Historisch Archief 1877-1940
11 Nov. '16. No. 2055
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Het Koninkrijk Polen
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Ze Branden Laag! (The Bulletin, Sydney)
KONINKRIJK POLB
Bellenblazen
llllllHIIUIIIIIIIIIIIHIIIIinillllllMMIIIIIIIirllMMIMIHIIIIIIIIllIIII
ECHNISCHE RUBRIE
f[Een Nieuwe Electrische Lamp
Een Amerikaansche uitvinding
Twee Amerikaansche ingenieurs hebben
in een technisch tijdschrift een nieuwe lamp
beschreven, die zij na vele jaren van expe
rimenteeren geconstrueerd hebben en die
groote kans heeft een kwade concurrent te
worden voor de halfwattlampen en voor de
booglampen. Bijgaande teekening geeft een
voorstelling van de hoofdzaken.
Het punt A is verbonden met den negatieven
toevoerdraad, terwijl van den positieven twee
draden uitgaan. De eerste gaat naar het punt B,
dat met A. verbonden is door een draad, die
gemaakt is uit een mengsel van wolfram en
oxyden van andere metalen. De andere
gaat naar het punt C en mondt uit in een
plaatje of bolletje van wolfram; onderweg
is die tweede draad rondom den
electromagneet E gewonden. Wordt de stroom
gesloten, dan gaat ze door den draad AB,
die direct gloeit en dan zooveel electronen
uitzendt, dat de ruimte tusschen AB en C
geleidend wordt, waardoor een lichtboog
overgaat tusschen A en C. Tegelijk werkt
E als magneet en trekt deze het anker a
aan, waardoor de stroom niet meer naar B
kan komen, maar via den lichtboog tusschen
A en C onderhouden wordt. Het bolletje
bij C is in een oogwenk gloeiend en alleen
dit kleine bolletje straalt een intens licht uit.
De tot nu toe geconstrueerde lampen
hebben 500 branduren en verliezen in dien
tijd ongeveer 10 pCt. van hun lichtsterkte;
zij verbruiken ook een halve watt per kaars
lichtsterkte. Als bij C een plaatje van een
vierkante centimeter aangebracht is, heeft
de lamp een lichtsterkte van 1500 kaarsen.
Als voordeel boven de gewone booglampen
worden genoemd: de lamp kan zeer klein
zijn, daar het gecompliceerde toestel voor
het regelen van het licht wegvalt; de lam
pen behoeven niet schoongemaakt te worden,
terwijl ook van de vervanging der
koolspitsen natuurlijk hierbij geen sprake is; het
licht is rustig en levert geen gassen.
Boven de gloeilampen heeft deze lamp het
voordeel, dat het licht uitgestraald wordt
van uit een zeer kleine oppervlakte en het
mogelijk is het in een bepaalde richting te
concentreeren. Dit laatste maakt die lampen
buitengewoon geschikt voor projectiedoel
einden. Verder kunnen de glazen peeren
uiterst klein gemaakt worden.
Een groot nadeel is het, dat die lampen
nog niet geschikt zijn voor wisselstroomen.
Gelukt het ze hiervoor geschikt te maken,
dan zal de zegetocht der halfwattlampen in
verschillende vormen weldra gedaan zijn.
De electromagneet E en het anker a zijn
in werkelijkheid zeer klein en worden aan
gebracht in den geelkoperen dop, die boven
op de lamp vastgekit wordt; de lamp is
niet op de gewone manier in een gewone
houder te zetten, daar de goede richting
van den stroom een vereischte is voor het
functioneeren. Dit is natuurlijk een groot
nadeel voor het snel invoeren. v. O.
Redacteur: Dr. A. O. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Alle berichten.deze rubriekbetreffende.gelleve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
Onderstaande partij, gespeeld in den
nationalen wedstrijd te Amsterdam, heeft
nogal de aandacht getrokken. Helaas is zij
in de verschillende Nederlandsche
schaakrubrieken (o.a. in het Handelsblad, de N. R. C.
en de Nieuwe Amsterdammer) zeer eenzijdig
en onjuist beoordeeld. Velen zullen onge
twijfeld een anderen kijk op de partij krijgen,
na kennis genomen te hebben van de vol
gende analyse.
WEENER PARTIJ
Wit Zwart
Dr. A. G. Olland J. W. te Kolst
1. e2?e4 e7?e5
2. Pbl-c3 Pg8-f6
Deze verdediging verklaarde (volgens
Bilguer met recht) Falkbeer voor de beste
(D. Schachzeitung, 1857).
3. Lfl?c4
Behalve dezen zet wordt ook g2?g3 ge
speeld, wat eveneens goed is.
3 Lf8-c5
Volgens Bilguer is de beste zet 3... Lb4
met de voortzetting 4. d3, c6! (zie de partij
Olland?Fick).
4. d2-d3 d7?d6
Bilguer geeft 4... c6 als de beste voort
zetting aan.
5. Lel?g5 h7?h6
Ook nu en op den volgenden zet was
c7?c6 de juiste zet.
6. Lg5?h4 Lc8-»e6
7. Pc3?d5! Le6Xd5
8. Lc4Xd5 c7-c6
9. Ld5-b3 g7-g5?
10. Lh4-g3 h6-h5?
Dit vroege opspelen der pionnen op den
koningsvleugel is een taktische fout, welke
zwart bij juist tegenspel van wit de partij
had moeten kosten.
11. h2-h4 g5-g4
12. Ddl-d2
De beste manier om voordeel te halen
uit zwart's unsound K-side advance" is,
volgens Burn in The Field, de volgende
speelwijze: 12. Pe2, Pbd7, 13. Lh2, d5(Ph7,
14. Lgl! gevolgd door Pg3) 14. Pg3, Pf8,
15. De2, Pg6, 16. Pf5 en wit heeft een aan
merkelijk positie-voordeel.
12 Pb8-d7
13. f2?f4?
13. Pe2 moest geschieden. De tekstzet geeft
wit een zeer onaangename zwakte op e3,
wat door zwart terstond uitgebuit wordt.
13 Dd8-b6
14. Kei?e2?
Het middel is erger dan de kwaal f Wel
is waar is nu e3 ontoegankelijk voor zwart,
maar wit ontneemt zichzelf de rochade voor
goed en maakt het 't paard op gl voor
langen tijd onmogelijk in het spel te komen.
14. Pe2, was de zet, waarna (14... Le3, 15.
Dc3) wit nog bevredigend spel had. Naden
tekstzet moet men wit's stelling als ver
loren beschouwen.
14 a7?a5!
De beteekenis van dezen zet, welke dreigt
met a5?a4 en Db2: is, dat wit (na fe5: en
de5:) belet wordt Dg5 te spelen en den
zwakken pion e5 aan te vallen. De witte
dame moet nl. b2 blijven dekken.
15. f4Xe5 d6Xe5
16. c2-c3 a5?a4?
Als zoo vaak was ook hier de dreiging
sterker dan de uitvoering. Zwart moest de
dreiging laten bestaan (zie zet 18) en ter
stond Tf8 en 0-0-0 spelen. Wit zou dan
geen tegenkans gekregen hebben en als het
ware van zelf te gronde gegaan zijn.
17. Lb3-c4 Th8-f8
18. Tal?fl O-O?O?
Thans was 18... Da7 noodzakelijk om het
dreigende b4 te voorkomen, immers na
18... Da7 zou wit 19. a3 hebben moeten
antwoorden, terwijl thans na 19. b4! ab3:
20. ab3: de verdrijving van den raadsheer
door b3?b4 niet te voorkomen is.
19. Dd2-c2?
Wit verzuimt zijn kans om door b2?b4
in het voordeel te komen.
19 Db6-a7
20. a2-a3
Nu zou op b4 volgen: Lgl: en b7?b5
met winst van looper c4.
20 b7-b5?
Werpt de winst weer weg l De zet ver
zwakt onherstelbaar de positie van den
zwarten koning. Door 20... Pe8 zou zwart
betrekkelijk gemakkelijk kunnen winnen,
bijv. 21. Lf7:? Lgl: 22. Thgl: Tf7: of 21.
Lf2, Pd6, 22. La2, f5! enz.
21. Lc4-a2 Lc5?e3r
Beter ware 21... Kb7 ofschoon ook dan
wit na 22. Kei, zeer goed komt te «taan,
bijv. 22... Le3, 23. Lf2, Lf2: 24. Df2: Pc5,
25. Lbl enz. Na den tekstzet moet zwart
verliezen.
22. d3-d4! Le3?h6
23. Ke2?el?
Wit verzuimt door den voor de hand
liggenden zet Le5: in beslissend voordeel
te komen, bijv. 23. Le5: Pe4:l 24. De4: Pe5:
25. Tf5! enz.
23. ...... Kc8-b7?
Eerst moet 23... ed4: geschieden.
24. Pgl-e2?
Want nu kan wit weer winnen door Le5:
bijv. 24... Pe4: 25. De4: Pe5: 26. De5:! enz.
24 e5Xd4
25. c3Xd4
Oppervlakkig beschouwd staat wit thans
zeer goed, zijn beide loopers hebben een
uitstekende plaats, zijn torens kunnen zich
op de f-lijn verdubbelen... alleen wit's
koning staat slecht en dit redt de situatie
voor zwart.
(Stand der partij na 25. c3Xd4)
ZWART
a bcdefgh
WIT
25 Pf6Xe4!
Het Goede Geweten (Simplicissimus)
Waarom zou ik mij schamen? Ik be
taal de vleeschkaarten toch, die ik armen
menschea afkoop?"
Een korrekt, zij het ook vrijwel gedwongen
offer, waardoor zwart in het voordeel had
moeten komen.
26. Dc2Xe4 Da7-a5f
27> pe2 _ c3
Op 27. Kf2 zou volgen 27. . . Tfe8, 38.
Le5 (Dd3, Pc5!) f6, 29. Dh7 (of g6) Dd2 enz.
27 ....... Tf8-e8
28. Lg3-e5 f 7- f 6?
Door 28. . . Pe5: zou zwart hebben kunnen
winnen, bijv. 29. de5: Ld2f 30. Ke2, Lc3:
31. Tf7:f Kb6, 32. e6, Lb2: 33. De3f c5,
34. Df4, Da8! enz. Ook 32. bc3: is niet
gunstig voor wit. Na den tekstzet kon wit
weer in het voordeel komen.
29. Tfl?f5?
Door 29. Kdl had wit thans kunnen
winnen : bijv. 29. . . fe5 (29. . . b4? 30. ab4:
Db4: 31. Kc2, fe5: 32. d5, De4: 33. Pe4: Kc7
34. d6! met winnend spel voor wit) 30. d5, Db6
(cd5:? 31. Ld5:f Kb8, 32. Dh7, Db6, 33.Tf7
en wint ; 33. .. e4? 34. Kc2 enz.) 31. Kc2,
cd5: 32. Pd5, Dc6f 33. Pc3, De4:! 34. Pe4:
enz. Wit dreigt nu zoowel Pd6 als Lf7 en
moet door den slechten stand der zwarte
pionnen winnen.
Op 29... Lf8? zou volgen: 30. Kc2, b4,
31. ab4: Lb4: 32. Dh7, Te7 (fe5: 33. Tf7!)
33. Dh5: fe5: 34. Tf5 enz.
29 ....... f6Xe5?
Wederom niet de juiste zet. Na 29. . .
Pe5: zou zwart gemakkelijk hebben kunnen
winnen, terwijl na 29. . . fe5: wit zich wel
licht nog kon redden.
30. d4?d5! Kb7?a6
31. d5?d6?
Wie de laatste fout maakt verliest! Ook
nu had wit nog Kdl kunnen spelen, bijv.
31... Pc5, 32. De2! Pe6, 33. Tf6! Lg7, 34.
Tg6, cd5: 35. Ld5: Td6, 36.Kcl, e4, 37. De4:
Lc3: 38. bc3: Db6! 39. Le6: enz.
31 ....... Da5-b6!
32. La2-f7
Ook andere zetten kunnen het witte spel
niet meer redden.
32
33.
34.
35.
36.
Pd7-c5
Te8- f8
Tf8-f5
Lh6?f4
Pc5Xd7
Lf4?g3
Db6?d4
De4-e2
Lf7-g6
Lg6Xf5
d6?d7
37. Pc3Xa4
38. Kei?f l
39. De2?d3?
Ten slotte nog een grove blunder I
39 ....... Dd4-f2f
Beide spelers toonden zich in deze partij
niet opgewassen tegen de vele moeilijk
heden, welke zich voordeden. De ongewone
stellingen waren hieraan mede schuldig.
BERICHT
Wegens plaatsgebrek plaatsen we pro
bleem No. 56 en de oplossing van probleem
No. 55 eerst de volgende week.
13e Jaargang 11 November 1916
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 112n, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
OPLOSSING PROBLEEM (Eindspel) No. 117
VAN DEN AUTEUR I. PRESBURG, A'DAM
Stand. Zwart: 3, 6, 23, 30.
Stand. Wit: dam op 44.
Wit: 44-39
30-44 44-17. 17-22,
Zwart : 30-35 gedw., 3-8 A, B, 8-13, 13-19,
19-39, ' '39-28, 28-39. Remise t
23-29 C, D, 19-24 gedw.
^33. 33-39 Remise!
__
19-24, 24-30 a
a ~, 33-39 Remise !
23-29
C -- , 39-30 Remise!
35-40
B -- , 44-22, 22-33, 33-39 Remise!
3-9, 9-14," 14-19 I
I -- , 33-17, 17-12, 12-3, >25 Remisel
3WO, 23-29 *, 29-34; 14-19
* , 17-3, 3-8 Remise!
40-45, 14-19
A _?, 44-39, 39-17,
17-22,
23-29, 3-8 a, a, 8-13gedw., 13-19gedw.,
22-28, 28-39 enz. Remise!
19-24 gedw.
22-39, 39-25 Rem.!
a, a -^_?, 39-22,
3-9, 9-14 gedw., 14-20 b, b
b, b , 39-28, ^ 28-39 Remise!
14-19, 19-24 gedw.
Dit is het eerste eindspel van dezen auteur
wat in onze rubriek verschijnt, en is geheel
anders samengesteld dan de^ Vroegeren,
elders gepubliceerde. De kracht van de dam
komt in dergelijke eindspeleu eerst goed
naar voren, mits men er het goede gebruik
van maakt. Wij veronderstellen dat de meeste
lezers zullen weten dat zooals wij reeds
vroeger schreven 4 schijven tegen \ dam
gewonnen is, tenminste in vele gevallen.
Het is evenwel maar de kwestie Of het
mogelijk is met de dam de zwarte.schijven
zoodanig te brengen dat er altijd een zwarte
schijf verloren gaat, m. a. w. of het mogelijk
is een stand te formeeren zooals aangegeven
bij de hoofdvariant laatste zet, waardoor de
schijf op 24 verloren gaat en de remise dus
geforceerd is. Op dit systeem berusten deze
eindspelen.Wij hebben van den heer Presburg
de toezegging gekregen, van nog meer der
gelijke remisestanden en vertrouwen dat
de lezers dezer rubriek, deze met belang
stelling zullen tegemoet zien. Voor de prak
tijk hebben ze ontegenzeggelijk zeer veel
waarde.
".,Eigenaardig is in dit eindspel, dat schijf
6 niet van zijn plaats kan en de oplossing
meest gaat over de vakken 44 tot 17 en 17
tot 3, terwijl de dam zóin zijn volle kracht
is, dat deze 4 schijven in bedwang houdt.
Een zeer mooi en leerzaam voorbeeld om
een dam goed te gebruiken.
PROBLEEM No. 120
van den Auteur H. ZAADNOORDIJK, Alkmaar
(Eerste publicatie)
Zwart (13 schijven)
l
6
II
ie
21
26
31
30
41
4G
5
10
15
20
25
30
35
40
45
Wit (12 schijven)
Stand. Zwart: 8, 11/12, 17,19, 22/25, 27/29, 32.
Stand. Wit: 26, 31, 35, 39, 40, 43/45, 47/50.
PROBLEEM No. 121 (VOOR BEGINNERS)
VAN DEN AUTEUR H. VOS, A'DAM
(Eerste publicatie)
Zwart (10 schijven)
l
e
n
ie
2!
2C
31
36
41
46
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (10 schijven)
Stand. Zwart: l, 3, 7, 9, 10, 13,14, 19, 26, 27.
Stand. Wit: 12, 25, 33, 36/40, 42, 48.
Oplossingen binnen 14 dagen in te zenden
aan bovenstaand adres.
UIT DE DAMWERELD
Alhier is opgericht, met 17 leden, de
damvereeniging T. A. V. E. N. U." De speel
avonden worden gehouden Dinsdagavond
8 uur, caféCentrum", Nieuwe Leliestraat
hoek Ie Leliedwarsstraat.
Als voorloopig bestuur zijn gekozen de
heeren J. Adams, voorzitter, A. Damstra,
secretaris, Spaarndammerstraat 55 huis, G.
Swart, Penningmeester.
De Vereeniging zal zich bij den Ned,
Dambond aansluiten.