Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Oct. '16. ? No, 2052
.i...
iiimimiiiiitii minimin tin HIIIIIII MIIIIIIIIIIII iini iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiinii
Een Gevangen Parlement
De historicus, die zich heeft voorgenomen
de gebeurtenissen in Nederland gedurende
den wereldoorlog te beschrijven, zal onge
twijfeld een hoofdstuk te wijden hebben aan
de positie, welke ons parlement in dat tijds
bestek innam.
Hij zal, dunkt mij, o. a. zijn aandacht moeten
bepalen tot de verhouding van de regeering
tegenover het parlement, alsook tot de
verhouding tusschen regeering n parlement.
Over het eerste onderwerp is reeds veel
gezegd. Déklacht was, dat het parlement te
veel werd u i t geschakeld en ter zijde gesteld
waar het gewichtige
regeerlngsaangelegenheden gold. In den laatsten tijd is daarover
zoo goed als niets meer vernomen, maar
thans Is een nieuwe klacht gekomen, n. 1.
dat het parlement te veel is i n geschakeld
waar het regeeringsaangelegenheden betreft.
Men zal reeds begrepen hebben, dat met
dit laatste het zitting nemen van Kamerleden
in de Rijkscommissies van Toezicht op de
Levensmiddelen voorziening wordt bedoeld.
Wat over deze zaak in de laatste weken
aan het licht is gekomen, is niet vleiend
voor ons parlement. De volksmond vond het
al lang niet in orde en plotseling werd deze
daarin bijgevallen door de uitspraak van een
geachi Kamerlid, dat niet meer of minder
te kennen gaf dan dat parlementsleden, die
ia de genoemde commissies zitting namen,
feitelijk geen vrijheid van critiek meer hebben
(inzake de levensmiddelenvoorziening na
tuurlijk). .
Dat is een zeer ernstig geval, ernstiger
m.i. dan het zoo op 't eerste gezicht lijkt.
Men zal mij kunnen tegenwerpen, dat de
Kamerleden, die niet deel uitmaken van de
commissies, die vrijheid van critiek dan toch
nog hebben behouden.
Oogenschijnlijk is dat zoo, doch wie
eenigszins met parlementaire gewoonten op
de hoogte is, weet beter. Er is in de Kamer
behalve een partij-collegialiteit ook nog een
zeker gevoel voor saamhoorigheid, en vooral
de laatstgenoemde omstandigheid doet zich
m.i., juist wijl de commissieleden uit de
diverse partijen geen uitgezonderd
gekozen zijn, in deze zaak bij zonderlij k gelden.
Ik wil het niet verhelen: het is zeer
menschelijk. En omdat Kamerleden ook menschen
zijn, zullen zij zich, tenzij met schroom, aan
die omstandigheid kunnen ontworstelen. Laat
ons aannemen, dat vrijstaande Kamerleden
zich welaan die omstandigheid ontworstelen,
dan zal hun critiek toch niet zózijn als ze
zou wezen wanneer hun collega's respectie
velijk partijgenooten, niet gebonden waren.
Dit is de psychologische zijde der kwestie,
waartegen de formeele niet veel beteekent.
Als men de zaak ook van dit standpunt
beschouwt kan men niet aan de conclusie
ontkomen, dat we thans een in zijn eigen
netten gevangen parlement hebben.
Een gevangen parlement juist op het punt,
dat in de naaste toekomst hoe langer hoe
meer overheidszorg zal vereischen: de
levensmiddelenvoorziening!
Ik wil niet vragen ofschoon men daar
door wijs kan worden of deze omstan
digheid een der oorzaken is geweest, dat
het parlement zoo moeilijk in beweging te
krijgen was voor dit gewichtige vraagstuk.
Men zou me allicht met een bekend spreek
woord kunnen beantwoorden, en daarom
spreek ik de hoop uit, dat het parlement
zich met een forschen slag ontrukke aan
haar gevangenschap, opdat het weer zichzelf
worde! H. Ai.KEMA
* * *
Indische Oud-Gedienden
Geachte Redactie.
Uw medewerker, Melis Stoke, heeft een
bezoek aan Bronbeek weergegeven; uit dat
verslag zou moeten blijken dat Jan Fuselier
na zijn dienstprestaties een welverdiende
rust in dat tehuis kan genieten.
Jammer dat de heer Melis Stoke zijn be
zoek niet verder dan Bronbeek heeft uitge
strekt: had hij dit gedaan, hoe wreed zou
het hem dan ter harte zijn gegaan. De
invaliden hebben het goed op Bronbeek,
maar de anderen?
Ik raad hem aan een pensioendag bij te
wonen in het Groot Mokum. Het leven van
den Oud-Ind. militair is in-droevig.
De goeden niet te na gesproken, zijn de
Oud-Indische militairen, toch allemaal jon
gens, die in den kracht van hun leven zich
hebben gegeven aan de belangen van hun
Vaderland, thans hulpelooze schepsels.
Honderd jaren is het geleden enz.," zegt
onze dichter Speenhoff, velen komen terug
en hebben een vette boterham, wonen op
villa's enz. Maar door wie hebben zij die
boterham gekregen?
De groote oorlogen in Indië zijn voorbij
ja er wordt op Djambi weder wat verwerkt
maar de Indische soldaat komt nu heelhuids
terug, uitgesloten ziekten en is moreel
bekwaam voor de arbeidsmarkt. Doch al
vorens aan den slag te kunnen gaan moeten
zij een tijd wachten en juist die tijd kan
door hen niet worden benuttigd en wel om
dat zij over het meerendeel geen tehuis
hebben waar zij zich kunnen bekwamen.
Er wordt thans voor zoo'n tehuis gewerkt,
er is een arbeidsbeurs voor hen, zeker, dat
is nog maar moreele hulp. De financieele
zijde wordt nog betreurd. Laat ik door uw
blad deze medewerking inroepen opdat zoo
spoedig mogelijk een tehuis kome als
hiervoren bedoeld. Bronbeek deugt hier niet
voor. Dat is te militaristisch aangelegd.
Daar doet de man zijn weinigje dienst en
is verder burger-soldaat.
Bronbeek is uitstekend voor invaliden maar
niet voor de arbeidsmarkt geschikten. En juist
daarvoor moet worden gewerkt. Juist daarvoor
is financieele steun dringend noodig. En dan
kom ik tot mijn vraag: Is het geen zedelijke
verplichting van lederen Indischen gast, die
een vette boterham verdiend heeft van dat
door de soldaat geplante boompje Wel
vaart" iets aftestaan voor dat schoone doel ?
Groot is de behoefte aan:
a. Een arbeidsbeurs, die nu reeds bestaat
maar nog zeer vatbaar is voor uitbreiding.
b. Een doorgangs- tevens kosthuis, waarin
gevestigd is de arbeidsbeurs en een voor
schotbank
c. Een voorschotbank, dan wel een bureau
voor wekelijksche uitbetaling van gagement
en pensioen aan gegag. of gepens. mili
tairen van het leger in N. O. en W. Indië
beneden den rang van onderluitenant.
34 van Nispenstraat
N ij m e g e n
D. v. D. ROEMER
Bronbeek
Geachte heer Melis Stoke,
Met zeer veel genoegen vernam ik van
uw bezoek aan Bronbeek en las uwe be
schrijving daarvan. Toevalligerwijze heb ik
er dezer dagen een dergelijk bezoek gebracht
en het zal uw landstormplichtig hart goed
doen te hooren dat er een flinke zending
sigaren en tabak namens onze Vereeniging
naar Bronbeek" verzonden is. Laten onze
oud-Indische soldaten hierin een klein be
wijs van waardeering zien; eene waardee
ring die wij non-combatanten" er op na
dienen te houden ook . . . voor onze land
stormplichtigen !
Hoogachtend,
UEd.
dw.,
J. VAN DE WALL,
Secr. Ned.Ver. Ons Leger".
De redactie van De Amsterdammer"
spreekt de hoop uit, dat er lezers zullen
zijn, die de oud-kolonialen zullen bedenken,
met tabak of anderszins.
De Militaire Groet
Ieder 'militair is verplicht een meerdere
in rang, hetzij deze behoort tot de
Landof de Zeemacht, dan wel tot het Neder
landsen-Indisch Leger, te groeten.
De meerdere is verplicht den groet te
beantwoorden."
Zoo staat het voorgeschreven in den
Inwendigen Dienst der Corpsen.
Zoo gebeurde het ook sinds jaar en dag,
totdat de mobilisatie kwam, waarbij het
aantal der onder de wapenen zijnde mannen
van eenige tienduizenden, het vredeseffectief ,
plotseling aangroeide tot eenige honderd
duizenden.
Nu zou gaandeweg blijken, dat, tengevolge
van verschillende oorzaken, het opvolgen
van het aangehaalde voorschrift door vele
militairen, zoowel meerderen als minderen,
verwaarloosd werd.
In de dagbladen verschenen ingezonden
stukken van minderen, die zich beklaagden
over het achteloos teruggroeten en zelfs
over het niet teruggroeten van vele meer
deren; van meerderen, die klachten uitten
over het saluut van vele minderen.
En beide partijen hebben gelijk.
't Moet erkend worden, dat het groeten
in het openbaar in de grootere steden en
op plaatsen met groot garnizoen hinderlijke
proporties heeft aangenomen. Het zich op
straat bewegen wordt tot een ergernis,
wanneer de meerdere, zooals hij eigenlijk
verplicht is te doen, eiken mindere, die het
saluut niet, of op onvoldoende wijze brengt,
zou aanhouden.
Deed hij dit, het zou hem blijken bij wel
willende ondervraging, dat onoplettendheid,
onbekendheid met de distinctieven, soms
dronkenschap, doch zeer zelden onwil, de
oorzaken van het verzuim, vormden.
Doch zoover laat het Hollandsche publiek
het niet komen ! Waar het kan, trekt het
partij voor den mindere, belet den meerdere
den mindere tot zijn plicht te brengen en
per slot van rekening zijn onverkwikkelijke
straattooneelen het gevolg, waarbij de meer
dere als regel het loodje legt.
Evenmin heeft de mindere het in zijn
DE KROONPRINS
Teekening voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck
De man met de eeuwige glimlach.
imiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiii in i ut
iiiiiiiitiiiMiiiiiinii
IHIIIIIIIIIIlllllllMHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllIllllllllllllllllllItlllllll t MIMI
UNIE BANK
VOOR NEDERLAND EN KOLONIËN
macht den meerdere tot zijn plicht te brengen,
indien deze laatste hem kwalijk bejegent.
Wanneer zijn saluut niet behoorlijk be
antwoord wordt, zal een gevoel van wrevel
zich van hem meester maken, dat den goeden
geest bederft.
Is nu werkelijk het wisselen van den groet
zulk een groot militair belang?
Van historisch standpunt beschouwd,
kunnen wij het niet beoordeelen daar, omtrent
den oorsprong en de historische ontwikkeling
van den militairen groet, geen monographieën
bestaan. Wij moeten dus aannemen, dat,
zooals de Minister van Oorlog in de Tweede
Kamer verklaard heeft, het saluut alleen
beteekent:
Ik sta onder uwe bevelen" en de ver
klaring terug van den meerdere: Wij kennen
elkaar. Gij staat onder mijn bevelen en wij
moeten samenwerken." 1)
Het nut, dat de mindere en de meerdere
deze wederztjdsche verklaring eenige hon
derden malen per dag zouden afleggen, zal
niemand inzien.
Evenmin lijkt het ons in het democratische
tijdperk, waarin wij leven, menschkundig op
onnoodige wijze het verschil in stand en'in
ontwikkeling, dat gewoonlijk gepaard gaat
met het verschil in rang, te accentueeren.
Laten wij toch vooral niet het oog richten
naar onze Oostelijke naburen, waar het
instituut van den militairen groet het karakter
van een eeredienst heeft aangenomen, doch
liever onzen eigen weg volgen!
Wanneer dan het wisselen van den mili
tairen groet in het openbaar geen practisch
nut heeft en indruischt tegen ons volks
karakter, dan schaffe men het af! .
De Kiijgstucht wordt er mee gebaat, het
dragen van den uniform is niet meer een
last. Elke mindere brenge het saluut aan zijn
eigen meerderen, ook buiten dienst. De
soldaat salueere de meerderen zijner eigen
compagnie; de matroos de meerderen van
zijn eigen schip. In het openbaar gelde voor
den militair verderde burgerlijke beleefdheid.
E. J. LANGELAAN,
Luitenant ter Zee
1) Handelingen, 30 Dec. 1915.
IIIIIIIIIIIIIIIIIII lllllllllllllllllillllllllllllllllllllHllllllllllllllllltlllll
VRAGENRUBRIEK
voor
Algetneene Wetenswaardigheden
J. J. v. d. W. te A. Kunt u mij ook inlichten
langs welken weg brieven aan den Nederl.
gezant te Brussel worden gezonden?
Volgens ons aan het hopfdpostkantoor te
Amsterdam verstrekte inlichtingen worden
ook deze brieven over Aken naar Brussel
gestuurd.
iiiliimijiiiiiiMiiimiiimiiiiiiiiiiiimiiiii
gevestigd te AMSTERDAM.
KAPITAAL f 5.000.000.?.
Bij de oprichting uitgegeven en volgestort ? 1.000.000.?,
waarvan ? 50.000.?op naam.
Uitgifte van f
1.000.000.in 1000 aandeelen aan toonder, groot ? 1000.?elk,
ten volle deelende in het dividend over 1916.
De inschrijving op bovenstaande aandeelen wordt tot den koers
van 109 pCt. op
Dinsdag 24 October 1916
tot des namiddags 4 uur,
opengesteld ten kantore van de Heeren PATIJN, VAN NOTTEN & Co.
te Amsterdam, waar prospectussen en inschrijvingsbiljetten verkrijgbaar
zijn en jaarverslagen en statuten ter inzage liggen.
Het Bestuur der
UNIE BANK VOOR NEDERLAND EN KOLONIËN.
AMSTERDAM, 19 October 1916.
HAKKERT'S Atelier w KisMooltow
Diergaardelaan No. 8 Telefoon 8408
ROTTERDAM
flrittite vtarraad ende meester instranenten hier ter lande.
Reparatiën in de bekende artistieke uitvoering.
Zichtzendingen door het geheele land.
Vraagt H AKKERT's Strijkstokken l
SOEEABAIA
Het Nederlandsch Indisch Pers
bureau, gevestigd te
Soerabaia belast zich met de behartiging
van
journalistieke
en
artistieke belangen
in geheel Nederlandsch Indië en
het Verre Oosten.
Regelt en geeft alle gewenschte
inlichtingen omtrent tournée's
welkeartiesten in Xederl. Indië
wenschen te ondersteunen.
Geeft voorts alle gewenschte
inlichtingen aan personen die zich
in Indië willen vestigen.
Betrouwbare inlichtingen.
Directeur :
JOHAN KONING
Redacteur Soer. Handelsblad.
Administrateur :
G. J. JACOBS
Hoofdadministrateur
Soer. Handelsblad.
G005LN & SWAGERMAN
E PIANO'S
IN ALLE STIJLEN:
l.; 1 EN HOUTSOORTEN
- :: f E! V'BLRDUX
f.:' ';'?' ".' EQ E-KAPSex,
i ?"~~- --?'-~'~\ CATALOGI FRANCo
L_?-J OP AANVRAGE :
BOE.KHORST3TR. W9. TEL. ZO5I.
DEN HAAG:
KUMST-ATEL1ER.
Specialiteit in het schilderen (aquarel) van
Bloem-, Vrucht-, en Diermotieven op Zijden
Costuums, Blouses, Kragen, Dassen, Lampen
kappen, Tea-Coats, Kussens enz.
Ook worden alle motieven volgen»opdracht
artistiek uitgevoerd.
Monsters op aanvrage ter bezichtiging.
Aanbevelend, Maatscliy IRIS, Amsterdam
Directie: Heerengracht 2i3«. Tel. Centrum 3?O.
ie beffende zaken Uidscl>eve$ 4 en 10 % hef
PREMIE voor de lezers van DE AMSTERDAMMER.
Fraaie Gravure naar het bekende schilderij van ROMNEY
De Biddende Samuel.
Formaat 60 X 45 cM. op plaatpapier.
Een sieraad voor elk vertrek.
Speciaal geschikt voor de Kinderkamer.
FRAAI 6ESCHEKK.
Prijs per stuk / 0.75 fr. p.p. na ontvangst van het bedrag als
postwissel of in postzegels.
Onder rembours met verhooging der rembourskosten.
DRUKKERIJ LEVISSOJ5T.
Hofwgckstraat 9, DEN HAAG.
!" IP H n k IPP
10 lllllo lul
aan den Amersfoortschenstraatweg,
vlak bij het station, te koop of gemeubileerd te huur.
Het huis heeft hall, 7 kamers, keuken met bijkeuken, badkamer,
zolder met dienstbodenkamer, kelder, closets, gas en waterleiding.
Op het terrein groot 84OO M2. bevindt zich garage met
knechtskamer, stal voor 2 paarden, gr. kippenhokken, kinderhuisje met
speelplaats, weiland, bloem- en vruchtentuin. Koopprijs zonder
meubilair ? 25.000. , huurprijs in nader overleg.
Voor nadere inlichtingen wende men zich tot WALTMANN & Co.,
Cath.kade 2, Utrecht.
Verscheen in de
GELD JAN
DEEL XV
door .IA Alt BOONEN.
OEBONDE».............. f005
gïj .Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam