Historisch Archief 1877-1940
4 Nov. '16. No. 2054
DE AMSTERDAM'MER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
AMSTERDAM- DEN l HA A6 -ROTTERDAM
69KALVERSTRAAT-29VEENESTB. 83 HOOFDSTEEG
Telefoon 9449 Telefoon 4105 Telefoon 2686
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
g EEN ROMAN, DIE GROOTE OPGANG MAAKT. :>
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Zooeven verscheen:
LIEFDELEVEN
door JMareellus Emants.
Prgs ingenaaid in 2 deelen f4.90, gebonden f5.50
Uitgave van v. Holkema & Warendorf, Amsterdam.
BOUWT
TE NUNSPEET
MOOIE BOSCHRIJKE TERREINEN
SPOOR, TRAM, ELECTRISCH
LICHT, TELEPHOON
INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE"
TAMINIAÜ'S
? JAM
II
n
II
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
"""'"l iiinnliii i i iiiiiiiiiiiiiinniiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiii IMIIII KI i.,, iiiMiiiniiiiii
dat ik gaarne zag opgehelderd. Wij
kunnen niet van Oostenrijk-Hongarije
verwachten dat het onderhandelt met
Servië waarmee het in een staat van
oorlog is. Maar een weigering met
St. Petersburg van gedachten te wis
selen is een ernstige fout. Wij zijn
inderdaad bereid onzen plicht te ver
vullen. Maar als bondgenoot moeten wij
weigeren te worden betrokken tn een
wereldbrand doordat Oostenrijk?Hon
garije onzen raad in den wind slaat.
Uw Excellentie moge dit met allen ernst
en nadruk aan graaf Berchtold in over
weging geven.
(w. g.) BETHMANN-HOLLWEG.
Om begrijpelijke redenen is het Duitsche
volk een jaar lang van dit telegram onkun
dig gelaten, ofschoon het reeds in de
Westminster Gazette van l Augustus 1914 open
baar is gemaakt. Headlam uitte zijn twijfel
aan de echtheid er van in zijn History of Twelve
Days, en die twijfel werd algemeen gedeeld
totdat de Kanselier zelf in Augustus 1915
het als echt erkende. Het had de gewenschte
uitwerking. Nog dien 30sten Juli gaf Graaf
Berchtold zijn toestemming tot de voortzet
ting der besprekingen te St. Petersburg,
ofschoon Rusland toen reeds gedeeltelijk
tegen Oostenrijk gemobiliseerd had. En zoo
kon het Duitsche volk in den waan worden
gebracht dat Rusland mobiliseerde ofschoon
de onderhandelingen nog in vollen gang
waren, terwijl het in waarheid zich weer
tot onderhandelingen had laten vinden of
schoon het reeds, en niet zonder geldige
redenen, had gemobiliseerd.
Den Haag. A. j. BARNOUW
MCVBILEimmilAATSefMPPIJ
- HOLLAND
MEUBELT UTISTIEIIIIBHIOIS OF «LU HOL
f s|500.
"6SO.
776.
875.1100.
EN HOOCER
ITIFFEEIT (ITISDBl Dl IDOIIUIS OF IILU ÏOOR:
f 250
290.425.
550.675.
EN HOOGER
? AMSTERDAM
N. Z. VOORBURGWAL 274
o. h. Nieuws v. d. Dag Int. Tel. 5974
VRAAGT PRIJSCOURANTEN
IIIIMIMIIIIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllll
HE.INRI
BEUGEL]
COIFFEUR DE DAMES
49RCQUL1CR5QRACHT
(GESLOTEN HUIS) AMSTERDAM
HENWÉTEIMTURE
GEGARANDEERD OnSCHADELUl^
NATUURLIJKE KLEUBEN
In lederen Boekhandel:
Gebonden f 0.95 per deel.
Financieel Nieuwsblad
Singel 342, A'dam
TELEFOON N. 6925
bevat steeds actneele arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, nitlotingen
?van premieleeningen,
prodncties, koerslijst enz.
Abonnement slechts [ 5OJ ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
MEDDE1S
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
f ft.-.
Coupeur-reiziger
te ontbieden.
TRADB
Le Cognac Martel!
est garant! comme tant Ie
prodnit naturel des vins
récoltés et distillés dans la
région de COGNAC.
Agents:
KOOPMANS en BRÜIMIER,
AMSTERDAM.
DE BILT
ra knp Villi't.
in ? BtW|raMl.
tpowwN
dil B os-j
enen. Zand-f
id. Elec. ]
Water.
J. J. STOKMANS, Katoor TE* l
7 Taste '
Tel. Int. No. 38. goederen.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts ? 1.90 per kwartaal.
ETWERK
FhbnJ^xnten.
GEBItF.a
Amstel
iiiiiiniiiiiiiiitiiiii
De Javaan en de Studie
Geachte Redactie,
Het heeft zeker zijn bezwaren om van uit
Indië met een Hollandsch weekblad te
debatteeren, maar ik hoop toch, dat die niet zoo
zullen overwegen, dat u voor het volgende
geen plaatsje zult willen inruimen in uw
geacht blad.
Ik werd nl. getroffen door een artikel in
uw blad van den len Juli, van de hand van
den heer Lekkerkerker en getiteld: de vijf
Solosche prinsjes te Oegstgeest. Behalve
nog, dat dit artikel mijn belangstelling gaande
maakte, doordat drie dier prinsjes"
oudleerlingen zijn der onder mijn leiding staande
H. B. S. te Semarang, was het ook voor mij
belangrijk, omdat er de kwestie in besproken
werd: hoe komt het dat de in Holland
studeerende Javaansche jongelui, met uit
zondering van de inlandsche artsen, zoo
weinig succes hebben bij hun studie?
De heer Lekkerkerker wijt dit voor allen,
die Indië liefhebben, betreurenswaardige
feit aan de onvoldoende vooropleiding in
Indië, onvoldoende in dien zin, dat die op
leiding te weinig overeenkomt met de eischen
der Indische samenleving, zich te weinig
aanpast aan de specifiek Indische behoeften.
Dit is ook de meening, die verkondigd wordt
in het belangrijke rapport van de commissie
Teekeningen voor de Amsterdammer" van Henri van de Velde
Sint Michael
door H. SALOMONSON
l
Op een stillen zomer-vooravond had men
haar gevonden, leunend tegen het ijzeren
hek in den kloostermuur. Daar vonden de
nonnen haar slapend, en niemand wist, van
welke zijde zij gekomen was, langs den
landweg, of langs het steenige voetpad, dat
zich dicht tegen den zwaar-bemosten muur
van den kruidentuin drukte.
En toen het avond geworden was, en
plechtige muziek orgelde uit het hooge ge
bouw, over de stille velden, toen van een
enkel klein venster licht uitscheen in het
dichtend duister, toen lag zij daarbinnen,
veilig tusschen de zware muren, in een bedje
waarvan de lakens licht geurden naar laven
del en sliep nog altijd.
II
Het was haar, na al die jaren, alsof de
droom van dien nacht niet voorbij gegaan
was, zooals dat tot nu toe met al haar
mooie droomen gegaan was.
Als in een droomstemming waren tien
lange jaren geruchteloos voorbijgegaan; zij
woonde nog bij de vrome nonnen in het
klooster van den Heiligen Michad, en her
innerde zich nog slechts vaag haar zwervend
leven van voor dien tijd.
Zij was nu zestien jaar oud, en zij was
een zacht, in zich zelve gekeerd meisje ge
worden. In stil ontzag voor de strenge non
nen, die haar in de kloostergangen voorbij
gingen, statig, en met licht gekraak van stijf
gesteven linnen, deed zij hare huishou
delijke plichten, werkte tusschen de hooge
muren van den kruidentuin, en zat des avonds,
bij het maal, met neergeslagen oogen aan
het uiteinde der tafel, in haar blauwe schort,
vreemd licht kleurend tusschen het zwart
en wit der nonnenkleeren.
En al dien tijd had zij slechts fluisterend
gesproken. De strenge, statige nonnen boe
zemden haar ontzag in, en ook vreesde zij
den grooten, somberen abt, die wel eens
het klooster bezocht.
Met niemand had zij ooit lang of ver
trouwelijk gesproken: zij kende slechts den
eentoonigen gang der dingen van bidden,
zwijgen, vasten en arbeiden.
Maar haar groote liefde ging uit tot haar
hoogen beschermer, tot den heiligen Michael;
hem golden hare gebeden, want wenschen
had zij niet, en van hem verwachtte zij vaag
groote waarheden en ernstige wenken
want zij had hem weinig anders te zeggen
dan haar dankbaarheid.
Het liefst was zij in de kleine kapel, in
een der bidbanken, en daar staarde zij uit
hare wijde blauwe kinderoogen op tot zijn
beeltenis. Hij was hoog en fier, en op zijn
geheven lans viel een zonnestraal.
Het beeld van den Heiligen Michael, die
den draak bestreden had, en Mozes' lijk
verdedigd tegen den Satan, vervulde haar
stille leven. Zjj vertrouwde zich toe aan zijn
in zake het H. O. in Nederlandsch-lndië, in
welke commissie ook de heer Lekkerkerker
zitting had.
Nu is het zeker waar dat onze Indische
H. B. S., die geheel op Hollandsche leest is
geschoeid, voor de meerderheid der leer
lingen niet het gewenschte onderwijs is,
maar men zou zeggen, dat hij, die het eind
examen haalt, zooals met bijna alle in Hol
land studeerende Javanen het geval is, die
moeilijkheden dan toch wel overwonnen
heeft en dus wat de verworven kennis be
treft wel geschikt zou zijn om verder te
studeeren. Maar voor voortgezette studie is
meer noodig dan voldoende verstandelijke
vooropleiding, en dit geldt zeker voor den
Javaan die in Holland gaat studeeren. Die
heeft noodig geestkracht, ijver, liefde voor
zijn volk, n verstandige raadgevers, die
niet bang zullen zijn om hem desnoods de
harde waarheid te zeggen. Het gaan naar
Holland heeft thans niet bij selectie plaats.
Op enkele uitzonderingen gaan thans nog
alleen zeer gegoede aanzienlijke Javanen
hun studie aan een Hollandsche hoogeschool
voortzetten. Bij de uitzending denkt vader
en voogd niet steeds: is de jongen, wat
karakter en aanleg betreft, geschikt om in
een vreemd land een moeilijke studie te
volbrengen, maar hij wenscht en hoopt
het slechts; en voor den jongen man zelf
heeft het woord Europa tooverkracht en is
het verlangen om een flink en bekwaam
man te worden, die voor zijn wachtend volk
een steun en voorganger zal kunnen zijn
slechts zeer vaag. Is het niet jammerlijk dat
er nog geen Javaansche ingenieur is?
Ook op Java schijnt in de aristocratie niet
de volkskracht te zitten. Hoe vaak moest ik
fieren kracht; zij zocht niet den blik zijner
oogen, maar gevoelde die uitgaan ver haar,
in geheimzinnige verten.
III
Toen kwam de oorlog over het land; de
oorlog kwam zóplotseling en hevig als
een zomersene hagelbui, en zij, die na de
eerste oogen-knippering de beschuttende
hand van voor hunne oogen dorsten te ne
men, zagen het land vernield, het gewas
geknakt, de halmen neergeslagen ... versuft,
als in den slaap vermoord.
Het land, buiten de muren van den
kloosterhof, waar het onkruid in groote,
groene vlekken tierde over de keien,?was
verlaten. Des avonds als de klok van de
kleine kapel klepte, was er niemand die van
den akker naar huis ging, en geen rook steeg
meer op in de zomeravondlucht.
Alleen van hél verre rommelde dof de
oorlog.
In de kapel bleef het lichtje brandend,
vlak bij de beeltenis van Sint Michael, die
beschermend zijn lans hief.
Op stille avonden, wanneer vaag de dreun
van geschutvuur overgedragen werd, soms
even trillend in de ruiten van de kapel, dan
sloeg een enkele non, die daar prevelend
geknield lag, den blik tot hem op maar
hij roerde zich niet, doch staarde onbewogen
vór zich uit in de verte. De oorlog kwam
nader.
Het was een vreemd gerucht van wereldsche
beroering, dat het klooster omvatten ging.
De strenge nonnen baden nu langer en inni
ger, en aan de maaltijden spraken zij fluiste
rend over het gedruisch van verdorven
menschelijkheid die hen raderde.
Zij bekenden elkander niet, dat hunne ge
beden somtijds verwerden tot angstige smee
kingen om bescherming tegen het naderend
gevaar, maar wel zeiden zij tot elkander, op
meewarigen toon, dat nu de straffen ge
komen waren over het zondige menschdom.
Alleen het meisje ging stil haars weegs,
als tevoren; zij vertrouwde op den heiligen
Michael.
* *
Op een avond was er een vreemde roode
gloed aan den horizon; de abt kwam, ang
stig, zeggen dat de nabije stad in vlammen
stond.
Dienzelfden nacht, terwijl de dreun van het
geschut luider werd, vluchtten de nonnen;
zij reden weg in drie boerenwagens, en pre
velden hunne gebeden.
De dikke abt zat naast den voerman, en
wischte zijn hals met een rooden doek.
Toen de karren wegknarsten over den
landweg, lag het meisje in de kapel, en
bad; zij zou het licht brandend houden; de
schijn ervan scheen te spiegelen in Sint
denken: ach, kon ik maar wat van dat koste
lijke Indische geld, dat daar in Holland met
zoo weinig succes verteerd wordt, gebruiken
voor hen, aan wie het beter besteed zoude zijn.
Ik sprak daar straks van verstandige raad
gevers. Sympathie voor de Javaansche stu
denten bestaat er zeker wel, te veel zelfs.
Maar verstandige raadgevers, vrienden met
ijzeren hand", die zonder omhalen hun er
op wijzen, dat er hard gewerkt moet wor
den, hard, vlug en energiek zulke vrien
den zijn er weinig. En dan geloof ik ook,
dat artikeltjes, als dat van den heer Lekker
kerker voor de vijf prinsjes, waarvan de
drie die ik ken, vriendelijke, goedhartige
jongens zijn, maar wier aanleg ik stellig
niet meer dan middelmatig kan noemen,
dat zulke openbare aanprijzingen ook niet
bevorderlijk zullen zijn aan het doel om
van de Javaansche jongelieden in Holland
flinke menschen te maken.
Semarang. Z. STOKVIS
Dr. Van Dieren en de Beri-Beri
bestrijding
Geachte Redactie.'
De fraaie reeks opstellen over Ned.
OostIndië, in uw blad van 14 October jl., heb ik
met groote belangstelling gelezen. De por
tretten in het artikel over den B. G. D.,
voornl. die van de heeren Schueffner en
Kuenen brachten mij echter in herinnering,
dat in dit opstel over de hygiënische toe
standen in Indië niet herdacht is, wat door
een onzer landgenooten ten opzichte der
Beri-Beri is gedaan.
Immers juist de heeren Schueffner en
Kuenen schreven in het Arch'tv für
SchiffsMichael's lans, en in stille devotie'en overgave
zagen haar wijde kinderoogen tot hem op.
Zij vertrouwde zich haren beschermer toe,
en bleef alleen achter.
IV
Het was op een zonnigen morgen. De
dreun der kanonnen scheen nu weer verder
af te zijn, maar soms trilden nog even de
ruiten van de kapel mede. Het meisje lag
geknield in de ledige kapel, en herhaalde
haar eenige smeeking tot den heilige: dat
het weer worden zou als vroeger.
Zij wist niet wat zij vroeg... zij wist niet
van oorlog en menschen-nijd, maar het was
zoo stil in de kloostergangen en in de hooge
zalen. Al zeven maal was zij ontwaakt in
het verlaten gebouw.
Toen, plotseling, was er gerucht van paar
denhoeven in den kloosterhof; zij schrikte
op, en luisterde... er waren luide mannen
stemmen.
Een uhlanen-patrouille was den kloosterhof
binnen gereden. Juist toen zij op wilde staan,
en naar buiten snellen, ging de kapel-poort
open; een breede golf zonlicht viel naar
binnen, en in de deuropening stond een
hooge gestalte... Fel klopte haar hartslag
p in haar keel, en onwillekeurig strekte zij
de armen tot hem uit...
Hij was hoog en slank... en het zonlicht
viel op de punt van een lans, die hij vast
hield. Zwijgend bleef hij staan, en zij ver
roerde niet, doch prevelde vreemde woorden;
zij was een sidderend kind met wijde ver
wachtingsvolle oogen, en nog altijd hield zij
de armen tot hem uitgestrekt. Toen glim
lachte hij, maar zijn staalblauwe oogen bleven
strak en doordringend... zij keken recht in
de haren, zooals nimmer oogen op haar
gericht waren geweest.
En, terwijl zij zacht bleef prevelen: il
est venu ... il est venu ... il est venu...
Ie bon Saint Michel...", staarde zij in dien
blik, die haar gold, haar allén. ..en die nu
niet over haar weg staarde in de verte...
Toen kwam hij nader, en sprak woorden
in een taal die zij niet begreep; maar zij
bleef hem aanzien met wijde, verlangende
oogen, en knielde voor hem neer.
Hij lachte nog, zonder dat zijn oogen mee
lachten, en hief haar op...
,,il est venu... Ie bon Saint Michel...'
bleef zij prevelen.
Toen ging hij naar buiten, en zond zijn
mannen weg. De hoefslag hunner paarden
weerklonk in de verte...
v #
*
Een dag en een nacht bleef hij in het
verlaten klooster; den morgen daarna kuste
hij haar op de warme, half geopende lippen
zonder haar te wekken... en vertrok in de
richting vanwaar de dreun van de kanonnen
iriiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiHiiMiiiiiiiiHiiiiiiïHiHiiniiiiiininiiiiiiii
und Tropenhygiëne (1912, blz. 586): Es ist
von Van Dieren eine sehr richtige
Empfehlung geweken, die Beri-Beri durch eine
Reisbehandfung/vvie sie in den Dörfern Sitte ist,
zu bekampfen. Hat van Dieren, der für seine
Idee Jahrzehnte lang gekampft nat, auch nicht
den Grund für das eigenartige Verhalten der
Beri-Beri angenommen, der uns heute der
richtige erscheint, an der Tatsache kanndas
nichts andern, dass der von ihnn ge wiesene
Weg mi* Sicherheit schon früher zum
Erfolge geführt haben würde!"
In Een kwart eeuw Geneeskunde" (5
Juli 1915) zegt prof. P. K. Pel, herinnerend
aan de verdienste van Van Dieren..." Ware
zijn telkens weer met aandrang herhaalde
raad, om toch vooral deugdelijke rijst te
gebruiken eerder opgevolgd, dan had de
beri-beri nooit het aantal slachtoffers ge
maakt, dat in de laatste 30 jaren in Nederl.
Indië is gevallen.
Maar ook reeds eerder schreef prof. R. H.
Saltet in zijn Voordrachten over Gezond
heidsleer" over Van Dieren: had men naar
hem geluisterd, dan zou de beri-beri reeds
vroeger zijn teruggegaan"
Daar de verdienste, die Van Dieren ten
opzichte der beri-beri heeft, niet alleen door
autoriteiten en door de echte
beri-beri-kenners, maar algemeen dient gewaardeerd,
meen ik, dat ook zijn naam in bedoeld
artikel niet had mogen ontbreken en bied
ik u dit ingezonden stukje ter plaatsing in
uw blad aan.
Bij voorbaat beleefd dankend
Hoogachtend
Uw dv.
Dr. CH. BLES
iiMMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiii
overkwam, waar het gevecht woedde...
Toen zij ontwaakte, en hem niet meer vond,
vraagde zij zich af, of het een zoete droom
geweest was, maar op haar hoofdkussen vond
zij een paar bloemen... In de kapel staarde
zijn beeltenis onbewogen over haar heen in
de verte...
V
Een jaar later was het gedreun van den
slag niet meer in de streek verneembaar.
De oorlog woedde nu veraf, in het zuiden.
Op zekeren dag reden drie boerenwagens
den kloosterhof binnen. Op de stoep stond
het meisje, en lachte.
In haar armen hield zij een kindje.
Zij snelde de wagens tegemoet met een
kreet van vreugde... maar statig stegen de
strenge nonnen uit, met licht kraken van
stijf gestreken linnen. Zij prevelden gebeden
terwijl de rozenkransen door hunne slanke,
snel bewegende vingers gleden, en zij hielden
den blik neergeslagen.
Il est venu... Ie bon...", de woorden
bestierven tusschen hare in schrik week
plooiende lippen.
De abt staarde haar aan met groote booze
oogen, en wischte zich de hals met een
rooden doek...
*
*
Een week later vond men haar en hef
kindje dood tegen het ijzeren hek van den
kloostermuur. In de verlaten streek was nie
mand te vinden geweest, om hen te4 ver
zorgen; zij waren verhongerd.
Het was op een stillen zpmervooravond.
Men wist niet, van welke zijde zij gekomen
was: langs den landweg, of langs het steenige
voetpad, dat zich dicht drukt langs den
zwaarbemosten muur van den kruidentuin...
En toen het avond geworden was, en plot
seling muziek orgelde uit het hooge ge
bouw, over de stille velden toen van een
enkel klein venster licht uitscheen in het
dichtend duister, toen lag zij dood daar
binnen, met het gestorven kindje... het
kindje dat zij gekregen had van den Heiligen
Michael,..