Historisch Archief 1877-1940
-' \
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
14 Oct. '16 No. 2051
Meubiteering
H. PANDER & ZONEN
AMSTERDAM
DEN HAAG
ROTTERDAM
IMIIMIimillMIHIIIIIIIIll
IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItHIIIII
Opvoeding tot Inlandsch
Ambtenaar
door J. J. PUISTER, O. I.. Ambtenaar m. v.
Toen ik pas in Jndië was, werd ik bij
lezing der officiëele berichten getroffen door
een soort mededeelingen, die zich met zekere
regelmaat herbaalden:
Geschorst in zijn betrekking :
Ontslagen uit 's Lands dienst, terwijl
nader uitgemaakt zal worden, of dit ontslag
eervol of oneervol zal zijn :...
Oneervol ontslagen uit 's Lands dienst:...
Daar in Indië het aantal Inlandsche amb
tenaren zooveel grooter is, dan dat der
Europeanen, zal het geen verwondering
baren, dat men bij die mededeelingen zoo'n
groot aantal Inlandsche namen zag. Maar
zag men scherp om zied heen (ik spreek
van 20 jaar geleden) en merkte men, hoe
weinig het meerendeel der priaj, (Inland
sche ambtenaren) hoog en laag, zich om
hun kroost, klein en groot, konden be
kommeren, voor een deel ook ten gevolge
van de Oostersche opvatting van het familie
leven, dan moest men er zich werkelijk
over verwonderen, dat bovengenoemde
mededeelingen nog niet met veel grootere
menigvuldigheid voorkwamen.
Sprak ik met Europeesche ambtenaren,
die Inlandsch personeel onder zich hadden,
dan viel het mij telkens op, dat zij een
plichtsopvatting bij dat personeel veronder
stelden en als van zelf sprekend beschouw
den, die toch onmogelijk aanwezig kon zijn.
En als ik dan later dergelijke schorsingen
enz. las, was 't doorgaans met gemengde
gevoelens, want geregeld kwam de vraag
bij mij op: Schuldig of slachtoffer der
omstandigheden, nl. van onvoldoende op
voeding in de jongelingsjaren.
In 1908 werd ik aangezocht om de leiding
op mij te nemen van de Hoofdenschool te
Tondano, uit welker oud leerlingen de
ambtenaren en bestuurders voortkomen
van de Minahassa, de Sangi- en
Talanteilanden, de andere deelen van de Resi
dentie Menado en verder de Inlandsche
assistenten voor andere gewesten, welke
assistenten men de voortrekkers van het
geregeld bestuur zou kunnen noemen
Toen ik het leerplan en het reglement
-van de Hoofdenschool nalas, verwonderde
het mij volstrekt niet, dat er enkel sprake
was van kennis en nog eens kennis en
kunstvaardigheden, terwijl er met geen enkel
woord gerept werd over opvoeding in 't alge
meen of van opvoeding tot ambtenaar in
't bijaonder. Eu toch moet het bijbrengen
van een juist besef van de plichten van
Inlandsch ambtenaar of bestuurder het
allerzwaarste wegen.
Met den bestaanden toestand kon ik mij
natuurlijk niet vereenigen en ik trachtte
daarin dan ook zoo spoedig mogelijk ver
andering te brengen. Met dit doel stelde
ik een werkplan vast en legde de
opvoedingsstof neer in een aantal voorschriften.
De toenmalige .Resident Van Hengel, die
mijn opvatting volkomen deelde, liet zijn
critisch oog over de voorschriften gaan,
gaf mij enkele wenken, vruchten eener
langdurige bestunrspractijk, en zoo ont
stonden de onderstaande
VOORNAAMSTE PLICHTEN VAN DEN AMBTENAAR.
I. Ah gij ambtenaar zijl, zoo zult gij de
bevelen van uw meerdere stiptelijk opvolgen.
II. Het werk, dat u opgedragen wordt,
zult gij niet enkel afmaken, gij zult het zoo
goed mogelijk doen.
III. Als gij een opdracht hebt gekregen en
bij de uitvoering blijkt, dat uw chef eenig
onderdeel mocht hebben over het hoofd gezien,
dan zult gij in die leemte voorzien.
IV. Gij zult beleefd zijn tegen uw meerderen
en vriendelijk iepen uw ondergeschikten.
V. Gij zult steeds trachten de welvaart van
het volk te bevorderen.
VI. Gij zult ah ambtenaar de belangen
behartigen van allen, zoo van den kleinen
man als van den aanzienlijke.
VII. Gij zult geen geschenken aannemen
met de stilzwijgende verplichting, daarvoor
den gever in dienstzaken terwiüe te zijn.
VIII. Als gij een rapport moet opmaken,
zoo zal dat steeds zijn naai- waarheid, gij
zult niets dan de waarheid, maar ook de
geheele waarheid melden.
IX. Als gij gouvernementsgelden moet
beheeren, zoo zult gij die steeds eerlijk verant
woorden.
X. Bij 't beheer van 's Lands gelden, zult
gij 's Lands belangen steeds voor oogen hebben :
gij zult een zuinige penningmeester zijn.
XI. Als gij in uw werkkring den eed van
geheimhouding hebt afgelegd, zoo zult gij dien
eed steeds indachtig zijn.
XII. Gij zult in dienst uw ondergeschikten
ten voorbeeld zijn, opdat uw trouwe plichts
betrachting hen zal aansporen, u na te volgen.
Ah gij deze regels opvolgt, zoo zult gij een
verdienstelijk ambtenaar zijn: gij zult het ver
trouwen winnen van uw meerderen, de liefde van
uw ondergeschikten, de achting van allen *).
Gedurende de tweede helft van het laatste
?schooljaar werd wekelijks met de hoogste
leerlingen, jonge mannen van 17tot20jaar
een middag aan deze materie gewijd.
Telkens werd een der plichten uitvoerig
besproken, de gevolgen bij niet en bij wél
nakomen voor de bevolking en voor den
ambtenaar nagegaan.
Als zoo beteekenis van de plichten
ten volle tot hen doorgedrongen was, wer
den deze op een rijtje uit 't hoofd geleerd,
gelijk wij dat als kind eens deden met de
u i iiniiiiii immuun u u m iiiiiiiiiiiiiiiiinui ui i liliiiliiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii liiiiuimiimriiiiHiiil illiiiiiiuiiliiini
tien geboden. Ten slotte schreven de jon
gelui ze in hun schoonste handschrift op
om ze later in een lijstje in hun kantoor
op te hangen.
En nu de vruchten?
Of ze op een vruchtbaren bodem zijn
gevallen moet de toekomst leeren.
Enkele jaren geleden ontstond, als een
uiting van het ontwaken van het Oosten
de Sarekat Islam.
Bij haar streven meende de bevolking
geen voldoenden steun te kunnen krijgen
van haar hoofden, de Inlandsche bestuur
ders, ja zij meende, dat haar, bij die der
Chineesche landgenooten vergeleken wer
kelijk veel mindere welvaart, voor een groot
deel was te wijten aan die hoofden.
Daarom zagen de leden van den S. I. op
vele plaatsen in hun Inlandsche hoofden,
te recht of ten onrechte, dat laat ik buiten
beschouwing-, niet meer hun leiders, hun
helpers, maar hun tegenstanders, hun vijan
den, en begonnen ze een gouden toekomst
te verwachten van de bestuurders van den
S. I. Op die wijze werd echter tusschen het
wettig gezag en het volk een onwettig be
stuur geschoven.
Daar het Inlandsch bestuur het vertrou
wen van het volk verloor en dit Inlandsch j
bestuur toch het wettig instituut is van de
Nederlandsche Eegeering en door deze ge
handhaafd zal moeten worden, zal het volk
op den duur ook het vertrouwen in de
Hooge Kegeering verliezen.
Dit is natuurlijk een hoogst ongezonde
toestand, waaraan zoo spoedig mogelijk een
einde dient te komen. Daarom dient elk
iiiuuiiiiiinmiiiiiimiiiimiiiui mum u u luim
TJIT HET
ingrijpen van de bestuurders van de S.
Lvereenigingen in bestuursasngelegenheden
onmiddellijk en onverbiddelijk te worden
tegengegaan.
Er is slechts een middel om uit het
moeras te komen en dat is, de Regeering
moet trachten het vertrouwen van de bevolking
te behouden of te herwinnen door te zorgen,
dat het Inlandsch bestuur het vertrouwen van
het volk ten volle waard is. En daartoe moet,
meer nog dan te voren, zorg worden be
steed aan de opvoeding van de Inlandsche
ambtenaren in den geest zooals ik hierboven
heb geschetst.
Wanneer de bevolking ziet, dat de
Inlandsche ambtenaar steeds handelt volgens deze
voorschriften :
V. Gij zult steeds trachten, de welvaart
van het volk te bevorderen.
VI. Gij zult ah ambtenaar de belangen
behartigen van allen, zoo van den kleinen
man als van den aanzienlijke.
VII. Gij zult geen geschenken aannemen
met de stilzwijgende verplichting, daarvoor
den gever in dienstzaken tfr wille te zijn,"
dan zal dat niet nalaten een beilzamen
invloed uit te oefenen op de gezindheid van
het volk, en zal dit in die ambtenaren niet
alleen zijn wettige, maar ook zijn werkelijke
leiders en helpers zien.
De omstandigheden zijn het Gouverne
ment in deze buitengewoon gunstig. Steeds
meer Inlandsche ambtenaren komen tot het
besef, dat de Westersche opvatting van het
huwelijks- en familieleven dfl voorkeur ver
dient boven de Oosterscbe, steeds meer
wordt dat besef omgezet in daden, steeds
meer ouders trachten hun kinderen in die
richting te sturen.
Als zoo de opvoeding van den aanstaan
den Inlandschen ambtenaar reeds in zijn
prille jeugd in z\jn ouderlijk huis wordt
begonnen, daarnaast op de lagere school
wordt voortgezet, om .haar bekroning te
vinden Op de opleidingsscholen, dan zal er
ten staf van Inlandsche ambtenaren worden
gevormd,waarop Insulinde niet enkel trotse h
mag zijn, maar die ook een zegen zullen
worden voor de Inlandsche bevolking.
Dat zij zoo!
*) In dit stuk is enkel sprake van Inland"
sche ambtenaren, dat wil echter niet zeggen,
dat ik het niet wenschelijk zou achten, dat
ook menig Europeesch ambtenaar beter
doordrongen ware van de noodzakelijkheid
van het nakomen dezer plichten. P.
School voor Inlandsche kinderen
'£<2fceit£&nc?a?rt &aeJ[z~~tüJr/7ze£&ffp^Srz^_
^jnsftfrjiï&^/njïZjóenP&d&ri' -eK^te^nttS^fven,,
WLT^^-^^Ö^^-^i^tJKe^^ZTfe^feiC;^, /?
r^rsr-i rzzr> ^^T r-r^0^
<^D**SEfr
fat: «tfv? JbnM
%, cx^zoz^Ww^'~<XJvn- &6i