De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 11 november pagina 7

11 november 1916 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

11 Nov. '16. - No. 2055 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND JAN C. DE VOS (Geteekend vór De Amsterdammer" door Joan Collette) Toespraak GEHOUDEN TOT JAN C. DE VOS, TER GELEGENHEID VAN ZIJN VEERTIO-JARIG JUBILEEALSTOONEELSPEELER.INDEN STADSCHOUWBURO TE AMSTER DAM, OP 8 NOVEMBER 1916 Beste Jan C., je moet me ten goede houden als ik iets ga doen wat je heelemaal niet bedoeld en niet verwacht hebt. Ik zal je zeggen wat ik in mij voelde opkoomen toen ik de uitnoodiging kreeg om hier als voor zitter van de feestcommissie op te treeden, met de bijvoeging dat jou dat bizonder aangenaam zou zijn. Ik voelde mij door die bijvoeging niet in staat te weigeren, en toch had ik mij voorgenoomen nooit meer zulke baantjes te aan vaarden. Ik dacht toen aan de bekende feestreedenaar van Lodewijk Mulder die alle gasten in slaap declameerde en aldus de zeekerheid won dat niemand er ooit weer aan denken zou hem als feestreedenaar te inviteeren. Nu moet je niet boos worden, Jan C., maar ik ga iets dergelijks probeeren. Niet door het publiek in slaap te praten, dat wordt me te tijdroovend, maar door mij toe te leggen op een soort openhartigheid, die men van feestreedenaars volstrekt niet iiiiliiiilliiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiii'iilliiiiniiiiliii ALIDA TARTAUD-KLEIN 1890-1915 BH haar vtjf-en-twintig-iarig tooneeljubileum Het geval met Vorstenschool", dat Alida Klein, een kind met hangend haar, plotse ling de tooneelkroon op het hoofd drukte een kroon die zij haar leven lang behield zal nu wel tot en met Lutjegast zijn door gedrongen, en ook alle verdere wetenswaar digheden omtrent haar normaal huiselijk leven, goed humeur, lieve kinderen en keurige kamers kunnen voor niemand meer een ge heim zijn. Ik ben dan ook maar niet gegaan om haar te uwen behoeve alsnog een versche anecdote te ontlokken, de dag waarop een begaafde vrouw haar vijf en twintig-jarig kunstenaarschap herdenkt, lijkt mij nu niet juist aangewezen voor een lofrede op haar provislekast, al zouden we daarmee tege moet komen aan de publieke vereering, die gewend is, en die naar ik hartelijk hoop pijnlijk genoeg zal zijn om mij voortaan als feestreedenaar voor goed onmoogelijk te maken. Erger hoeft niet maar zoover moet je mij veroorlooven te gaan. Begrijp me goed, beste Jan C, voor jezelf zal de zaak in 't geheel niet pijnlijk zijn. Integendeel, ik koester een flauwe hoop, dat ik je er mee zal amuseeren. Dat behoef je echter in 't geheel niet te laten blijken. Hou jij maar je gezicht in den officieelen jubi laris-plooi. Voor jou komt van avond niets als huldiging, dankbaarheid, applaus, gejuich, bloemen en de rest. Mocht er geflooten worden, mochten er rotte eieren, appelen en ander fruit vliegen, dan geldt dat mij en mij alleen. Ik zal je zeggen wat mijn plan is. Voor eenige weeken is hier een jubileum gevierd van de K. V. het Ned. Tooneel. Bij die geleegenheid was er behalve de officieele, ook een vrij williger-dilettantextra-feest-redenaar. Van zijn reede is niet veel terecht gekomen, want die werd, om zoo te zeggen, in de wieg gesmoord. Ik meen door een soldaat van Herodes, gehard in kindermoord. En toch scheen het weinige wat mij van die reede is ter oore gekoomen, lang niet zoo onverstandig. Ik heb zelfs hooren zeggen, dat het de verstandigste woorden waren die op dien feestavond zijn gesprooken. Nu is bij voorkeur verneemt hoe gewoon menschelijk een ongewoon mensen achter de coulissen kan zijn. Dat is dan in orde. Mevrouw Tartaud woont niet in een woonwagen, ze is een huisvrouw van voorbeeldige veelzijdig heid, een moeder, die er niet tegenop zag, ter begeleiding van haar viool-Hansje, de pianostudie met Mie-daar-ligt-een-kip-in-'twater vlijtig te ondernemen. Parlons de la réalité, d'Eugënie Qrandet", zei Balzac. Houden ook wij ons aan de werkelijkheid, aan Maria Stuart", Monna Vanna" of Aleid", aan datgene wat Mevrouw Tartaud van alle mevrouwen onderscheidt. Dat zij zelve deze realiteit niet altijd voorop heeft gesteld, n kind, het Zondags kind in haar binnenste, wel te kort deed, niet tegen de klippen op gewoekerd heeft met haar rijkelijk deel, zij, die bestemd scheen mede aan de spits te staan... onze deugden worden somtijds tot gebreken: Alida Tartaud kende haar eigen waarde niet. Zij gaf in eenvoud, zonder voor haar kunst een waarborg te vragen. Het schavotje, waarop Maria Stuart, tusschen twee, van de straat opgepikte, hellebaardiers ter dood sukkelde, rijst in mijn herinnering als het symbool harer lijdzaamheid... tegelijkertijd als het bewijs eener begaafdheid die,tusschen de vodden, in volstrekt geestelijke eenzaam heid, een illusie wist hoog te houden in geheel eigen atmospheer. Los van haar om geving, was zij den gansenen avond voor ons Maria Stuart; ze is het in onze ver beelding nog. Wat wij van Alida Klein's sterk talent, haar rap verstand, haar onbarmhartigen geest gehoopt hadden: de relevatie van haar toevallig tooneel-milieu op een plan waar haar persoonlijk kunnen zou zijn gekomen tot voller bloei, heeft zij tot heden niet vervuld, maar wel is zij altijd gebleven die zij was: een in en om zichzelve immer belangwekkende, schoone, geheel afzonder lijke persoonlijkheid op ons tooneel. Gestalten unl Erscheinungen" noemde Felix Salten zijn mooi boekje, waarin hij, in vast-omlijnd en zuiver belicht beeld, aan de tooneel-psychévan eenige bekende kunste naars relief geeft, zonder ook maar te raken aan het onrustbarend begrip: ster. Zulk een Gestalt" is voor mij ook altijd Alida Klein geweest. Eene vrouw van wie het vanzelf sprak dat zij de hoofdrol speelde, eene die, al vermocht zij niet elke illusie het mijn plan, die in den knop verwelkte reede van den heer Bernard Canter weer tot bloei te brengen. Ik ga die reede voort zetten, en wel onder gunstiger omstandigheeden. Want de heer Bernard Canter werd er uitgesmeeten. Maar ik sta hier als voor zitter van de feest-commissie. Wie doet me wat? Ik verzoek je evenwel, beste Jan C., een oogje te houden op den uitsmijter ingeval hij hier aanweezig mocht zijn. Je kunt nooit weeten. Ik wensch ongestoord den heer Canter zijn revanche te geeven. Daarmede wijk ik niet af van mijn plicht als hulde-brenger. Want ik weet voor een eenvoudig, oprecht kunstenaar als jij, Jan C., geen beeter hulde dan een eerlijk, oopenhartig woord, oover dingen die ons beiden eevenzeer ter harte gaan. Op ijdele loftuitingen en vleierij ben je niet gesteld. Een oprecht woord oover onze nationale kunst kan je niet onwelkom zijn. De heer Canter dan begon met de meededeeling dat hij 26 zegge zes en twintig tooneelstukken heeft geschreeven, waarvan er nooit een enkel is opgevoerd. Teegen zulk een prestatie moet ik het afleggen, al ben ik zeeker twintig jaren ouder. Ik bracht het niet verder dan ongeveer de helft. Ook zijn al die stukken niet zoo geheel genegeerd. Verscheidene er van zijn wel eens opgevoerd, veelal door dilettanten, somtijds ook door een heusch theater. Een paar stukken zijn werkelijk meerdere malen opgevoerd het minst beteekenende stuk van allen de Student thuis wel het meest; maar som mige van de meest beduidende stukken kon den het zelfs niet tot n opvoering brengen. Nu heb ik geen enkel stuk van de zes en twintig Canter-stukken geleezen. Ikwilaanneemen dat ze niet allen zoo voortreffelijk zijn als de auteur zelve meent. Maar het valt mij toch moeyelijk te gelooven dat ze alle zes en twintig slechter zijn dan het slechtste stuk dat op een Nederlandsen theater is gespeeld. Ik durf zeer positief volhouden dat er van mijn twaalf uitgegeeven tooneelwerken geen n zoo slecht is als het slechtste repertoire-stuk van de Kon. Vereeniging het Nederlandsch tooneel. Ik beweer dus ook dat diezelfde vereeniging verplicht zou zijn geweest, volgens haar naam en roeping ten minste eerst twaalf stukken van mijn hand en laten we zeg gen een half dozijn van den heer Canter ten tooneele te voeren, voor en aleer ze een stuk met den titel de Controleur van den slaapwagens" op haar repertoire plaatste. Nu ja l roept de Raad van Beheer en het koor van theater-directies, wat denk jelui auteurs wel! Als een stuk niet op 't reper toire blijft is 't z'n eigen schuld. Wij speelen heel graag oorspronkelijke stukken. Wij wagen er van tijd.tot tijd wel eens heusch een heeleboel geld aan om een nieuw oor spronkelijk stuk te doen slagen. Maar wat moet je doen als 't publiek er niet aan wil? Kun je dan voor leege zalen speelen? En een theater is toch ook maar een finantieele onderneeming, die rendeeren moet. Daar heb ik ze, Jan C. Daar heb ik ze te pakken. Wacht eens even. Zeeker, mijne heeren! elk theater is op 't oogenblik een finantieele onderneeming en moet rendeeeren en dat dat zoo is, is een gloeyende schande. Een gioeyende schande voor ons geheele volk, voor zijn regeering, en voor elk van zijn burgers. En de ergste schande daarbij is nog wel dit, dat het meest officieele theater, dat al is het dan maar een vorstelijk cadeautje zooiets krijgt als een subsidie nog wel van alle theaters de minste moeite doet om een nationaal theater te zijn. Terwijl de meer particuliere theaters zooals de onderneemingen van Royaard, Heyermans, Verkade minstens eevenveel doen voor de nationale kunst, terwijl hun leiders daarbij persoonlijk te worstelen hebben met eindelooze finantieele moeijelijkheden. Het theater een zaak, een finantieele onderneeming, waar het moest zijn een een gewijde en algemeene volks-instelling, streng vrijgehouden van alle mercantilisme dat is de vloek voor de dramatische kunst. Waarom, Amsterdammers, maakt ge dan ook niet van uw Hoogeschool een finantieele onderneming,metconcurreerende professoren, IIMIMIIimillMIII geheel te verwezenlijken, toch altijd weer opnieuw een illusie, een verwachting van hoogere orde, in ons wekte. Mevrouw Tartaud als Nora", als Jeanne d'Arc", de aankondiging was alreeds voldoende om de harten van stalles tot gaanderij te doen pope len. Om groote vrouwen-figuren waart haar naam, als een schoone droom.... Hebbel's Mariamne", de Vrouw van Kandaulus", Iphigenie", alle Femmes Savantes", veel van Schnitzler's Literatur", Rebecca West", Königin Christine" en de Getemde Feeks", al zal zij ze wellicht nooit spelen, de ge dachte : dat ze ertoe bestemd is, zet haar feestavond dieper luister bij dan de mooiste sarong van den sultan van Deli. Een eerste prijs op de Tooneelschool, lezen wij in de analen. Een Prix de Rome" ware haar recht geweest. Om in de ruimte zichzelf te vinden, zich te warmen en te verrijken aan de kunst van anderen, om eens door den wind te gaan! De oude vader in Minnespel" zegt het zoo juist van zijn braaf-gestorven zuster: Het is mij of ik haar om vergiffenis moest vragen omdat ik haar zoo goed heb behoed". Vijfentwintig jaren behoedde" de Groote Schouwburg in de Aert van Nesstraat Alida Klein zij was er het sieraad van en een huis vol hartelijkeRotterdamsche vrienden dankt haar voor deze trouw, voor wat zij er hen gaf, nochtans' gaf, aan schoonheid en geest. Twee legenden deden in die jaren de rondte: de eene dat ze de tering had, de andere dat ze van binnen koud" was. De eerste is door de natuur gelukkig gelogen straft, tegen de tweede zouden wij bij deze feestelijke gelegenheid nog te velde kunnen trekken. Want er zijn altijd nog menschen, die meenen dat hartstocht uitlaaien moet om ons te overtuigen. Het onderste uit de kan... nu goed, dat geeft zij dan niet. De ingetogenheid, die het kenmerk is van haar kunst, spreidt als een sluier over den brand, waaruit zeldzaam vonken spatten, doch waarvan de gloed onafgebroken door de mazen gloort. De gloed van immer beheerschte ontroering, van wat in de diepte woelt, en huiverig is zich te toonen. Liever te weinig dan een te-veel, dat perspectief afsnijdt. Elk vogeltje zingt gelijk het is gebekt. Boutens en Querido, mevrouw Mann en met entrees en vrijplaatsen, met reclame borden: Heeden spreekt professor X oover het Darwinisme", enorm succes! lachen! lachen! lachen! Vrijbilletten ongeldig. Waarom laat ge ook niet het studenten publiek entree betalen en aldus beslissen welke hoogleeraar zal blijven en welke zal ontslagen worden, omdat hij geen volle zalen trekt? Waarom bepalen ook de studenten niet wat de hoogleeraar zeggen zal, door hun bijval en applaus of hun teekenen van afkeuring? Een theater is geen school l zult ge zeggen. Maar ik zeg u, dat het wél een school is, en een van de belangrijkste en werksaamste schooien die er bestaan. Er is geen belangrijker factor in de volksopvoeding dan het theater. Daarom noem ik het een gloeiende schande voor een volk, als het zulk een gewichtig instituut verlaagt tot een commercieele onderneeming. Het is ooveral zoo, zegt ge. Ik antwoord: ja ooveral in onze bedorven westersche samenleeving, vergiftigd door dobbelzucht, commercialisme en materialisme. Maar het was niet altijd zoo. In oud-Hellas was het theater een heilig volksinstituut, in de mid deneeuwen was het een godsdienstige plech tigheid. En nu nog is de toestand in het zoo gesmaadde Duitschland beeter dan hier. De hof-theaters, de Freie Volksbühnen zijn geen finantieele onderneemingen. Daar hangt de directie in haar keuze niet af van de gunst en den bijval van 't publiek. Des te erger schande dat wij, Hollanders, met onze oude kuituur en ons artistiek verleeden, het tooneel absoluut afhankelijk van mammon hebben gemaakt. Aan wie de schuld ? Wien treft de schande het meest? De acteurs aan deezen kant van het voet licht schijnen mij het minst schuldig en het meest sympathiek. Zij speelen maar een paar uur van den dag comedie, en willen het wel weeten. En als ze niet comedie speelen, dan zijn het meest natuurlijke, eenvoudige en bescheiden menschen, waartusschen ik mij altijd graag beweeg. Zij hebben hart voor hun kunst. Maar de acteurs aan die zij van het voet licht speelen den heelen dag en hun heele leeven comedie en dat willen ze niet weeten. En aan oovermaat van eenvoud, natuurlijk heid en bescheidenheid lijden ze niet. Maak je niet bezorgd, Jan C. Ik ga de menschen niet uitschelden. Ik ga ze ook niet toeroepen op zijn multatuliaansch dat ik ze veracht. Ik veracht ze heelmaal niet, eevenmin als. Jij. speelt er voor en ik schrijf er voor. En van avond is alles natuur lijk booter tot den boom. Zij zijn je ge trouwe en dankbare vereerders en jij bent hun bescheiden en dankbare lieveling. Maar je moet me toestaan eeven in 't midden te br«ngen dat er hier achter wel eens minder lieve woordjes vallen oover dat geëerde publiek. En jij zult ook wel eens naar je eigen hart gesproken hebben toen je speelde voor Ibsen's Volksvijand en je bitterheid luchte oover die stomme bende, die nog te kleingeestig is om een groote kei door je ramen te gooyen. Wat hapert er aan de zaak? Ik zal het je ronduit zeggen, geëerd publiek. Jelui hebt, door de commercieele organisatie of lie ver anarchie, van het theater, een macht gekreegen die je niet toekomt. Jelui zijn feitelijk de bazen, de broodheeren, de werkgeevers van de acteurs en daartoe ben jelui absoluut niet competent. ]elui zijn, als geheel, als massa en bloc, absoluut niet in staat te beoordeelen of een stuk goed is of niet. Zelfs niet of een acteur goed speelt of niet. Jelui gaat heelemaal af op een oogenblikkelijke indruk, op de bevreediging van minderwaardige neigingen. Meestal kom jelui om te lachen, 't doet er niet toe waarom. Soms ook om te huilen of kippevel te krijgen. Jelui komt niet voor afleiding, om je wee te verzetten, of om op nette manier je O. W. kwijt te raken. Dat zou alles niets hinderen, wanneer een wijze groep menschen, met hooge bedoe lingen, 'vrij van alle commercieele ooverweeging, de leiding gaf dan het theater. Dan maar ook alleen dan ben jelui tot alles te krijgen, en dan ook leer je alles wat goede kunst is genieten, en dan zou je Alida Tartaud, het zijn instrumenten van niet te vergelijken klank, en wij behoeven de roem van den een niet te verhalen op den ander. Geen Vierge folie", geen Vrouw in 't Spel", geen Nora" tot en met de tarantella. Maar wel, zuiver en fijn, innig en vooral harmonisch, de vrouwen uit Le Bercail", Le duel", Droeve Min", de Nora" van het laatste bedrijf. Een Vrouw van veertig jaar", en Zooals de blaren"... de kleuren van den herfst, ze fonkelen in haar stem. Hoe volledig schoon heeft zij in dat Italiaansche stukje De open deur" de wee moed van liefde's laatsten zomeravond doen gevoelen, onder het onverschillig afscheids woord, een glimlach en een handdruk bij open deur". Met bijna geen middelen deed ze 't, gelijk ook een gevoelig schrijver maar enkele woorden behoeft voor de pointe van zijn roman. Nog zulk een stukje de Be kentenis" van Giocosa, waarmee zij nog orlangs de eer van een spectacle coupéin den Tivoli-Schouwburg ophield, een klein, ragfijn spel van wreeden ernst en bittere bekoring, het leek voor haar geschreven! Het navrante, toe-gespitse, het precies-juiste.... Nooit heb ik een geestig woord van haar over de schreef voelen gaan, nooit heeft mij in haar werk iets gedrukt. Staat daartegen over ook te-kort? Misschien. Op breeder vlucht" van haar geheele wezen hopen wij nog, op een sterker zelfbewustzijn, waartoe het compliment van den dag, de toejuichingen van het geheele land, haar steunen mogen, op een idealisme voor het Tooneel dat boven den hoogsten toon van Hans' viool uitreikt, Maar aan haar gerenommeerde koelheid" blijven we hechten: zij is het adelsmerk van haar kunst. Terwijl het bovenstaande op de drukpers stond, heeft het groote feest zijn beslag ge kregen ; goud-beslag! Wel zeldzaam is een kunstenaar in het, voor zijn tooneelisten toch niet karig Rotterdam, met zoovee liefde in het zonnetje gezet. En meer dan ooit in een rol, is Alida Tartaud te midden van ontelbare bloemstukken, zilver en kris tal, voor ditmaal opgetreden als ster" Sonna" had daar niet zoo heel veel mee te maken, het gold, onmiskenbaar de be minde vrouw. Parlons de la réalité.... bi haar volgend jubileum! TOP NAEFF n 't theater veel meer heil en vreede vinden dan je er ooit in hebt gezocht. Maar zooals 't nu is, rust feitelijk de eiding en de macht bij jelui omdat je de :enten hebt en daartoe zijn jelui volkoomen onbevoegd. Geld macht geeft geen bevoegd heid om oover dramatiek te oordeelen. 't Gevolg is dat jelui je permanent blameert. elui hebt je geblameerd bij Shakespeare, bij bsen, bij Wagner en je staat gereed bij elk lieuw licht opnieuw te blameeren. En dat can niet anders en zal doorgaan zoolang het heater een commercieele onderneeming is, en zoolang het de lands-regeering aan begrip ontbreekt dat het theater met eevenveel zorg en waardigheid moet worden beheerscht als elke oopenbare instelling, als elke school of hooge school als alle oopenbare bibliotheeken, die er trouwens k niet zijn en als elke nstelling van oopenbaar nut en belang. Want ik herhaal het, er is geen school of hoogeschool zoo gewigtig, zoo nuttig en noodig, zoo krachtig in zijn werking als iet theater. Subsidies 'moeten er zijn, maar niet als vorstelijke gunstbewijzen maar als een recht dat zulk een groote zaak toekomt. Een man als jij, 'Jan C., moest als van zelf sprekend van alle verdere leevenszorg ontheeven zijn. Dat is een recht dat u toecomt, onafhankelijk van de persoonlijke gunst uit het publiek. Daartoe behoort natuurlijk ook de vorming van een lichaam dat oovereenkomt meteen Raad van Beheer. Maar met allen eerbied voor de heeren die thans dat lichaam uit maken.?Jan l let op den uitsmijter moet ik zeggen dat het niet beantwoord aan de vereischte. De leeden van zulk een raad behooren aangesteld te worden op dezelfde wijze als het curatorium van een Univelsiteit, uit persoonen waarvan het publiek ten volle kan vertrouwen dat ze de gansche instelling zullen leiden met volkomen be langeloosheid en zuiveren smaak, en met beeter inzicht in dramatische kunst dan de massa. Dat zulk een waarachtig nationaal tooneel moogelijk is, dat zul jij Jan C. zonder twij fel geheel met me eens zijn. Maar ook, helaas! gezien den aard van ons volk, dat wij de stichting van zulk een instelling niet zuilen beleeven. Maar dat is om 't eeven, en wij zullen beiden tevreeden zijn, niet waar, als we iets kunnen doen om dat ideaal wat digter bij te brengen. En waarachtig, Jan C. dat heb je ook ge daan, door je leeven van schoone en be scheiden werkzaamheid. Ik herinner me dat ik je eens een com pliment maakte oover je voortreffelijke creatie van een persoon uit een stuk van me, dat met grooten eenvoud antwoorder Och! ik heb me maar aan den text ge houden, anders niet!" En toen ik sprak van den lof die je kreeg in de bladen zei je kortaf: Die verslagen lees ik niet." Die paar korte antwoorden heb ik niet vergeeten, en ze toonen je bescheidenheid en de zuiverheid van je artistieke bedoelingen. Daarom kon ik niet weigeren aan je ver zoek te voldoen. Ik dank je voor je bescherming, waaronder ik in staat ben geweest dit woord hier te spreeken en ik hoop maar dat ik het feestelijke van den avond niet voor je be dorven heb. Je moogt me gerust verloochenen en zeggen dat Ie 't heelemaal met me on eens bent. Als er rotte appelen koomen, zijn ze voor mij bestemd het zou me zelfs min of meer tegenvallen van Jan Publiek als ze niet koomen maar wat er van avond nog voor moois en goeds en vleiends en prettigs komt, dat is voor jou, en je kunt het zonder een gevoel van verneedering aanneemen want je hebt het van je volk verdiend. FREDERIK VAN EEDEN e e iimiiiiiitiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii Voor de Tabak van den Belgi schen soldaat" Een oproep om steun Er is een comitéopgericht, dat ten doel heeft, tabak te sturen aan de Belgische solda ten aan het front en aan de Belgische krijgs gevangenen in Duitschland. Het comitébestaat onder de hooge be scherming van Z.E. baron A, Fallon, gezant van België in den Haag. Voorzitter is de heer Cyriel Buysse. Het comitéVoor den tabak van den Belgischen soldaat" zal dezer dagen te koop aanbieden, een artistieke postkaart van 10 cent, geteekend door den heer J.M. Canneel, verzen van de heeren du Castillon en Piérard. De giften in natura of in geld zullen met dank aanvaard worden bij den heer F. Henckaerts, schatbewaarder van het comité, Seinpostduin 13 te Scheveninfen. Voor de postkaarten en de inlichtingen, gelieve men zich te wenden tot den heer R. Belinne, Harstenhoekweg 121, Scheveningen. * * * muiiiiiimiiimiiiiimiiiiiMiniiiiimiiimiiiiiimmniiililiiHMiiMiiMiHi AULER", OAKLAND", WHITE"-Automobielen uit voorraad leverbaar. Garage NEFKENS Jac§b Obrechtstraat 26 AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl