Historisch Archief 1877-1940
9 Dec. '16. - No. 2059
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MEDOENS
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
f 15.-.
Coupénr-reiziger
te ontbieden.
J. S.
IileTeraicltr
luid»n
AMSTERDAM.
LeidBehestraat 4,
B.purage h. D.rak,
Damstraat b. Nes,
Doelenstr. h Ach
terburgwal.
ROTTERDAM.
Mosseltrap 3,
Boymansstraat
BOUWT
TE NUNSPEET
MOOB BOSdWJKE TÖWEINEN
?P09R, TRAM, BLflCTfaSCH
LICHT, TELBPHOON
INLICHTINGEN Mij. .DE VELUWE"
m EENIGE SPECIALITEIT m
KRlMPVRïjE l
S* GEZONDHEIDS- |§
§ ONDERQQEDEREN J
B^ Nederlandsch Fabrikaat |fg
«ÏTRICOTHUIS il
REG.BREESTRAAT.35 g
?*
TEL. 3O66 N.
KO
HET ADRES
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR,Utrecht
B.V.D.HEIDE
'8-Qravel.weg. Tel. 1150
ARTISTIEKE
MEUBILEERING
SPECIALE ONTWERPEN
TAMINIAÜ'S
? JAM ?
LIBCRTY
MGTZaCO AM5TCRDAM sGRAVettHAG
VOIL6
3?-s- ? PCR
.T^ MTR
100 WTJ e»Re e D
CRY5IAL SOK
Fl. .9Q «m
100 Vn? e>P.e e o
STAL6M FRAMCO
W6RVA CR?P
HYLASCRAP6
(CR.6P6 DC
R.
110 Vrr7 E> K
1 1 0
B R. e C O
zijoen
VOOR AVOMT> GW
dr. J. G. Sleeswijk onderscheidenlijk luidende:
Sehr geehrter Herr Regierungsrat,
Endlich komme ich dazu Ihnerr zu
antworten auf Ihre beiden Briefe. Sehr viel
Arbeit für die .Toekomst" war Ursache
dass die bearbeitung der Brochuren
verzögert worden ist. Die Sache steht jetzt so:
das deutsche Kriegstagebuch von Domela
Nieuwenhuis liegt fertlg vor und wird
demnachst in Deutschland verbreitet werden
5000 Ex.
Das Hollandische Kriegstagebuch wird
Jetzt bearbeitet: innerhalb 13-14 Tagen
werden Sie 3000 Exemplare erhalten, wahrend
2000 Exemplare in Holland verbreitet werden.
Von der Witte'schen Broschüre(auf Deutsch)
werden baid 3000 Exemplare nach Deutsch
land gehen. Das Klischee der Karte haben
Sie jetzt wohl erhalten, damit Sie diese
Broschüre in Brüsstl drucken lassen könne».
Das Klischee der Karte ist damals schon
von uns bezahlt worden (175 francs) sobald
sie die 3000 Niederlandische Tagebücher
erhalten haben, empfangen wir: 1050 Gul
den (Holl. wert) 175 francs. Sind Sie damit
einverstanden ?
Die Aufrage um Zulassung der Toekomst
in Belgien ist geschehen. Hoffentlich
bekommen wir baid Antwort.
Hochachtungsvoll und ergebenst"
Herren Regierungsrat Gerstenhauer,
Politische Abteilung des General
Gouvernements, Hertogstrat 3, Brussel.
den Haag, 2 September 1915.
Sehr geehrter Herr Regierungsrat,
Wie Innen aus früherer Korrespondenz
sowie aus mündlicher Besprechung bekannt
ist, haben wir die Herausgabe einer Bro
schüre geplant, welche die Deutsche
Ueber-setzung des Kriegstagebuchs des
Hollandischen Pfarrers ,Domela Nieuwenhuis"
Nyegaard in Gent bringen soll. Es ist in
der ersten Ha'lfte dieses Jahres in der Form
von kürzeren Aufsatzen gröszenteils in der
Toekomst" sowie teilweise in der
Hollandischen Monatschrift de Tijdspiegel"
erschienen.
Die Vorbereitungen für die Herausgabe
MUuiiiniiiimiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiu iniiiii iimimi
Wat, wat is dat?" wist Fellan alleen
te vragen.
De ander sloot het deurtje: vergeef mij,
dat ik je niet voorbereidde... ik wist niet...
Ik dacht dat je gewend waart schilderijen
te zien l".
Wat is het?" herhaalde Alfred J. wezenloos.
Zijn gastheer scheen verbaasd: wel, mijn
werk!" antwoordde hij wat spijtig.
Je werk? Maar m'n god kerel, dan ben
je de
poogde de ander te
duivel l".
Ik ben schilder"
verklaren.
Landschap of portret... zeg dan tenminste
wat!" zei Fellan, terwijl hij zich met een
crème zijden doek het voorhoofd afwischte.
Ik schilder geen plaatjes. Ik schilder het
eenige dat absoluut is, ik schilder het licht..,
de zon!".
Maar hoe is dat mogelijk?" fluisterde
Fellan schor licht, nu ja, je kunt wel
licht schilderen, maar dat is toch altijd reflex,
tweedehandslicht; de maan, of een zonnig
landschap... maar de zon... die schildert
men immers niet?".
Ietwat ongeduldig haalde de groote kerel
de schouders op: ik weet niet wat men
schildert... ik heb nooit schilderijen gezien
als die in ons kerkje, maar dat zijn pren
ten..."
Ik schilder wat ik zie... ik zie het licht...
de zon is het licht! Ik heb het schilderen
niet geleerd!"
Alfred J. zoude geen Amerikaan geweest
.zijn, indien hem niet pp dat oogenblik een
kregelig gevoel bekrompen had, om zijn
jifet-begrijpen.
Die kerel", bedacht hij, heeft trucs, hij
gebruikt sterk fluoresceerenden verf, en
denkt mij hier te overdonderen... te pluk
ken misschien. En zoo gek wilde Alfred J.,
die, waar het zijn eer gold, zeer op de pen
ning kon zijn, niet wezen!
Dus klopte hij zijnen gastheer op den
schouder, en lachte, ge bent een handige
kerel... mijn respect... goed gespeeld! Ik
ben getroefd!" en, terwijl de ander
nietbegrijpend goedig mélachte, sprak hij van
fosforiseeren en stralen-absorbtie en spectra...
En die chemicalleën" eindigde hij
die krijg je zeker uit Bazel ?"
Toen de schilder de schouders ophaalde,
voegde hij er welwillend populair aan toe:
je verf waar heb je die vandaan?"
Vaag duidde de ander naar buiten: daar
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiniimM
sind nun fast fertig. Ein Probeabdruck
bersende ich Ihnen anbei. Wir halten uns
eine Auflage von 5000 Exemplare gedacht.
Es wurde uns nun auszerordentlich
willkommen sein, Wenn die Deutsche Behörde
uns bei den Herausgabe entgegenkommen
woilte. Wir mochten Ihnen dazu den
Vorschlag machen, dass man von uns fest
bernimmt 3000 Exemplare a 35 cent (Holl.
wert) total also 1050.- Gulden (Ein Tauzend
und Fünfzig) franco Haag.
Der Verjkaufspreis für das Publikum
konnte am besten auf M. 1.?gestellt
werden.
Wir mochten dann die Freiheit
behalten, die brigen 2000 Exemplare auf eigene
Gelegenheit in den Buchhandel zu bringen.
Wie Sie wissen hat man slch bei uns für
das Tagebuch auszerordentlich interesslert.
Es ist sehr fesselnd geschrieben, wahrend
per Autor den Deutschen Soldat sehr lobt,
und ihn sogar willkommen heisst als den
Befreier Flandrens.
Hoffentlich erhalte ich baldigst durch Ihre
freundliche Vermittlung die Entscheidung
auf unseren Vorschlag, denn das Abdrucken
wartet darauf. Auf mit Hinsicht auf die
Aktualitat ist natürlich eine schnelle
Erledigung dieser Angelegenheit erwünscht. lm
balde werde ich ihnen naheres mitteilen
ber die andere Broschüre ,.Niederdeutsche
in Frankreich" von Hauptman Dr. Witte
(Antwerpen), welche nachste Woche als
Artikel in der Toekomst" erscheinen soll.
Wir batten uns die Herausgabe davon als
Deutsche sowie als Hollandische Broschüre
(für Flandern l) vorgestellt. Es gehort eine
farbige Karte des Sprachgebletes dazu,
worber ich mit Ihnen schon gesprochen habe.
Die letztgenannte Broschüre soll aber
billiger sein.
lm Voraus mit vielen Dank für Ihre Ant
wort, mit besten grüszen und groszten
Hochachlung:
ergebenst
Ich bersende Ihnen anbei die Abdrucke
des Klischees zweier Umschlag-Zeichnungen,
woraus man wahlen kann. Die mit Pferd
und Löwe ist für das Kriegstagebuch mehr
iiiiiiiiiiiiiiiiiii
uit de bergen, overal vandaan! Ik maak ze
zelf, mijn verf!"
Nu ja, maar de zouten, de
fluoresceerende zouten!"
Toen werd de schilder ongeduldig: je
hebt immers mijn rommel gezien,daarbuiten?
Ik maak alles zelf!"
Daarop verhaalde hij, dat hij lang, lang
gezocht en beproefd had, en eindelijk ge
vonden. .. ja, ja lachte hij er behoort
mér toe dan snieren, om schilder te zijn!"
Uit een kast haalde hij plankjes, alle vreemd
bestreken met kleur... hier zijn mijne proe
ven !"
Nog eenmaal liet Alfred j., nu zwijgzaam,
zich in de werkplaats brengen, en ook dit
maal moest hij ondanks zichzelve
weer schuttend de hand voor zijne oogen
houden waarop hij zeer ontstemd ver
trok, een.zeker soort beschermende welwil
lendheid voorwendend, om zich niet over
donderd" te betoonen.
Dien middag, aan het diner, gevoelde hij
een hinderlijke ergernis, die hij niet vermocht
af te schudden.
II
Den dag daarop toog hij resoluut naar het
huisje van den schilder. Den geheelen nacht
was hij onrustig geweest; dit, en een groot
aantal brandy-and-soda's, hadden zijne
droomen tot koortsige nachtmerriën gemaakt,
waarin hij zich bestraald waande door felle,
gloeiende zonnen.
Ditmaal zou hij zijn verstand bij elkaar
houden. Hij wist wel het een en ander van
natuur- en scheikunde, zulk een alchemist
moest gemakkelijk te ontmaskeren zijn.
Maar ook ditmaal ontwapende hem het
natuurlijk-oprechte in den schilder.
Alfred J. toonde zulks niet, en betrad met
ietwat aanmatigende beschermelijkheid de
werkplaats.
Waar het hem verging als den vorigen
dag.
Zij traden naar buiten; voor het huisje
stonden de potten en mortieren, waarin
kleurige brokken kleefden tusschen stukken
erts en hars en leem. Fellan dacht aan de
mogelijkheid eener Swiss Helium and
Radium Company.
Waar vindt je die dingen ?" vroeg hij,
De schilder gebaarde vaag naar den berg
kam boven hen; fel stralend gloorde de
blanke morgenzon er boven uit.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiii iiiiiiiini
passend, is aber als Zeichnung weniger
gelungen, besonders der lachelnde Löwe.
a.O.
Sehr geehrten Herr Regierungsrat,
Ware es Ihnen nicht möglich uns jemand
zu empfehlen, der bereit ware, die Toekomst"
in Brussel zur Verbreitung zu bringen, z.B.
bei den Deutschen Offizieren und in den
Deutsch freundlichenFlamischen und
Hollandischen Kreisen.
Am liebsten ware uns natürlich, wenn
Abonnements fest genommemwürden;
vielleicht ware auch der Verkauf von
Sondernummern möglich? Sie bersehen die M
gHchkeit dazu besser als ich. Am liebsten
nalürlich ohne viel kosten für Zwischen
personen. Aber keine offizielle offentliche
Empfehlungen.
Wir würden bereit sein, z.B. wahrend drei
Wochen 100 Provenummern mittels Kurier
an eine bestimmte Adresse zu senden.
Vielleicht konnte auch Herr Baron von
Ziegesar in dieser Angelegenheit mitberaten ?
Mit der Bltte um Entschuldigung dasz ich
Sie sosehr in Anspruch nehme;
hochachtungsvol und ganz ergebenst.
6. Een half folio vel papier, bevattende
drie concept contracten, onderscheidenlijk
luidende:
I
Reichmann, Raad van Bestuur.
De ondergeteekende L. H. Reichmann
eenerzijds en de Raad van Bestuur der
Nieuwe Uitgeversmaatschappij anderzijds
zijn het volgende overeengekomen:
De heer Reichmann draagt, gerekend met
ingang van l Juli 1915 aan de Nieuwe
Uitgeversmaatschappij" in vollen eigendom
over het recht tot uitgave van de Toekomst"
tegen een koopprijs van ? 50.000.?.
Deze prijs wordt betaald in aandeelen der
Nieuwe Uitgeversmaatschappij'"
De door den heer Reichmann voor de op
richting en de uitgave van het genoemde
weekblad tot 30 Juni gemaakte kosten zullen
volgens door dezen in te dienen afrekening,
na goedkeuring door den Raad van Bestuur
door de Nieuwe Uitgeversmaatschappij"
gedragen worden. Zoolang de heer
ReichKijk", riep hij, het licht."
Atfred J. knipte met de oogen. en haalde
ongeduldig de schouders op.
Jullie van beneden" zeide de schilder
als voor zich heen jullie kent het leven
niet, en de natuur, en ook het licht kennen
jullie niet. Je oogen zijn te zwak om te zien,
en je hersens te groot om te weten... Je
kent alleen de weerspiegeling van wezens...
Je kent alleen de weerspiegeling van het
licht op zaken, en de weerspiegeling van
het leven uit wezens.... Je kent de reflex van
natuur en licht en waarheid uit jezelf en uit
anderen.... je kent de bron niet, het absolute...
je oogen zijn te zwak, je moet ze sluiten;
je hart is te groot, het wil niet zwijgen.
Mijn zon is alles !"
Terwijl de Amerikaan hem volgde naar
de werkplaats, dacht hij aan een zijner be
schermelingen, te Parijs, die een blank
schilderij wilde maken, en en blanco boek
uitgeven. Daartoe had hij zijn finantieelen
steun toentertijd niet willen vsrleenen.
Suffig bleef hij voor de schilderij staan,
en trachtte met gesloten oogen de kosten
eener bergspoorbaan te beramen voor de
Helium and Radium Company.
Totdat de ander hem de hand op den
schouder legde, zeggend: Kom... het is
te schel voor je... ga mse!"
In het vórvertrek keek Fellan naar de
ontstoken oogen van den schilder en maakte
er «en opmerking over.
Bah", lachte de ander, ik heb gezien ...
ik zie, zooals jij nooit zult zien! Begrijp je
nu waarom ik niet verkoop? Mijn werk is
natuur, behoort de natuur... zooals ik zelf
van haar hoor, en een werktuig ben. Ben
ik kunstenaar? Wat noemt men kunstenaar?
Noemt een boom zich boom, een beek zich
beek ? Ik ben natuur, en ik ben zoo eerlijk
mijne intuïtieve vermogens niet als
individueele ontwikkeling te beschouwen,... doch
als een sprankje van dat... van dat hóge...
van het Licht!"
Ik bid en werk!"
Alfred J. verstoutte zich nochtans lachend
te zeggen: je kent de eenvoudige krachten
niet waarmee je werkt, met lichtende ertsen,
met zouten..."
Wat is kennen?" vraagde de ander, de
schouders ophalend, wat zijn ertsen, wat
zouten?... Namen! Begrippen wanneer je
wilt, die je kunt optellen en niet vermenig
vuldigen of deelsn! Wat is kennis anders
man lid is van den Raad van Bestuur, heeft
hij toegang tot de vergaderingen der redactie
van de Toekomst" met eene raadgevende
stem".
II
Reichmann, Sleeswijk van Vredenburch.
De heeren L. H. Reichmann, Prof. Dr. J. G.
Sleeswijk en Dr. W. C. A. Baron van Vreden
burch zijn het volgende overeengekomen.
De Heer Reichmann draagt zoodra hem
de koopprijs van het weekblad de Toekomst"
in aandeelen der Nieuwe Uitgeversmaat
schappij" voldaan is, dertig aandeelen in
vollen eigendom over aan de heeren Sleeswijk
en van Vredenburch en wel
Ie. Zeventien aandeelen bij het ontvangen
van den koopprijs;
2e. Dertien aandeelen op den tweeden
Januari 1900 zestien.
De laatstbedoelden dertien aandeelen zullen
tot dien datum berusten bij een door par
tijen gezamenlijk aan te wijzen persoon of
lichaam".
III
Reichmann, Sleeswyk, Van Vredenburch,
de Directie der Residentiebank.
De heeren L. H. Reichmann, Prof. Dr. J.
G. Sleeswyk en Dr. Mr. W. C. A. Baron
van Vredenburch zijn overeengekomen bij de
Directie der Residentiebank in bewaring te
geven dertien aandeelen der Nieuwe Uit
geversmaatschappij" met het verzoek deze
aandeelen niet af te geven:
Ie vór l Januari 1916 dan aan de drie
heeren gezamelijk of aan n van hen, mits
door beide andere behoorlijk tot ontvangst
gemachtigd;
2e. na l Januari 1916 dan aan de heeren
Sleeswyk en Van Vredenburch, gezamenlijk
of aan n van hen, mits door den ander
of zijn rechtverkrijgenden behoorlijk ge
machtigd tot ontvangst.
De Directie der Residentiebank" verklaart
zich bereid de bedoelde aandeelen in be
waring te nemen met inachtneming der ge
stelde voorwaaiden",
alles aan de Naamlooze Vennootschap
Nieuwe Uitgeversmaatschappij", gevestigd
te 's Gravenhage, althans aan een ander dan
aan hem beklaagde toebehoorende
iiiiiiiiiiii minimum imiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimimilllllim
dan het zoeken van parallellen... die er toch
immers van zélve zijn... Ijdele man! Ik
ben simpeler dan jij; ik vraag niet, maar
werk... ik bid en werk!"
De Amerikaan stond op. Wanneer het
uwe bedoeling is, mij te grieven", zeide hij,
zal ik u verlaten. Vaarwel!"
De schilder schrok als een kind dat men
te haftig toespreekt.
Ik meen oprecht te zijn", stamelde hij.
Maar Alfred J. groette hem en schreed
met harde stappen zijner hèlbruine laarzen
de deur uit en het paadje af, zonder om
te zien.
Maar na enkele dagen werd het hem te
machtig. Hij had namelijk bedacht, welk een
succes hij zou kunnen putten uit het
introduceeren van dezen oermensch of speculant,
of wat hij zijn mocht, te Parijs. Hij zelve,
Alfred J. Fellan, zou de redevoeringen bij
dit werk houden, en reeds dacnt hij zich
de aureool van belangrijkheid om de slapen
gekransd.die hij den Italiaan Marinetti zoozeer
benijd had. l
En ten derde male ging hij het bergpad
op... ' ^.
Zoo geschiedde het, dat Alfred J., de
Americo-Parij zenaar, de kunstliefhebber en
snob, kennis maakte met Rouby, den
natuurmensch en schilder bij Gods genade, den
ruwen menger van erts en hars en zwammen,
die in de afzondering der stille vallei, in
zijn boerenoptrekje, de lichtende schilderij
gemaakt had.
III
Het was op een najaarsdag van lauwe,
dreigende regenluchten, dat de schilder met
den Amerikaan naar Parijs reisde, nadat hij
daartoe met vél, zeer veel moeite niet,
maar met ne belofte ten slotte toch over
gehaald was. De belofte leek kinderachtig
en onbelangrijk, en Alfred J., die haar on
willekeurig en onbewust gedaan had»was
verbaasd over de uitwerking ervan. Hij had
achteloos-weg gezegd: je zult wellicht de
menschen daar beneden iets goeds bren
gen !"
Toen had Rouby, tot zijne onuitsprekelijke
verbazing zijn hand gegrepen in de zijne,
die ruw en behaard was, en hij had gezegd:
ik kom!"
Zoo was hij medegegaan, en nu zaten zij
althans:
B. terwijl hij als administrateur althans
als beambte bij opgemelde Vennootschap
werkzaam was en als zoodanig het grootste
deel van alle administratie en correspondentie
door zijn handen ging, opzettelijk opgemelde
stukken, toebehoorende als voormeld en
welke hij in opgemelde qualitelt onder zich
had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.
In ieder eeval:
c. opzettelijk terwijl hij als voormeld
werkzaam was bij opgemelde Vennootschap
zijnde een Onderneming van Handel of
Nijverheid ten doel hebbende het drukken
en uitgeven van dag-en weekbladen, boeken
en andere geschriften alsmede alle han
delingen welke ter bereiking van dat doel
bevorderlijk zijn den inhoud van opge
melde stukken, alle bijzonderheden aan
gaande voormelde onderneming bevattende
heeft bekend gemaakt, alhoewel hjj beklaagde
uit hoofde van zijn toenmalig omschreven
beroep verplicht was het geheim daarvan te
bewaren en bovendien hem stipte geheim
houding was opgelegd van alles wat hfj in
bovengenoemde functie zoude, te weten
komen, ' ..., ,
zulks door van die stukken in strijd j>net
zijn verplichting tot geheimhouding
mededeeling te doen aan F. I. M. Wirtz, en
hem deze stukken deels af te staan en ten
aanzien van de overigen gelegenheid te
geven die te doen photografeejen wetende
dat des noodig van die stukken,, of de
ptibtografische afdrukken daarvan, yopr publi
catie gebruik zoude gemaakt worden.
Als getuigen zullen worden gedagvaard:
Dr. W. C. A. BARON VAN VREDENBURCH,
wonende te 's-Gravenhage.
PROF. J. G. SLEESWIJK, Hoogleeraar,
wonende te Delft.
F. J. M. WIRTZ, woiende te
's-Gravenhage.
L. H. REICHMANN, Bankier, wonende te
Scheveningen.
HELENA MESSER, Typiste, wonende te
Scheveningen.
J. H. BRINKMAN, Boekhouder, wonende
te 's-Gravenhage.
tegenover elkander in de sneltrein Lyon
Parijs, waarin Alfred J. een coupégereser
veerd had.
Daarin zaten zij nu tegenover elkander:
de Amerikaan slank en modieus in zijn
grijsbruin reispak, en bruine half-laarzen... de
ander in zijn groen versleten bergpak, met
kuitbroek en wollen kousen en bespijkerde
laarzen. Hij droeg een breedgeranden hoed
op het hoofd, en hield zijne groote ruwe
knuisten gesteund op een met ijzer beslagen
stok; het was, alsof in zijn breed-rossen
baard geuren waren van bergkruiden en hars.
Naast hem stond, behalve Fellan's licht
bruine dressingcase een groote ruw houten
kist, met touwen dicht gebonden... deze
bevatte het kunstwerk.
Van uit Lyon had Fellan uitvoerig getele
grafeerd aan een zijner vrienden, hem vra
gende een plaats te reserveeren in den a.s.
salon der ultra-Lumlnistes, een zeer exclu
sief gezelschap van moderne kunstenaren,
dat op zijn zak teerde en hoewel weinig
produceerend veel hooren deed van zijne
geruchtvolle bijeenkomsten en
propagandaavonden.
Ook had hij expresselijk nagelaten den
schilder van steedsche kleeding te voorzien,
daar hij het grove birgpak mér in stijl oor
deelde met het speciaal karakter waarin hij
zijne introducéwilde doen optreden.
Naarmate zij Parijs naderden, werd zijn
toon tegenover den schilder beschermender
en zijne manieren vrijer; Rouby die onder
den indruk verkeerde van de reis en het vele
nieuwe, dat hij zag, bemerkte daarvan niets;
zelfs toonde hij .eene eerbiedige dankbaar
heid, die Fellan met vreugde bemerkte, en
die hij aanmoedigde door terechtwijzingen
en uitleggingen.
Gij moet" zeide hij mij volgen,
en doen wat ik je zeg... dat is het ge
makkelijkst voor ons beiden!"
En de ander knikte dankbaar, rustig rond
ziend uit zijn groote, rood-ontstoken oogen,
terwijl sonoor zijn stem klonk:
Zeker... het is hier alles zoo vreemd,
zoo beklemmend... zoo nauw t"
Eenige uren later daverde de trein onder
de wijde overkapping het station binnen.
(Slot volgt)