Historisch Archief 1877-1940
9 Dec. '16. No. 2059
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l
«t********
IT^
R
,**********«*********»?
OELOF CITROEN |
"l
«j Betrouwbaar adres voor U
| BRILLANTEN, PAARLEN, |
S GOUD, ZILVER en HORLOGES U
«| Opgericht 1850 Telefoon 658 H. j
*
Nederlandsche Opera
De Bruiloft van Figaro
Menigeen, in 't bezit van weelderigen
haardos en misschien nog weliger tierenden
baardgroei, zal zich met deze door de natuur
te kwistig toebedeelde schatten, wel ee»s te
rijk gezegend bevonden hebben, wanneer hij,
dagelijks in den scheerstoel nedergezegen,
de te pas of te onpas aangebrachte opmer
kingen over het weer, den oorlog de
chronique scandaleuse" van de buurt enz. heeft
moeten aanhooren van hem, die, bekend
onder de meest uiteenloopende benamingen
(van coiffeur" tot scheerder" variëerend
naar gelang van rang en stand) zich tot
beroep de taak gekozen heeft, het
menschdom steeds een verzorgd uiterlijk te bezorgen.
Voorwaar eene op zich zelve reeds zeer
loffelijke taak. Maar dengene, dien ik nu
maar eens kortweg met den meest
historischen naam van barbier" zal bestempelen,
zijn wij nog meer verschuldigd.
Het is bewezen, dat bij alle volken en in
alle tijden er van dezen ridder van zeep en
' kwast" ook een zeker geestelijk fluïdum"
moet zijn uitgegaan.
Wanneer onze kennis der Grieksche taal
niet al te zeer in nevelen is geraakt dan
meenen we ons te herinneren, dat in het
oude Hellas het salon van den kapper en
de sociëteit door hetzelfde woord koureiou"
werden gekenschetst.
Aan het feit, dat de barbier ten allen
f dus wel een onderhoudend mensen geweest
moet zijn, dankt misschien ook de kunst
enkele harer meesterwerken.
Peter Cornelius heeft aan het type van
den praatgragen Abul Hassan, die zijn nut
tig en onderhoudend beroep te Bagdad uit
oefende, een voortreffelijk geïnspireerd werk
te danken. Dit werk, in ons land hoofdza
kelijk in concertvorm bekend geraakt, waar
van wij nog de beste herinneringen aan de
creatie van Messchaert hebben, is misschien
de fijnste moderne komische opera, die ooit
door een Duitscher werd geschreven.
Ware Cornelius Franschman geweest, zijne
landgenooten zouden door hunnen meer
luchtigen, splritueelen aard allicht nader tot
zijn werk gestaan hebben. Thans heeft het
laatste zich niet recht staande gehouden.
Beter hebben en Beaumarchais en Mozart
het er afgebracht. Tot ons genoegen hebben
Brief uit Indië aan
de Amsterdammer"
Veiligheid van Indië Nederlandsche ver
zuimen Da Sociaal Democratische partij
Chineesch geschrijf Indische begrooting
Deputatie naar Nederland Djambi Aard
bevingen.
In de maanden Juli en Augustus heeft
hier het wachtwoord geluid: Indië weerbaar!
rrrrr^Lj
Twintig jaren lang had de Regeering besteed
aan de overweging van de verdediging van
Indië tegen een buitenlandschen vijand, zonder
het veel verder te brengen dan woorden.
Intusschen nam het probleem van de veilig
heid van Indië tegenover de begeerigheid
van buitenlandsche expansiezucht in toene
mende mate acutere vormen aan en zal
waarschijnlijk, straks na den vrede, Japan
zich van zijne bondgenooten diplomatiek de
vr^je hand in Oost-Azië verzekeren, welke
het feitelijk reeds heeft. Tegenover dit ern
stige karakter van de vraag van te zijn of niet
te zijn, welke hiermede aan
NederlandschIndië wordt voorgehouden, hebben n Ne
derland n Indië tot nog toe weinig anders
gesteld dan onverschilligheid, onbezorgdheid
en uitstel. Een nieuw hoofdstuk van de ge
schiedenis van Nederlandsche verzuimen
(verzuimd Braziel, verzuimd Singapore, ver
zuimd Noord-Borneo) dit maal het laatste!
scheen geopend. Het werd tijd aan deze
wij geconstateerd, dat Figaro, de ex-barbier
van Sevilla, bij het publiek nog enfant
chéri" is. Nu is het dikwijls moeilijk uit
te maken, of de bijval de uitvoerenden of
het werk zelve geldt. Waar ook de uitvoe
ring dien bijval ten volle verdiende, willen
we het hoofd niet breken, met deze vraag
op te lossen. Wij hebben, misschien onder
den invloed van onzen tijdgeest, eenigszins
den indruk gekregen, dat de beide laatste
bedrijven vooral in de ensembles eenige
verslapping toonen na het prachtige finale
der 2e acte.
Zulks neemt intusschen niet weg, dat voor
een werk als dit, waarin iedere bladzijde
partituur stukken melos, bevat, als
edelsteenen van het zuiverste water, waarin
Romaansche charme, Italiaansch canto en nog oprecht
Germaansch sentiment elkander de hand
reiken, een voor zuivere kunstuiting ontvan
kelijk gemoed ten allen tijde hart en geest
open zal hebben.
Hoe heeft het muzikaalste wezen, dat de
wereld ooit heeft voortgebracht, hier ge
woekerd met de voor onzen tijd zoo uiterst
bescheiden technische middelen van har
monie en instrumentatie. We denken even
aan de inleiding bij de Cavatine in den
aanvang van het tweede bedrijf.
Overbodig mag het wel heeten, uit deze
zoo heerlijk frisch en spontaan geconci
pieerde partitie te releveeren alle momenten
van bizondere schoonheid, die ons ook nu
weer troffen. Maar, waar de ouverture en
de meeste arias goede bekenden van het
publiek zijn, zou de neiging, een woord van
beschouwenden aard aan de prachtige en
sembles te wijden, bijna te verleidelijk worden.
Immers het tegenwoordige geslacht weet
van het groot aantal dramatische meester
werken, die het Duitsche operarepertoire
beheerschen, weinig of niets. Zondert men
Wagner uit, dien men slechts voor zeer
hooge prijzen in modelopvoeringen kan
hooren, dan is, hetgeen ons vaderland ge
woonlijk slechts te bieden heeft, het tot.
treurens toe afgedraaide kringloopje van
Faust, Mignon, Paljas, Cavalleria, Thais enz.
der Fransche opera en diezelfde werken nog
eens beter of slechter herhaald door een of
andere Nederlandsche of Italiaansche opera,
die gemeenlijk] na n of twee seizoenen
den geest geeft.
Eene Duitsche operaproef is wonder boven
wonder noiot meer na den val der
Rotterdamsche instelling ondernomen, tot ook kor
telings langs dezen weg pogingen tot eene
pènetration pacifique in 't werk zijn gesteld.
Al geven de sterk politieke tijdsomstan
digheden aan dit op zich zelf zeer loffelijk
doel een eenigszins wrangen bijsmaak, wij
moeten nu eenmaal wel uit internationalen
voorraad dramatische werken putten.
Wij moeten dat doen met dat kritisch
vermogen, dat onze voornaamste kunstenaars
kenmerkt of althans behoorde te kenmerken,
als kunstenaars-onderdanen van een klein
land, dat krachtens traditie is een gastvrij
land, een land van vrijen handel en verkeer
niet alleen, maar ook van vrije wisseling
van gedachten, in geestelijke zaken verheven
bqven het pro- en antibegrip, dat ook in
kunstopvattingen bedenkelijke afmetingen
gaat aannemen.
Had bij eene operaonderneming alleen de
technische leiding te beslissen en vermoe
delijk niet ook eene administratieve rekening
te houden met de materieële belangen, dan
had ik van de namen 'der jonge kundige
dirigenten der Nederl. Opera, openhartig
gesproken, onder de eerst op te voeren
werken, eens wat anders dan Faust of Bo
hème verwacht.
Waar het nu alle schijn heeft dat Figaro,
dank de zeer goede en consciëntieuse
opMtiiiiiiitiiiiiiliimiiiiiiiiiiii
en aan gene zijde van den Oceaan de geesten
wakker te maken. Met dit doel zijn op
Koninginnedag op alle hoofdplaatsen en een
aantal kleinere plaatsen van Indië openbare
bijeenkomsten gehouden om den wensch naar
een krachtige politiek in zake de verdediging
van een weerbaar Indië uit te spreken.
Het belang dier beweging is niet alleen
gelegen in de wekkersfunctie, die zij vervuld
heeft, maar ook hierin, dat zij een toets der
geesten geweest is voor hun gehalte aan
Nederlandsch-Indischen zin. Een groot ge
deelte van Indië heeft daarop gereageerd,
zoo niet positief dan negatief of anders met
gemengde gevoelens. De
sociaal-demokratische partij, een handvol aanhangers rijk,
vór alles afkeerig van solidariteit met het
kapitalisme, schold naar ouden stijl de voor
standers van een weerbaar Indië uit voor
misleiders" en verlakkers" van het volk
en hun doel voor militarisme", met ont
wijking echter van de vraag, of een uitheemsch
militarisme in de plaats van het tegenwoordig
gezag voor dat volk de voorkeur verdiende.
Hier was botte zucht tot oppositie quand
même wakker gemaakt. Hetzelfde verschijnsel
openbaarde zich bij het mengsel van
IndoEuropeanen, Inlandsche revolutionnairen en
Japanners, dat zich had te zamen gevoegd
in de Vereeniging Insulinde, die haar be
staansreden vindt in een anti-Nederlandschen
geest. De Chineezen reageerden naar gelang
van de banden, die hen aan Indië of aan
China hechtten. De gezeten, van oudsher
in het land gevestigde families, die zich
daarmede n gevoelen, scharen zich om de
banier der weerbaarmaking. De immigranten
van lateren tijd, verklaren zich vreemdelingen
en wijzen deelneming aan de beweging af.
Het Chineesche blad Sin Po vond zelfs
aanleiding om in felle taal de Chineesche
diplomatie tegenover het Nederlandsch gezag
te stellen en de eerste als de bevrijdster,
het laatste als den onderdrukker aan zijne
lezers voor oogen te houden. Tusschen deze
beide uitersten in staat de massa der
Laodiceeërs onder de Chineezen, die zich voor
de zaak niet warm maken en slechts ver
langen, dat hun geen te zware lasten opge
legd worden. Uit deze kringen, die verstandig
genoeg zijn de consequenties van het vreem
delingschap niet te aanvaarden, is het ge
schrijf van de Sin Po niet onweersproken
gebleven.
Onder de Inlanders gevoelen de
Menadoneezen en Amboneezen zich onvoorwaardelijk
n met het Nederlandsch gezag. Ook bij de
vorstenhuizen, op Java wordt de zaak niet
beredeneerd maar de weerbaarmaking van
Indië als een van zelf sprekende zaak zonder
meer aanvaard. Het naast aan dit standpunt
bevinden zich de regenten en de hoogere
Inlandsche ambtenaren. De lagere Inlandsche
ambtenaren, die vereenigd zijn in Boedhi
Oetomo en de Inlandsche middenstand, die
de ruggegraat van de Sarekat Islam uitmaakt,
aanvaarden mede de weerbaarmaking van
Indië met de Inlandsche militie daarin be
voering, volle zalen blijft trekken (de Stads
schouwburg was den bewusten avond ge
heel gevuld), hoop ik dat men uit het Duitsche
repertoire, dat in ons land de laatste jaren,
behalve Wagner's werk, verwaarloosd is, nog
een paar goede keuzen zal weten te doen.
Zou het stelletje in ons land gangbaar
geworden repertoire-opera's niet eens tijdelijk
de zoete rust van de bibliotheek' mogen
smaken ? Ik geloof, dat de directie alle
middelen ter beschikking heeft, om ons, bij
zorgvuldige voorbereiding, eene uitstekende
Freischütz- of Fidelioopvoering te geven.
Voor mogelijke bezwaren van financieëlen
aard, wijs ik de administratieve leiding op de
tot den nok gevulde zaal onzer Stadsschouw
burg bij de voorstelling, hier besproken.
Tenslotte heeft deze voorstelling ook deze
voortreffelijke zijde gehad, dat ze is geweest
een even voortreffelijk pleidooi voor onze
taal als zangtaai.
We kunnen het niet genoeg herhalen voor
onze vocale kunstenaars en kunstenaressen:
het is niet waar, wat ge beweert, dat onze
taal zich zooveel moeilijker laat zingen.
Welke Duitsche bas zou den Figaro zooveel
leniger en losser zingen, dan Coen Muller
het gedaan heeft? Misschien is ons
Hollandsch met de meerdere korte klinkers en
minder gearticuleerde uitspraak hier voor
het karakterbehoud nog wel te verkiezen
boven het Duitsch.
Het gutturale, onze taal eigen, is door
goede zangkunst wel te overwinnen. Het
Schweizerdeutsch" heeft nog veel grooter
bezwaren en al kan ik mij dit bezwaarlijk
gezongen voorstellen, door het geregeld
spreken dezer taal zouden de landskinderen
wel geheel de gave moeten verliezen in
eenige taal ooit te kunnen zingen.
Eens vernam ik dan pok van eene
Zwitsersche zangeres, dat juist dit dialect de
zangstudie zooveel te moeilijker maakt.
Toch is het kleine Zwitserland in de rij
der zangeressen met eene Emilie Herzog
en Maria Philippi niet onbeduidend ver
tegenwoordigd.
Een onze eigen zangeressen, die weten,
wat ze eigen kunst verschuldigd zijn ?
Wanneer kunstenaressen als mevr. Noorde
wier, de Haan, Zweers-de Louw de werken
hunner scheppende landgenooten vertotkten,
is het mij nooit opgevallen, dat HEd. dit
zooveel meer moeite kostte,
We willen hier niet langer uitweiden.
Aan de artisten der Nederlandsche opera
willen we verder het pleidooi van onze
beweringen gaarne overlaten t.w. aan
Liesbeth Meisner, Annie Ligthart, Coen Muller,
Ed. v. d. Ploeg enz. Zij geven, allen te
zamen genomen, geenszins den indruk on
duidelijker te zingen of te declameeren dan
in doorsnede eenig op gelijke hoogte staand
ensemble in het buitenland.
Mr. H. M. VAN LEEUWEN
IIIIIIIIMIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIUlllIllllllllllllllllllIUMIIIIIinillllllllllllll
De Viouw
Gij vraagt hoe ze moet wezen;
De vrouw door mij bemind,
Welnu, zij moet bezitten
De onschuld van een kind,
De reinheid van een lelie,
De schoonheid van een pauw,
De deugden van een moeder
De... fouten van een vrouw.
Werp niet de vraag mij tegen,
Als ze zoo mooi en rein,
Zoo schuld'loos is en deugdzaam
Wat dan haar fouten zijn !
Ik wil ze u niet noemen
Want och ik min ze zoo,
Ik kan ze u niet noemen
Want ze zijn legio.
imiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiitiiiiiiiuiifiiimiiiiiiiiuniiiiiMimiiimmiiini
grepen, doch zij verbinden daaraan de ge
dachte, dat hun als keerzijde daarvan politieke
rechten worden verleend. De Inlandsche
militie, bestemd om beperkt te blijven tot
de Inlanders, die schoolonderwijs hebben
gehad, zal vooral deze klassen treffen.
Tegenover meerdere lasten, zeggen zij,
behooren meerdere rechten te staan. Geen
onbevooroordeelde, die dit wraken zal.
Deze complicatie zou zich niet hebben
voorgedaan, zoo het wetsontwerp op den
Kolonialen Raad binnen bekwamen tijd was
afgedaan. De Indische begrooting met de
daarop voorkomende uitgaven voor de ver
dediging zou dan in dien Raad zijn behan
deld en daarmede zou aan de wenschen van
Inlandsche zijde zijn tegemoet gekomen. Het
langdurig uitstel in de afdoening van het
wetsontwerp heeft er nu niet toe bijgedragen
het vertrouwen in het tot stand komen van
deze hervorming te verhooge». Ik heb den
toestand hooren vergelijken met dien, waarin
een gastheer gasten uitnoodigt om een lek
keren schotel te komen nuttigen, maar zijn
gasten laat wachten zonder den schotel op
te dienen. In de ontwikkelde kringen van
de Inlandsche wereld is als gevolg daarvan
de wensch opgekomen eene deputatie naar
Nederland te doen gaan met het doel om
den wensch over te brengen naar weerbaar
making van Indië met beschikking, zoo
noodig, over eene Inlandsche militie en als
keerzijde van het muntstuk invoering van
een Kolonialen Raad en kiesrecht voor de
gemeenteraden.
De vraag.'die door de roering in de wateren
van de Inlandsche wereld is komen boven
drijven, is deze, of over het lot van Indië
l
als van ouds zal worden beschikt zonder
dat naar zijne wenschen gevraagd wordt en
het daarin medezeggenschap heeft Wij heb
ben slechts te zien naar onze eigen geschie
denis in het tijdvak, dat door Fruin het
Voorspel van den Tachtigjarigen Oorlog
genoemd is, om de overtuiging te krijgen,
dat deze vraag vroeg of laat met de onver
mijdelijkheid van een natuurwet moet komen
boven drijven in de gedachten van ieder
volk, dat zich van zijn eigen waarde bewust
begint te worden. Waar de eigen geschie
denis den weg tot het besef van het goed
Mr. J. N. van Hall
Het hierboven gereproduceerde, door dr. Jan Veth geschilderde portret, werd
den heer van Hall, bij zijn afscheid als redacteur-secretaris van De Gids",
door zijn mede-redacteuren aangeboden
IIIMIttlllUIIIIIHnlttMIIIIIHnitHllllltllllMIIIIIHIIUIIIilMIIIIIIIIIItllllllllllllllllinitlllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIMIIIIIIIIItlllllllllllllllllllll
De vrouw moet voor ons blijven
Het raadsel, dat ze is;
De onbegrepen oorzaak
Van vreugd en droefenis.
Zij is voor ons op aarde
Het wee en ook het wél,
De straf en de belooning
De Hemel en de Hel.
Zij is het dualisme
In absoluut begrip,
Betrouwbaar en gevaarlijk
Z' is loods", zoowel als klip",
Zij is... de deugd, de zonde,
De liefde en de Haat,
De troost, de /evenswonde
Zij is... het goed" en... '/ kwaad".
Zou 'k nog haar fouten noemen?
Wat baat het of ik zoek,
Zij is van dl ons pogen
De zegen en de vloek.
Sirene in haar bruidskleed,
Madonna in haar rouw,
Z' is Engel en z' is demon,
Omdat ze is... een vrouw.
L. C. STEENHUIZEN
recht dier vraag baant zou men in Nederland
algemeene belangstelling voor Indië in dit
tijdperk zijner ontwikkeling kunnen ver
wachten. Sinds de strijd om het
Cultuurstelsel in het parlement is uitgestreden is
echter de Nederlandsche belangstelling voor
de levensvragen van Indië aanhoudend afge
nomen. In het mengsel van onverschilligheid,
platonische en welgemeende belangstelling,
dat is overgebleven, zal een deputatie van
Inlanders als bovenbedoeld misschien als
een katalysator werken om het besef van
hetgeen de tijden eischen te doen neerslaan. In
elk geval zal een persoonlijke aanraking over
en weder slechts vruchtbaar kunnen zijn voor
de toekomst, wanneer de bedoeling voorzit
elkander te verstaan en wederzijds met ver
trouwen tegemoet te komen.
De tijdsomstandigheden maken een spoedig
vertrek van de voorgenomen deputatie niet
mogelijk, daar de ruimte op de booten naar
Nederland voor de eerste maanden besproken
is. Het zal vermoedelijk wel 1917 worden
voordat de deputatie kan scheep gaan. Het
jaar harer aankomst in Nederland zal nu niet
meer samenvallen met het honderdste jaar
van het bestaan van Nederlandsch-Indië, dat
met de overname van het Britsche
Tusschenbestuur in 1816 geboren werd. Daarmede
wordt echter ook de in dit honderdste jaar
met bizonderen klem zich geldend makende
gewetensvraag vermeden, wat Nederland in
die eeuw terechtgebracht heeft van de vrijheid,
welke door Commissarissen Generaal bij de
overname als grondslag voor de ontwikkeling
van land en volk van Indië aangenomen was.
Wellicht evenwel dat de eereschuld, die
Nederland daarmede jegens Indië heeft aan
gegaan, nog in het honderdste jaar van
Nederlandsch beheer een begin van aflossing
bekomt door de instelling van een Kolonialen
Raad!
De gemeene man onder de Inlanders heeft,
voor zoover de beweging tot
weerbaarmaking van Indië tot hem is doorgedrongen,
daarvan niet veel meer begrepen dan dat
hij soldaat zou moeten worden of in enkele
Inhoud van December-Tijdschriften
Groot Nederland: A. Holand Holst, Verzen j Elisabeth
Zernike, Uit een Dagboek. Marie de Rovanno, Na
deringen. Frans Coenen, de Romans van Busken
Huet-Literatuur, door Jan J. Zeldenthuis. Bijlage: Roe
ping, door Jo van Ammers Kuiler,
Wetenschappelijke Bladen: Sir Roger Casement en
zijn Rol. De Brown'sclie Beweging. De
Armenische Nationale Schrijver Raffl. De Vorming van den
Duitschen Gentleman Hoe sturen de Insecten in de
vlucht? Het gebruik van Sneeuwschoenen in den
Oorlog. Over Kunstzijde. De Ambakisten. Over
peinzingen over den dood en een soldaat. De Sultan
van Turkije en het Kalifaat. Bescherming van de
Moeder door den Staat in verband met den oorlog.
Stemmen des Tijds: De Moderne Staat, door mr.
D. P. D. Fabius. Over den Volkerenkrijg V, door
H.Colijn.?Venizélos' verleden II, door dr J.deZwaan.
De Delftsch Aardewerk-verzameling jhr Loudon in het
Rijksmuseum, door J. B. L. Petri. Leestafel.
Vragen van den Dag: Dr. H. J. F. W. Brugmana,
Het begrip doel'J en zijn toepassing Ewald Banse,
De bevolking van Klein-Azië. J. Tilbusscher K Jzn.,
Groning'che Volksoverleveringen Eduard van Biema,
Bladzijden uit mijn dagboek op een reis in China.
Toeneming van den haargroei der Duitsche militaire
paarden in Rusland. Over het vraagstuk van het
wonen en de gezondheid der inlanders in
NederlandschIndië (H T. Tillema). J. W. de Jongh, Over de oudere
Gouverneurs-Generaal van Nederlandsch Oost-Indië.
Onze Eeuw: Romantisch Vrouwenleven, door El.
Knuttel-Fabius Tamar, door Renéde Clercq.
Florence Nightingale, door S I. Barsse van Zuylen van
Nyevelt. De Koffleveilingen der Ned. Handel Mij en
de Max Havelaar door C. te Lintum. Binnenl. Over
zicht, door C. K. Elout. Buitenland, door B. Lees
tafel.
HifffiMiifmiiffKifiniiiiiiriiffiiimiiiiiiillllliiiiiiiMinMiniiiiiiitiMiiiin!
gevallen, dat vijandelijkheden op til waren.
Zijn noodlot is, dat de dingen, die buiten
zijn engen dagelijkschen levenskring liggen,
wanneer zij tot hem doordringen, nooit in
hun ware gedaante maar als gedrochten
zijn brein bereiken. Het heeft niet mogen
baten, dat hem is voorgehouden, dat zijn
land een huis en hof is waarvan de opbrengst
w_as toegenomen doch de omheining nog
uit een bamboe pagger bestond, die in een
steenen muur veranderd diende te worden
om begeerige handen op een afstand te
houden. De schrik is op sommige plaatsen
er zoodanig in geslagen, dat het
passarbezoek er onder geleden heeft.
Voor enkelen is de vraag, hoe de ver
dediging van Indië betaald zou worden,
gewichtiger geweest dan deze, of Indië in
verdedigbaren staat zal worden gebracht.
Deze levensopvatting van: de centen eerst!
was echter ver in de minderheid. Sommige
geestdriftigen wilden zelfs de beweging in
dienst stellen van de offervaardigheid en
gelden bijeengebracht zien voor een fonds
ten behoeve der weerbaarmaking van Indië.
Het goud van Benkoelen en de (verwachte)
petroleum van Djambi zullen bij de geld
kwestie een belangrijke rol spelen. Onge
lukkigerwijs is het laatstgenoemde gewest
juist in opstand gekomen en is de
petroleumontginning daar op den achtergrond geraakt.
Deze opstand is een leelijke streep door de
rekening van het Gouvernement, niet alleen
omdat het bestuur er volkomen door ver
rast is, maar ook omdat men nog omtrent de
oorzaak volslagen in het duister tast. Men
meende met Djambi, waar de bevolkings
cultures, in het bizonder de rubbercultuur,
hard vooruitgingen op den goeden weg te
zijn. Aan deze illusie is wreed een eind
gemaakt. De j dagbladen weten natuurlijk
precies, waar de oorzaak gelegen is, maar
zijn het ongelukkig jammerlijk oneens. De
een wijst alles met beslistheid aan de Sarekat
Islam, de ander met evenveel aplomb aan
:ekortkomingen van het bestuur. Niettegen
staande de verzekerdheid en de orakeltaal
waarmede dagbladen onder elkaar kibbelen
s de waarheid, dat niemand nog eenig
louvast heeft aan de werkelijke oorzaak.
Het geval behoort tot die koloniale ver
schijnselen, welke in de natuur hun parallel
vinden in aardbevingen. Evenals deze over
vallen zij den mensch onvoorziens maar
evenals deze laten zij ook althans hier te
lande na korten tijd geen spoor meer achter.
Men wordt aan dezen parallel herinnerd
door het samenvallen met den opstand in
Djambi van een reeks vrij hevige aardbevingen
in Midden- en Oost-Java, die de menschelijke
gemoedsrust daar op eene zware proef ge
steld hebben. In die streek tusschen Maoe
en Tjilatjap hebben de Inlanders zelfs op
groote schaal een goed heenkomen gezocht
omdat zij overtuigd waren, dat die streek
onder den zeespiegel zou wegzakken. S. J.
(Teekeningen voor de Amsterdammer"
van J. Ligter).