De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 21 oktober pagina 5

21 oktober 1916 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

21 Oct, '16. No. 2062 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onze dienstmeisjes in het verleden, het heden, en de toekomst Teekening voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! uiiiiiiiriimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiniMimiimiiiiiii De Dienstbodenkwestie Eenigen tijd geleden plaatsten wij in ons [weekblad een stukje van Una over de acantle van onze dienstboden. Naar aan leiding daarvan werd van verscheiden kanten et verzoek tot ons gericht om in de kolommen mzer_tubriek ^yppr Vrouwen" gelegenheid economisch vraagstüln>ërïa¥déTeTi, "\vaatln 3nze lezeressen belangstellen en noodigden "een twintigtal vrouwen uit, haar denkbeelden neer te schrijven over dit tweetal vragen: 1. Wat kan er gedaan worden om in den tegenwoordigen dienstbodennood te voorzien? 2. Hoe zou ingevolge de dienstbodenschaarschte het huishouden op anderen voet kunnen worden ingericht? Wij begrepen dat deze vragen lange be sprekingen konden eischen en het was dan ook met eenigen schroom, dat wij voor stelden de antwoorden in te richten op de lengte van 300 woorden. Onze uitnoodigingsbrieven, 20 in getal, gingen naar: de Redactie der Hollandsche Huisvrouw", de Vereeniging van Huis vrouwen", de Nieuwe Huishoudschool," en de Huishoudschool Zandpad" beide te Am sterdam, verd_er naar vrouwen, die door haar maatschappelijke werkkring p.i. bevoegd waren een oordeel in dezen uit te spreken, en naar huisvrouwen die door practische ondervinding mogelijk goeden taad zouden kunnen geven. En het resultaat ? Slechts de vijf onder staande antwoorden mochten wij ontvangen! De Vereeniging van Huisvrouwen verzocht ons haar antwoord nog n week te mogen uitstellen. Waren wellicht de vragen niet scherp genoeg omlijnd? Was het voor velen te lastig ditmaal eens concreet te stellen ? Kan de vrouw haar gedachte over deze urgente punten nog niet ordenen? Is zij wellicht te bescheiden om onder haar nóam haar denkbeelden in 't openbaar kenbaar te maken ? Hoe het eij, wij zijn de schrijfsters die zich de moeite hebben willen geven op ons ver zoek in te gaan, dank verschuldigd. Wij laten de antwoorden hieronder volgen. Du choc des opinions jaillit la mérité". ELIS. M. ROGGE * * * Wat staat ons inzake den dienstbodennood te doen? I. De beschikbare goede krachten ver meerderen. IL Ons onafhankelijk maken van dienst personeel. I. Kunnen wij bevorderen door: a. leder in eigen kring het vooroordeel te bestrijden dat er schande is gelegen in dienen." Ieder menschenkind staat in het teeken der dienstbaarheid, ook al draagt men de gewraakte .muts" niet! b. Getuigen naar waarheid te geven, als prikkel tot plichtsvervulling. c. Geen juffrouw"-positie te laten bekleeden door iemand, die daartoe de be schaving mist; de ziekenhuizen b.v door het peil der verpleegsters hoog te houden. d. Als we een jong dienstmeisje hebben waar wat in zit," haar verder te bekwamen. Inzake II moeten we naar Amerika zien, waar centrale verwarming, kookgas, eenvoudiger regeling, tagewoningen, coöperatie op allerlei gebied, mogelijk maken dat vele dames zelf haar huiswerk verrichten. Daar de loonen der dienstboden er ge regeld worden naar de fabrieken, is hulp voor velen onbereikbaar en heeft men zich aangepast door allerlei vereenvoudiging, die hier evenwel niet opeens kan worden in gevoerd. Wat wij ons echter wel kunnen toeeigenen, is de Amerikaansche opvatting, dat een vrouw haar eigen huiswerk kan doen en toch lady" blijven. De vrouw die een nieuw huishouden opzet, neme gemakkelijk te onderhouden huisraad, koke op gas en make gebruik van nieuwe vindathaar lianden ONTMOETING DOOR LEO RIKMENSPOEL III Met het rijke gevoel in zich een geluk te bezitten, waarvan niemand wist en dat niemand hun ontnemen kon, waren beiden heengegaan. Onder het rhythmisch-dreunend voort hollen van den trein door de donkerte van het avondland zat Flory stil te peinzen. Hoe verrukkelijk, dacht ze, elkaar zólief te hebben l Een eigenaardige man toch die Bertie, hoe ben ik op hem verliefd gewor den ? Wanneer was het ook weer precies ? Die jongen zit altijd vol diepzinnige ge dachten, soms denk je, dat hij zich het leven daar heel zwaar mee moet maken. Maar hij houdt van mij, o ja, ik weet het zeker, dat hij van. mij houdt, en hij wenscht niets vuriger dan mijn geluk en ik het zijne, dus moeten we gelukkig worden. God, ik wou, dat we toch maar getrouwd waren, zoo altijd samen, zoo innig in een eigen huisje! Tegenover haar za*en twee vroolijk-druk pratende meisjes. Ze hadden het over een dansavondje, waarvoor nog zoo heel veel moest gebeuren, eer alles in orde was. Voornamelijk de werkzaamheden van de dan maar "ST beetje AmerfMWtocP op en brenge ze niet groot in de meening dat een dochter enkel als sieraad van haar huis dient of dat een jongen bederft als hij zijn eigen bed afhaalt. Hulde aan het wijs beleid dat ons halt" toeriep. Want wie is in 300 woorden uitge praat over de dienstbodenkwestie? Niet: A. DE GRAAFF WÜPPERMANN * * * I. Wat kan er gedaan worden om in den tegenwoordigen dienstbodennood te voorzien? Mij dunkt, zaakkundige en tactvolle vak opleiding. Onder zaakkundige te verstaan, dat de meisjes niet opgeleid worden, uitsluitend met 't vooruitzicht op een diploma, maar om haar plaats in het huishouden, naar behooren te vervullen. Onder tactvolle te verstaan, dat de op voedsters vooral de leerlingen trachten in te prenten, dat er, voor meisjes uit de volks klasse, geen geschikter werkkring is dan die van dienstbode, ten eerste omdat ze het in goede betrekkingen materieel en moreel veel beter hebben dan ergens anders en vooral ook, omdat het de eenige verhouding is, waarin tusschen de werkgevers en de werkster een hechte en duurzame band kan worden gevormd. Als het meisje later huwt, is het toch enkel de mevrouw uit haar vroegeren dienst, die haar helpt met daadwerkelijken steun in tijden van zwakte en nood, vooral met kleeren voor kinderen, en niet de directrice eener strijkinrichting of een dergelijke groote onderneming. Ook moet het de meisjes geleerd worden, dat een fatsoenlijke, bekwame dienstbode even hoog staat als een strijkster, een win keljuffrouw, een naaister en dergelijken. Liefde en geschiktheid voor haar vak dienen haar voorgehouden te worden, tot ze het begrijpt. Mogelijk zouden n of tweejarige dienstbodencursussen, aan de lagere school ver bonden, kunnen worden. H. Hoe zou, ingevolge de dienstbodenschaarschte het huishouden op anderen voet kunnen worden ingericht ? Misschien door den, door de telephoon verbannen, oppasser weer in eere te her stellen en diens werkkring uit te breiden; hij zou, behalve schoenenpoetsen, messenslijpen en kolendragen, nog andere bezig- i heden kunnen verrichten, b.v. den machinalen tapijtschuier hanteeren, de vaten wasschen enz., waardoor men het aantal dienst boden zou kunnen beperken. Dan zou het raadzaam en ook heilzaam zijn, indien alle huisgenooten er zich op toelegden hun eigen boeltje op te ruimen. Als iedereen zijn slaap- en zitkamer zou verlaten, zonder slingerende voorwerpen en van de plaats gezette meubelen, zou er, door verdeeling van arbeid, een groote be sparing ontstaan. costuumnaaister waren het brandpunt van haar druk gepraat. Flory ergerden zij een beetje met haar alledaagsch gebabbel... Het paste zoo niets bij haar innig, gelukkig gepeins. Toch bleven haar gedachten bijna voortdurend bij de weelde-fantasieën van haar liefde. De reis was haar erg kort gevallen en onderweg van 't station naar huis mijmerde ze even: hè, nu al weer zoo ver van elkaar, waarom toch? Kort na haar thuiskomst ging ze slapen. Toen ze in nachtgewaad in haar kamer voor den spiegel stond, zei ze in zich zelve: Bertie, in gedachte ben ik altijd bij je. En voor ze insliep, bleef ze aldoor aan hem denken. Met vluggen pas was Bertie van het station naar zijn kamer geloopen. Zonder bepaald op de voorbijgangers te letten, had hij af en toe gedacht: Wat laten die dood-gewone menschen me toch koud! Mijn Flory staat zoo ontzettend hoog boven ze. God, wat ben ik toch gelukkig! wat hou ik van haar en zij van mij! Hoe is het toch mogelijk, dat ik vroeger bevrediging heb gezocht in liefdelooze passie, 'n liaison, waar je diep in je ziel eigenlijk van walgde. Enfin, 't was gelukkig al eenige jaren in het verleden. Bertie was bijna thuis. Met ernstig-strak gelaat liep hij den hoek qm, naar het stille pleintje.. .? Daar hoorde hij, terwijl hij in gedachten voortliep, plotseling een stem zeggen: Dag Bertie! Toen hij opkeek, zag hij een jonge, goed-gekleede vrouw voor zich staan. Wat heb ik jou lang niet gezien! liet zij er onmiddellijk op volgen, 't Was Paula. Drie jaren geleden had hij haar het laatst Het antwoord op de beide vragen samen vattende zou ik raden : door het gehalte te verbeteren en het getal te verminderen" kan men mogelijk tot een oplossing van het vraagstuk komen, althans het vereenvoudigen. THÉRÈSE HOVEN Hoofd-^redactrice van de Hollandsche Huisvrouw" * * * De vraag die vele vrouwen bezig houdt in onzen tijd is: Hoe kan ik mijn huishouden vereenvoudigen ? Daarover iets te zeggen werd mij door de redactie gevraagd, en zij vroeg er bij of ik het in niet meer dan 300 woorden wilde doen. Laten' wfl rni[gViuu*en Ma'%eei «et huishouden gaan bezig houden. Laten wij niet klagen over dienstboden-schaarschte, maar weer zelf de handen uit de mouwen steken. Laten wij niet meer spreken over dat vervelende huishouden, maar weer gaan ge voelen hoe mooi en verheffend het is, om te zorgen voor hen, die ons het liefst zijn op aarde. Laten wij weer met liefde en geduld de kinderen van het volk van 16 en 17 jaar zelf onderwijzen en zelf voorgaan met ons rustig voorbeeld, en men zal eens zien wat voor vreugde men beleeft van een meisje, dat men zelf gevormd en reeds vroeg in huis genomen heeft' Wij dominé's-vrouwen, die op de kleinste plaatsjes moeten wonen, waar het geheele jaar door gebrek is aan geschoolde hulp het meest nog in den hooitijd weten van dit alles mee te praten. Maar wij weten ook hoe gelukkig een menschenkind is in het paradijs, waaruit velen zich lieten verdrijven. In dat paradijs zijn geen partijtjes en theetjes en late diners en drommen visites. Maar wel : bloemen in alle jaargetijden en hartelijke omgang en eenvoud. En de valsche schaamte en de peur de vivre" zijn er al lang uit verdreven. A. VAN HOOGSTRATEN?SCHOCH Pastorie-Zeist. * * * Het is wel niet mogelijk om in circa 300 woorden duidelijk uiteen te zetten op hoedanige wijze de moeielijke dienstbode kwestie moet worden opgelost, want dit vraagstuk raakt niet alleen de diepste hartader van het gezinsleven, het is niet minder van economisch en maatschappelijk belang ontbloot, hoe het voordurend conflict tus schen mevrouw en dienstbode tot een eind zal worden gebracht. Er bestaat eenerzijds de drang van de dienstbode naar persoonlijke vrijheid (hare avonden en vrije dagen), haar trachten om zich op te werken tot een hoogere maat schappelijke positie; anderzijds het recht der huisvrouw, die haar prestige en plaats van meerdere niet wil ontnomen zien door de vaak veeleischende en soms onbekwame, daarbij onhebbelijke dienstbode. Maar ik kan hier niet meer dan aangeven den weg dien m. i. dient ingeslagen te wor den, zonder daarom in een enkel détail te treden. I. Vrouwen, die uitsluitend huisvrouw zijn trachten zooveel mogelijk zelf het werk te verrichten; koken zelf of betrekken het eten van een coöperatieve keuken. Vrouwen, die een betrekking hebben, nemen, (zooais dat in Amerika het geval is) de dienstbode per uur, waardoor tevens kost, inwoning, bewassching, fooien, godsgezien. In zich zelf verwenschte hij haar, omdat zij nu juist zoo plotseling voor hem stond. Eerst zei hij niets, keek haar ver wonderd aan. Zij zag, dat hij geschrok ken was. Ken je me niet meer, Bert ? Je doet zoo raar! Waarom zie ik je neoit meer ? Ik woon tegenwoordig in de Wijkstraat. Wanneer kom je weer eens bij me ? Nee Paula, dat kan niet meer. Ik ben verloofd. Ben je verloofd? Sinds wanneer? Met wie ? Ja, en ik... Nou maar, dat had ik nooit gedacht. En ik was nog wel zoo blij, dat ik je weer eens zag, ik had gedacht, dat we elkaar nu eindelijk hadden teruggevonden. Bij die laatste woorden had zij ondeugend gelachen, dan vervolgde ze: Waarachtig, ik heb nog dikwijls aan je gedacht in de jaren, dat ik je niet gezien heb, echt verlangd soms naar je. Kom nu vanavond met me mee Bert, toe, niemand hoeft er toch iets van te weten. -- Nee Paula, dat kan toch niet, geloof me. Ik ben verloofd. Ik heb een meisje, ze is goed voor mij en we zijn gelukkig. Zou jij ons geluk dan willen vernietigen? Nee, ik mag haar dat verdriet niet aandoen. Hemel, wat ben jij veranderd Bert, wat ben je ernstig geworden! Ja, dat is mogelijk, maar jij bent ook veranderd. Jij zou het mij vroeger nooit ge vraagd hebben. 't Is waar, maar je moest ook eens alles weten, wat ik heb meegemaakt. Ik heb armoede geleden en juist in dien tijd kreeg ik een kind, 't is twee jaar bijna, allemensche, wat heb ik er een ellende om gehad! Thuis weggetrapt en toen niemand, penning voor de dienstbode worden afge schaft. De dienstbode wordt dan juffrouw ge noemd, en men verdeelt ze in verschillende rubrieken: kookster, hulp in de huishouding, dienster, werkster, enz. II. De huishouding moet natuurlijk ver eenvoudigd worden, maar m. i. is dat moeielijk in te voeren, zoolang wij onze omslachtige Hollandsche huizen bewonen en de bouwers en eigenaren niet in dien zin medewerken met in de huizen aan te brengen: centrale verwarming, electrisch licht, warm en koud water, gebeitste en gewreven vloeren, sani tair behang, beschilderde, of betimmerde zoldering. Want kleeden vegen, emmers vuil water dragen, kachels aanmaken, kolen aartoe 'een ... initiatief neemt In^sanYenwërkirig met d vakvereeniging van dienstboden. EGBERTHA C. VAN DER MANDELE Vraag l: Beginnen met 't woord dienst bode te laten vervallen en daarvoor^ in plaats stellen: burgerjuffrouw of hulp in de huis houding. Afschaffing van fooien, dus neg hoogere loonen geven, hetgeen wanneer alle fooien worden afgeschaft niet nadeeliger zal zijn. Wanneer de meisjes liever 's avonds naar huis gaan, dan trachten dit toe te staan. Velen willen liever 's avonds in hun huiselijken kring doorbrengen, of bij kennissen, anderen gaan eens naar Ons Huis, of 's Gravenhekje, wér anderen naar een concert. Is een dagtaak van 7 tot 8 uur 's avonds niet lang genoeg ? De moeilijkheid is, dat men dan iederen avond genoodzaakt zal zijn zelf thuis te blijven. Maar daarin kan worden voorzien. Hoe vele vrouwen zijn er niet die gaarne een kleine bijverdienste hebben en bereid gevonden worden om eenige avonden per week te komen oppassen ? En 't geld dat men anders voor waschgeld uitgeeft (f30 p. j.) en het mindere waschloon van beddegoed enz. een kamertje minder te onderhouden, kan men hiervoor weer ge bruiken. Vraag 2: Er moeten eerst andere wo ningen gebouwd worden. Wanneer we krijgen tage-woningen in huurprijs van 500 a f800 p. j. met centrale verwarming en lift, dan zou men er eens over kunnen denken om tot vereenvoudiging over te gaan. Maar stel dat er dan een conciërge is met vrouw voor 't benedenwerk en trappen, en dat we uit een coöperatieve keuken eten, wie zal dan schoenen poetsen, messen slij pen, afwasschen, kamers in orde houden, meubels onderhouden, kleine stukken wasschen enz.? Al zouden we ook nog zoo vereenvoudi gen, er blijven zoovele dagelijksche werk zaamheden over, dat we beslist vrouwelijke hulp noodig hebben. De Hollandsche vrouwen zijn nog te veel gehecht aan een net gedekte tafel, goed gepoetst zilver, helder glaswerk; we zullen dit niet zoo spoedig opgeven. Laten we beginnen met 't de meisjes nog aangenamer te maken, ze meer te gaan beschouwen als onze huisgenooten, ze ns per maand een vrijen middag in de week te geven, en om haar heen een heel anderen toestand te scheppen. Er moeten andere toestanden komen, veel betere. C. WOLFF-VAN RAALTE die zich wat van mij aantrok eerst. Later ging het wat beter. Vroeger moest ik zoo genaamd mijn fatsoen nog een beetje houen, maar nou geef ik daar niks meer om. Nou weet ik, dat ik voor mij en mijn kind heb te zorgen, hoe, dat kan me minder schelen. Ik moet leven en daarvoor heb ik geld noodig... Bert, je geloof t het misschien niet, zei ze na eenig stilzwijgen met ont roering in haar stem, ik heb van jou altijd veel gehouen. Jij was nog wel eens goed voor me, ik wou, dat jij mij het kind had gegeven, want als ik me aan jou gaf, dan deed ik het, omdat ik werkelijk van je hield ... toe, ga met me mee ... Wanhopig-bedroefd voelde Bertie zich in eens uit de gelukkigste stemming teruggeslingerd in het diepste ellendebesef, 'n gevoel van overheersching door... ja door wat... liefde was het niet, walging dan en mede lijden tevens? Paula, zei hij ernstig, als je wist, hoe je me pijn doet, als je wist, dat je mijn geluk en het geluk van mijn meisje zou vernietigen, zou je 't mij dan toch vragen? Voel je niet, dat ik niet mag nu? Ja, ik voel het, zei ze op onverschilligen toon, maar ik voel ook, dat je niet houdt van me- Heb je wel ooit iets voor me gevoeld? Waarom moest je me vroeger dan wel hebben? Nou ben ik niet goed genoeg meer voor je. Was dan ook toen maar naar een ander gegaan! God, weet je dan heelernaal niets meer van die eenige uren, die wij samen hebben doorgebracht? Even zweeg ze, en dan weer: Weet je wel Bert, dat er een tijd is geweest, dat ik alleen voor jou was? Heb je toen dan ook niet van me gehouen? Ik dacht, dat je toen werkelijk van mij hield en als 't werVAN ALLES WAT ONS KOOKBOEK VOOR DE NAMIDDAGTHEE Dunne sneedjes oud casinobrood worden doormidden gesneden. Tusschen twee stukjes legt men zeer dun gesneden magere ham en dito Gruyère kaas. Dan worden die sand wiches ,aan twee kanten in de koekepan lichtbruin gefruit en in een goedverwarmd gedekt toastschaaltje gediend. Voor een na middagthee, die men wat uitgebreid of voedzaam geven wil, is geen beter hapje denkbaar. ' W. F. S. dégewone wijze een pannekoek begTnl T bakken. Zoodra echter 't deeg in de pan is, legt men er een dikke laag bramen op, die eenige uren met veel suiker gestaan hebben, en drukt de vruchten zachtjes in 't deeg. De vruchten moeten niet heelemaal onder komen, alleen vast blijven zitten. Als de pannekoek aan de eene zijde goed bruin is (niet te heet vuur gebruiken) dan keert men hem voorzichtig om met behulp van een deksel en bakt hem nog heel even aan den ande ren kant. E. C. L. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. Heeren-Pyjamas van ZEPHTE en TLANEL f3.90 f4.75 f5.90 in alle maten H MVT TTPTJ Koningsplein . lUÜjlümi AMSTEÖDA.M kelijk waar is, kom dan nu met me mee, ik zal je alles geven, wat je wil, smeekte ze gepassionneerd... Bertie had haar sprakeloos aangehoord. Dan zei hij met matte stem: Paula ik mag het niet, en wat zachter nog, terwijl hij haar in de oogen keek: Dag Paula, het beste, hoor! Toen scheidden ze. Zij in wanhopige spijt over haar machteloosheid tegenover hem, dien zij nog altijd een beetje liefhad en die heelemaal niets meer van haar wilde weten, en Bertie, alhoewel bedroefd, toch met een gevoel van vreemd geluk en voldoening, zichzelf te hebben overwonnen. In zijn kamer terug, ging hij op den divan zitten, waar zij beiden nog geen uur ge leden gelukkig waren geweest, en peinsde, peinsde. Zijn gelaat zag hij droef-bleek in den spiegel. Wat is het leven toch moeilijk! zei hij half-luid. Toen moest hij even weenen, omdat hij nu eerst geheel kon terugdenken aan dien tijd van vuns passie-genot, waar mee hij zich had meenen te kunnen bevre digen. Dat ik haar nu ook juist vanavond moest ontmoeten! Bedroefd schudde hij het hoofd in zijn handen. Ik dank God, dat ik sterk ben gebleven: Wat zou Flory het heerlijk vinden, als ze 't wist!... Hij besloot vroeg te gaan slapen. In bed mijmerde hij nog lang over de ontmoeting. Soms plaagde hem de gedachte: Als Flory het wist, zou ze er leed van hebben, ja en ze heeft er reden voor ook, wanneer ze niet weet wat er gebeurd is. Maar dan ook kwam de herinnering weer in hem aan de zalige oogenblikken, die hij vanavond met Flory had doorgebracht. Kort daarna sliep hij in... (Slot volgt)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl