Historisch Archief 1877-1940
16'Dec. 'Ï6. No. 2060
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Damestaschji
iiiiiifuiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiinMinuiii
OOSTERBEEK
MEUBILEERIHCÏEN
tiiiiMimiiiiiMiMiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiMMiiiimiiii
gesproken van den aan Duitschland opge
drongen oorlog," van de gerechtvaardigde
verwachting," dat een verlenging van den
oorlog aan Duitschland nieuwe successen
zal brengen, en van zijne bereidheid om
dien oorlog tot het zegevierend einde"
voort te zetten.
Groote gebeurtenissen zoo heeft de
Duitsche Keizer in een manifest verklaard
stemmen tot ootmoed. Van dien ootmoed
bespeurt men nog weinig in het
vredesaanbod. Maar de geallieerden hebben op
hunne beurt een te ruim gebruik van groote
woorden gemaakt, dan dat zij alleen om
den toon van het Duitsche vredesaanbod
zouden mogen twijfelen aan den ernst van
de bedoeling.
Niet op de triumfantelijke wijze, waarop
Duitschland zijn vredes-bereidheid uitbazuint,
komt het ten slotte aan, maar op die bereid
heid zelve; niet op het geschetter der trom
petten en het gedonder van de pauken,
waarmede de voorstellen tot vrede worden
overhandigd, maar op den inhoud van die
voorstellen.
Met zekerheid weet men daarvan nog
niets. Volgens telegrammen uit Washington
zou Duitschland het herstel van den toestand
van vór den oorlog aanbieden, voor zooveel
West-Europa betreft; Polen en Lithauen
zouden onafhankelijke koningrijken moeten
worden; de politieke kaart van het Balkan
schiereiland zou op het vredescongres moe
ten worden vastgesteld; de koloniën zouden
aan Duitschland moeten worden teruggege
ven. Er zullen straks nog wel meer gissingen
volgen.
Waarschijnlijk is het niet, dat Duitschland
thans reeds een aannemelijk bod doet. Het
eenige goede resultaat, dat er van kan wor
den verwacht, is dit: dat de geallieerden
tegenover de Duitsche voorwaarden hun
eigene stellen. Dan zullen de oorlogvoerende
volken althans weten,
voor welk doel zij strijden;
- dan opent zich ook de mogelijkheid, dat zij
zelf zullen beslissen, of dit doel voor hen
de offers waard is.
Maar groot schijnt mij de kans niet, dat
reeds in de eerstvolgende maanden de vrede
zal worden gesloten. Ik hoor de centralen
en de geallieerden nog niet den psalm aan
heffen, dien Cromwell en de Nederlandsche
gezanten na het beëindigen van den eersten
Engelschen oorlog zongen: Hoe lieflijk is
het, Heer, als broedren in n huis samen
wonen".
13 Dec. 1916
Financieel Nieuwsblad
Singel 342, A'dam
TELEFOON N. 6925
bevat steeds actueele arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, nitlotingen
van premleleeningen,
producties, koerslijst enz.
Abonnement slechts |so| ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
Fabrikanten.
CEBR F. &L.DE RIDDER,
Amstd VhóophiapleirL
BOUWT
TE NUNSPEET
MOOIE BOSCHWJKE TERREINEN
SPOOR, TRAM, ELECTR1SCH
LICHT, TELBPHOON
INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE"
- HOLLAND
?BULT UTBTia ii Mnu ir mumt
f J500.
n
77e.
87S.
1100.EN H008ER
iTtfFHiT mruna n imins OF ruu voor
f 250
290.
425.
55O.
675.EN HOOGER
- AMSTERDAM
N. Z. VOORBURGWAL 274
P. h. Ni.gw« v. d. Dag l»t. T.l. 5974
VNAACT PRIJSCOURANTEN
II
H
MEDDENS'
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
r 5.-.
Coupeur-reiziger
te ontbieden.
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
DE BILT
iiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiijii
iiiiumiiiirmi u
iToekomstige^Gevaren^voor den
kleinen Landbouwer
Ofschoon de groote landbouwers vooral
van den oorlogstijd hebben geprofiteerd, zijn
IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIHIIIIIIIItlHIIIIIIMIMIIIIMIIIIMIIMlIMIIHIlmll
Na drie weken gaven de dagbladen flauwe
grappen en bedriegelijke echo's over de
lichtende schilderij.
Rouby wist het niet. Hij stelde nog slechts
belang in de weerspiegeling van zijn roem
in Rpsine's oogen.
Hij wilde door haar bewonderd worden,
en, zooals hij vroeger in de zon gestaard
had, totdat zijne oogen rood en ontstoken
geworden waren, zoo trachtte hij nu door
-te dringen in haar verbijsterende wezen, dat
hij schoon meende te zijn. Nu ging zijn
onbewust begeeren zóhevig tot haar uit,
dat zijn gemoed er ziek van werd, en zijn
hersens niet bloed doorloopen.
De zon, zijn vroeger ideaal, was ver en
hoog geweest, en had nimmer aan kracht
verlorem.
Deze vrouw, tot wie hij met evenzeer
eerlijke gevoelens pp zag, was te dicht bij,
en zij wist op het juiste moment haar kracht
te verliezen.
Hijzelf wist niet wat hij deed, omdat hij het
niet kende, zij wist niet wat zij deed, omdat
de schoonheid daarvan haar vreemd was.
Daarna was hij zich dan ook slechts be
wust van een physiek onbehagen.
Hij was buiten, het was laat in den namid
dag, en de zon stond laag boven de boomen.
Hij trachtte op te zien, maar het licht
verblindde hem. In het feestlëven der laatste
dagen had hij niet de gelegenheid gehad
het te bemerken: dat hij het licht niet meer
kon zien.
toch onmiskenbaar de laatste jaren, zoowel
die vór als na het uitbreken van den oor
log, ook voor vele kleine landbouwers
gunstig geweest. Velen van hen, begonnen
met eenig als arbeider overgespaard geld,
hebben het, dank zij hunne noeste vlijt,
hunne spaarzaamheid en de gunstige con
junctuur tot een bescheiden, maar soliden
welstand gebracht.
Geen wonder, dat dit anderen tot navol
ging opwekt en ook, dat er in gegoede kringen
personen gevonden worden, die er gaarne
het hunne toe willen bijdragen om een op
klimmen langs deze weg op de maatschap
pelijke ladder voor den jongen landarbeider
gemakkelijker te maken.
Met dit doel voor oogen is in den laatsten
tijd eene poging gedaan of de zaak reeds
haar beslag heeft gekregen is mij niet be
kend lot oprichting van eene Nationale
Boerenwaarborg-maatschappij". Zij zal door
b«rg te stellen tegenover den geldgever
den landarbeider het vestigen van een eigen
landbouwbedrijf gemakkelijk maken, speciaal
wat het verkrijgen van het crediet betreft,
boven en behalve zijne hypotheek.
Op zichzelf is dit streven zeer lofwaardig.
De vraag is echter of de tegenwoordige
omstandigheden er wel geschikt voor zijn
en of de kleine man, inplaats van aange
moedigd, voorshands niet zooveel mogelijk
weerhouden moet worden van het vestigen
van een landbouwbedrijf, in zoo sterke mate
steunende op het crediet.
Wat toch is het geval ? De goede uit
komsten van het bedrijf hebben de grond
prijzen enorm doen stijgen. Voor wie
grond koopt met eigen geld, is dit niet zoo
heel erg. Hij kan door achteruitgang der
grondprijzen schade lijden, die schade is toch
altijd tot zekere hoogte slechts denkbeeldig.
Hij houdt, wat hij heeft: zijn grond.
Anders staat het echter met wie grond
koopt met hoofdzakelijk geleend geld. Bij
eenigszins belangrijken teruggang der prijzen
wordt hij geruïneerd.
Het is wel zeer waarschijnlijk, dat na afloop
van den oorlog wij binnen korteren of
langeren tijd eene herhaling zullen krijgen van de
crisis der jaren tus schen 18SO en 1895. Tal van
met geleend geld werkende kleine grondge
bruikers, die zich niet zelden met zooveel
moeite hadden opgewerkt, zijn van deze
crisis het slachtoffer geworden. Laat dit eene
waarschuwing zijn voor velen in dezen tijd,
die met meer moed dan geld aan het land
koopsn gaan.
Wanneer iemand onder de tegenwoordige
omstandigheden bij het vestigen van een
landbouwbedrijf zooveel geld opneemt als
hij door middel van hypotheek kan krijgen,
is het al meer dan wel. Wie hem, op welke
wijze ook, aan meer crediet helpt, bewijst hem
zeer waarschijnlijk een grooten ondienst.
Voorzichtigheid en nog eens voorzichtig
heid is in dezen tijd geboden, ook nog om
een andere reden.
Er dreigt toch voor onze met hoofdzakelijk
geleend geld werkende landbouwers, een
groot gevaar van de zijde van het
ontwerpTreub in zake de grondbelasting.
Ik heb elders 1) reeds uitvoerig uileen
gezet, hoe ruineus het onveranderd aannemen
van dit ontwerp voor vele kleine
grondEvenmin als hij zijn physiek onbehagen
bewust wist te definieeren, begreep hij op
dat oogenblik, wat er in zijn geestesleven
gebroken was.
Maar een wilde angst beving hem.
Hij moest de hand houden boven zijne
oogen, die prikten, en traanden... hij zag
niet meer het licht... Hij riep een taxi, en
liet zich naar het Pavilloen rijden waar hij
heieend binnenstormde.
Hij hoorde er luide stemmen, en gelach...
in de gang ontmoette hij een paar schilders,
die hem herkenden, en lachend nawezen...
daarbinnen, in de zaal waar zijn schilderij
was, verdrong zich een joelende menigte...
hij drong zich met de ellebogen tusschen
de verschrikt uiteen wijkende menschen...
en stond voor zijn schilderij.
Het was stil geworden, men had hem her
kend, en men wachtte ademloos, wat ge
schieden ging.
Een dame drong, angstig, in de achterste
rijen terug, en om hem heen was een open
ruimte, als eene arena.
Hij stond daarin alleen, voor zijn werk,
en staarde er op, verbijsterd...
Er was geen licht meer.
Belachelijk stond daar op den ezel een
paneel van ruw_ hout, besmeerd met vuile
kleuren; aan déranden vezelde het hout
pluizig uit...
Hij schreeuwde, schor, als een gewond
beest, en greep in zijn haren... Toen wendde
hij zich om, en keek met krankzinnig zoeken
gebruikers zal worden. Als een voorbeeld
uit vele is daarbij door mij aangehaald een
kleine man uit onze zand- en veenstreken.
Hij heeft kort geleden voor ? 6000 land ge
kocht. Van deze koopsom heeft hij ? 4500
door hypotheek verkregen en / 1500 uit
eigen middelen betaald. Voor dezen man
zou het wet worden van het ontwerp-Treub
neerkomen op het verminderen van zijn
eigen in den grond belegd vermogen met
plus minus ? 580. Eene heffing in eens
alzoo van nagenoeg 40 pCt.!
Dat is, zoo zal men zeggen, toch al te gek
en kans op verwezenlijking zal iets zoo
onbillijks zeker wel niet hebben.
Ik weet het niet. In de laatste jaren heeft
het overgroote deel der leidende personen
hier te lande zooveel blijk gegeven van
gebrek aan inzicht in economische land
bouw v agen, dat de vreemdste dingen op
dit gebied kunnen gebeuren.
Daarbij komt nog, dat de door sommige
agrarische elemementen in de Eerste Kamer
meermalen aangenomen houding in dezen
een groot gevaar oplevert. Het zich bij hen
openbarend streven om het groot kapitaal
en speciaal het groot grondbezit te sparen,
heeft niet ten onrechte afkeuring gevonden
bij alles wat democratisch denkt.
Dit zal er echter, vrees ik, toe leiden,
dat de oppositie tegen de verhooging van de
grondbelasting, zooals het ontwerp Treub
die voorstelt, alleen beschouwd wordt als
eene uiting van conservatisme, waaraan de
democratie geen voet moet geven. Het zou
mij al zeer meevallen, indien onze talrijke
kleine grondgebruikers van dit misverstand
niet het slachtoffer werden.
J. SMID
1) Vragen des Tijds van Februari 1916.
IHHOUDiBladi.l: Amsterdam'»Havan,
door v. H. D»Finanoieele aanspraken
van Amsterdam tegenover het B)jk, door mr.
8. de Vries Ozn. Confetti. Buitenlandsoh
Overricht, door G. W. Kernkamp. I: Pe
Depoitatie der Belgen. Krekelzang, door
J H Bpeenhoff. Gevaren voor den kiemen
landbouwer, door J. Smid. Feuilleton: Van
den Schilder die de Zon schilderde, (slot) door
H. Salomonson. 3: Oorlogsmunten, door
P A. Itter Jr. 5: Voor Vrouwen, door
Elis. M. Bogg». Uit de Natuur, door Jao.
P Thflsse. 6: Amsterdamsohe Stadsge
zichten, door H. Evenwicht, teekening Tan
George van Baemdonck. Ter wijding van
het Huis, door Henri Borel. 7: St.
Francisons Gebarenspel, door S. B. Stokvii.
Dramatische Kroniek, door Top Naeff.
8: Joost Janszoon Biïhamer, door dr. Joh. O.
Breen. Boekbespreking, door Aty Brunt.
Muziek in de Hoofdstad, door mr. H. M. van
Leeuwen. 10: Moralitsiten, door Filax,
mat teekeningen van H, v. d. Veld». Finan
ciën en Economie, door J. D. Santilhano.
12: Laag Auto-Nummer Aangeboden", door
door Melis Stoke, met teekeningen van Henri
v. d. Velde. Een Vleugje Haassche Wind,
door Ari. Leekenspiegel.
Zniui^heidBmaatregelen, teekening van Felix Hess.
18: Vergrooting van den
sohutsluisteYnmid«n en aanleg van den haven West, teekening
van Joh. Braakensiek. Bpreekzaal.
Bohaakrnbriek, red. dr. A. G. Olland.
Damrubriek, red K. O. de Jonge.
BJJvoegsel: Vredesgeiuchten, teekening van
Joh. Braakensiek.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMI""»;»"""»"'1"'1»" IIIIIIIHIIIIIlll « "' IIIIIIIIIIIIII«I"U
BESLUIT
Holland, spiegel u dan echter l
Nog is 't tijd.
Vrees de macht die naties weg ter
Knechtschap leidt,
Die haar dienaars maakt tot daders
Van dit kwaad.
Blind vertrouwen kweekt verraders
Van den Staat.
THOMAS DE RIJMER
mui n INI in mui iimmi n nu imimimiinmiiiii in in in iimirimiiimmiiimiiumi
St. (Lloyd) GEORGE
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Lage prijzen, mooie wegen, gas:
electr. licht, water.
v- Maati>-tot EïploiL ?Hettosterpark
Tel. Int. 38 & 48
TAMINIAÜ'S
- JAM ?
VERZEN
Geuzevesper
(Op du deportatie d»r Belgen, in strijd niet de aan
Ilulkmd gegeven beloften.)
Kan dan Holland dit verdragen
Zonder smart?
Moest hen zachte drang verjagen,
Bang van hart,
Om in 's vijands land, als slaven
't Oorlogsgoed
Aan te maken, dat hun braven
Moorden moet?
Beter hadden zij gedorven
Have en goed,
Beter ver van huis gezworven,
Droef te moed,
Dan op 't lokkend woord te letten
Van een Staat,
Die op geen verdrag noch wetten
Acht en slaat.
Deernis en gastvrijheid beiden,
Die bezwaard
d'Arme zwervers zagen schelden
Van heur haard,
Zuchten: Hoe kon ons vernoegen
d'Afscheidsgroet?
Ach, hoe knaagt een eeuwig wroegen
Ons gemoed!"
iimiMHiiiimiiiiiiiimNniiiimiiimiHiHiiiiiiiimiiiiillimiiMiiiimimii
in de starre aandachtsgezichten der aan
wezigen... die hem niets zeiden... alleen
schenen te wachten wat gebeuren ging...
Toen sloeg hij de hand voor de oogen.
en snikte klagelijk,... hij stampvoette, en
schreeuwde woorden die men niet verstond,
vreemde klanken, als die waarmede de
koeiendrijvers in het gebergte hun vee
tesamen jagen. .. en hij sprak lange, onver
staanbare zinnen tot de angstig terugwij
kende bezoekers.
Een jongmeasch, redacteur van een schunnig
grappen-blaadje spotte, half luid hij
hoorde het niet, en snikte, krijtend neerval
lend op het week tapijt, vór zijn schilderij.
Men wilde hem ophelpen, en water geven,
maar weer sloeg hij hen van zich af...
Toen liet men hem alleen, en in de gang
sprak men luid-öp zijne emotie uit... half
medelijden, half spotternij...
Parijs had gelachen Rouby zou ver
geten worden...
* * *
Het hevigst trof de slag Alfred J. Fellan.
Hij haastte zich ook op aanraden van
Rosine Rouby te doen opnemen in eene
inrichting voor gevaarlijke zenuwzieken...
Een half jaar daarna werd hij als genezen
ontslagen.
Hij keerde terug, uitgemergeld en bleek,
moe als een geplaagd dier; zijne smeekende
oogen zochten Rosine,, die snel de haren
afwendde.
Fellan nam zijn hand, en troostte hem...
Doet uvr werk, haalt arrestanten
West en Oost,
Scheurt ze van hun bloedverwanten,
Vrouw en kroost,
Eenmaal komt de menschheid kloppen
Met haar woord l
Niemand die haar stem kan stoppen
Of versmoort.
De nieuwe bestrijder van den Draak
MiHiiimiMHiiniiiniiiiiiiHii
iiHimmiliimii
Het is nu immers voorbij! Je bent jong,
en kunt nog vél werken!"
Met een theatraal gebaar opende hij het
venster, en toonde den ander de voorjaars
zon, die hel en tintelend warm was aan
den ijl-blauwen hemel.
Wil je het probeeren ?"
Rouby keek naar Fellan, en wendde toen,
als raad zoekend, hulpeloos den blik naar
Rosine.
Ja" knikte zij.
En hij stemde toe; Fellan huurde een
huisje voor hem in Argenteuil en deed de
verven van de schilderij nauwkeurig analy
seeren door een scheikundige, en opnieuw
samenstellen.
De ertsen kwamen per auto uit het hoog
gebergte. ^ ^
Toen kwam voor Rouby een vreemde tijd.
Vaag was in hem de overtuiging, dat hij
werken moest en hij trachtte meer
uit herinnering dan uit drang.
Lange, lange dagen zat hij buiten, en
staarde in het zonlicht; rood-ontstoken waren
zijne oogen, en veilig verbrand was de huid
van zijn gelaat, die in kwabbige plooien
uithing onder zijne holle oogkassen.
.. .Totdat hij nog voordat er een streek
verf op het paneel was een gevaarlijke
oogaandoening kreeg.
Fellan, dien men gewaarschuwd had, liet
hem per auto naar een ziekenhuis trans
porteeren; daar lag hij, zwijgzaam, en zijne
iHimiNniiimiiMiililliliiiuniiiiNlliiiiiiiMiimiiiMinililMiiiimiiiiiliiii
tranende oogen schenen te weenen, altijd
te weenen, uit te schreien zijn geluidloozen
smart.
Rouby was blind geworden, en geheel
van zinnen.,. Hij moest sterven gaan.
Toen, gedreven door een vreemden gril,
ging Rosine hem opzoeken in het gasthuis,
en vond hem vermagerd, en in hèvigen koorts.
Aarzelig streelde zij zijn hand, die, dor en
bruin, op het blanke dek lag.
Rouby" prevelde zij... dat ben jij niet
meer!"
Toen verhief zich de zieke, en, wild tas
tend met zijne magere armen, sprak hij luide
woorden, die niemand begreep of verstond...
Rosine bleef sidderend toekijken... en
opeens week zij angstig terug.
De zieke opende de oogleden, en scheen
om zich heen te kijken, uit grauw-overvliesde
oogen...
Ik zie... ik zie weer!" prevelde hij... ik
zie het Licht! Ik heb het wér gevonden...
o God... het Licht!"
Rosine wilde zijn hand vatten, verrast...
doch hij stootte haar wild van zich af, en
sprak luider...
Ik heb het licht teruggevonden, het straalt
en warmt mij... het Licht... Neen, dat is
geen schijnsel... het is de Natuur... ik
ga... ik ga... ik-ga-in-het-licht..."
En, achterover vallend, stierf hij, met een
gelukzaligen lach om de lippen...
Maart 1916.