Historisch Archief 1877-1940
N*. 2056
Zaterdag 18 November
1°. 1916
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE C A S T R O Jr. en Dr. FREDERIK VAN EEDEN
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 1 1.50
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.15
UITGEVERS: VAN HOLKEMA * WARENtORF
KEIZERSGRACHT 333, 4J|STERiAM
AdvertentlSn van 1 5 regele/ 1.50, elke regel meer
Atfverttottën op de dames-, finantieele- en kunstpagina,
Reclames, per regel ...
per regel
?9.30
0.35
0.50
Prijsvraag Nederlandsche Opera.
Naar aanleiding van onze, in het nummer van 4 dezer uitgeschreven, prijsvraag,
is ons van verschillende zijden het verzoek gedaan, de voor het verkrijgen van
een goed Nederlandsen operawerk vereischte samenwerking tusschen librettist en
componist, te willen bevorderen.
Hoewel het in de oorspronkelijke bedoeling ligt, de kunstenaars in dezen hun
eigen weg te doen gaan en elkander te doen vinden, willen wij toch onze mede
werking voor zoover die mogelijk is, geenzins onthouden. Daartoe geven wij hun,
die een libretto in den geest hebben, en hunnerzijds niet met een componist in
aanraking weten te komen, in overweging zich aan ons secretariaat op te geven.
Naam en adres zullen als vertrouwelijk worden behandeld, en natuurlijk ook niet
aan de jury-leden kenbaar gemaakt.
De componisten, die op deze wijze met librettisten wenschen kennis te maken,
zullen dan desgewenscht zooveel de redactie nuttig voorkomt, op dezelfde wijze
worden ingelicht.
Op deze wijze hopen wij een krachtig samengaan mogelijk te maken. Zooals
echter gezegd: de grondgedachte blijft, dat de kunstenaars elkander dienen te vinden.
De Amsterdammer" Weekblad voor Nederland.
Bladz. 1: Et Nottra res Agitar,
door v. H. Bnitenlandsch Overzicht, door G.
W. Kernkamp. Confetti. 2: Behandeling van
Krijgsgevangenen in Dnitschland, door Charles j
den Anext. Wilson's Vredesplannen, teekening '
van Pol Dom. Krekelzang, door J. H. Speenhoff.
De Clandestiene Diamantbf werkers in den A. N.
D. B., door Is. Santcroos Dlz. 3: F. uilleton:
De Fop. door Am. Saalboin, met teekening van
Daan de Vries. 5: Voor Vrouwen, door Elis. M.
Bogge. Uit de Natuur, door Jac. P. Thjjsse.
6: Toorop'd laatste Portret, door Plasschaert.
Botterdam de Protector", door OBcar van fioeve.
Paedagogis hèLiteratuur, door Th. M. Ketelaar.
Muziek, door H. van Lennep en H. M. van Leeuwe.
7: Boekbesprekingen, door H. Salomonson. J. E.
Malga en Th. M. Ket -laar. De Geest van Japan,
door Fred. van Eeden. Na de rede van den
Bykskanselier. teekening van Jordaan. 9: Het
Da kbare Polen, teekening van George van
Raemdonck. Het Friese Boerenhu'S, door dr. F.
Buitenrust Hettema 11: Amsterdamsohe
Wereldsehheden, door Melis Stoke. Een Vleugje
Haaggche Wind, door Ari. Onze zitplaats bij
Moeder Aarde, door Noto Soeroto. Plautus'
Tweelingbroeders, teeleningen van Is. van Mens.
Sprei kzaal. 13: Financiëele en Economische
Kroniek, door J. D Santilhano. 14: Bij voorkeur
Padvinders. doorFfiso. - LeeEenspiegel. Puzzle.
Uit het Kladschnft van Jantje. 15: Hotel Atlanta,
teekening van Joh. Braakensiek. Schaakrubriek,
red. dr. A. G. Olland. Damrubriek, red. K. C.
de Jonge.
Bijvoegsel: Duitsche dwangmaatregelen jegens
Belgische burgers, teakening van Joh. .braakansiek.
MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII1IIIIIIIIII
ET NOSTRA RES AGITUR!
Vol afkeer slechts kunnen wij toezien
bij het nieuwe geweld, het Belgische volk
aangedaan. Zoo werd eerst deze natie
onder den voet geloopen en in den hoek
geschopt, thans uiteengerukt door de
wegvoering van tienduizenden, die ver
van land en huis en haard, in het land
van den overweldiger voor dien over
weldiger dienst moeten gaan doen.
De mogelijkheid van dit brutaal bestaan
treft ook ons zelven l Et nostra res agitur.
Treft ons, door de nauwe verwantschap,
die wij met het lot der Belgen gevoelen.
Treft ons tevens, wegens de verzekerin
gen van een veilig ongestoord bestaan,
waarop wij indertijd hebben toegelaten,
dat vele Belgische vluchtelingen van
ons gastvrij erf naar 't vaderland zijn
terug ge- (ver-, mis-) leid.
Maar treft ons bovendien, omdat zoo
dit gedrag der Duitschers zonder
wederspraak zijnen gang gaat, het oorlogvoe
ren eenige stappen nader teruggebracht
wordt tot den tijd van tirannie en
barbaarschheid. En dergelijk ingrijpen tegen
de zwakken, dat zoo levendig aan de
veroveraars der oudheid herinnert, zou
dan ook eenmaal ons weer des te
gereedelijker boven 't hoofd] kunnen komen
te hangen.
Er is niets, waarmede voor een onbe
vangen oordeel dit ruw en hartroerend J
bedrijf kan worden goedgepraat. Men
weet niet, waarover de weerzin het
grootst moet zijn. Over de wegvoering
zelve? Of over de gezwollen onoprecht
heid, waarmede de Duitscher haar als
den meest oirbaren maatregel voorstelt?
En de miskenning van menschelijkheid
en recht, die er uit spreekt?
* *
*
De eer en de rechten van het
gezin zullen door een v
ijandelijk leger tegenover de be
volking van een bezet gebied
worden geëerbiedigd".
Het is verboden, ae bevolking
diensten te doen verrichten
voor oorlogsdoeleinden tegen
haar vaderland."
De bezettende macht m o'e t
naar mogelijkheid de open
bare orde en het openbare
leven, met erkenning
derlandswetten, in 't bezette
landbev o r der en1'.
Slechts met tegenzin kan men nog
nalezen, wat de Duitsche geleerden over
deze erkende rechtsbeginselen hebben
georeerd: de Kulturpflicht," welke
daarmede door de bezettingslegers is
erkend (Strupp), de moderne Kuitur
en Rechtsansciiauung," die de
okkupanten hiermee huldigen, (Wehberg), en de
hohe Kultur-ethische Bedeutung" waar
van deze rechtsgoederenbescherming ge
tuigt. (Meurer).
Zoo heette het vór 1914.
Wat lari-taaU En de eerste keer, dat
ge voor de werkelijkheid geplaatst wordt,
scheurt ge nu het in uw kraam te pas
komt, de vredige gezinnen uiteen;
sleept ge de mannen, die ge ten deele
zelf, uit ons gastvrij Hollland hebt
teruggelokt, weg, gelijk de romeinsche verove
raars de onmachtige volksstammen naar
Rome voerden als in ketenen gesloten
slaven; en zult ge hen pressen, om in
uw oorlogsfabrieken dienst te doen!
Nog moet het heeten, dat het belang
der Belgen zelve hunne wegvoering vor
dert. Voorzpover dit geen schijnheilig
heid is, blijft het er even onrechtmatig
om. De veroveraar, de overweldiger van
een onzijdig land nog wel, behoort te
zorgen, dat de bevolking het in haar
eigen l a n d redelijk kan houden. Daarop
moet zijn heerschersmacht zijn gericht.
Niet door ze als een kudde rechtelooze
en onderworpen hoorigen te vernederen,
komt hij zijne plichten na.
Maar neen, onze buren van de Zuide
lijke Nederlanden worden weggesleept,
omdat de Duitscher het voor zijn eigen
belang noodig heeft.
Zoo zou hij het allicht met de geheele
wereld willen doen.
In Noord-Frankrijk de gezinnen uiteen
gerukt, tot vrouwen en meisjes toe, uit
de huizen naar den vreemde gevoerd;
kinderen van amper 9 jaar in de fabrieken
te werken gezet: vraag het bijvoorbeeld
den grootvader van een hunner, een land
genoot van aanzien in den Haag, die het
lot van een ginds mishandeld klein kind
betreurt.
Dan, in Polen, met een quasi groot
moedig gebaar, de ongelukkige inwoners
pasklaar gemaakt om, tegen recht en wil
in, den al te goed bekenden Duitschen
onderdrukker dienstbaar te worden ge
maakt.
Wie verder?
Het nieuwe Kriegsamt" tot verschaf
fing van arbeidskrachten doet zijn werk
goed.
* *
*
Bij de herlezing van het tooneel, dat
zich naar aanleiding van de macht der
bezettingslegers op de tweede
Vredesconferentie heeft afgespeeld, wordt men
thans getroffen door de bijna
shakespeariaansche tragiek. Bij geen ander
onderwerp kletterden de opvattingen zoo
tegen elkaar.
Hoe vol vooruitziende angst trachtten
de vertegenwoordigers der kleine staten
het spook van de gewelddadige occupatie
te bezweren.
Wijdt er geen schijnschpone rechts
regels aan", dus sprak de grijze Belgische
staatsman Beernaert, en viel onze gene
raal De Beer Portugael hem bij. Het
scheen, als wilden zij in deze bange
materie de groote mogendheden enkel
en alleen de eer en de menschelijkheid
voor oogen houden, en vreesden zij, door
welke geschreven regels ook, het geweld
binnen te halen.
Doch dit standpunt toonde, zoo voerde
hun de trptsche Von Stengel tegemoet,
geen begrip van die Bedürfnisse des
Kriegsrechts"; en bewees alleen: hoe een
weinig beteekenende neutrale staat als
België(!)" het juistegevoel"miste... enz.
Zelfs werd den Belg nota bene Kant
voorgepreekt: handel zoo, dat uwe
vrijheid met de vrijheid der anderen te
zamen overeenkomt nach einem
allgemeinem Ge se tz", waarop ons lieve
hollandsch goddank nog dadelijk (s. o. r.)
weet te rijmen met: gezw....!
En de eenig waarachtige rol speelde
toen eigenlijk de Duitsche ruiterofficier
Von Schwartzhof, die telkens weer neer
geschreven wilde zien, dat dit alles toch
voor militare Notwendigheit" wijken
moet. De lapgrage conferentie gaf hem
daarvan dan ook akte (bladz. 97 van
deel III der Handelingen), doch liet het,
poesliefheidshalve, liever uit de trak
taten weg!
Nu ligt daar Beernaert's land in wer
kelijkheid onder den gevreesden voet!
Noord-Nederland staat er somber en ge
laten bij. Er wordt tegenover België noch
recht, noch eer, noch menschelijkheid
meer erkend.
Wat in 1907 heette te worden: eene
beperking van de machtigen ten gunste
van de zwakken, - is neergekomen op
hunne GELEGALISEERDE mishandeling.
***
Ons Npordelijken dwingt, terwijl dit
met België al verder en verder gaat,
het gemoed tot spreken.
Zoowel omdat wij het buren-volk, welks
bestaan wij zoozeer met het onze verwant
weten, uit den grond des harten beklagen.
Alsook, omdat wij recht en mensche
lijkheid zoozeer schotteeren zien.
In machteloozen weerzin staren wij
naar het sleuren van Zuid-Nederland.
Daden kunnen wij er niet tegenover
stellen.
Maar leeft het recht ook niet door
woorden en getuigenissen?
De feiten slijten eenmaal uit en wor
den hersteld.
Doch de woorden van verzet en afkeer
worden voortgedragen tot in een verre
toekomst.
Het oordeel der neutralen is een
scherpe spiets, n voor nu, n voor
later, gevreesd door wie hem tegen zich
ziet gekeerd.
Dit wapen tenminste kunnen wij op
heffen boven de gemartelde Belgen.
Wij zullen er niet alleen hen mee
troosten. Wij richten het tegelijkertijd
tegen wat ons zelve nog eenmaal be
dreigen mocht.
Dat onze verontwaardiging dus klinke.
v. H.
SCHEURPAPIER
STADT ANTWERPEN.
JPolgende Bekanntmachung wird mit
Genehmigungr der deutschen Mllitarbehordoii
der Bevölkerung'initgeteilt
1. Dags die Angrehörigen der B
rgerwehr,wel
chéihre Waöen niedergejegrt haben,
unbebel
ligt bleiben werden;
2. Dass keine Rede davon ist.dass beigische
jungre Manner nach Deutschland gefuhrtoder
züm Dienste in der .deutschen Armee geswun,-':'
gen werden; ,
8. Dass die belgischen Soldaten In
Civilklei
dern, als Kriegsgefangnen betrachtét
wer
den.undsteh sofort bei ibrer Rückkehr auf der
Konunandantur zu melden haben; wer diese
sofortige Meldunsr unterlasst lat. den Kriegs-,.
gesetzen unterworfen: ' ?,
Der Gouverneur von Antwerpen, *
(Gez.) Preiherr von HTJENE. ??
Das Collegium ' ! " ",
' won Bürgermeister und Schoften...??'?'.-?<-.
taut Verordnung'. - ,::
?iW. S«r,:t'.«r 4er Slalit ' 1*1 B«ta«««IM«r. - $?'
(g.JHubert MELIS. IgJ Jan DE VOS; 'y
Die Intercommunale Commlasion, .
(g.) Louis FRANCK. ?
- Verftit3«n4*r . !' ' -X
jftjjtwerpan, den 18 October 1914.
AniwVrpStC.Tpruta. tüsrr JANSSEHS, KI«J»UVI»' .
Facsimile van het aanplakbiljet, bevattende de
proclamatie van den Daitschen Gouverneur,
waarbij aan de Belgen, om hen te do*n
terugkeereu, verzekerd wei d, dat zij
nietnaarDuitschland gevoerd zonden worden. De aandacht
wordt in het bijzonder gevestigd op No. 2.
Monden Open.
Het is niet aangenaam, een grooten mond
op te zetten.
Maar toch zijn er omstandigheden waar
onder en lieden waartegen het blijkbaar de
eenige mogelijkheid is.
Niet iedereen is in staat, te begrijpen, dat
bedaardheid nog geen meegaandheid is, en
de meest zelfbewuste verontwaardiging in
kalmte kan worden uitgedrukt.
Men zou dit van de Duitschers denken,
en geloof gaan hechten aan hen, die bewe
ren dat onder deze natie het anschnauzen"
de eenige manier is om eenen ander iets
onder het oog te brengen, wanneer men
de merkwaardige beschouwing leest, die de
invloedrijke Kölnische Volksztitung van 9
November wijdt aan de stemming van Hol
land tegenover Duitschland."
Over dit onderwerp bevat elk Duitsch
blad dat zich respecteert, gewoonlijk om de
twee maanden een artikel. Daarin wordt dan
telkens geconstateerd, dat die stemming tot
op dat oogenblik denkbaarst" slecht is ge
weest, maar juist nu aan 't verbeteren. De
volgende twee maanden weer net zoo.
Hier te lande is aan zulke beschouwingen
nooit veel gehecht.
? Maar deze van de Kölnische is er een,
welke wij ons aan moeten trekken.
Ook thans weer heet het, dat de stemming
in Holland tegen Duitschland zich merkbaar
verbetert,
En als bewijs: dat wij over het torpedeeren
van de Blommersdijk zoo weinig drukte meer
hebben gemaakt!
Neen, dan was dat vroeger anders! Met
de Katwijk, en de Medea, en de Tubantia
betoonde het volk zijne verontwaardiging nog.
Maar bij de Blommersdijk^ Niets meer
daarvan. Rustig legt het Nederlandsche volk
zich bij het onvermijdelijke neer.
Aanziet dus, hoe gunstig het tegen Duitsch
land gestemd raakt."
Waarde landgenooten, wij schijnen
ons netjes te gedragen !
De Duitscher wil blijkbaar andere taal, zal
het hem duidelijk blijven, hoe innig de Hol
lander tegen het roekelooze torpedeeren van
onze booten enz. in opstand blijft komen. Hij
verlangt krachttermen te hooren en uiter
lijke opwinding te zien; men moet hem
energieke" uitdrukkingen voorzetten, zal
hij er zich iets van aantrekken.
Hij wil, kortom, den leeuw hooren brullen.
Zij« wij bijgeval waarlijk te veel inge
dommeld en trekken wij het ons niet zoo
erg meer aan?
Daaromtrent make men zich aan gene
zijde toch inderdaad geene illusie's.
Er is geen Nederlander, die niet terstond
bereid zou zijn, den Duitscher in de
vierkantste moedertaal uiteen te zetten, wat wij
van zijne onbesuisde en ergerlijke
handeiingen tegen onze schepen denken.
Daar is de Blommersdyk, waarvan de
beste verklaring nog maar kan zijn, dat de
bemanning van U 53, evenals Dr. Ox, weer
te veel zuurstof had ingeademd.
Daar, nu weer: de mailboot Koningin
Regentes, die naar Zeebrugge wordt opge
bracht tegen een protest van onze marine
in, en van wier masten, naar de passagiers
vertellen, men zelfs onze driekleur heeft
neergehaald, om ze met Duitsche vlaggen
te tooien.
Er is inderdaad met deze en dergelijke
gevallen in de stemming van vrijwel alle
Nederlanders tegenover Duitschland niets
ten gunste veranderd.
Onze afkeuring blijft even innig. En
wanneer wij haar koeler uiten, is het slechts,
omdat alleen standjesmakers en blaaskaken,
wat wij nu eenmaal niet zijn, hunne ver
ontwaardiging niet beheerschen, ook al zien
zij, dat het toch niets uithaalt, haar te
luchten.
Maar, wanneer het dan nu noodig blijkt,
op den in Duitschland gewenschten toon
te doen beseffen, hoe grievend ook nog
heden ten dage die hardhandige beje
geningen van onze schepen worden ge
voeld, dan zal onzerzijds zeker nie
mand bezwaar hebben hun deze verzekering
te geven: Betrachten sie sich als
angeschnauzt.
v. H.
Hd Protest van de Belgische bisschoppen
In de laatste weken las men herhaaldelijk
van het leeghalen van België niet van
het wegvoeren van groote voorraden levens
middelen, van grondstoffen en werktuigen
voor de nijverheid, van het geld uit de
banken: dat alles was al lang gebeurd;
maar van het wegslepen van de
mannelijke bevolking
naar Duitschland, bij duizenden tegelijk.
Het ligt niet in den aard van de meeste
Nederlanders om dergelijke berichten ter
stond voor waar te houden: er wordt in
dezen oorlog van alle kanten zooveel ge
logen, dat men ook berichten als de boven
bedoelde voorloopig voor kennisgeving
aanInzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: .Confettt'.
Ook de pers heeft de opvoering van
het klassieke Vasantasena anoniem als
een daad erkent(d)."
Dit weten we niet uit een unaniem schrij
ven, doch uit de pers (Maasbode) zelve.
Dit waas werpt een eigenaardig licht
op deze toestanden'"
(Vismans in de Msbd)
Een nieuw zoeklicht?
*
Havas seint:
De Duitschers, die zich in de ge
welven van Combles lieten dooden, zijn
zichtbaar terneergeslagen."
In tegenstelling met anderen, die onzicht
baar op de been bleven.
*
De abonné's van de Courant" loopen op
een vulkaan. Telkens overkomen hun de
afschuwelijkste avonturen, waarop dan echter
geldelijke uitkeeringen volgen; zoo werd
abonnéO. doodgeschoten door... een nood
lottig misverstand, terwijl diens collega B.
viel van een ladder... met doodelijken
afloop
Wie zijn leven lief heeft, abonneere zich
niet op de Courant".
*
Leelijke woorden ;
Gelezen in de gevel van het modemagazijn
der firma Bervoets te Enschedé:
Grootst Speciaalhuis."
neemt; als zij waarheid bevatten, zal zij
langzamerhand een geliefd begrip bij
een Nederlander; als hij op een visite reeds
een half uur zit te poperen om weg te gaan,
doet hij het voorstel om langzamerhand"
eens op te stappen wel blijken.
Het is ook niet de gewoonte van vele
Nederlandsche couranten
om hare lezers nauwkeurig op de hoogte te
houden van de velerlei dwangmaatregelen,
door het Duitsche bestuur in België geno
men ; redactioneele artikels daarover leest
men zelden; in de brieven van Belgische
correspondenten wordt er om begrijpe
lijke reden over gezwegen.
Maar ook de meest bedachtzame Neder
lander behoeft nu niet langer te twijfelen aan
de waarheid van de berichten
over de nieuwe beproeving, die België heeft
te ondergaan.
Dagelijks voeren de militaire overheden
duizenden onschadelijke burgers uit België
naar Duitschland, om daar dwangarbeid te
verrichten": zoo luidt de aanhef van
het protest,
in naam der Belgische bisschoppen door
den aartsbisschop van Mechelen, kardi
naal Mercier uitgebracht. Meent iemand,
dat dit leugentaal is? Maar ook de Duit
schers ontkennen het feit niet; zij trachten
alleen, zooals straks zal blijken, den maat
regel te rechtvaardigen.
Het is niet voor het eerst, dat de Belgische
bisschoppen protesteerden tegen het
wegsleepen van Belgische burgers
naar Duitschland.
Reeds den 19en October 11. deden zij dat;
een afschrift van hun protest werd over
handigd aan de vertegenwoordigers te
Brussel van den Heiligen Stoel, van Spanje,
van de Vereenigde Staten, van Nederland;
maar de volledige inhoud ervan bleef on
bekend.
Die van
het jongste protest
daarentegen, dat op den 7en November
werd opgesteld, is door sommige Neder
landsche couranten in zijn geheel medege
deeld; er waren er ook, die met een
uittreksel meenden te kunnen volstaan.
Uit dat protest nu van den 7en November
blijkt, dat aanvankelijk alleen werkloozen
naar Duitschland werden gebracht, onder
het voorwendsel, dat zij voor
de openbare orde
een gevaar en voor de openbare liefdadig
heid een last opleverden.
Onder het voorwendsel want toen de
bisschoppen, in hun schrijven aan den gou
verneur-generaal van den 16en October, het
onhoudbare van deze argumenten hadden
aangetoond, liet de chef van het Duitsche
bestuur in België ze vallen en stelde er
twee andere voor in de plaats: al kwam dan,
zooals de bisschoppen hadden geschreven,
het onderhoud van de werkloozen niet ten
laste van de openbare liefdadigheid, het zou
voor de Belgen toch te bezwaarlijk zijn,
dezen last te moeten blijven dragen; boven
dien zouden de arbeiders, zoo zij langer
werkloos bleven, hunne technische vaardig
heid kwijt raken en na den oorlog onbruik
baar zijn.
Op deze nieuwe argumenten antwoorden
nu de bisschoppen: de last zou niet te zwaar
zijn, indien gij ons geen
oorlogsbelastingen
hadt opgelegd, die nu reeds tot een milliard
zijn gestegen; indien gij ons de opeischingCn