westen
waarlijk niet zulke schitterende uitkomsten
geleverd,dat om de bedoelde beschouwing
te herhalen men zich geroepen heeft te
achten om zonder meer er den Oosterling
gelukkit? mee te maken, en de proef
nemingen in min of meer Oostersche landen
hebben allerminst bewezen, veeleer het
tegendeel, dat die er beter succes mee
weten te bereiken.
Voor de koloniën van Westersche mogend
heden in het Oosten geldt nog eene andere
overweging, van niet minder beteekenis.
Men moge de interpretatie vindt in
de wet nog geen steun zich Indië voor
stellen als een der onderling zelfstandige
rechtsgemeenschappen van den Nederland
schen staat; de historische en feitelijke
betrekking zelfs wegdoezelen tot die van den
zorgzamen voogd tot het onmondig Indisch
gemeenebest, het een noch het ander
verheelt het feit, dat twee over het geheel
zeer verschillende elementen, in dergelijke
verhouding tot elkander geplaatst, eene
instelling als die van politieke verkiezingen
spoedig zullen doen
ontaarden.vaneenonderlingen strijd tusschen staatkundige partijen in
de kolonie, in eene beweging, tegen het kolo
niaal bewind gericht. En wel het meest
zouden invloeden van dien aard vrij spel
hebben bij de velen, voor wie het kiesrecht
eene niet begeerde en niet begrepen zaak,
veeleer en dit misschien niet zonder
reden een nieuwe last in plaats van eene
daad van welwillendheid zou zijn.
Vooral in het tegenwoordig tijdsgewricht,
nu allerwegen in Indië vereenigingen wortel
schieten van meer of minder t>penlijke
politieke strekking, wachte men zich voor
overijlde stappen ; voor lichtvaardige o ver
planting vaii instellingen, gerijpt op
Westergenen bodem, onder een normaal staats
verband, naar anders bewerktuigde, door
andere stroomingen en verhoudingen
beheerschte gebiedsdeelen. Die opmerking
geldt de toepassing van Westerscbe stelsels
van volksvertegenwoordiging; zij geldt in nog
sterkere mate de afwijking moge ver
oorloofd zijn het denkbeeld der
weerbaarmaking van de inheemsche bevolking,
mede een onderwerp van den dag, dat, meer
dan eenig ander, bij onberaden toepassing
zoowel voor het Nederlandsch gezag als
voor de kolonie zelve bedenkelijke toe
standen in het leven kan roepen.
Wat aangaat de verdere staatkundige
ontwikkeling der inlandsche maatschappij,
buiten het orgaan, dat voor allen vorm en
leven heeft: de desa, al dan niet in
vereeniging met naburige gemeenten, zal, als
bij elk vraagstuk van dien aard, eene stelsel
matige opklimming, zooveel mogelijk ge
lijken tred houdend met de verruiming
der gezichtssfeer van de bevolking, de
algemeene gedragslijn dienen te bepalen.
In de eerste plaats zal in de opeenvolging
der organen, aan wier arbeid de vertegen
woordigers der bevolking meer en meer
zullen hebben deel te nemen, die gradatie uit
drukking moeten vinden. De afstand van
den desakring tot de centrale machtsorganen
van de kolonie, zelfs tot die van de ge
westen, in doorslag thans reeds op Java zoo
uitgestrekt als drie Nederlandsche provinciën
te zamen, is van dien aard, het karakter
van die lichamen in vele opzichten zoo
verschillend, dat zonder een passende
tusschenschakel van een natuurlijken ont
wikkelingsgang geen sprake kan wezen.
Die tusschenschakel, naast de gemeente in
het onderwerpelijk vraagstuk de belang
rijkste factor, moet in de afdeeling worden
gezocht; bij voorkeur echter, ook met het
oog op de toekomstige evolutie van het
bestuurswezen, in het regentschap, gelijk de
desa zelve historisch inlandsch orgaan. Met
aanwijzing van die ressorten tot autonome
gebiedsdeelen zal mitsdien ten spoedigste
moeten worden overgegaan tot de instelling
van aj'deeling's-, bij voorkeur van
regentschapsrade.n. waarmede tevens in de uitwer
king van het decentralisatie vraagstuk in In
dië een ernstige misgreep zal worden hersteld.
Als sluitstukken van het gebouw, tege
lijkertijd echter de organen, waarin het
zuiver begrip van volksvertegenwoordiging
verloren gaat om voor de weinig
verkwikkelijke partijpolitiek van het Westen plaats
te maken, volgen daarop de gewestelijke
raden en de thans bij de wetgevende macht
hier te lande in voorbereiding zijnde Volks
raad of Koloniale Raad. Van de eerste kan
gezegd worden, dat na de instelling van
afdeelings- of regentschapsraden het zwaarte
punt van hunne taak steeds meer zal liggen
in hetgeen om de verwarrende termen:
autonomie en zelfbestuur te vermijden
als medewerking aan de taak der Regeering
is te omschrijven. Of de algemeene con
structie van den gewestelijken raad zich
daarnaar plooien zal, dan wel den
tegenwoordigen vorm niettemin zal behouden,
is bij eene breede beschouwing van het
vraagstuk van ondergeschikt belang. Hoofd
zaak in deze is het, dat, terwijl in de desa
huishouding het locaal karakter de zuiverste
uitdrukking vindt en ook in de
afdeelingsof regentschapsraden datzelfde karakter nog
den boventoon houdt, echter niet zonder
dat reeds ddar het veld van deelneming
aan den arbeid der Regeering in ruimere
mate wordt betreden, de gewestelijke raden
de eigenlijke leerschool zullen zijn in de
laatste richting, die ten slotte in den
Volksraad zich ten volle afteekent.
Aldus zal in de organisatie van de ver
tegenwoordigende lichamen het beginsel
van gradueele ontwikkeling op logische
wijze zijn betracht. Diezelfde gedachte ook
zal bij de regeling der vertegenwoordiging
zelve van de inlandsche bevolking voor
oogen dienen te staan.
Om het even welke organen van vertegen
woordiging het betreft, de hoogste of de
laagste, den Volksraad en de gewestelijke
bestuursraden dan wel de locale raden in
afdeeling, regentschap of gemeente, voor
alle gelijkelijk geldt de eisch, dat in de
wijze van samenstelling zooveel mogelijk
een waarborg behoort te liggen, dat inder
daad eene vertegenwoordiging wordt ver
kregen, de geschiktheid bezittend, niet het
minst de zedelijke eigenschappen, ,die voor
eene goede vervuiling van de aan het lichaam
opgedragen taak onmisbaar zijn. Voorop
stellend, naar den geest van den tijd, het
desideratum eener vertegenwoordiging door
volkskeuze, zal derhalve eene regeering,
die hare roeping beseft en niet zich tot
speelbal leent voor politieke stroomingen,
voor elk lichaam zich de vraag hebben te
stellen, met inachtneming van den werk
kring, in hoever het peil van staatkundige
ontwikkeling het vertrouwen wettigt, dat
door volkskeuze de vervulling van den voor
schreven eisch voldoende verzekerd zal zijn.
Voor zoover het antwoord op die vraag
bevestigend luidt, is de oplossing
a_angewezen. Waar dat niet het geval is, ligt zij
in de richting van trapsgewijze verkiezing
of wel in die van den tweeden vorm van
volksvertegenwoordiging: die krachtens aan
wijzing, door of namens de regeering, van
personen, die door hun verleden eene zooda
nige opdracht waardig kunnen wordengeacht.
Om tot het uitgangspunt terug te keeren,
zal in de regentschaps- of de
afdeelingsraden op Java en Madoera, bij welke immers
de zorg voor plaatselijke belangen in meer
beperkten zin nog op den voorgrond zal
staan, niet slechts al dadelijk een naar ver
houding talrijk inlandsch element zitting
kunnen nemen, maar zelfs vermoedelijk
spoedig voor een groot deel der plaatsen
voorziening mogelijk zijn bij rechtstreeksche
verkiezing in den kring der desabestuurders,
in dien van de gezeten burgers der desa
van zekere ontwikkeling en ande.re. In
mindere mate is dit voorshands te ver wachten
voor de gewestelijke raden, nog minder
voor lichamen als den Volksraad. Voor de
naaste toekomst althans zal in de behoefte
aan inlandsche leden voor die instellingen
geheel of hoofdzakelijk zijn te voorzien langs
den weg van verkiezing door lagere organen
en van benoeming door den vertegenwoor
diger van het Koninklijk Gezag.
Voor hen, die in partij beginselen of andere
aan de practische zijde van het vraagstuk
vreemde overwegingen de hoogste waarde
zien, zal die slotsom wellicht minder be
vredigend luiden. Zoolang de staatkundige
ontwikkeling der inlandsche maatschappij
geen hooger stadium is ingetreden, staat
het niettemin vast, dat door geene andere
oplossing het algemeen belang der kolonie
beter kan worden gediend. Tevens zal
daarmede Indië in groote mate bewaard
kunnen blijven voor den invloed van eene
klasse van politieke gelukzoekers, die in
de inlandsche wereld al meer het hoofd
gaat opsteken. Eene klasse, wier streven
aan de ware belangen der bevolking in
den grond der zaak veelal vreemd is en
in naburige koloniën herhaaldelijk een
bron van verwikkelingen is geweest.
MIIIIIIMttllMlllllllllinilllllllHlllinilllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMMIIIIinnMIIIIIIIIIIIIMIIMIIlMnillllltMUMIIIIIMIMnillinMIIIIIIMMIMIIIinillMllttlMllliniMlllll llllllllllllllllllllllllllintlllllllltlllllMIIIIIIIIIIIIUIIIIMIItllllllllillllllMUIIIIIIHIIIIIIMIMIIIIIMIIllllllllllIIIIIIMlIIIIIIIIIIIIIIMtnilllllMIIIIIIIMIIIIHIIIIIiniM
Een demi van soupele
Enye/sche stof, wijd van
achteren. Zoowel voor
lange als korte figuren
'/zen
13:40.
Een zeer gewild model,
dot m Engeland
grooten opgang maakt
H.HOLLENKAMP*J&
AMSTERDAM - ROTTERDAM mmmmmmmm
DEN BOSCH - BREDA
O
m
;? i'iii