Historisch Archief 1877-1940
28 Oct. '16. No. 2053
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
9
Oorlogsmunt en Gedenkpenningen
Door den geweldigen wereldstrijd die wij
beleven is veel veranderd op elk gebied,
maar vooral op finantieel terrein.
In belegerde plaatsen en ook op gebied
daarmede in verband staande, raakte goud
en zilvermunt schaarsch, zelfs koper en nikkel,
en moest de gewone gangbare munt, betaal
middel, vervangen worden door noodmunt.
Reeds iri vroegere eeuwen heeft ook in
ons land zich dit voorgedaan.
Zoo moest, bij het bekende beleg van
Leiden door de Spanjaarden, toen alle voor
raad goud, zilver en ander metaal verdwenen
was, de overheid munt vervaardigen uit de
Schutbladen van de voorradige kerkboeken,
waaruit de munten werden geperst. Bij het
beleg van Deventer moest om dezelfde reden
munt worden vervaardigd uit de lederen
kappen (slap leder) van de bovenkant van
de laarzen der soldaten.
Dit kwam de overheid toen niet erg
voor'deelig uit, want de heeren soldaten wisten
spoedig deze munt na te maken en uit te geven.
Ook dezer dagen zag en ziet men nog
overal noodbons gemaakt, nu pp moderne
wijze als bankpapier vervaardigd en dus
tot wettig betaalmiddel gestempeld.
1 -*..«.*
m 'BAMI
.-. /.*
za ten
w dwa tygodoie
2 «Jwie
t w ustawowejjnj>necfe khiszcowej.
pi&
ia 5. sierpnia 1914.
ANK PRZEMYStOWV
allcyi l L«do8ietyi z WJcHdemüii««fcytra KtakowsMem
Noodmunt uit Lemberg
Noodmunt uit Przem'ysl
In Duitschland vooral is veel oorlogsmunt
en men zou het kunnen noemen
gelegenheidsmunt", in de wandeling gebracht.
De Duitsche Regeering toch heeft reeds
kort na het uitbreken van den oorlog z.g.
s IMS T n u MM
No. 1. Voorzijde
??>.?*,.,.
No. 1. Achterzijde
No. 3. Voorzijde
No. 3. Achterzijde
No. 5. Voorzijde
No. 5. Achterzijde
4IIIII1IIIIIIMIIIIIII
Avanti!
De eerste November is een gewichtige,
?in zekeren zin een feestdag in de geschie
denis der lichamelijke opvoeding van ons
volk. Dan toch vangt een achttal
gymnastiekcursussen aan voor jongens en meisjes van
12 tot 20 jaar, waartoe onze Regeering den
stoot en de inspiratie heeft gegeven.
Er is al heel wat jaren gehakt met het
zelfde bijltje; wij moeten lichamelijk worden
opgevoed en 't heeft aan pogingen van parti
culieren, soms met materieelen en zedelijken
steun van overheidswege, om in die rich
ting iets te bereiken, niet ontbroken, maar
de gedachte, dat men met de jeugd moest
beginnen om een flink geslacht te krijgen
was sluimerend. Toch is dat een waarheid
als een koe, die ook altijd erkend is geweest:
de gymnastiek op de school is een inte
greerend deel van het leerplan geworden,
maar het overgroote deel onzer bevolking
verlaat de school en daarmee de gymnastiek,
als ze 12 of 13 jaar zijn en wat verder aan
de verzorging van het lichaam wordt gedaan,
is een bitter beetje. Velen missen de gele
genheid, anderen de centen, sommigen zou
den een en ander wel hebben, maar bij hen
ontbreekt vaak het initiatief, doordat ze niet
op het nut en het aangename van lichaams
oefeningen worden gewezen Het voetbal
veld is zeker voor velen in de laatste jaren
?een uitkomst geweest en veel voetbalclubs
hebben in welbegrepen eigenbelang reeds
cursussen en wedstrijden in athletiek in 't
leven geroepen. Maar dat alles blijft spora
disch.
Met haar K. B. van 25 Juli 1916 no. 44
?doet de Regeering een poging om alle jon
gelui, die van school af zijn, aan 't
gymnastiseeren te krijgen. Eigenlijk is 't een tweede
poging, want in 1913 reeds is een regeling
in werking gebracht, die echter niet is inge
slagen, omdat men er terecht of ten onrechte
een militaristische strekking in vermoedde.
't Is nu eenmaal zoo. Wat de schoonheid
voor een Helleen, de voornaamheid voor den
ouden Romein was, het militaire voor den
Prins, dat is de vrijheid voor ons: op alles
wat naar drang zweemt gaan wij niet in.
Daarom bepaalt de nieuwe regeling zich ook
tot het beloonen van initiatief in vrijheid
genomen, in vrijheid uitgevoerd. Zij beoogt
tweeërlei: het vormen van leiders en leid
sters van lichaamsoefeningen, de oprichting
van cursussen in gymnastiek voor jongelui,
jongens en meisjes van 12 tot 20 jaar.
In de eerste plaats wordt natuurlijk een
beroep gedaan opde gymnastiekonderwijzers,
die echter, zoo de gedachte zich ontwikkelt,
niet voldoende in aantal zullen zijn, zoodat
wij wellicht op den duur zullen zien, dat
zij de leiding hebben van cursussen voor
het getuigschrift als leider van
lichaamspefeningen, en de houders daarvan onze
jeugd voorthelpen. Krachtens het K. B. zijn
zij daartoe bevoegd.
De regeering bepaalt zich, behoudens dan
een zekere controle, tot het beloonen van
particulier initiatief door den leider der
lichaamsoefeningen een premie van f40 in
't vooruitzicht te stellen voor ieder, die na
het volgen van een door hem gehouden
cursus met goed gevolg het examen voor
het getuigschrift aflegt, en voor dengeen die
gedurende 12 achtereenvolgende maanden
een groep van minstens 24 leerlingen heeft
geoefend, niet jonger dan 12, niet ouder dan
20 jaar, ?150 beschikbaar te stellen.
Verder gaat de steun van overheidswege
niet, met name komen de kosten aan den
cursus verbonden voor rekening van de
leiders, want een voorwaarde is, dat deze
voor de deelnemers geheel kosteloos moet
zijn. Blijkbaar gaat. men uit van de gedachte,
dat het de leiders niet moeilijk zal vallen
tegen matigen prijs lokalen voor het houden
der oefeningen te krijgen, want van de toe
gezegde belooning kan natuurlijk geen groot
bedrag voor te maken onkosten af. Wij
mogen van onze gymnastiekonderwijzers in
de eerste plaats belangstelling en toewijding
verwachten voor de zaak der lichamelijke
opvoeding, maar 't is begrijpelijk dat zij
voor hun moeite en opoffering van tijd ook
een redelijke belooning krijgen. Lokalen zijn
in overvloed beschikbaar: in iedere gemeente
van eenige beteekenis zijn scholen met gym
nastieklokalen, die na den schooltijd een
braak liggend veld zijn en waar gemak
kelijk in de avonduren het zaad der licha
melijke opvoeding kan worden uitgestrooid
en tot ontkieming gebracht. Van de gemeente
besturen mag dan ook wel in de eerste
plaats steun voor het regeeringsinitiatief
verwacht worden.
De Burgemeester van Rotterdam sprak bij
de opening van het Sportterrein bezielende
woorden van belangstelling in de hier be
sproken materie; in die vooruitstrevende
gemeente zullen de gymnastiekonderwijzers
dus wel de noodige medewerking vinden
bij het organiseeren hunner oefeningen. Ook
het zwemmen van de schooljeugd wordt
daar reeds bevorderd. Of men in de hoofd
stad pp 't Prinsenhof het nieuwe regeerings
initiatief goed heeft begrepen en zal steunen
is nog niet duidelijk. Reeds zijn een paar
gevallen bekend, dat gymnastieklokalen aan
Kriegsthalers" laten aanmunten, evenals
gewone thalers als betaalmiddel, met een
flink surplus, wat ten voordeele komt voor
de Duitsche militairen. Op deze Kriegs
thalers komen voor als beeldtenaar die
hoofdofficieren, officieren, ook vlieggeniers,
die zich bizonder hebben onderscheiden,
of ze zijn voorzien van afbeeldingen of
inscripties waarin bizondere veldslagen of
belegeringen worden herdacht. Behalve deze
Kriegsthalers zijn verschillende penningen
in Duitschland verschenen.
Door de vriendelijkheid van den eigenaar
van het Amsterdamsch Wissel- en Effecten
kantoor, Leliegracht 22, alhier, die alles wat
op dit gebied over de geheele wereld voor
komt, verzameld, kunnen wij hierbij eene
reproductie geven van eenige zeldzame
noodmunten en penningen. In de eerste plaats
een noodbankbiljet van 100 kronen uitge
geven in de stad Lemberg toen deze bele
gerd werd door de Russen en alle beschik
bare voorraad metaal verdwenen was. Het
kleinere biljet van 2 kronen werd vervaardigd
als npodbon in den geest van onze zilverbons
en uitgegeven in de veel besproken stad
Przemysl.
Dan nog eenige gedenkpenningen.
No. l, daarvan is geslagen op de terugkeer
van het bekende schip de Möwe", welke
bodem een millioen mark goud medebracht,
van Engeland afkomstig. Als spot op Enge
land is daarop vermeld het volgende versje:
Das Weltmeerbeherrschende Albion
Zeichnet in gold eine million."
No. 2 geeft weer de neutraliteit van
Griekenland. Men ziet Griekenland vast in
Engeland en Frankrijks vriendenhanden?
No. 3 is vervaardigd na, en toepasselijk
op, het verongelukken van de Zeppelin L 19,
toen Engelsche zeelieden, die de Duitsche
militairen niet vertrouwden, deze weigerden
te helpen.
Ook hier geeft een toepasselijk versje
weer den indruk die dit voorval maakte op
de Duitschers.
No. 4 is geslagen als herdenking van het
vluchten van vorst Nikita uit Montenegro
met het volgende devies:
Die Friedenstaube erst Abgesandt"
Verliess der Rabe drauf sein land."
No. 5 is eene zoogenaamde Geboorte
penning, die verkrijgbaar is gesteld voor
elk kind dat gedurende den oorlog in Duitsch
land ter wereld komt.
Duidelijk zichtbaar op de af beelding is de
zuigeling gedekt door de Duitsche piekhelm.
De twee kleinere witkleurige munten (6 en
7) zijn weer noodmunt" vervaardigd in de
stad Bougie, Fransche kolonie in Afrika.
Ook hier was alle metaal verbruikt maar
werd door de daar gezetelde Kamer van
Koophandel" eene partij alluminium benut
en daaruit 10 en 5 centimes stukken gemunt.
De Kriegsthalers zijn overal in trek en de
zoogenaamde gedenkpenningen die uit ver
schillende soorten metaal zijn vervaardigd
worden erg begeerd door verzamelaars van
munt in alle landen.
Aan het bovengenoemd kantoor zijn reeds
lijvige folianten naast elkander met rariteit
op het gebied van noodpapiermunt en kisten
met allerlei noodmunt in metaal.
Voorzeker zullen voor verzamelaars en lief
hebbers nog veel curiosa te wachten zijn.
F. A. ITTER Jr.
No. 2. Voorzijde
No. 2. Achterzijde
No. 4. Voorzijde
No. 4. Achterzijde
No. 6. Voorzijde No. 6. Achterzijde No. 7. Voorzijde No. 7. Achterzijde
leiders van oefeningen en zelfs aan
vereenigingen, op de meest gunstige voorwaarden,
door het gemeentebestuur zijn geweigerd.
't Is te hopen dat dat op een vergissing be
rust, want waarlijk het geldt hier een nut
tige zaak van verstrekkende beteekenis, die
staat of valt met de medewerking der ge
meentebesturen. Wij vragen nog niet eens
een kosteloos gebruik der lokalen; een
matige vergoeding van licht en vuur is
billijk, maar die moet dan ook zoo matig
zijn dat van de ?150 belooning ook het
leeuwendeel in de zak van den onderwijzer
komt.
Natuurlijk zijn in een ministerieele be
schikking de eischen voor het getuigschrift
als leider van lichaamsoefeningen nader
aangezien. Zij vormen een combinatie van
vrije oefeningen, oefeningen van werkkrin
gen en lichte athletiek. Gelukkige combi
natie. Blijkbaar is de gedachte dat in den
strijd tusschen gymnastiek en athletiek, de
voorstanders van beide gelijk hebben, en
beide dus recht op erkenning.
Van harte hopen wij dat door deze nieuwe
regeling velen, die tot dusver bij het verlaten
van de school ook de gymnastiek vaarwel
moesten zeggen, er nu toe worden gebracht
zich meer aan die gewenschte uitspanning
te wijden. Een jongen, die niet kan loopen
en springen is al even bedenkelijk als een,
die vader met twee a's of 't onderwerp in
den vierden naamval schrijft.
FRISO
IIIIIIMMMIII1IIIIIIII1IMMIIIIIIIIIIII
Bedenkingen tegen de
Levensmiddelenpolitiek.
In Mei van dit jaar schreef ik in een artikel
in dit Weekblad, handelend over landbouw
en regeeringsmaatregelen.
Het wil mij voorkomen dat de Minister
van Landbouw tegenwoordig op den ver
keerden weg is. Commissies, met groote
macht toegerust, doch zonder eenigen
wettelijken grondslag of verantwoordelijkheid
handelend, groeien als paddestoelen rond
het Ministerie op (niet in het Ministerie)....
Of dit op den dunr zoo kan doorgaan, mag
betwijfeld worden,"
Het bleek te kunnen; althans de stroom
van commissiën is nog steeds wassende, al
werden ook enkele ontbonden. Wel hebben,
na de aanneming der Distributiewet, ver
schillende voor hunne handelingen een
wettelijken grondslag gekregen, doch de ver
warrende veelheid der commissiën, belast
met de uitvoering van regelingen op het
toezicht op die uitvoering, der commissiën
van advies, bijstand, verdeeling, toewijzing
enz. enz., treft thans nog meer dan een half
jaar geleden. Inplaats van naar centralisatie,
waarop juist in dit voorjaar van verschil
lende zijden zoo werd aangedrongen, blijkt
de Minister doelbewust in de richting van
decentralisatie te sturen. En velen die uit
den aard van hun bedrijf de werkzaamheden
dier commissiën eenigszins kunnen gade
slaan, althans de gevolgen dier werkzaam
heden bespeuren, vragen zich dan ook af
of de veelomvattende taak van voedselvoor
ziening, uitvoerregeling enz., op deze wijze
aangevat, zal slagen ofwel dat de boel in
't honderd zal loopen".
Op nauw verwant gebied werken ver
schillende commissiën, die weinig of geen
voeling met elkaar schijnen te houden en
veelal bestaande uit der zaken volkomen
onkundigen de zonderlingste, meest on
praktische besluiten nemen. Het verband
tusschen de onderscheiden regelingen, de
vaste lijn, zij zijn veelal met den besten wil
niet te ontdekken. Waar de veelheid der in
't leven gerooepen organen in zich zelve
het gevaar draagt van het verloren gaan
van onderling verband en bemoeilijken van
het overzicht bestaat alleszins reden voor
de bezorgdheid dat de arbeid der commis
siën ten slotte den Minister over 't hoofd
zal groeien.
Een tweede ernstig bezwaar tegen het
systeem van den Minister van Landbouw
schuilt in het opnemen in die commissiën
van leden der Staten-Generaal, zonder een
oogenblik de toewijding in ijver dier afge
vaardigden in twijfel te trekken (alleen is
het jammer dat enkelen door machtswaan
bevangen ? hun taak anders opvatten dan
men zou wenschen) moet toch ernstige be
denking worden gemaakt tegen het feit dat
thans reeds plm. 35 onzer afgevaardigden
in verschillende commissiën zitting hebben?
Men mompelt dat dit een politieke
slimmigheid van den Minister van Landbouw is,
maar dan is het toch te betreuren dat het
Ministerie als geheel daartoe heeft willen
medewerken en dat de beide Kamers op
deze wijze zich zelven den weg hebben
afgesneden om nu of na den oorlog met
eenig recht van spreken critiek uit te oefenen
op het beleid van den bewindsman.
Dat leden der Wetgevende Macht in die
hoedanigheid in zoo grooten getale deel
uitmaken der organen der Uitvoerende
Macht, is een bedenkelijk verschijnsel.
B l o e m e n d a a 1. S. W. de CLERCQ
Nieuwe3 Boeken van deze week
H. F. TILLEMA, Kromoblanda. Over 't
vraagstuk van het Wonen" in Kromo",
groote land, 2e deel, 265 pag. Groningen,
H. F. Tillema.
Bij G. Alsbach en Co. te Amsterdam
verschenen de volgende composities:
H. J. DEN HERTOG, September, blaas...!
f 0.75.
H. VAN LENNEP, Holland, gij hebt
zwellende wolkenstoeten, f 0.90.
H. VAN LENNEP. Landwaarts streek
d'avond neer..., f 0.75.
H. VAN LENNEP, De Ziel spreekt, f 0.75.
H. VAN LENNEP, Nu kwam de Winter,
f 0.60.
H. VAN LENNEP, Wij drukken ons
uw dompige atmosferen..., f0.90.
L. ADR VAN TETTERODE, Drie lie
deren, f 0.60 p. s.
L. ADR. VAN TETTERODE, Vier Liedjes
in den VolKstoon, f 0.90.
CORNELIS DOPPER, Het Geluk, f 0.75.
FRITS JAKMA, Twee Liederen in den
Volkstoon, f 0.60.
PAULA MOES DECLERCQ-ZUBLI,
Liedekens van Lindenhoven", f 1.
Dr. S. CUPERUS, Kerkelijk Leven der Her
vormden in Friesland tijdens de republiek,
Ie deel, de Predikant, 250 pag., f 3.60.
Leeuwarden, Meijer en Schaafsma.
INDISCHEBOM MARCHE
> s
os <o> ir THE nsrmA^ii