Historisch Archief 1877-1940
H»«055
Zaterdag 11 November
A°. 1916
DE AMSTERDAMME
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. O R O B I O DE C A S T R O Jr. en Dr. FREDERIK VAN EEDEN
Abonnement per 3 maanden / 1.90
Voor het BuHenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 11.50
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.15
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels/1.50, elke regel meer .... ?0.30
Advertentiën op de dames-, finantieele- en kunstpagina, per regel ,, 0.35
Reclames, per regel 0.50
Hulpbehoevende Kinderen in
Vlaanderen achter het Front
Van het aangrijpende verhaal van Bernard
Shaw De Keizer en het meisje" (zie ons
nummer van 27 October j.l.J is thans de
tweede druk in boekvorm ter perse.
DU verhaal werd door Shaw geschreven,
en dan De Amsterdammer" ter publicatie
afgestaan, met het doel, eene vereenlglng te
steunen die voedsel en kleeren ver
strekt aan de ongelukkige kleine
Belgische kinderen In de streken
in Vlaanderen, vlak acuter het
front.
De Klnderzorg Marle-José" staat onder
leiding van Mevrouw Hijmans, echtgenoote
van den Belgischen gezant te Londen.
De vereenlglng zendt melk, voedsel en
kleeren naar Sr. Idebald, La Panne. Van
daar worden de zendingen verdeeld over de
dorpen vlak achter het front, zooals: La
Panne, Furnes, Ronsbrugge, Coxyde,
Hoogstaat, Outan, Wulverlngham, Adenklrke.
De kleine kinderen worden door doktoren
en leden van den gezondheidsdienst verpleegd
en verzorgd, en krijgen ook zeep, kleeren,
versnaperingen enz.
Ieder zal begrijpen, in welke beklagens
waardige omstandigheden vele kleintjes In
dit meest geteisterde deel van Vlaanderen
verkeeren.
* * *
De Administratie van
De Amsterdammer",
Keizersgracht 333 Amsterdam,
ontvangt nog gaarne gif
ten voor bovenomschre
ven doel. De gevers ont
vangen dan, zoolang, de
voorraad strekt, een af
druk van het verhaal in
boek v o r m, met portret en
handteekening van den
schrijver.
De verzending, ook aan hen die reeds
giften inzonden, heeft dezer dagen plaats.
iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinin.ini
IHHOtTDi Bladz. 1: De Balans der Leiders.
De Troonopvolging, door T. H. Bnitenlandsch
Overzicht, door G. W. Kernkamp. Mr. P.
Tydeman Jr., door mr. W. H. de Beaufort.
Krekelzang, door J. H. Speenhoff.
DobroedsjaStorm, teekening van Jordaan. Mag de Droog
making van de Zuiderzee worden uitgesteld?
door mr. E. Jansma. Spreekzaal. Feuil
leton: ViS? door Benski. 5: Voor Vrouwen, door
Elis. M. Bogge. uit de Natuur, deor Jao. P.
Thtfsse. 6: J. F: L. de Balbian Verster, door H.
Brugman*. Pruisische Legertoestanden in 1806,
door O. T. Gflsberti Hodenpeil. Moeilijke
Vredesarbeid, teekening van George van Baemdouók.
Boekbespreking van Henri Borel. 7: Jan O. de
Vos, teekening van Joan Oollette. Toespraak
gebonden tct Jan C. de Vos, door dr. Frederik
van Eeden. Alida Tartaad-Klein, door Top
Naeff. 9: Muziek in de Hoofdstad, door mr. H.
M. van Leeuwen. De Moffen" vau Vroeger, door
Tilak. 11: Financiën en Economie, door J. D.
Santilhano. 12: Zuring, door yan der Zuur.
Leekenspiegel. Uit het Bondoir van Brigitte.
Ziektegevallen, door E. S. Een Vltnpje
Haagsche Wind, door Ari. 13: Het Koninkrijk
Polen, teekening van Joh. Braakenaiek. Techn.
Bubrtek, door v. O. Sohaakrnbriek, red. dr. A.
G. Olland. Damrnbriek, red. E. O. de Jonge.
Bijvoegsel: De Volkswil op de Operatie-Tafel,
teekening van Johau Braakensiek.
DE BALANS DER LEIDERS
Wat verlangt een volk in zijne lei
ders?
Het is voor deze vraag een goed
oogenblik, nu in de Vereenigde Staten twee
scherp geteekende persoonlijkheden tegen
elkander worden gewikt en gewogen.
Daar, in 't land zelf, zullen de politieke
programpunten veel gewicht in de schaal
liggen. Wij, op een afstand, zien in de
nog onbesliste presidentsverkiezing 't
duidelijkst de figuren zelve, de
menschelijkheden.
En in den grond blijft dit toch ook het
belangrijkste. Niet programma's, theorieën
of opvattingen, maar de levende wezens
in hun geheel geven ten slotte de leidende
aantrekkingskracht.
Waarin steekt die het meest?
De staatsinstellingen van Amerika, met
bun vrije markt voor vraag en aanbod
van leiderschap, geven daarop een bij
zonder levendigen kijk.
Wilson en Hughes vormen ieder een
zeer scherp beeld. Des te scherper nog
door de onderlinge tegenstelling.
Beide mannen van hooge beteekenis
en groote eigenschappen, ver boven de
middelmaat. Waar de Amerikaan het
licht mede moge nemen, niet met de
personen op wie hij de keuze vestigt
voor den ongekroonden monarch zijns
lands! Nog evenzoo als de
oude'germanen in hunne koningen de voorsten
kozen, die kónden, zijn de presidenten
steeds uit de voortreffelijksten naar
voren gebracht.
De tegenstelling echter zou thans
eenen beeldhouwer stof kunnen leveren.
Wilson is geweest en gebleven: de man
van de gedachte. Hughes is de man van
de daad. Bij den een de algemeene
lijnen. Bij den ander de stuurbeweging
van het oogenblik.
Vergelijkingen te trekken is moeilijk.
Maar men zou ten onzent aan den eenen
kant mannen als Dr. Bos of Mr. Cort
van der Linden kunnen stellen, aan den
anderen misschien eenen Mr. Treub. Niet
een denker of droomer worde daarmee
geplaatst tegenover den man, die handelt.
Ook een Wilson kan tot stand brengen.
Zijn presidentschap levert er de bewijzen
van; al noemde men alleen de reorga
nisatie van het geld-, bank- en
credietwezen. En zeker zal Hughes ook de man
niet zijn, die enkel over 't gegeven ge
val van heden denkt. Zijn geheele hard
nekkige optreden voor de zaken der
sociale rechtvaardigheid" spreekt van
het tegendeel.
* *
*
Wilson echter is de figuur, die, eerst
gegroeid in het leven van beschouwingen
en beginselen, van daaruit in de wereld
van de daad is overgestapt. Hughes is
groot geworden in de wereld van de
daad, en daarbij k voor beschouwingen
en beginselen komen te staan.
Wilson, die vór en tijdens zijne poli
tieke loopbaan met eene ongekende
vruchtbaarheid en begaafdheid geschreven
of gesproken heeft over alle denkbare
staatkundige vraagstukken en
grondvragen; die als advocaat zonder succes
is gebleven, ter wille van de studie; en
zich gedurende zijne professorale loop
baan steeds de weelde heeft kunnen
veroorlooven van algemeene gezichtspunten
en breede lijnen.
De ander, wiens loopbaan geteekend
wordt door vinnige rechtsgedingen, en
quêtes en maatregelen tegen bepaalde
misstanden; door concrete verbeteringen
en door den harden strijd der dingen.
Waarschijnlijk veel minder rijk aan denk
beelden en overdenkingen, dan Wilson.
Maar daardoor ook verschoond van
die ne eigenschap, waardoor figuren
van den Wilsoniaanschen levensloop,
wanneer zij er zich niet met alle macht
tegen wapenen, bijkans noodwendig
doortrokken worden: het gevoel voor de
twee kanten van een zaak.
Hiertoe voert nu eenmaal het
redeneerende leven, omdat in redeneering
gewoonlijk voor alle tegendeelen iets te
zeggen valt.
n een zekere maat van deze wijsheid
heeft iedere leider noodig.
Maar wee, wie er te veel van krijgt!
In zijn daden erlangen zwakheid en
onzekerheid de overhand. Zijne idealen
kan hij te minder verwezenlijken. Zoo
wel in als rondom hem, komt teleur
stelling op.
Zijn arbeid behoeft niet vruchteloos
te zijn, en op resultaten vermag ook hij
te wijzen.
Maar een duurzaam leider is hij niet;
wijl hij den moed der eenzijdigheid mist,
het instinct voor wat gebeuren moet, en
de electriciteit van den vasten wil.
Toch verlangt een volk op den duur
in zijne leiders deze eigenschappen
vooral.
En wanneer men de tegenstelling
tusschen Hughes en Wilson beziet, is het,
of hieraan de toch zoo goedwillende pre
sident de vermindering zijner populari
teit heeft toe te schrijven, en de nieuwe
republikeinsche candidaat een succes
dat zijn eigen menschen, door zijne cam
pagne teleurgesteld, hem niet eens meer
hadden toegedacht.
Ook in de buitenlandsche politiek is
het uitgekomen.
Aan Wilson was het lot beschoren voor
juist omgekeerde opgaven gesteld te
worden, als hij zich bij zijne presidents
verkiezing had voorgesteld.
Hij koesterde sinds lang den wensen,
in rustigen tijd de wetgeving en de staats
machine te verbeteren. In de eerste
plaats had hij de functie van President
willen herzien, en deze maken tot die
van den Eersten Minister, als in parle
mentair fungeerde landen. Hem heeft
niet Lincoln of Roosevelt, maar
Gladstone of Asquith voor den geest gestaan.
Daartoe moest de president zich ook
aan 't hoofd kunnen stellen van de
partijmeerderheid in het Congres, de
volksvertegenwoording, de wetgevende macht
der Vereenigde Staten. En dit is gelukt.
Wilson's liefde ging naar wetgeven, niet
naar besturen, dirigeeren. Hem bleef het
staatsdeel voor den geest, dat ook ten
onzent in de geleerde wereld veel te veel
en kortzichtig soms op den voor
grond wordt geschoven, en dat men
rechtsvorming noemt.
Regeeren echter, besturen, de natie
bezielen en bij den dagelijkschen wind
zoo krachtig mogelijk vooruit zeilen,
dat dit de eerste zaak is, wordt door
deze academische school veelal over
't hoofd gezien.
Ook Wilson heeft daarvoor noch de
meeste smaak noch de gave gehad,
hij leefde in isolement en begroette in
alle aangelegenheden den algemeenen
kant. Zijne tekortkomingen liggen daar,
waar het op 't oplossen van kwestie's
en incidenten, op taktiek en leiding van
menschen aankwam.
En ziet nu dienzelfden man door den
loop der historie geplaatst voor de ge
weldigste vragen van regeering. Laat
Mexico nog ter zijde: de wereldoorlog!
Amerika voelt zich ook tegenover
Europa een macht, en, zooals de Yankee
is, verlangt die macht ook ten goede
aan te wenden. Hij is niet tevreden
met zijn belang. Hij wil ook, waar hij
kan, dat van anderen behartigen.
Dat de groote neutrale republiek van
den beginne af aan, politiek volken
rechtelijk en moreel ontzaglijk veel had
kunnen doen, zal niemand betwijfelen.
Daarop is ook de geheele jongste actie
van Roosevelt gebaseerd geweest: Eert
God en doet uw plicht". Daarop heeft,
b.v. n wat België n wat de duikboot
oorlog en de Lusitania betreft, Hughes
eveneens enkele malen gezinspeeld.
Een groot deel der Amerikaansche
burgerij had, zonder oorlog te willen, in
de wereld-politiok van zijn leider meer
den moed der eenzijdigheid en meer
electriciteit, meer aandrang gewild.
Doch de president, middelerwijl, dacht
na, schreef, twijfelde, en trok algemeene
lijnen. Hij zal ook, en meer dan noodig
was, tegen Duitschland's geweldigheid
hebben opgezien, evenals dat bij ons
eveneens is gegaan.
Iets in hem herinnert aan de
Hamletfiguur, en het is ook hem te moede ge
weest : de tijd is uit zijn voegen ; o,
jammer, dat ik nu geroepen ben, hem
recht te zetten!"
En wanneer Hughes in zijn plaats mocht
treden, zal het zijn, of, gelijk in 't drama, de
daadwerkelijker figuur van Fortinbrass,
het tefrein behoudt.
Zoo worden tweeërlei soort van leiders
tegenover elkander gewogen.
Niemand heeft zoozeer de gelegenheid
gehad, om de gebreken van zijne deuden
te toonen, als Wilson, en wanneer hij niet,
of zelfs maar : wanneer hij met eene
kleine meerderheid wordt herkozen,
hij de man met zoovele deugden, de man
die zijn land toch in peace and
prosperity" heeft kunnen houden, dan is dit
een sprekend bewijs, dat een volk in zijne
leiders op den duur nog iets anders
verlangt.
Het verlangt in hen natuurlijk in de
eerste plaats: het onmogelijke!
Maar dan bovendien niet zoozeer : ver
zorging en veelzijdigheid. Doch : opwek
king en besliste stuurkracht, om te kunnen
volgen. v. H.
De Troonopvolging
Dat het wenschelijk zou zijn, thans tevens
in de Grondwet een deel der regels van
Troonopvolging te veranderen, is wel van
alle kanten toegegeven. Ieder is overtuigd,
dat ons volk er in de toekomst dankbaar
voor zoude kunnen zijn, zoo nu de gelegen
heid om deze verandering aan te brengen,
waargenomen wierd.
De waarborg van een waarlijk nationaal
Staatshoofd, ook voor later tijd, is een zaak,
waarvan de ernst thans weer ten volle wordt
beseft.
Niettemin heeft de machtige man, die op
het oogenblik het wel en wee van Neder
land bevoogdt, geweigerd er op in te gaan.
Redenen werden niet vermeld. En, gelijk
op 't woord des hoogepriesters, deden allen
het zwijgen er toe.
Natuurlijk echter weet den Haag de reden
wel. De Koningin wil het niet", vertelt
men elkander over. En dit met gezichten,
alsof 't dus ook onbeleefd zou zijn, er nu
nog verder van te reppen.
Het is evenwel eerst recht onbeleefd, dit
praatje te verkoopen l
Qeloove het al, wie wil (niet wij !), voor
eenen staatsman kan de reden van weigering
toch nimmer zijn, dat de Koningin bezwaren
maakt. Mogelijk dat bezwaren, harerzijds
geopperd, den Minister overtuigen om de
zaak tegen te houden.
Maar in elk geval moeten het ook zijne
overtuiging en door hém erkende zakelijke
redenen zijn, welke ten slotte 't argument
uitmaken.
Late men dus dergelijke dynastieke vraag
stukken die tevens gewichtige staatsvragen
zijn, niet meer op de persoonlijke rekening
van Koningin Wilhelmina stellen.
Neen, het is vrij begrijpelijk, wat den
Minister Cort van der Linden beweegt, om
deze zaak, waarvoor zoovelen gevoelen en
waarvoor deze grondwetsherziening eene
nige aanleiding biedt, af te wijzen.
De reden is die, welke, zij 't op wat dras
tische wijze, door een onzer teekenaren in dit
nummer in beeld is gebracht.
De Minister vreest onaangename tegen
kantingen van eenigen kant van het geïnte
resseerde buitenland.
En dan ligt het geheel in de lijn van onze
tot dusverre gevolgde politiek: de moeilijk
heden van het oogenblik te overschatten en
daarvoor die, welke in de toekomst komen
kunnen, te laten liggen. Van daag conflic
ten te vermijden, al wordt daardoor in een
verdert toekomst aan veel grooter gevaren
voet gegeven. Angstvalligheid voor nu,
in plaats van onomwonden voorzorg voor
later.
Ieder kan de lijst der voorbeelden nagaan,
welke van dit stelsel de onbedriegelijke
symptoonen zijn.
Maar wie zou ons kunnen doen gelooven,
dat Nederland, zoo de wetgevende macht
durfde, de betrekkelijk eenvoudige wijziging
in het hoofdstuk niet ongestoord zou kunnen
doorzetten ? En dat de minister, gesteld hij
is van het tegendeel overtuigd, zulks in elk
geval op onaanstootelijke wijze met de
Kamer behoorde te bespreken ?
Sommigen begeeren nu nog eene adres
beweging of een referendum, om toch de
verlangde wijziging overwogen te krijgen.
Maar wat zouden die baten? Nederland
laat zich in deze zaken nu eenmaal almach
tig door n man bestieren, en van geen e
der gestelde of indirecte machten is iets
daartegenin te verwachten.
Wij, overigen, kunnen voor 't oogenblik
slechts vertrouwen, op goed geluk te
varen; en verder zorgen, gereed te zijn
voor de ongevallen, tegenspoeden of crisis
sen, waarvan ieder slechts kan hopen, dat
ze ons bespaard zullen blijven.
v. H.
tiiMiiiiimmiiiiimiiiiiiMimiiiiiiMHii iiiimmiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiiiii
Een souvenir
Polen
aan de U 53
Wie de voortreffelijke eigenschappen van
het Duitsche volk moest opsommen, placht
tot dusver niet te beginnen met:
de weergalooze takt, waarmede het
zich bemind weet te maken,
en aarzelde ook even voor hij de lijst
besloot met:
de kieschheid waarmede het de ge
voeligheid van kleine natiën gewoon is te
ontzien.
Maar die aarzeling zal men voortaan niet
meer behoeven te overwinnen. Op het stuk
van kieschheid verkeeren de Duitschers in
een periode van sprongsgewijze evolutie.
Zij zelven zijn natuurlijk te bescheiden om
dat uit te bazuinen; onze daden mogen voor
ons spreken, zullen zij denken. Maar zij heb
ben er toch recht op, dat niet-Duitschers
er eens nadrukkelijk de aandacht op vestigen.
Van welken plicht ik mij nu ga kwijten.
De Duitsche couranten staan de laatste
dagen vol van
Die Amerikafahrt von U 53".
Het zijn dan ook kranige dingen, die deze
duikboot heeft verricht. Ik denk daarbij niet
aan het torpedeeren van een aantal vijan
delijke en onzijdige koopvaardijschepen bij
de kust van de Vereenigde Staten; dit lijkt
me voor een duikboot geen bijzonder moeilijk
werk als er geen vijandelijke oorlogsschepen
in het zicht zijn. Ook was deze verrichting
eigenlijk een hors d'oeuvre voor de U 53.
Haar eigenlijke opdracht heette immers te
zijn: het overbrengen van brieven voorden
Duitschen gezant te Washington; toen zij
zich van die taak had gekweten en de ge
legenheid zich opdeed om ook en passant
eenige koopvaardijschepen te vernietigen,
zal de verleiding haar te machtig zijn ge
worden.
Neen, als ik van het kranige stukje spreek,
dat de U 53 heeft uitgehaald, bedoel ik
bij zulke dingen ga je onwillekeurig Duitsch
schrijven die auszerordentliche Leistung"
om in 41 dagen heen en terug te varen
van Duitschland naar de Vereenigde Staten,
zonder onderweg een haven aan te doen
om voorraden in te nemen of aan de be
manning gelegenheid te geven, een beetje
op haar verhaal te komen.
Geen wonder, dat de Duitschers daar trotsch
op gaan. Het is te begrijpen, dat hunne cou
ranten zooveel mogelijk kopij halen uit de reis
van de U 53 en zelfs schijnbare kleinig
heden niet overslaan, b.v. de mededeeling,
dat de vrouw van een Amerikaanschen
admiraal, die van den commandant van de
U 53 een koek kreeg met het opschrift
Zum ewigen Andenken," beloofde deze
als een reliek te zullen bewaren, terwijl de
dochter van voornoemde admiraalsvrouw,
aan wie ook zulk een zinrijk geschenk werd
vereerd, er onmiddellijk hare tandjes in
zette. Men zou echter aan déKölnische
Zeltung, die deze bijdrage tot de psycholo
gie van Amerikaansche admiraalsVrouwen
en admiraalsdochters aan hare lezers
opdischt, vermoedelijk onrecht doen, door niet
een diepere bedoeling bij deze anecdote te
veronderstellen; zij zal de officieren van
toekomstige duikbooten, die een reis over
den Oceaae ondernemen, hebben willen
waarschuwen, dat de dochters van Ame
rikaansche admiraals gauw toehappen
Het relaas van Die Amerikafahrt von U53"
wordt besloten met een opsomming van
de koopvaardijschepen, die door deze duik
boot naar den kelder zijn gejaagd, en van
allerlei bizonderheden omtrent bemanning
en lading dezer schepen.
Van al deze wetenswaardigheden, die aan
het Duitsche publiek in'overvloed werden
voorgezet, heeft een Wolff-telegram althans
een extract aan de Nederlandsche couranten
doen toekomen. Een bloemlezing mag men
het niet noemen; want de admiraalsvrou
wen-dochters zijn overgeslagen Daarentegen
is er maar weinig bekort in het verhaal der
lotgevallen van de stoomschepen, die door
de U 53 werden getorpedeerd; voor neutralen
is dit ook het leerzaamst.
Maar weinig is er in bekort. Toch iets;
en hier krijgt de lezer nu gelegenheid tot
waardeering van de kieschheid, die in
Duitschland zówelig opschiet, dat zelfs
een Woiff-telegram begint te blozen, als het
een voor Nederland onaangenaam bericht
zou moeten overbrengen; liever dan dit te
doen, verminkt het de historische waarheid
en laat een passage weg, waardoor een ge
voelige snaar zou worden geraakt.
In het telegram over de reis van de U 53,
dat voor Nederlandsche lezers bestemd
werd, kon men o. o. lezen:
De Engelsche passaglersboot Stephan
maakte bizondere haast met het over
brengen van passagiers en manschappen
in de booten."
Uiterst belangrijk is deze mededeeling
niet; dat is zij zelfs niet in de uitvoeriger
redactie, die men in de Kölnische Zeltung
kon lezen. Daar luidt zij:
Der Englische Passagierdampfer Stephan
benahm sich auszerordentlich eifrig- Er hatte,
wahrend das U-boot noch mit dem
hollandischen Dampfer Blommersdijk beschaftigt
war, und bis dahin von dem U-boot nur das
Signal, die Papiere auf das U-boot zu
schicken, geheiszt war, sofort begonnen,
seine Papiere und Mannschaften in die Boote
zu setzen."
De rest van het verhaal komt er niet op
aan; wie zou nog ooren voor iets anders
hebben, nu hij heeft vernomen, dat een
Wolff-telegram ons de vermelding van den
naam
Blommersdijk
heeft willen besparen en onze bewondering
voor de verrichtingen van de U 53 niet heeft
willen temperen door er aan te herinneren,
dat deze Iduikboot ook nog beschaftigt"
is geweest door de Blommersdijk?
Maar nu wij dan toch daaraan herinnerd
zijn, mogen wij hopen, dat de commandant
van de U 53, als hrj uitgepraat is over zijne
ontmoetingen met de admiraalsvrouw en
-dochter, aan zijne regeering rapport zal
uitbrengen over rijne overige ontmoetingen
en haar spoedig reden zal geven,
onze regeering verontschuldigingen aan
Ie bieden
wegens het torpedeeren van de Blommers
dijk en volledige schadevergoeding daarvoor
te betalen. Een koek Zum ewigen Andenken"
behoeft zij ons niet cadeau te geven; ge
vallen als die van de Medea, de Katwijk,
de Artemis, de Tubantia, de Berkelstroom
en de Blommersdijk zullen in Nederland
niet worden vergeten.
Ook om andere redenen dan uit kiesch
heid wordt er in officieuse Duitsche
mededeelingen soms iets verzwegen.
Bij de stichting van het Koninkrijk
Polen
schreef de Norddeutsche Allgemeine Zeltung
een commentaar, waarin o. a. het volgende
ten beste werd gegeven:
Niet de beschermers der kleine natiën"
zijn het, die nu Polen weder tot nationale
ontwikkeling brengen, maar de beide mo
gendheden, tegen wie valschelijk, in naam
der kleine naties, de haat van de geheele
wereld is aangestookt. De mogendheden van
het westen hebben aan Polen dikwijls een
platonische sympathie betuigd; Vive la
Pologne", klonk het herhaaldelijk uit haar
mond; dat verplichtte ook niet tot een
daad. Telkens wanneer de Polen in goed
vertrouwen op hulp uit Londen en Parijs
den strijd voor hunne onafhankelijkheid aan
bonden, bleek het dat zij op ijdele woorden
hadden gebouwd. Van dezen kant zou de
vrijheid niet tot hen komen".
De historische herinnering is juist, maar
niet compleet. Toen in 1863 de Polen den
strijd voor hunne onafhankelijkheid aanbon
den, riep Bismarck niet: Vive la Pologne."
Ook kregen de Polen van hem geen ijdele
woorden, geen platonische betuiging van
sympathie, maar hij toonde hun metterdaad,
dat zij op Pruisen niet behoefden te rekenen.
Zoodra men te Berlijn kennis had gekregen
van den opstand, werd generaal von Alvens-
leben met een bizondere opdracht naar den
Tsaar gezonden. In zijne instructie stond