Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND'
9 Dec. '16. No. 2059
f;
Een Vleugje Haagsche Wind
KATTENTENTOONSTELLIN
Zaterdagavond jun het af ter theater supper
bespraken we, d&l op het wereldsche pro
gram voor den volgenden dag het mondaine
rendez-vous . voorkwam in den Dierentuin
's ochtends op de kattententoonstellng. Het
werd algemeen een gunstig teeken genoemd.
Teekening voor de Amsterdammer"
van J. Ruys
We hebben het in de wereldsche kringen
de laatste dagen zeer druk gehad, de fancy
fair in Pulchri een paar liefdadigheids
voorstellingen, de tentoonstelling
FrankrijkNederland met conférence en concert, de
opening van de thee-salon Kley kam p, met
declamatie van Frits Lapidoth en schilderijen,
dat alles hadden we al achter den rug, en
toch waren we zeer verheugd over het
Zondagochtend rendez-vous. We genieten
dat in den zomer ook aan de Pier, en het
behoort tot de belangrijkste wereldsche
gebeurtenissen. We mogen daar ontmoeten
de voormannen der politieke en diplomatieke
wereld, de heeren wier gezelschap we in de
week vaak met leedwezen moeten raisêen
wegens verhindering door ambtelijke bezig
heden. Daarom hebben we Zaterdag ernstig
overwogen, of het niet noodzakelijk was,
dat iederen Zondag van half elf tot n
iets werd gedaan, b.v.' een fancy fair voor
gewonden, zulge- of vluchtelingen, een
tentoonstelling van adellijk brei- of schil
derwerk, wat zang of declamatie en mis
schien zou het aanbeveling verdienen een
before-lunch, of before-noon caféte creëeren,
met nieuwe versnaperingen en uitvindingen
van culinairen aard.
Toute la Haye was dus vertegenwoordigd
Zondagochtend op de kattententoonstelling. Ik
moet er me van onthouden de beroemdheden
uit de society- en kattenwereld op te noemen,
daar plaatsruimte me dwingt kort te zijn.
De tentoonstelling was zeer geanimeerd
en met recht. De griffons, pinchers, toy dogs,
spaniels, Kings Charles, we kennen ze allen,
allen, zooals ze aan de zijden koordjes
en zilveren kettinkjes, de thee en
strandbijeenkomsten meemaken. We hebben ze lief
als de eigenaressen, de kleine beestjes, die
niet hun aardige kopjes uit een mof komen
gluren, maar de poesjes, die kennen we niet,
of we moeten intimi zijn in de boudoirs.
En nu mochten we kennis met haar
maken. We hielden er een
schoonheidswedstrijd, zooals dit evenwel niét officieel -ook
de eigenaressen deden. 150 katjes waren er,
op blauw satijnen kussentjes, in ijzeren
hokjes, angora's, lapjeskatten, cypersche,
siameesche, allerlei soorten en kleuren, uit
de lieflijke boudoirs hier tentoongesteld
voor wereldsch 's Gravenhage.
Ik sprak een kennis, die somber in een
hoek stond.
Ik heb een kater," zei hij.
Een Angora?"
Nee whisky soda."
Zacht hoorde ik enkele poesjes miauwen
toen hij langs de hokjes liep. Als toonbeeld
van katterigheid liep hij op de tentoonstel
ling rond.
Ik begrijp niet," zei hij, dat al die
katjes zoo rustig zitten, want ik zie overal
muizen."
Als een geest zag ik achter hem een
afschuwelijk mager dier, een kater die een
tegenstelling was, een schrille tegenstelling
van ellende en jammer, der goed doorvoede,
PMlSspSff
Geheime [Beoordeelingsstaten'H
In mijn krant las ik een bericht over
inlichtingen, door den Minister van Oorlog
aan de Tweede Kamer verstrekt op het
adres van een eervol ontslagen
reserveluitenant-kolonel.
Volgens dit bericht zou de Minister heb
ben verklaard, dat de bepalingen van het
Voorschrift beoordelingslijsten ten aanzien
van het onderzoeken van bezwaarschriften,
zooals zij thans luiden, ALLE waarborgen
verschaffen, dat daarbij zuivere resultaten wor
den verkregen. (De cursiyeering is van mij.)
Deze verklaring lijkt mij in hare algemeen
heid niet onvoorwaardelijk juist.
Volgens het voorschrift beschikt de Minister
niet op het bezwaarschrift dan na het advies
te nebben ingewonnen eener commissie van
onderzoek, bestaande uit 3 leden (al dan
niet gepensionneerde opper- of hoofdoffi
cieren), waaraan toegevoegd een secretaris.
Uit niets blijkt evenwel, dat de Minister
gehouden zou zijn, dat advies op te volgen,
zoodat zijn persoonlijk rdeel en karakter
den doorslag kunnen geven. Staat de Minister
hoog genoeg, dan is die mogelijkheid geen
groot bezwaar. Ook een Minister is echter
mensch en kan zich in zekere gevallen door
minder gewenschte gevoelens of inzichten
laten leiden.
luxe-diertjes, die door poezele handjes
verwend werden.
Niemand scheen het te bemerken. Zacht
troonde ik hem weg uit de zaal van men
schen- en kattenweelde.
Gaat ge naar een katten-tentoonstelling,
zorgt dan dat ge geen kater hebt.
ARI
EEN DESILLUSIE
Brief aan Melis Stoke.
Mijn zeer waarde vriend,
Uw laatste brief in de Amsterdammer"
trof me. Niet trof me dat uw soldatenoog
gevallen is op de dagelijksche gebeurtenis
op de Keizersgracht en nog minder, dat ge
den aandacht vestigde op de worsten- en
hammenhandel. Ongetwijfeld zijt gij een
goed Hollandsen soldaat met een waar Hol
landsen soldatenhart.
Het werk van uw Dultscheo gezant in
deze tijden is geenszins van minder groot
belang, dan van zijn Haagsche collega.
Maar een oogenblik was ik verwonderd,
dat ge onderstelde*, dat in den Haag de
natiën bQ scholen en fröbelscholen minder
goed zouden vertegenwoordigd worden, dan
bij u. Ik had u hierover scherp willen aan
vallen, om onze Residentie te verdedigen.
Maar voor alles wil ik eerlijk wezen.
Eerlijkheid toch heb ik tot in de uiterste
consequentiën betracht in alles wat ik in
de Amsterdammer" schreef en ik hoop en
vertrouw er op, dat men dat steeds heeft
kunnen lezen, en er van overtuigd is geweest,
dat ik liever mijn vulpen verbrijzeld zou
hebben, dan dat Ik een onwaarheid in het
Haagsche rubriekje zou hebben neergeschre
ven. Daarom ben ik er op uitgegaan, om
eerst een ernstig onderzoek in te stellen
naar de internationale vertegenwoordiging
der beschermengelen onzer Haagsche kin
deren. Bij een kleine deftige school vatte ik
post en onmiddellijk werd mijn oog geboeid
door een allerliefste verschijning in bruin
gewaad. Het was een soort sleepende man
tel, van voren een beetje open, waardoor
een helder blinkende boezelaar (klopt niet
uw soldatenhart?) zichtbaar werd. Ze droeg
een stemmig stijf heerenboordje, op het
hoofd een bruin zijden hoedje met breede
linten onder de kin vastgestrikt. In haar
hand had ze een smal leeren riempje, dat
uitliep in een klein oranje hondje, een bru
taal keffend diertje dat naar lavender geurde
en breede blauwe strikken droeg, een z.g.
toy dog", weigerende te luisteren naar den
naam Puppie". Ge begrijpt dat ik
onmiddelijk dacht aan de houding der Britten in
dezen tijd.
Teekening voor de Amsterdammer"
van Is. van Mens
Ze ging staan praten met een dametje,
ietwat opvallend en modieus gekleed met
een roze gepoeierd gezichtje, welk dametje
in verbinding stond door een smal kettinkje
met een ook zeer brutaal keffend hondje,
een Brabangonnetje (Griffon Bruxellois), dat
Mignon heette, evenwel ook niet luisterde
naar dien naam.
Arm geteisterd België!
Tusschen de mogendheden bestond een
in het oogvallende vrindschapsband, waarvan
vooral de diertjes sterk blijk gaven, zoo
iiiiniiiiiliiiiiiliiiifiliiiii
MMIIIIMMM1IIIII
De bevoegdheid van den Minister tot af
wijking van dat advies kan ik zeg niet
zal" dan ook gewis aanleiding geven
tot onzuivere resultaten.
Reeds de samenstelling der commissie is
onderworpen aan den invloed van den Mi
nister. Noch de klager, noch diegenen, van
wier oordeel de klacht het gevolg is, hebben
omtrent die samenstelling iets in te brengen.
Daarenboven nog den Minister de bevoegd
heid toe te kennen, van het advies der com
missie af te wijken, is strijdig met zuivere
rechtsbeginselen.
. Bedenkt men hierbij, dat in ons land de
Minister van Oorlog in den regel een politiek
persoon is, omtrent wien volstrekt niet altijd
vast staat, dat zijne militaire bekwaamheden
en inzichten boven die der commissie-leden
zouden staan, dan zal men, geloof ik, toe
geven dat niet alle waarborgen, als thans
door den Minister bedoeld, aanwezig zijn.
Het spreekt intusschen wel van zelf, 'dat
ik hier geenszins twijfel wil uitspreken aan
de zuiverheid der in casu door den Minister
genomen beslissing. Ik heb het slechts over
eene der m.i. onmiskenbare leemten in het
voorschrift, dat door ingewikkelde, soms
vrij duistere beschouwingen en bepalingen
een bron is van veel wrijving en van
ongeloofelijk veel geschrijf, zonder dat door
dien omslag alle mogelijke waarborgen voor
zuivere beoordeelingen worden verschaft.
Er is misschien reeds veel geschreven
over de beoordeelingslijsten onzer officieren
en over de vraag, of het al dan niet
wenschelijk zou zijn, het geheim der beoordeeling
tegenover den beoordeelde op te heffen.
Men kan hierover verschillend denken, maar
het lijkt mij tegenover de goeden een on
billijkheid, hen onkundig te laten van hunne
beoordeeling, terwijl anderen, ongunstig be
oordeeld, {hiervan volledig kennis bekomen.
sterk, dat de dames dit meenden te moeten
verbieden, natuurlijk zonder dat de ho»djes
daarop acht sloegen.
Bij het uitgaan der school bleek de
Engelsche vertegenwoordiging geaccrediteerd
aan een ietwat ,Eaton-boy-ig" gekleed
knaapje, de Belgische aan een meisje al
ietwat taiUeurig" aangedaan. De kinderen
bespraken de vonrtrefljjkheid eener
X-raasviering boven het gewone St. Nicolaasfeest.
Het knaapje legde duidelijk ait, dat het eerste
feest voornamer was en gevierd moest
worden met dinner, tree, turkey en
plumpudding en riep het oordeel in van de
nurse, die hij miss Daisy noemde. Het
meisje wilde niet geheel zrjn meening deelen.
Ik voelde dat ik den strijd'tegen u zou
kunnen aanbinden en onze Residentie zou
kunnen verdedigen, maar wilde me nog
alleen voor meerder materiaal in verbinding
stellen met miss Daisy.
Daartoe sprak ik haar in mijn mooiste
Engelsen toe, doch ziet, ze begreep me niet.
Er ontstond een kleine pijnlijke verlegenheid.
Ik wendde me tot de andere dame, die ik
een Brusselsche, een Waalsche waande, en
sprak daartoe Fransen. Doch helaas ook zij
begreep me niet. Ik probeerde dat daarom
schuchter in het Hollandsen en... beiden
verstonden me.
En nu moest de bekentenis van mijn hart.
Mjjn waarde Melis, ge hebt gelijk, in
Amsterdam is men den Haag vooruit. Al
wat ik hoopte te vinden en meende te zien,
was slechts schijn. Het is me gebleken dat
miss Daisy eigenlijk Kaatje heette en in
Rotterdam geboren is, en dat de naam der
andere dame Nelly is, en haar geboorte
plaats 's-Gravenhage. ARI
Ziektegevallen
Rompstanditis
De rompstanditis is een ziekte, die slechts
zér-grof-besnaarde individuen onaangetast
laat. Wie een ontvankelijk gemoed heeft
lijdt, min of meer, aan deze ziekte. Romp
standitis openbaart zich bfl menschen, die
zeer onder den indruk van een kunstwerk
geraken: hun romp gaat dan de houding
aannemen van die des schrijvers. En de
sfeer van het kunstwerk openbaart zich in
hunne handelingen. Mij zijn eenige gevallen
bekend:
I. Een meisje, dat gaarne en veel las van
Louis Couperus, bemerkte, dat de pink van
haar rechterhand zich op onverklaarbare
wijze tot een sierlijk boogje krulde, zoodra
zij een boek van haren lievelingsauteur ter
hand nam, en hare lippen plooiden dan
tot een pruilig tuitje.
H. Een jongmensch, dat Falklandjes van
Heyermans placht te verslinden, begon de
merkwaardige eigenschap te verkrijgen, dat
hij zich voortdurend krabben moest, hoewel
niets bespeurbaars daartoe aanleiding gaf;
ook stootte hij af en toe rauwe klanken uit,
terwijl zijn rug dan een vierkanten breeden
heuvel gelijk wierd.
III. Een oude dame, die verzot was op
Quertdo's Jordaan, moest, of zij wilde of niet.
lichtgele laarzen afendoen, terwijl zij, wat
nimmer tevoren geschiedde, telkens haar
vinger in de ooren en neus bracht.
IV. Een deftige grijsaard, die Fabrlcius'
werken adoreerde, ging, zoodra hij er een
las of vertoonen zag, tandakken als eene
Javaansche.
Nog meerdere gevallen weet ik, doch deze
zullen voldoende zijn om aan te toonen, hoe
zeer de psychische en physische eigen
schappen van auteurs voldoende zijn, om
den sfeer hunner werken, en hun eigen per
soonlijkheid op hen vreemde individuen
over te brengen.
De eenige geneeswijze is: koud water, of
nadere kenaisrnaking met den auteur.
Voor mededeelingen betreffende meerdere
gevallen, ook op muzikaal en ander gebied,
houdt schrijver dezes zich gaarne aanbevolen.
MELIS STOKE
Huwelijkitis
Een chronisch ziektegeval
Vandaag zijn de menschen nog gezond
en na veertien dagen kan worden gecon
stateerd of zij door de ziekte zijn aange
tast. Een tot nu toe orioplosbaar raadsel,
blijft het feit, dat met deze niets-ontziende
kwaal altijd twee personen tegelijkertijd
zijn behept.
Volgens het voorschrift moet n.l. ieder
officier, omtrent wien het oordeel in zooverre
ongunstig is, dat de aangewezen gebreken
of tekortkomingen zoo zij niet verbeterd
of aangevuld werden invloed zouden
kunnen hebben op zijn geschiktheid voor
den naast hoogeren rang, met de volledige
beoordeeling over het betrokken
beoordeelingstijdvak in kennis worden gesteld.
Deze schijnbaar scherp omlijnde gedachte
geeft aanleiding tot uiteenloopende toepas
singen.
Zoo rijst hier de vraag: wanneer is een
oordeel ongunstig? En wanneer is het zoo
ongunstig, dat het invloed zou kunnen heb
ben op de geschiktheid voor den naast
hoogeren rang?
Indien iemand uitmunt, behoort dit uit
zijne beoordeeling te blijken. Schrijft de
beoordeelaar uit zekere, persoonlijke over
wegingen of uit gebrek aan inzicht, dat zoo
iemand voldoet, dat hij bevredigt, dan blijft
de beoordeelde onkundig van de zaak. Want,
zoo zegt men, er wordt niets ten ongunste
van hem verklaard. Maar hierdoor wordt
zijn kans, zijn recht op bevordering verkort.
Het begrip ongunstig" is zeer betrekkelijk
en rekbaar.
Zou men b.v. iemand als middelmatig" aan
duiden, dan zouden sommigen dit ongunstig
noemen, en allicht zou dit voor den een of
anderen chef aanleiding zijn om den betrok
kene met zijne beoordeeling bekend te maken.
Evenwel is de meerderheid slechts middel
matig en zijn het de minderheden, die daar
beneden blijven of er boven uitsteken.
In het algemeen zijn waarborgen noodig,
dat niemand, noch de goede, noch de slechte,
als minder bekwaam en geschikt worde
geschetst dan hij inderdaad is.
Men zou hieruit moeten besluiten, dat dan
iedereen eigenlijk van zijne beoordeeling
kenEen Tank" in actie
MimimiititiimiiiiiimHiiiiiiMimiiiiMimiiiiiiiiiiiuiiiimMimiiimimiH
De eerste verschijnselen worden door een
door de gemeente aangestelden ambtenaar
waargenomen, die van deze eerste
kenteekenen aanteekening houdt. Na veertien
dagen moeten de patiënten weder met ge
noemden persoon consulteeren, waar dan
meestentijds de ziekte definitief wordt vast
gesteld. Is het intijds gelukt de personen
van elkander te verwijderen, dan is de be
smetting verbroken. De patiënten gevoelen
zich dan zoo frisch en monter, dat geen
van beiden op het consult verschijnt.
Evenals de veel voorkomende verkoudheid
tast deze ziekte iederen mensch vroeg of laat
aan. Niemand is in dezen immuun.
Zekere verschijnselen van onder de leden
hebben" Is: het verzamelen van papieren
met handteekeningen en stempels, het koopen
van allerlei zaken, het afhuren van een
groot aantal rijtuigen enz.
Niet altijd kan de ziekte worden geregi
streerd. Er loopen vele clandestiene"
patienten. Temeer is dit gebleken, toen in het
begin der mobilisatie, aan soldaten, welke
aan huwelijkitis lijdende waren, en wat door
bovengenoemden ambtenaar móst zijn ge
constateerd en geiegistreerd, een
wekelijksche uitkeering werd toegezegd. Toen hebben
zich verschillende clandestiene" gevallen
geopenbaard.
Ook schijnt het, dat de meergenoemde
uitkeering aan militairen de ziekte plotseling
een grooter omvang heeft doen nemen. In
elk geval is gedurende de jaren 1915/16 een
onnoemlijk aantal gevallen waargenomen bij
soldaten, fabrieksmeisjes, dienstboden en
naaisters.
In Nederland heeft de ziekte zich tot nu
toe gemanifesteerd bij n man en n vrouw
tegelijk. In een streek in Amerika zijn pro
cessen geregistreerd bij n man en vijf
vrouwen; terwijl in Arabië volgens ge
schiedschrijvers zich n geval heeft
voorgedaan waar bij n man en vierhonderd
vrouwen tegelijkertijd werden aangetast.
De leeftijd waarop de mensch het meest
bevattelijk is, is die tusschen 18 en 48 jaar.
Bij personen van gelijken leeftijd heeft de
kwaal een eunstig verloop. Een hopeloos
geval echter is, wanneer de mannelijke pa
tiënt boven de zestig en de vrouwelijke
patiënt tusschen vijfentwintig en vijfendertig
jaar telt. Dan sterft de man meestentijds
spoedig aan de ziekte.
Na een tijdvak van ongeveer een jaar
ook wel eens vroeger of later verschijnen
de uiterlijke kenteekehen van de kwaal.
Deze kenteekenen twee bulten, een groote
en een kleine en vier uitsteeksels aan den
grootsten bult blijven in den regel gedu
rende het geheele leven waarneembaar.
De gewone soort van huwelijkitis is chro
nisch; enkele acute gevallen zijn echter
niet uitgesloten.
Als geneesmiddelen kunnen worden ge
bruikt: koude baden en kamfer.
VAN DEEKINQHAM
iiiiiiiiiiiiiiim iiiiiiitiMiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiimiiii
Nieuwe Boeken van deze week
Vervolg van pag. 9.
ETHEL TURNER, Een Gewichtige Dag, 246
pag. Utrecht, A. W. Bruna en Zn.
J. C. VAN CALCAR-DE GAVERE, De drie
Negertjes, 29 pag. Haarlem, J. W.
Boissevain en Co.
E. TIERI-HOGERZEIL, Hans en het Huis,
met boekversiering van W. C. DRUPSTEEN,
71 pag. Haarlem, J. W. Boissevain en Co.
nis zou moeten bekomen, ten einde zoo goed
mogelijk tegen onrecht gewapend te zijn.
Ook dan nog zou volkomen zuiverheid
niet bereikbaar blijven. De beoordeelaars
toch zijn feilbaar en de beteekenis van woor
den als slecht, voldoende, goed, uitnemend,
e.d. hangt voor een groot deel af van het
peil van hem, die zich daarvan bedient.
Tegen de opheffing van het geheim der
beoordeeling, wordt wel eens aangevoerd,
dat er menschen zijn, die de weelde eener
bijzonder gunstige beoordeeling niet zouden
kunnen dragen. Maar zij, die zich door een
vleiende beoordeeiing zouden laten nopen
tot eenigerlei verslapping, zouden hierdoor
bewijzen, te gunstig beoordeeld te zijn. Zij
zouden dan aan scherpziende chefs toonen,
dat die beoordeeling wijziging zou behoeven.
Natuurlijk wil noch kan ik beweren dat
over het geheel genomen onze offiicieren
niet naar verdienste zouden worden beoor
deeld. Wel acht ik mogelijk en zelfs waar
schijnlijk, dat tengevolge van kortzichtigheid,
onkunde, gemakzucht of persoonlijke wille
keur niet altijd de beteren of de besten tot
hun recht komen, omdat zij, zoolang hun geen
bepaalde tekortkomingen ten laste worden
gelegd, niet of wel telaat de zaak gewaar
worden. Daarentegen leest de slecht be
oordeelde nauwkeurig, wat omtreni hem
wordt gezegd. Hij mag zelfs afschrift nemen
en vindt dus volop gelegenheid om zich
over vermeend onrecht te beklagen.
Het stelsel lijkt mij dan ook onpraktisch
en nadeelig voor de groote belangen, die
op het spel staan.
Vooral van de goeden, de beteren, de
besten moeten wij het hebben. En zouden
dezen, indien zij vernamen, hoeveel goeds
van hen werd getuigd, niet alles inspannen
om daaraan te beantwoorden en zoo mogelijk
de verwachtingen te overtreffen?
Chineesche Verzen
OP DEN STROOM
(Thu-Fu. 714-774)
Mijn boot glijdt zonder stooten luchtig voort,
Ik zie haar spiegelbeeld in 't klare water,
Aan 't luchtruim zeilen wolken, stille zwervers,
En ook den hemel zie ik in den stroom.
Wanneer een wolkje langs de blauwe mane
Voorbij drijft, fijn als een gedachte,
Dan zie 'k haar onder mij vergaan,
Een tooverbeeld...
Dan is 't alsof mijn boot vaart door den hemel,
Ik voel mij met de wolken zacht vertrouwd,
En plots'ling weet ik dan: zooals de hemel
Weerspiegeld wordt in 't water, zoo bloeit ook
De beeltnis van mijn liefste, in mijn hart
JULES SCHÜRMANN
IIIIIIIIIMIIIIIIIIII1IIIIIIMI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII1IIIIII1IIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIII
VRAOENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek In te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto .Leekensplegel", en onder opgave Van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
F. N. te H. Het artikel Een ideale werk
kring" in uw nummer van 11 November,
deed de wensch in mij opkomen ook in dat
corps van ambtenaren te wórden opge
nomen. Kan men dat bereiken ook zonder
H. B. S. of gymnasium te hebben doorloopen?
Ik heb de 3 moderne talen geleerd en een
m. u. 1. o. school doorloopen. Zou er geen
mogelijkheid bestaan dat de Commissie tot
opleiding van leeraren voor M. Q." zich de
opleiding van zulke gegadigden aantrekt?
Het komt ons voor dat bedoeld artikel
door U niet goed is begrepen en dat het
sarcasme daarin U is ontgaan. Misschien
zal het U duidelijker worden als U de on
langs verschenen brochure van Ten
Brupgencate, ons middelbaar onderwijs en de
jongste beschikkingen eens doorleest.
Hoewel er een streven is om de opleiding
van leeraren zooveel mogelijk langs acad
mischen weg te doen geschieden, kan men
ook zonder H. B. S. of gymnasium doorloopen
te hebben wel een middelbare acte behalen.
Verschillende onderwijzers, die hun oplei
ding ontvingen aan een kweekschool of
normaalschool, behaalden de middelbare be
voegdheid. Het komt ons echter voor dat
een studie voor een der acten M. O. met
uitsluitend een m. u. 1. o. opleiding tot basis
een wel wat zwakke grond heeft. Zeker zal
geen Commissie tot opleiding van leeraren
voor M. O. een zoodanigen candidaat
animeeren tijd en geld te besteden aan het
verkrijgen van een middelbare acte.
De eischen van bekwaamheid, die gesteld
worden aan de verkrijging van een acte M. O.
zijn te vinden in de Wet op het Middelbaar
Onderwijs.
iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiinii
Mij dunkt van wel.
Worden alle beoordeelirjgen aan de be
trokkenen bekend gemaakt, dan zal daardoor:
1. het vertrouwen der ondergeschikten in
hun chefs worden versterkt;
2. de ongunstig beoordeelde zich genoopt
voelen naar verbetering te streven;
3. de gunstig beoordeelde zijn krachten
inspannen om de goede verwachtingen niet
te beschamen;
4. de waarborg tegen onbillijke beoor
deelingen zoo volledig zijn, als
menschelijker wijze mogelijk is.
Is uit den aard der zaak het ontwerpen
van een deugdelijk beoordeelingsstelsel een
der moeielijkste problemen, en is het vrij wel
onmogelijk daarbij de grootere, algemeene
belangen naar behoefte te behartigen zon
der eenig kleiner, persoonlijk belang te
schaden, het is mijne overtuiging, dat zoo
wel de grootere als de kleinere belangen
beter kunnen worden gewaarborgd dan door
dit voorschrift geschiedt.
Als voornaamste middelen daartoe zou ik
willen aanbevelen:
1. de opheffing van het geheim der be
oordeeling voor den betrokkene;
2. de benoeming voor een bepaald tijd
perk (van bijv. 2 of 3 jaren) van het noodige
getal vaste commissiën van onderzoek per
wapen of dienstvak;
3. het aantal leden per commissie van 3
op 5 te brengen, waarvan l tevens als secre
taris zou moeten optreden en waardoor de
kans op een zuiver eind-oordeel der com
missie zou worden vergroot;
4. de bij meerderheid van stemmen door
de commissiën uitgebrachte meeningen als
baslissend te aanvaarden.
ERGO