De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 2 december pagina 2

2 december 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE 4MSTB;«PAMMER, WEEKBLAD VOOt? NEDE'RLAN 2 Dec. '16. No. 2058 iT^ïFli ".Tv fjy .'./..? ^f . *gj. ._ .. ^1.' ?- *^?! - - "V " DOODENDANS II T&kening.voor de Amsterdammer" van Jordaan De Goede Sint IIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIItnillllMIHIIIMIHMMIIKIIIIMIIIIIIIIIlllllllHlIIIMIIIUIMIIIIIIMtllllllllllllllllllfHflMIIIIIIIIIMIMIIIIUHIl lltmillllUlllll eerst zijn bedaard, mits deze vrede slechts goede waarborgen biedt tegen een nieuwen oorlog." Als tweede middel om den-oorlog te beëindigen noemt hij: de inspanning van alle krachten van het volk om den oorlog te winnen; maar dat onderwerp laten wij hier rusten. Weer eenige dagen later (N.R.C. van23 Nov.) zet ook de redacteur van de Af. R. C., die de rubiek De toestand" voor zijne rekening heeft, zich tot het voortspinnen aan de taak, waarmede de Berlijnsche correspondent een begin had gemaakt. Hij herinnert aan diens brief en diens telegram; hij haalt de passage uit. Een interview over de rede van den Vijkskanselier" die ook hier boven is geci teerd,''gedeeltelijk aan en schrijft dan: Duidelijker kon Duitschicnd toch niet te verstaan geven, op welken grondslag het tot onderhandelingen bereid is. Die grond slag is naar het Oosten: zelfstandigheid van Russisch Polen; naar het Westen: ontruiming van België en Noord-Frankrijk in dier voege, dat België niet van Duitschland, maar ook niet van Engeland en Frankrijk een voor post wordt." De schrijver van De toestand" vindt dus, dat de Duitsche regeering zich zoo duidelijk mogelijk heeft uitgelaten over de voorwaar den, die tot grondslag van vredesonder sterken zenuwen lichaam. 21.000 Artsen erkennen dit schriftelijk iiiiiiiiiiiiiiimiHnniiMiinniiiuijmmiiiiii iimiminniiMiiiHiTiMM De ondergang van den graaf Miquel da Lima Zaragosse DOOR BERNARD CANTER Nog heden ten dage zijn de antiquairs te Madrid er op uit, schilderstukjes van Miquel da Lima te ontdekken, wel wetend, dat zij er liefhebbers voor zullen vinden, die ze duur betalen. Zelfs wordt beweerd, dat nog altoos door handelaren in oudheden goede prijzen worden betaalt aan de jonge schil ders, die da Lima'tjes" fabriceeren en dan wel vaak de echte zoo handig navolgen, dat zelfs geoefende kenners zich vergissen. Toch waren de schilderijen van da Lima geen werken van bepaald hooge kunstwaarde. Ze zijn te vergelijken met de wintergezichten van A. Schelf hout, die ook thans,nog altijd gretig koopers vinden, hoewel ze toch eigen lijk geen werken van hooge kunstwaarde zijn. Doch zij vertegenwoordigen een zekere periode in de schilderkunst, doen dat afge rond en volkomen en dat verleent ze een kepaalde historische beteekenis. handelingen kunnen dienen. Wat hij zelf dan als die voorwaarden noemt, luidt inder daad zoo, dat vele lezers van de N. R. C. wel hebben moeten denken: dat is een royaal aanbod! wat kan men eigenlijk meer verlangen? Als de Entente daar niet op ingaat, dan komt op hun hoofd de schuld van het verlengen van den oorlogsjammer." Alleen maar de redacteur van de ru briek De toestand" is in zijn ijver een weinig te ver gegaan. Hij heeft ook een onderwerp ter sprake gebracht, waarover in dit verband beter gezwegen ware. Hij noemde bij de grondslagen voor de onderhandelingen ook den grondslag naar het Oosten: zelfstandigheid van Russisch Polen", Van Polen nu was geen woord gerept, noch in de rede van den rijkskanselier, noch in het interview met den voornamen parlementaiier". In het Wolf-telegram van 10 November over De beraadslagingen in de hoofdcommissie uit den Rijksdag" leest men aan het slot: De commissie zette 's middags hare beraadslagingen voort en sprak ook uitvoerig over de Poolsche quaestie". Maar wat er over die quaestie verhandeld is, werd niet openbaar gemaakt. Indien de redacteur van de rubriek De toestand" dus nabetrachtingen wilde houden over den brief en het telegram van den Berlijnschen correspondent, had hij Polen kunnen laten rusten. Maar nu hij dit niet heeft gedaan en er ook den grondslag naar het Oosten" heeft bijgehaald, is hij op ge vaarlijk terrein gekomen. Hij schrijft maar rustig weg: de grond slag naar het Oosten is: zelfstandigheid van Russisch-Polen". Maar wat is er tot dusverre gebleken van de zelfstandigheid", die de centrale mogend heden aan Polen willen verleenen? Aan een deputatie van Poolsche notabelen eenige weken geleden werd in deze rubriek daarop de aandacht gevestigd verkondigde de Oostenrijksch-Hongaarsche minister van buitenlandsche zaken: Polen zal de waarborgen van zijn bestaan moeten zoeken in nieuwe aansluiting aan Duitschland en Oostenrijk, zoowel in politiek als in militair opzicht! iiiitiiiiiiiiiiniiiiiiiii iiiiuiiiiiiiimimiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiMm Graaf Miquel da Lima Zaragosse, aldus zijn vollen naam, hij teekende zijn schilder stukjes doorgaans alleen d. L. of Lima, leefde en werkte in 't begin Van de negentiende eeuw te Madrid. Zijn kabinetstukjes stellen altoos tafereelen voor uit den strijd tusschen schuldeischer en schuldenaar. Hij is als het ware de vinder van dit genre geweest en hij is aan dat genre ten onder gegaan. Doch hierover later. In zijn eersten tijd waren de voorstellingen niet zonder een sentimenteelen kant. Men zag schuldenaars, die in 't nauw gebracht door den deurwaarder, zich van het leven beroofden door uit een raam te springen of de loop van 't geladen pistool tegen de slaap te drukken. Men zag arme.bleeke, magere weduwen in havelooze kleeding, met een weeskind op den arm en drie, vier andere halve weezen tegen het lichaam gedrukt, terwijl in 't verschiet een hardvochtig schuld eischer, de karige have van de vrouw ver kocht. Tot onderschrift: De weduwe van den schuldenmaker. Of men zag een muzikant met lange, grijze lokken en een door ont bering vermagerd gezicht, zich verzettend tegen een deurwaarder, die hem zijn guitaar trachtte af te nemen. Tot onderschrift: Het laatste pand van den verarmden muzikant. Deze sentimenteele voorstellingen uit de wereld der schulden en executies, hoewel niet geheel zonder waarde, worden weinig meer gezocht. De meeste schilderijen van deze soort treft men thans aan in de provin ciale musea in Spanje, welke ze door erflating verkregen hebben. Later werden de voor stellingen minder overgevoelig. Da Lima schilderde toen zijn meer grootsch opgevatte doeken. Het Prado bezit n werk: Het Als dat dézelfstandigheid is, die Polen wordt toebedeeld, dan zal het ten opzichte van het Duitsche Rijk even zelf standig zijn als Baden of Mecklenburg; het zou eenvoudie een Duitsche voorpost tegen Rusland worden. Neen, over Polen had de redacteur van De toestand" toch maar moeten zwijgen: dat is juist een zwakke stee in de grond slagen" voor de vrede. De redactie van de Vorwürts gevoelde dat wel; in haar artikel over de rede van den kanselier schreef zij: Maar Polen? zal men ons toeroepen'. En dan verzekert zij: Polen's lot zal op de komende vredesconferentie voorgoed woiden geregeld, zooals honderd andere vraagstuk ken, die met geweld niet opgelost konden worden. Ik help het de redactie van de Vorwarts wenschen; maar als grondslag voor den vrede zouden zulke woorden meer beteekenen, als zij door Bethmann Hollweg, inplaats van door de redactie van de Vorwarts woiden uitgesproken. Ook daarom kan ik den redacteur van de rubriek De toestand" niet nazeegen: Duidelijker kon Duitschland toch niet te verstaan geven, op welken grondslag het tot onderhandelingen bereid is". Het eenige, dat Bethmann Hollweg duidelijk te verstaan heeft gegeven, is: Duitschland wil België niet inlijven. Maar dit is alleen iets negatief s. Wat Duitschland wél met België voorheeft, is nog altijd onzeker. > De voorname parlementariër" heeft ge zegd : wij willen geen bedekte inlijving, ook geen vasalstaat, maar alleen eigen, on voorwaardelijke vrijheid. Ook nu weet men eigenlijk nog niet, wat hij wil: Maar veelbelovend zijn zijne woor den : aan de waarborgen, die wij verlangen, moet door onderhandelingen met de Westersche mogendheden zulk een vorm kunnen worden gegeven, dat alle partijen zich daar mede kunnen vereenigen. Als de waarborgen", die Duitschland omtrent België verlangt, door alle partijen goedgekeurd worden wie zou dan andere wenschen ? Maar waarom noemt de voor name parlementair ze dan niet? Nog liever laat de kanselier ze dan zelf noemen! Indien dit gebeurt, indien Bethmann Holl weg als grondslagen" voor vredesonder handelingen noemt: waarborgen voor de onzekerheid van een hersteld België, die alle partijen bevredigen; indien hij als grondslag naar het Oosten" noemt: zelf standigheid van Polen, werkelijke zelfstan digheid, nader te regelen op de aanstaande vredesconferentie; indien hij verder, naar den wensch van de Vorwarts, alle andere vraagstukken, die niet met geweld kunnen worden opgelost, aan de beslissing van die conferentie wil overlaten dan zal voortaan ook in het Buitenlandsch Overzicht" van de Amsterdammer de lof van de vredesgezindheid van Duitschland worden ge zongen. Maar zoover zijn wij nog niet. Met het aanheffen van den lofzang kan nog worden gewacht. De grondslagen voor den vrede, die Bethmann Hollweg, en de voorname parlementair, en de Berlijnsche correspon dent van de N. R* Ct., en de redacteur van de rubriek De toestand" noemden, zijn niet duidelijk en daarom niet deugdelijk. Misschien kan de correspondent van de N. R. C. ons een stapje verder brengen op den weg naar den vrede, dien allen wenschen. Als hij nu eens aanliep, niet bij den voor namen parlementariër," maar bij den grooten man zelf, bij Bethmann Hollweg, en hij ontlokte dezen een commentaar op zijn rede voering, die werkelijk alle misverstand uit sluit," die grondslagen voor een vrede aan biedt, waarmede alle partijen zich kunnen vereenigen het is voor hem maar een kleine moeite; en zou het vooruitzicht hem niet bekoren, dat de vrede, waarmede deze oorlog zal eindigen, voortaan onder journa listen bekend zal staan als de vrede van Dr. van Blankenstein? 28 Nov. 1916 Q. W. KERNKAMP HENRYK SIENKIEWICZ f door HENRI HABERT ... Henryk Sienkiewicz, de beroemdste Poolsche schrijver, en ook de meest universeele, is gestorven. Een machtige Poolsche vlam is uitgebrand... Het is, alsof deze wakkere geest het oogenblik nog heeft wil len afwachten, waarop over zijn land, een nieuwe toekomst daagde; het oogenblik, waarop het hem moet geweest zijn, alsof hij het gemartelde hart van zijn land, in herleefde vitaliteit weder voelde kloppen. Polen, zijn geliefd vaderland... zou een onafhankelijk koninkrijk worden? Hij be hoorde tot degenen, die zich geen enkele illusie schiepen, met betrekking tot het kaIII1IIIIIIIII1IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIII HIII1IIIIIIIIIIIIIII luchtkasteel van den fraudulant", waarop men een bankierskantoor ziet voorgesteld, waarbinnen een woedende menigte alles vernielt omdat het kantoor zijn betalingen heeft gestaakt. De vernielde lessenaars, de boeken, de omgeworpen, ledige brandkast, de stukgeslagen kantoorkrukken, de van den wand gerukte kaarten met de projecties der nieuwe ondernemingen, bieden een jammerlijk schouwspel voor het oog van de orde lievende burgers. Tusschen al deze mannen en vrouwen in opperste woede, heeft de schilder het aangrijpend tafereel gemaald van een ouden boer, die nu de vrucht van zijn arbeid van een geheel leven verloren weet en in stomme wanhoop op een stapel grootboeken zit. Vlak daarnaast echter hebben twee lakeien, die het bedrag hunner fooien, wie weet wellicht het bedrag hunner dief stallen, bij het insoliede bankierskantoor belegd hadden, in een kastje eenige flesschen Spaanschen wijn gevonden en zij stellen zich voor hunne verliezen schadeloos, door zich een roes te drinken. Toch, om da Lima in zijn volle kracht te zien, moet men in het Stedelijk Museum te Barcelona zijn. Daar vindt men een serie van tien tableaux, getiteld: Het schuldenmaken", en in deze serie is da Lima op zijn best. Men ziet daar de verschillende wijze van schuldenmaken voorgesteld. Een moe der, die bij den bakker brood borgt voor haar hongerende kinderen. Een vader, die bij een vriend geld leent om zijn zoon te kunnen laten studeeren. Een dame bij een koppelaarster, geld leenend om haar duur toilet te kunnen betalen. Een losbol bij den woekeraar geid opnemend op de te verrakter der schijn-onafhankelijkheid, welke de baatzuchtige politiek der verbondene Keizerrijken aan zijn land beloofde ... Noch uit Berlijn, noch uit Weenen ver wachtte hij, die zich als de door zijn onder werp sterk ontroerde schilder openbaarde van de beproevingen der Polen uit Posen, de bevrijding van zijn land en de toe komst van de Poolsche natie, maar het denk beeld alleen, dat het feit er was; dat de afkondiging van een koninkrijk Polen ge schied was, schokte reeds hevig, al te hevig zijn zenuwges'el. Jeszcze Polska nie Zginela!" (Nooit gaat Polen verloren!") Ge kunt u niet indenken, welk een gloed van nationale geestdrift die woorden uit het bekende volkslied in het vaderlandslievende hart van een Pool doen oplaaien! In 1900 kwam ik, in Warschau, voor het eerst in aanraking met den grooten schiijver en vaderlander, bij eene gelegenheid, waarop hem in warme bewondering voor zijn talenten een gulden gedenkpenning werd aangeboden door een groep letterkundigen. Hij was toen reeds 64 jaar, maar droeg zijn zes kruisjes alsof... de tijd onopgemerkt aan hem was voorbij gegaan. Daar stond hij, metzijn regelmatigetrekken : zijn kleinen wit ten puntbaard; recht van lijf en leen voor ieder een heusch en beminnelijk woord hebbend, een woord, dat raak, vlug, zijn meening kenbaar maakte; men moest Sienkiewicz wel voor veel jonger houden, dan hij was. Er ging van zijn heele per soonlijkheid een zeer speciale bekoring uit, waarvan een soort van typische Poolsche beleefdheid, de kern vormde. Hij behoorde tot die stervelingen, wier wellevendheid zelfs hunne vijanden ontwapent, en die, in den dagelijkscn opnieuw ontbrandenden strijd, zonder dat zij hen n andere concessie doen, dan die... van een hoffelijken groet, die aan de schermutseling vooraf gaat de achting, den eerbied hunner tegenstanders weten te bewaren. Dat kwam, omdat hem het meest volmaakte overwicht, in de vorm van de beminne lijkste overredingkracht, eigen was. Sienkiewicz was het type van wat men een auto-didact noemt. Een fijn gevoelig schrijver en scherp opmerker; en van een onuitputtelijk geduld. Nu eens in stille ver voering voor letterkunde, en voor der dichtkunst fijnste wezen, en dan weer uit bundig vechtend voor het heilig recht der schoonheid en der waarheid; steeds voor al, wat zijn levensvolle natuur passionneerde met denzelfden gloed, ont brandend, zoo liet hij zich voortstuwen door den stroom van den tijd, zonder dat ooit het denkbeeld van een mogelijk mate rieel profijt, dat zijn veelzijdigheid voor hem zou kunnen afwerpen, zich van hem meester maakte Hij was niet verdacht op den roem, die hem allengs zocht, en op het feit, dat hij zich zelf een stralend glori euzen ouderdom bereidde. Maar voor alles was hij patriot! Het is mij, alsof ik nog heden zijn woorden hoor, over het schrikkelijke heden, en die toe komst, die alle mogelijkheden in haar schoot draagt". Zijn pen was een wapen tegen Polen's vijand, een werktuig in dienst van wachten erfenis zijns achtenswaardigen vaders met geen ander doel dan het aldus verworven geld in zondige genietingen met wijntje en trijntje te verspillen. Een koop man accepten teekenend om waren te ver krijgen. Een schilder ten huize van een Maecenas een voorschot ontvangend op een schilderij, dat deze hem heeft besteld. Op dit laatste tafereel, heeft da Lima den schilder zijn eigen wezenstrekken verleend, zoodat men gerustelijk van een zelf-portret mag spreken. Al deze paneelen zijn uitvoerig geschil derd, met groote kennis van het métier en een goed oog voor kleur. Maardeopvattting is meer novellistisch dan pittoresk en men zou niet gelooven, voor de werken van da Lima staande, dat de schilder de tijdgenoot is geweest van Goya. Echter niet zoozeer om de aandacht te vestigen op den schilder, dan wel op zijn levensgeschiedenis en zijn treurig einde, 't welk leerzaam is en velen ten voorbeeld zal kunnen strekken, schrijven wij hier deze regelen. Graaf Miquel da Lima Zaragosse is het is hoewel ongeloofelijk toch de waarheid zelf een groot schuldenmaker geweest. De man, die in beeld zoo duidelijk de ramp zalige gevolgen van het schuldenmaken heeft voorgesteld, hij is zelf berucht geweest zoowel om de lichtvaardigheid waarmede hij financieële verplichtingen op zich nam als wel wegens de lichtzinnige wijze waarop hij met het aldus verworven geld omsprong. Er waren ten laatste in Barcelona maar zeer weinig vermogende menschen, die over da Lima en zijn kunst sprekend, het gesprek Mientje de meid of Neerland's hoogste Volksbelang Veel gewichtiger dan Djambi Dan Verdun en Boekarest... Noodiger dan brood en cokes, Dan genever, staal en mest... Ernstiger dan een Belasting, Dan de Oorlogs-Droefenis, Dan een suffe Tweede Kamer, En gebrek aan schellevisch ... Dringender dan melkvoorziening, Dan de Europeesci<e Strijd, Lastiger dan Troonsopvolging, Is de kwestie: Keukenmeid". Felle Ingezonden Stukken, Sarren ons in elke krant, O, hoe zwoegen toch de vrouwen, Voor ons vette Vaderland. Bij het barsten der granaten, Schrijven zij maar dag aan dag over: Vrijers-in-de keuken!" over loon en: Goed-gedrag". Rakkers zijn 't, die mevrouwen", Brullen Betje, Da en Ant, Suffers, die hun vak niet kennen", Snerpt t van de Dameskant. Opgewarmde kliekjes eten", Vitten, standjes en gezeur", Snoepen, jokken en verslapen", Praatjes maken voor de deur". En terwijl het Menschdom siddert, Van ellende, angst en moord... Gaan de meiden en mevrouwen, Met hun harrewarren voort.' Kiesrecht moeten ze maar hebben, Mee-regeeren voor hun straf; Anders zijn we in geen jaren, Van de: Meiden-rebus" af! Laat ze keuken-wetten maken, Over werk- en uitgaanstijd, Juffrouw Jacobs, toe verlos ons, Van de kwestie: Keukenmeid". den wederopbouw van zijn vaderland, en een fijn instrument, waarmede hij de smar ten, de hoop en de verlangei s zijner landgenooten wist uit te zingen. Speciaal in zijn Kleinen Michel" heeft hij tragisch, aan grijpend het lijden van een Poolschen scholier geschilderd, die tot stervens toe gekweld wordt door een duitschen leeraar. En in zijn werk Duitsche ridders" stelde de geschiedschrijver-romanticus den ouden strijd tusschen de Polen en den Germaanschen erfvijand voor het nageslacht te boek. Bartek Zwyciezca" (Bartek de Over winnaar) is het meikwaardig verhaal van een Poolschen soldaat uit Duitsch Pp'en, die ten strijde trekt voor den koning van Pruisen....; een bittere satire, die evenals in 1870, thans van een droevige actualiteit wordt!... De groote romans van Sienkiewicz zijn getiteld Te vuur en te zwaard", de Zond vloed", Heer Wolodyowski", en eindelijk OuoiVadis?" dat zijn auteur beroemd maakte. Dit groote fresco" va»het Romaantiqua", onder Nero, getuigt van des schiijvers geestelijke verwantschap met de Latijnsche ideeën, Latijnsche artistieke opvattingen en alles wat Latijnschen stijl ademt. Voor het overige was Sienkiewicz door en door Poolsch. Hij was natuurlijk, en dus poëtisch; wist wat humor was; en was voor alles, realistisch opmerker. Vele zijn de vruchten van Siei kiewicz's geest, die van zijn origineelen aanleg ge tuigen.... Daar hebt ge bijvoorbeeld zijn Dorpsvertellingen". De vreemdeling zou de intieme sappigheid daarvan onmogelijk kunnen raproeven, zoomin als hij zou kun nen bevroeden, wat zij, als ware beeltenissen uit de volkswereld, voor de groote wereld" en voor de nalie, als pittig democratisch betoog aan waarde opleveren. Het zijn immers die duizenden en nog eens duizen den kleine luyden" en kleine autoriteiten van de pachtershoeve, en van het dorp, die mede het wezen vormen van die natie, en vooral ook van den grond, die Polen heet ?... ...De grond, die Polen heet! Hier, verheffen zich moeizaam de schrale boomen, over diens kunstwerken niet inleidden cf besloten met een: Hij staat nog altoos bij mij in 't krijt voor..." (en dan volgde een bedrag). Het is in Spanje onder de kunstenaars meer voorgekomen, dat zij schulden hadden. Zelfs is uit Spanje de opvatting afkomstig, dat een kunstenaar geen werkelijke schulden kan hebben, omdat hij zijn volk aan ziel en schoonheid en aan materieële waarde voor de toekomst zooveel geeft, dat de tijdgenoot zich gelukkig moet achten hem een weinig tijdens zijn leven ten minste in materie te kunnen terugbetalen. Maar geen kunstenaar heeft zooveel schulden gehad als da Lima. Doch da Lima was geen oplichter. Hij leed er werkelijk onder, dat hij zijn schuldeischers niet allen kon voldoen. Velen vol deed hij door ze een schilderij van zijn hand in betaling te geven, waarop de rampzalige zucht van het schuldenmaken, afschrikwek kend was voorgesteld. Dat is voor velen na de Lima's dood een mér dan volledjge kwijting geworden, ja een terugbetaling met woekerrente. Voor sommigen is dat, na hun eigen dood, voor de erfgenamen, een ver standige, weloverlegde speculatie gebleken, zoodat deze erfgenamen zelf ook schilders zochten, die om geld verlegen waren en wanneer zij zoo gelukkig waren deze ein delijk te ontdekkm, drorgen zij hun als 't ware contanten op als de schilders, gelijk dat vaak voorkomt bij kunstenaars, princi pieel tegen het opnemen van voorschot waren. Da Lima, gedrukt door zijn schulden, in 't nauw gebracht, bedreigd, opgejaagd door zijn schuldeischers, trachtte aan hun aan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl