De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 9 december pagina 2

9 december 1916 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

if' ., DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 9 Dec. '16. Nó. 2059 GEVAARLIJK BEDRIJF Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Kindsche oirve juffrouw: Wacht, lillekert, ik zal je leeren, an me duitjesjte komme! iiuiutuiniuiiuiiiiiiiiiiiiiiii IIHIIIIIIIIIMIII coalitie-kabinet vielen hem bij; Lloyd George diende zijn ontslag in. Maar in het heengaan va»Lloyd George zou het Engelsche volk niet berusten, in gewone tijden houdt het evenmin als Atqulth van een dictatuur; " M.. Lloyd Oéorge heeft het den man , die zijne schouders onder het zwaarste kan 'zetten. Als Nederland in nood kwam, zou de groote meerderheid van ons volk Treub roepen, als den eenige, van wien Ijen liet VÖtlèvertrouwen heeft, dat hij zou doen wat er gedaan kan worden. Het EniMschë volk voelt zich niet veilig, als Lloyd George niet langer zitting wil hebben in het Kabinet Asquith' heeft dit begrepen, en zijn ont slag, en daarmede dat van het geheele Ka binet aangeboden. Bonar Law, de leider der unionisten, is bij den Koning geroepen; misschien zal hij in naam de leider der nieuwe regeering worden; maar zonder Lloyd George zal ook hij de verantwoordelijkheid niét willen aanvaarden. Want de crisis, waarin Engeland verkeert, vindt haar werkeIfke oorzaak in het besef, dat de tegen woordige omstandigheden het noodzakelijk maken, aan dde of vier van de beste mannen onbeperkte volmacht te geven om den oor log, zoo krachtelijk mogelijk te voeren, en daardoor het einde ervan te verhaasten. Indien bij die drie of vier Lloyd George niet was, zou de allerbeste ontbreken. 6 December 1916. G. W. KERNKAMP llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiliiilllllllllllllllllll De Justitie en de Toekomst Naar ons wordt medegedeeld, zal binnen kort voor de Haagsche rechtbank de kantoor bediende terechtstaan, die beschuldigd wordt de documenten van de Toekomst aan den dag te hebben gebracht, waarvan de Amster dammei indertijd sommige heeft bekend gemaakt. De akte van beschuldiging wordt hier onder afgedrukt, en geeft een leerzaam over zicht ook van eenige «nog niet algemeen bekende gegevens omtrent het Toekomstbedrijf. Of de genoemde bediende de bedoelde handelingen heeft gepleegd, en welke zijne rol ten aanzien van de documenten is ge weest, is ons ten eenenmale onbekend. Wij zullen over zijn rechtsgeding ook thans niet schrijven, getrouw aan den regel, dat eerst 's rechters oordeel moet worden verbeid. IHtllllflIlllirilltltlMtlllllllllllllMlltlimillllllllniHimilllllHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIimilllllllllllllllllllllllllll iiiimiiiiiiiiMMiiiiumiiiiiMiiiiimHiii Teekening voor de Amsterdammer" van Henri v. d. Velde. Van den Kunstenaar die de Zon schilderde DOOR H. SALOMONSON I Na zijn after-lunch slaapje verliet Alfred J. Fellan zijn hotel. Hij gevoelde lust tot wandelen. Het hotel was klein en simpel; het lag ergens hoog in de bergen, in een zijdal waardoor geen spoorlijn liep, terzijde van de traditioneele touristen-routen; het werd slechts, bezocht door lieden die volslagen rust, of die bovenmenschelijk moeilijke klimpartijen zochten. Alfred J. Fellan zocht volslagen rust; hij was een Amerikaan, die al jaren lang te Parijs voor par ij zenaar speelde; in onge huwden staat bewoonde hij een klein hotel, bij het pare Monceau, dat hij guitig zijn garconnlere placht te noemen. Het inwendige van dat gebouw vertoonde de overdadige behagelijkheid van het boudoir eener wel opgevoede slechte dame, zonder nochtans daarmede de pretenties gemeen te hebben. Want de kunstvoorwerpen, die daar ver zameld waren, duidden, zooal niet op aan geboren kunstzin, dan toch op de goedleerschheid en de bekwame makelaars des bezitters. Fellan wendde groote liefde tot bizarre en teedere zaken voor, beschermde levende kunstenaars zonder talent, kocht werken van overledenen met gevestigde reputatie, onder hield een groot aantal commissionaire anti quaren en eene zeer wereldsche dame, en simuleerde gaarne eene decadentie des geestes, die kwalijk paste bij zijne speculatieve successen, en waarop hij, noch wat zijne afstamming, noch wat zijn persoonlijken aard betrof, eenigen aanspraak kon doen gelden. Door zijne gemachtigden liet hij zich voor zien van het meest kostelijk sèvres porcelein, en hij wist zich tegen grove betaling in het bezit te stellen van een aantal schilderijen Bederf niet den lekkeren smaak van eieren door het gebruik van grof en klonterig zout. Cerebos Zout is fijn en verspreidt zich gelijkmatig. Cerebos Zout IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Waar wij echter niet over behoeven noch vermogen te zwijgen, dat is het feit van de vervolging. Tweeërlei redenen kunnen deze strafver volging verklaren. Of wel: de Nederlandsche Justitie zoekt langs dezen weg het bedenkelijk bedrijf van de Toekomst zooveel mogelijk aan een open baar onderzoek te onderwerpen. De oprichters en redacteurs hebben hun nerzijds een gerechtelijke behandeling, waartoe ook de Amsterdammer hun de ge legenheid heeft geboden, vermeden. Ziet onze Justitie nu in de vervolging van dezen beklaagde de eenige manier om er zich toch in te mengen, dan zal dit met belangstelling worden gevolgd. Wij hebben evenwel nog redenen, om zulks niet aanstonds te veronderstellen. Men had trouwens met art. 100 W. v. Str. in de hand (?in gevaar brengen van de onzijdigheid") tegen die heeren zelf minstens even gemakkelijk een strafvervolging kun nen instellen, als in andere gevallen gereedelijk is geschied! Doch anders kan deze strafvervolging uit sluitend dienen om voor de heeren Sleeswijk, Van Vreedenburch, Van Heeckeren van Wassenaer van de Twickel, Valckenier, Kips, Valter, Reichmann en de achter hen staande heele of halve Duitschers wraak te nemen wegens de hun aangedane indiscretie! Zelf, wegens duizendmaal ernstiger mis draging, buiten schot blijvende, krijgen zij de gelegenheid, van 't eereg^stoelte der ge tuigen a charge, de aandacht van de hoofd zaak af te leiden en een slachtoffer te maken. Moet dit echter zoo loopen, dan heeft de Haagsche Justitie door het instellen van deze vervolging een zeer ongelükkigengreep gedaan. Hoe? De oprichters en redacteuren van De Toe komst hebben zich schuldig gemaakt aan het meest ergerlijke en anti-nederlandsche bedrijf. Listiglijk, onder den uiterlljken schijn van een oprecht Nederlandsche werkzaamheid, hebben zij zich gesteld in dienst van de Duitsche; propaganda hier te lande en van het Duitsche gezantschap te 's Qravenhage. Als Nederlanders vermomd, zochten zij voor de Duitsche belangen ten onzent, in onze koloniën, in België, stemming te maken. Ook thans nog steeds, v/anneer bij voorbeeld een Nederlandsch schip door de Duitschers wordt getorpedeerd, pleit, neen: draait de Toe komst het goed, en valt Nederland a}! De financiering deelden zij met den politieken agent van Duitschland, onder wiens leiding de zaak is opgezet. En zóbedriegolijk is hun optreden ge weest, dat toen onzerzijds de zaak aan het IIIIIIIHIItimHIIIHIIIIIIIIIIIMMIIIMI IIIMII1II van Watteau en Cézanne, van Romney en Van Oogh; zijne meubels had hij betrokken uit eene vendutie van een klein chateau aan de Loire, en de ontbrekende deelen van het Louis XIV-koperen beslag waren door een bekwamen kunstsmld aangevuld, ge trouwelijk gecopieerd naar het model der restenden. Ook bezat hij zacht-lederen club-fauteuils, die hij echter wat achteraf gezet had, in een door weinigen betreden rookvertrek, waar dikke veekkleurige tapijten waren, en lampen met bonte steenen, en een breede divan met ijsbeer-huid... altemaal zaken, die hij met eenig schuldbesef liefhad... zooals hij ook als diep geheim in zich rond droeg zijne neiging tot vulgaire zaken als ginger-ale en chewing gum. Alfred J. Fellan dan, maakte zich op tot eene kleine n.amiddag-wandeling, en koos daartoe de schaduwrijke helling van een nabijen bergrug, waarheen het pad niet te steil leek, en niet te steenachtig. Luchtig zociwat voor zich heen fluitend had hij ongeveer een uur lang in gematigden pas doorgewandeld, toen hij bemerkte, dat de warmte vochtig geworden was en de takken der sparren zich in opstekenden wind bewogen tegen een blauwig-grijs dreigenden hemel. Ziju pad had hem gevoerd in een klein zij-dal tusschen berghellingen; het was er stil, en er hing een zoete kruidengeur, als in den hof van een oud nonnen-klooster. De yarenge wassen waren hier hoog opge groeid, en streelden hem bij het loopen de knieën zijner khaki riding-breeches. Toen zag hij, loom en zwaar, de eerste regendroppel vallen op een varenblad, dat even doorboog onder den last, en een tweede droppel hoorde hij tikken, en een derde... totdat de varens om hem heen licht wuifden, als oeverriet, en het ruischte van neervallende zware, lauwe regend roppelen, die reeds don ker vlekten op zijn sportpak. Alfred keek om zich heen, en ontwaarde rechts boven zich een kleine woning, waar heen een smal en steil paadje voerde. En hij besloot daarheen te gaan. Het was een schamel huisje, gedekt met door steenen bezwaard hout, en ervoor stonden eenige vreemdsoortige troggen en bakken en steenen mortieren, gevuld met Ideurig erts-gruis. Hij klopte aan, en men opende hem de smalle deur. Binn entredend stond hij tegen licht kon worden gebracht, zij niet hebben geschroomd met leugens en valsche voor stellingen te (trachten de waarheid te ver bloemen. Het is voor Nederland een groot belang geweest, dat dit niet is g e l u k t, en de natie kon zien met wat voor eene samen spanning men hier te doen heeft. Dat (deze waarheid aan den dag is ge bracht, is echter hieraan te danken, dat de betreffende documenten aan den dag kon den worden gebracht. Maar zou dan, terwijl de heeren zelf onge moeid blijven rondloopen, het eenige wat de Nederlandsche rechtspleging in dezen te doen kan vinden, dit zijn: iemand voo'jr den rechter te brengen, omdat hij de bewijsstukken van dit ge knoei uit heeft gebracht? Het wil er bij ons niet in, dat dit ligt op den weg van de Nederlandsche Justitie, en dat het Nederlandsche volk dergelijke ge rechtigheid" begeert! Bedenkende, hoe daar mede duizendmaal leelijker en gevaarlijker streken aan den dag zijn gebracht, zal het rechtsgevoel der natie de eventueel onbe voegde wegneming van wat blaadjes papier in dit geval gaarne door de vingers zien. Er is daarmee geen enkel publiek belang geschonden; geen enkel algemeen belang vordert rechtsherstel. Maar dan is elke tegemoetkomendheid jegens deze verontnederlandschte en be denkelijke handlangers der Duitsche zaak toch al zeer ongerijmd, en blijft het nauwe lijks denkbaar, dat de Minister van Justitie eene dergelijke strafvervolging zou kunnen wenschen of goedkeuren. Hopen we, dat de zaak beter zal uitkomen. v. H. Dagvaarding in zake het Weekblad De Toekomst." De Officier van Justitie bij de Arrondissements-Rechtbank te 's-Oravenhage, beveelt aan alle daartoe bevoegde beambten te dag vaarden om op de Terechtzitting van ge noemde Rechtbank, 3de Kamer, zitting hou dende in het Paleis van Justitie, Korte Voor hout No. 11, te's-Oravenhage te verschijnen op Donderdag den Uden December 1916, des voormiddags ten 10 ure: G. A. M., geboren te Amsterdam 6 Nov. 1886, boekhouder wonende te 's-Gravenhage, al ter zake dat hij te 's-Gravenhage op of omstreeks den 2den Januari 1916 A met het oogmerk zich die stukken wederrechtelijk toe te eigenen, heeft weg genomen : 1. Een brief van den Duitschen Consul C. H. Cremer te Amsterkam te Amsterdam aan De Toekomst dd. 8 Mei 1915, luidende: Unter Bezugnehmung auf mein Abonne ment auf 100 Exemplare Ihrer Zeltschrift möchte ich Sie hierdurch bitten mir die Nummer l bis 6 gefll. nachliefern zu wollen". 2. Een brief van 17 November 1915 en van 20 November 1915, beiden geteekend J. Stroeve Bzn. gericht respectievelijk aan Prof. J. G. Sleeswijk en de Nieuwe Uitge vers Maatschappij, en onderscheidenlijk lui dende : In opdracht en voor rekening van den Hoogwelgeb. Heer Mr. R. F, Baron van Heeckeren te Wassenaar te Delden, hebben wij, de ontvangst erkennend van uw schrij ven van gisteren, de eer U bijgaande te doen toekomen de som van ?20,252.91, in bankassignatie op costi, waarvan wij gaarne met een enkel woord de goede ontvangst vernemen. Inmiddels verblijven wij met de meeste hoogachting:" Wij kwamen in het bezit van Uw schrij ven van eergisteren en ontvingen wij con form onder separaat aangeteekend couvert: 20 f 1300 aandeelen in Uwe Vennootschap 73-92 met du No. l enz." 3. Een niet onderteekende rekening en verantwoording van de hand van L. H. Reichmann, luidende: over een grooten, gebaarden man, die hem aankeek uit groote kinderlijke oogen, waar van de randen rood-ontstoken waren; Fellan kon hem niet aanzien zonder een stekenden pijn en tranen in de zijne te voelen opkomen. Hij ging binnen in een laag vertrek, waar een geur hing van hars en geschroeid hout. Ik ben door d«n regen overvallen" ver klaarde Alfred J., die het niet noodig oor deelde zich voor te stellen. De ander keek hem aan, als verbaasd over dien overbodigen uitleg. Ik ben aan het werk" zeide hij met een sonoren stem, maar je bent welkom". De parij zenaar hoorde zich met verbazing tutoyeeren, en begon, als wraak, den voor schoot en de handen van zijn gastheer te fixeeren, die besmeurd waren met een veel kleurige substantie. Zoo?", zeide hij eindelijk, was je aan het werk? Houten doosjes kleuren zeker?" En, denkend aan de geverfde houten huisvlijtproducten van het land, ging hij voort: Breng mij morgen maar wat van die grappenmakerij aan het hotel!". De ander haalde de schouders op: Ik verkoop niet, ik werkl". Fellan lachte: Ja, dat gaat met de meesten zoo! Trouwens, je zit hier ook als een goede zeehaven zonder achterland)". Toen streek hij «en lucifer af aan den zool van zijn schoen, en stak een scherp riekende cigarette aan. Hij keek in het zwaar-ombaarde gelaat, dat roodig-bruin verbrand was, stukgebrand, zpodat er witte vellen in schitterden; ge zijt veel buiten, in de zon, dat ge zoo ver brand zijt?". De ander lachte jongensachtig, terwijl hij kuchte door de scherpe cigarettengeur, en antwoordde: ja, ik ben vél in de zon!". Terwijl hij een steenen melkkruik en bekers van een muurplank nam, keek Alfred om zich heen. Achter in het nauwe vertrekje was een deur, die half open stond; daarachter was het vreemd licht; er was een lichtstreep onder de deur, die een onverklaarbaren slagschaduw in het vertrek wierp. Ge stookt, in dit jaargetijde?", vroeg hij. De ander keek niet begrijpend in de richting waarheen zijn bezoeker gebaarde, en toen, met zijn sonoor geluid: neen, mijn VAN GIJN OP STRAAT GEZET Nimmer is er een Minister Zoo'n beroerde streek gelapt Onbeschofter en brutaler Is er nooit een uitgetrapt. Eerst werd Treub op straat gesmeten Nu sjeest weer v. Gijn hem na, Een is er die niet wil scheiden: Dat is onze Posthuma. Acht millioen dorst hij te vragen Enkel voor successie-recht. Spaar toch de gezinsvermogens /" Heeft v. Lanschot lief gezegd. Juist de potters wou hij hebben Bij de erven moest hij zijn, Rijke snuiters laten dokken Was v. Gijn zijn grootste gein. Ambtenaars en onderwijzers Arbeidskas en middenstand Mogen uitgezogen worden Voor ons kaas-rijk vaderland Weg die twee en twintig dompers Naar 't Panopticum er mee, Die alleen maar angstig zorgen Voor hun eigen portmonnee Wie zal nu van Gijn vervangen, Wie wil al die rommel doen Voor zoo'n sjofel traktementje En dat voddige pensioen? Holland wees maar niet wanhopig A. B. K. die wil 't zijn, A. B. K., da's Kleerekooper Tien maal linker dan v. Gijn. Weg met deze Eerste Kamer, Holland druk ze van de stoel, Eischt daar stoere liberalen Met meer vaderlandsch gevoel. Afgedankt die twee en twintig, Holland maak 't nu eens kort, Zorg toch dat je Eerste Kamer Geen je-weet-wel-kamer wordt. Maar we laten hem niet schieten, Neen, v. Gijn je blijft bij ons. Al die jou niet willen hebben Geven we subiet de bons. Hblland laat je niet negeeren Nu een donderend protest Laat v. Gijn niet koejeneeren" Want de man is piek, piek best. iiiiiiiniiiiHHiiiiHiiiiMiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiii Debet Credit. Zahlung Bunge fls. 10000.?Rechnung. Hoekstra 3883.87 Rssidentie Bank Baar Amsterd. Abonnements 1900.?Neues Inventar 1872^0 150.?DiverseAusgabenund 1367.51 Porti bis i JuU 4916.10 13417.51 Gebalter bis l Juli 5124.20 3708.96 Altes Inventar 1800. > 17126.47 17126.47 4. Een licht blauw papiertje waarop de de navolgende becijferingen: Een R. credit f 7500. R. debet , 238681 R. heeft ontvangen 5113.19 Ontvangen v. Resid. Bank 3000. van v. Heeckeren 2500. . 5500.5. Drie kladbrieven van de hand van prof. werkplaats is daar! Daar hangt mijn nieuwe schilderij!". Instinctief legde Alfred de cigarette naast zich op tafel, stamelend: dus... ge zijt kunstschilder...?". In Parijs placht hij gaarne de schilders ateliers op Montmartre te bezoeken, ook de schamelsten. Hij speelde er niet alleen den Mecaenas, doch gevoelde zich in zijn diepste innerlijk vereerd daar ontvangen te worden als kunstliefhebber... waarvoor intusschen niemand hem ernstiglijk aanzag. En hij herhaalde: kunstschilder"... be denkend hoe grovelijl hij zich hier mis dragen had, door zich niet voor te stellen; hij vloekte zijn gemis aan menschenkennis, en meende plotseling in den ander alles op te merken, wat hem reeds dadelijk daarop had moeten wijzen. Maar deze lachte weer, bassend en vrij uit... schilder ben ik... meer wét ik niet... men spreekt zooveel van kunst.... Ik begrijp niet wat men daarmede be doelt l". Vergun mij dan", zeide Alfred, mij voor te stellen P'. De gastheer vatte, wat linksch, zijn hand, verzuimend zijn naam te zeggen. Dit deed den Parijzenaar weer weifelen, en hij verzocht snel het atelier te mogen zien Terwijl de schilder het deurtje openstootte, zeide hij eenvoudiglijk: mijn werkplaats!". Daarbinnen stond de bezoeker verbijsterd: Op een soort houten stellage was iets, dat hij niet recht onderscheiden kon, want het was... licht! Hij beschutte instinctmatig zijne oogen met de hand, en trachtte te kijken, tusschen een smallen spleet zijner vingers... maar hij was als verblind. Het was licht, warm en stralend licht waarin hij staarde, en hij kon niet zien. Hij wendde zich om, en keek achter zich, in het schemerig vórvertrek, waarin hij slechts zijn eigen schaduw bespeurde, die vreemd scherp uitlag over den vloer en de houten tafel; voor zijn oogen zweefden gekleurde bollen, zooals iemand ziet, die lang in de zon gekeken heeft. Verbijsterd zweeg hij, «n liep de werk plaats uit. Toen stond hij tegenover den gastheer, die goedmoedig lachend op hem neer zag; zijne oogen waren rood-omrand, en zér ontstoken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl