De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 23 december pagina 1

23 december 1916 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

2061 Zaterdag 23 December A*. 1916 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. O R O B I O DE C A S T R O Jr. en Dr. FREDERIK VAN EEDEN Abonnement per 3 maanden / 1.90 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 11.50 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.11 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1?5 regels/l.50, elke regel meer .... ?0.30 Advertentiën op de dames-, finantieele- en kunstpagina, per regel 0.35 Reclames, per regel 0.50 MHOVDi Bladz. 1: Kerst-Strijd, door T. H. Bnitenlandscb Overzicht, door G. W. Kernkamp. Confetti. 1: The Wil to Power and the Will to Freedom, door Anthony Hope. Suriname Yooruit, door J. S. O. Kasteley'u. Wilhelm de VrecUsengel, taekening yan George van Baerodonok. Krekelzang, door J. H. Bpeenhoff. 3: De Kunstenaar en de Vrouw, door . van Hnlzan, met teelcening Tan Joan Collette. 5: Toor Vrou wen, door Elis. M. Bogg*. 6: Bembrandt de Germaan, door W. Martin. De Kerstboom, taekeuing T»u Martin Monnickendam. De brutaalroode bessen, door mevr. Jo van Ammers-isüller, met teekenu g van Henri T. d. Velde. 7: Rabindranath Tagore, De Wassende Baan, vertaling van Fred»nk van Eeden. Het Keistsouper van Altr. FeJlan, door H. Salomonson, mtt tetkeniügeu van Ia. van Mens. 9: Dramatische Kroniek, door Top Naeff. 100»Tropenadel, teekenii g van Arjen GaKma. Kerstmis en Zonne-Mythen, door Henri BoreL 11: Kersttijd, duor Arn. Saalborn, met teekening van Is. van Mens. G. F. Haspels t, door jhr. H. missaert. Eene Herinneri g, door F. de tiinclair, met teekeningon van H. v. d. Velde. 13: Muziek: Coneertgebouw, door mr. H M. van Leenw<.n. Boekbespreking, door prof. H. Brug mans De Ongedoopte een Kerstverhaal van Bernard Oanter. Vredes-Verlaimens, teekening van Joan ullette. 14 Campbell's Java, door dr. Yup Hong Tjoen. Oorlogsmunt en Gedenk penningen, door F. A. Itter Jr. Financiën en KcODOmie, door J. D. Bantilhano. Achter de Schermen, door Joan. 16: Uit de Natuur, door Jao. P. Thjjsse. - Een Vleugje Haagsohe Wind, door Ari, met teekening van Is. van Me»s. Onze Pozzle 17: De Successiewet en de Eerste Kamer, Bpreekzaal. Buhaakrnbriek, red. dr. A, G.Olland. Damrnbriek, red K. O. de Jonge. Bijvoegsels: De Dnitsche Viedesvoorstellen van de hand gewezen, teekeuing van Joh. Braakensiek. Kerstvisioen, teekening van Jordaan. ililiiilHllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiimi KERST-STRIJD Leen ons, engel des vredes, vaten tranen en een penseel vol bloed. Hoop om ons heen het leed der menschheid en de verbittering, die de wereld bezielt. Geef ter begeleiding kreunen en gedonder, dood en verderf tot achtergrond. Waartoe kan het dienen? Mogen an deren daarmede nog de gedachten van dezen Kersttijd wenschen te illustreeren, het materiaal is te goedkoop geworden! 't Is immers niet anders dan bazar-goed meer. De tijd is niet voor klaagredenen en bepeinzingen, -- maar voor harde wer kelijkheid en onvervaard om zich henen zien. Wat achter ons ligt is denkelijk nog slechts kinderspel bij wat komen gaat. Ook Wilson's optreden is nog niet meer dan een stroohalm daartegenover. Nu Bethmann Hollweg heeft gesproken en Lloyd George gantwoord, liggen de vredesverwachtingen, welke sommigen meenden nog dit jaar in de dennetakken gehangen te zien, reeds vór den feesttijd weer deerlijk op den grond. Kerstmis 1916 ziet de geboorte van verscherpten, vernieuwden strijd. * Wat ons aangaat, wij hebben den vrede te lief, om eenige poging daartoe te durven contrarieeren. Maar wij hechten er met het oog op de toekomst ook te veel aan, hoe die vrede zijn zal, dan dat wij elke drang en aanbieding tot den vrede kunnen toe juichen, allén omdat het vrede" is. Daarom paste hier onthouding van een oordeel over de Duitsche vredesaanbiedingen, zoolang het antwoord van de geallieerden wachtende was. Of het oorlog zal blijven of vrede, hebben de partijen zelve te weten: en zij alleen. De stemmen uit de neutrale landen moeten zich zeer zeker onthouden van alles, wat tot verlenging van den oorlog ophitsen kan. Maar zij moeten evenmin, uit menschenmin of sentimentaliteit, drang uitoefenen tot den vrede. Weerzinwekkend is, wanneer mannen vechten op leven en dood, het kereltje achter den boom, dat: ks, ks" roept. Doch even eigenwijs en onbehoorlijk handelt hij, die, omdat hij 't niet langer aan kan zien, de partijen tot toegeven paaien wil. De vrede is niet een willekeurig lichtpunt in de lucht. Zij is een zaak van harde werkelijkheid, van politieke macht. Een voordeel, f voor de eene f voor de andere partij. Dit mogen de teere zielen in de neutrale wereld, ook ten onzent, wel bedenken die zonder onderscheid oreeren van vrede, vrede"! Met hunne goedbedoelde ontboeze mingen wordt onvermijdelijk in de een of andere kaart gespeeld. Hoe gretig is bij voorbeeld in de Duitsche pers gebruik gemaakt van de heilwenschen, die som mige onzer berschwangliche publicisten aan: 'sKeizers edele aanbod" hebben gebracht! Begrepen zij dan niet, de goedaars, dat zij daarmede den Daitschen vrede begroetten ? Naar alle waarschijnlijkheid toch zou op het oogenblik een ingaan op den vrede zijn in het voordeel van Duitschland. Het kan natuurlijk wezen, dat dit land zich in waarheid veel zwakker gevoelt, dan het zich zelf doet voorkomen; en dat de afgezanten op de begeerde conferentie met veel meer toeschietelijkheid zouden aangekomen zijn, dan iemand vermag te denken. Om deze reden hadden wij gemeend, dat de geallieerden, zoo zij zich krachtig genoeg gevoelden om de proef te aanvaarden, ad informandum, om poolshoogte te nemen, op het con ferentieaanbod hadden kunnen ingaan. Daar stuurt wellicht nu nog Wilson's voorstel het heen. Maar zoodanige vermoedens hebben de Duitsche uitingen zelve overigens ook zoo onaannemelijk mogelijk gemaakt. Zoolang bijvoorbeeld,?dit is een bijzon der scherp sprekend teeken, omdat het van een alleszins modernen en liberalen voor man van de Duitsche koopmanswereld kwam, iemand als de heer Rieser, voor zitter van den Ilansabund kon zeggen: het Duitsche vredesaanbod heeft vooral dit groots voordeel den geallieerden de erkentenis te besparen dat zij over wonnen zijn", zoolang kan deze aange boden vrede niet een onverdeelde wel daad voor de wereld zijn, waarnaar ook de onzijdige toeschouwer per se te smach ten heeft. Of de Duitsche toenadering moet wor den verwelkomd of niet, hangt uitsluitend af van de mate van kracht en energie, waarop de geallieerden verder vertrouwen. Nu blijkens Lloyd George's antwoord dit vertrouwen nog zeer groot is en de geopperde vredesmogelijkheid nog ver verschoven, nu mogen wij hier te lande wel bekennen, dat dit eene verluch ting is. Het moge zijn, dat de oorlog nog ontzaglijk veel ellende brengen zal en ontzaglijk veel leed en offers eischen; het moge zelfs zijn, dat ook ns land van het nieuw aangebroken tijdvak bedenkelijk veel meer te duchten krijgt, waarvoor wij bij een thans inge treden vrede zouden zijn bespaard, zeker is, dat die vrede thans nog zou worden: de vrede van de Duitsche overmacht. Dit wil zeggen: een zich heerscher gevoelend Duitschland met een om ringende krans van kleingehöuden en op den kop gezeten staten. De geheeie ontwikkeling van het mo derne Duitschland doet begrijpen, hoe moeilijk dit te dragen zou zijn. Voor de toekomst, ja, ook voor ons eigen volk en land ware het een nog veel grooter en blijvender onheil, dan de rampen, welke de voortzetting van den oorlog brengen kan. De geheeie vrije ontwikkeling der vol keren, met name van een volk als het onze, is ten verderve opgeschreven, wanneer zij berusten moet op zulk een Staten-overmacht. Dit mogen ook de hardnekkige vredesvrienden en gevoelsmenschen ten onzent wel beseffen, die lijken te denken, dat 't voor Holland onverschillig is welke vrede wordt bereikt. ? * * De zorgen voor den naasten oorlogs tijd zijn overigens zwaar als lood. Wij zien ze niet lii_ht in. Verscherpte oor logvoering is van weerskanten te ver wachten. Hardhandiger optreden, ook tegenover belangen als de onze. Een bandelooze strijd tegen de scheepvaart. Nederland moet inzien, dat het aan veel grooter moeilijkheden het hoofd te bieden krijgt, en veel meer zal hebben te doorstaan, dan wij tot dusverre hebben beleefd. De krachtigste bereidvaardigheid op staatkundig, mili tair en economisch gebied energie, vooruitziendheid en nationale geest, zijn meer dan ooit n o o d i g. Moge men daarvan tijdig algemeen doordrongen worden. Het gi Idt evenzeer, voor wie in Wilson's optreden een dageraad van toenadering wil zien. En wij zouden als nieuwjaarsgift ons land wel willen toewenschen dat de heer Cort van der Linden eindelijk overging tot de vorming van een nationaal Min isterie van de beste mannen", zooveel mogelijk uit verschillende partijen bijeengezocht. Er is helaas nog zoo verschrikkelijk veel, dat terstond krachtiger en bekwamer handen vereischt! * * * Strijd en rampen; nieuwe zorgen, nieuw geweld: een weinig christelijke kersttekst, zal menigeen zeggen, voor wien de bood schap van deze heilige dagen zich op lost in het vrede op aarde, in de menschen een welbehagen". Toch niet zoo geheel! Vrede op aarde' is niet het eenige, dat de blijde boodschap verkondigt. Heeft zij ook niet den plicht gesteld: Denkt om u zelven minder, dan om anderen" ? Niet immer vallen deze twee leeringen samen. Soms moet in het heden onrust geleden en strijd gestreden worden, om voor de anderen, die na ons komen zullen, eens meer geluk en meer rust te ver zekeren. Men krijgt zeer sterk het gevoel, dat de strijd en het leed van den tegenwoordigen tijd gedragen worden om der wille van een verdere vreedzame, vrije en voorspoediger toekomst. Doet het verstand ons vaak twijfelen, of die ellende dan wel noodig, ;en redelijk, en verheven is, de berustende ervaring antwoordt, dat alles op deze wereld immers slechts in het onvolmaakt en het gebrekkige gaat! Zoo brengt het heden gelaten zijne offers, in de gedachte aan geslachten, die na ons komen en wellicht nog niet eens geboren zijn. Het is immers ook volstrekt niet gezegd, dat ons welzijn en nze tevredenheid, nze gemoedsrust en nze levens de hoogste rechten zouden hebben. Misschien is offervaardigheid het eenige, wat nog van onze generatie wordt geeischt! Mits hiervan doordrongen, kan de menschheid ook ditmaal in de Kerst boodschap vrede vinden, al klinken daarin de hoopvolle vredeklanken nog niet. v. H. In Gewijde Vredesstemming Un homme averti en vaut deux wan neer deze schatting juist is, zal ik voortaan tegen de verleiding van een Wolff-telegram gewapend zijn met de kracht, niet van n, maar van twee ongeloovige Thomassen. Dat is te zeggen: er zijn Wolff-telegrammen en Wolff-telegrammen. Aan deze duidelijke omschrijving van de beide soorten, die ik bedoel, heeft de wel willende en schrandere lezer al genoeg. Hij begrijpt dadelijk, dat ik spreek van de soort van 12 en die van 15 December. Over die van 12 December zal er straks een kwaad nootje gekraakt worden. Maar ik begin liever met de andere, waar niets dan goeds van te zeggen is. Dat zijn de telegrammen, die niet alleen op het voor hoofd gemerkt zijn met den stempel der waarheid welke stempel er in dit geval uitziet als: Berlijn, 15 December (Wolff)" maar waarvan de inhoud zoo onmisken baar echt is, dat zelfs bij een geheeie familie van ongeloovige Thomassen geen enkel lid de neiging zal voelen opkomen om het telegram tegen het licht te houden en het watermerk te keuren. Of zou iemand nog twijfelen aan de au thenticiteit van een telegram als dat van 15 December II., waarin de volgende bloem lezing werd aangeboden uit een toespraak, door den Duitschen Keizer op den vorigen dag gehouden bij een troepenmonstering in den Elzas: Met de toornigste verachting sprak de Keizer van Roemenië, dat onzen bondgenooten als een roover den dolk in den rug wilde stooten. Derhalve is over dat rijkeen Godsgericht gespannen in den veldtocht, die volgens Hindenburg's schitterenden raad ten uitvoer is gebracht." In het gevoel, dat wij onvoorwaardelijk overwinnaars zijn, heeft de Keizer eergisteren onzen tegenstanders voorgesteld, zich met hem over verderen oorlog of vrede te onder houden." Zoo en niet anders moet de Keizer ge sproken hebben. Dolk in den rug", Godsgericht", Onvoorwaardelijk overwinnaars" het zijn de beste waarborgen van echtheid, die men kan verlangen. Maar Wolff vindt ze blijkbaar nog niet goed genoeg. Hij gaat van den derden per soon over in den eersten; hij laat ons de eigen woorden van den Keizer hooren: Zouden ze echter meenen, nog altijd niet genoeg te hebben, nu, dat weet ik, dan zult gij " " hier eindigde de Keizer met een soldateske wending, die de in een cring geschaarde officieren grimmig deed lachen'. Dit is een waarborg van echtheid in den overtreffenden trap; het staat gelijk met de landteekening van den president en den secretaris der Nederlandsche Bank op een jankbillet, wanneer deze, in plaats van erop gedrukt, erop geschreven zou zijn. Als dit hoogtepunt van authenticiteit be reikt is, moet er een daling volgen. Toch voldoet ook het verhaal, dat de Keizer nu gaat doen, over den intocht der Duitsche troepen in Boekarest, waarbij de inwoners den verheugd begroetten", aan hooge eischen van waarheidszin. Koddig en smakelijk ver telde hij, hoe een troep Roemeensche genie soldaten in een der straten van Boekarest opeens Duitsche auto's gewaar werd en zich in een voorbijrijdenden electrischen tram wagen uit de voeten trachtte te maken." Dit komt juist overeen met de voorstelling, die wij ons gevormd hadden van Keizerlijke koddigheid". Napoleon had ons die al bijgebracht; die nam zijne soldaten ook bij den neus. Maar een Wolff-telegram als dat van 15 December moet men niet in zijne onderdeelen gaan ontleden en elk daarvan onder den microscoop houden. Uit dat heele tele gram waait je een geur van authenticiteit tegen. Zoo en niet anders moet de stemming van den Keizer geweest zijn, die twee dagen geleden een woord had gesp'oken en een daad had volbracht, waarvan Mr. Joosting in een ingezonden stuk in de N. R. C. van December 1.1. schrijft: Een woord van zeldzaam grooten zedelijken moed! Een heerlijk woord voor hen, die het nameloos wee van zoo nabij leerden kennen! Wat moet het den tegenstander niet in de ziel hebben gegrepen! Zelden of nooit is edeler woord gesproken. Zelden of nooit een daad van hoogere zedelijke waarde volbracht." Mr. Joosting zegt dit eigenlijk van de rede van den Kanselier, waarin de bereidheid van Duitschland en zijne bondgenooten om vredesonderhandelingen aan te knoopen, werd bekend gemaakt; maar hij zal er wel geen bezwaar tegen hebben, dat ik zijn lof overbreng op den Keizer; Regis voluntas suprema kx", heeft Wilhelm II indertijd geschreven; zonder zijne toestemming zou Bethman Hollweg geen vredesboodschap hebben kunnen brengen. De Keizer heeft er voor gezorgd, dat men de gewijde stemming kent, waarin hij sinds dit oogenblik ver keert. Op 12 December sprak Bethmann Hollweg in den Rijksdag; twee dagen later hield de Keizer zijne toespraak in de Elzas en deed hij zijne officieren grimmig lachen bij de soldateske wending : Zouden ze ech ter meenen, nog altijd niet genoeg te hebben, nu, dat weet ik, dan zult gij..." Op den tweeden Kerstdag, zoo bericht van avond de Courant, zal in de Qroote of St. Jacobskerk te 's-Qravenhage des avonds een samenkomst worden gehouden van de Chris telijke Kerken, in verband met den nieuwen toestand, door het Duitsche vredesaanbod in het leven geroepen". De heeren Dr. Cramer, Prof. Kohnstamm, Prof. Pont en Dr. de Visser zullen daar het woord voeren. Het Wolff-telegram van 15 December biedt hun den tekst aan voor den lofzang, dien zij op de Duitsche vredesgezindheid zullen houden: Zouden ze echter meenen, nog altijd niet genoeg te hebben, dan..." En nu ben ik mijn lezers nog een mededeeling schuldig over de andere soort van Wolff-telegrammen. De soort van 12 De cember. Er zijn eigenlijk nog een heeleboel andere sodrten. Maar aan die van 12 De cember heb ik voorloopig voor mijn doel genoeg. Dat doel is: aan te toonen, dat je zelfs op je hoede moet zijn voor een Wolfftelegram, dat er bijna even authentiek uit ziet als dat over de toespraak van den Duitschen Keizer. Niet op het geschetter der trompetten en het gedonder van de pauken, waarmede de voorstellen tot vrede worden overhandigd, maar op den inhoud van die voorstellen komt het aan". Neen, dat is geen aanhaling uit het Wolfftelegram, maar uit mijn vorige Buitenlandsch Overzicht. Het was zooveel als de tekst van het overzicht. Maar die tekst deugde niet. En dat is nu de schuld van het Wolff-telegram over de rede van Bethmann Hollweg; alleen uit dat telegram was de rede mij bekend, toen ik de vorige week schreef. In den tekst van de nota, die aan de geallieerden is over handigd, stond daar o.a.: De voorstellen die zij (Duitschland en zijne bondgenooten) voor deze onderhandelingen doen en die erop berekend zijn, de eer, het bestaan en de ontwikkelingsvrijheid hunner volken te verzekeren, vormen naar hunne overtuiging een geschikten grondslag voor het herstel van een duurzamen vrede." De voorstellen, die zij doen daaruit mocht dus worden afgeleid, dat tegelijk met de overhandiging der nota ook de vredesvoorstellen van Duitschland en zijne bondgenooten zouden worden medegedeeld. Maar dit is niet geschied. Wolff had een Inzendingen voor deze rubriek gelieve men te adresseeren aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto: ,ConfettC' De feuilletonist van De Staatsburger heeft een nieuw lichaamsdeel ontdekt, dat ietwat onrustig schijnt te zijn. Hij schrijft: U zult zeggen dat er meer menschen met een gemoed zijn, waarvan even tueel dat lichaamsdeel eenigszins on rustig is... Onrustige lichaamsdeelen kwamen tot nu toe slechts voor bij den St. Vitusdans. * In de Leeuwarder Ct. vraagt iemand in eene advertentie om: Twee holle - en twee gegolfde pannenmakers. Wat zijn dat voor heeren ? * Hygiëne Het onhygiënische likken met den tong kan nu verdwijnen." (Het Leven) Waarna het hygiënische likken zonder tong in den smaak zal komen. * Een koninklijke gift De brief bevatte een verzoek van een allerliefste jonge dame, om mijn handteekening, Ze krijgt de handteekening, zelfs met een paar regels er boven." (L. Couperus in de Haagsche P.) Proficiat! benijdenswaardige jonge dame! Proficiat! * Uit de N. R. Ct.: Gisteren heeft te Lochem een hen gelaar, onder de buurtschap KleinUochteren, uit den Berkel het lijk opgehaald van den ongeveer 351jar'gen Alb. M. sedert eenige dagen spoorloos verdwenen." Levensmoe? * Phonetische spelling: Te koop Sleepboot met IJsploeg. 90 I PK met service condensor. Service condensor surface (?oppervlak) condensor. * Adv. Een heer zoekt kamers met pensioen. Eerste of Tweede? ff Een Wolkenkrabber? De Hotelhouder schrijft: Onderhands is aangekocht het Hotel Welgelegen" te Bloemendaal, om daarop een nieuwe parochiekerk te bouwen." woordje weggelaten; uit zuinigheid z krap zitten de Duitschers er al bij, dat Wolff moet bezuinigen op zijne telegram men. Als Engeland Duitschland niet uit hongerde, zou Wolff wat royaler geweest zijn en geseind hebben: De voorstellen, die zij... zullen doen". Dat heeft Bethmann Hollweg ook gezegd. Met andere woorden: Duitschland heeft zich bereid verklaard tot onderhandelen, maar niet gezegd op welke voorwaarden; t de geallieerden weten alleen, dat Duitsch land die voorwaarden als een gescnikten grondslag voor het herstel van een duur zamen vrede beschouwt; maar vermoedelijk zal alleen deze mededeeling hen nog niet van de geschiktheid" van dien grondslag hebben overtuigd! En daarom deugde mijn tekst voor de vorige maal niet. Het blijft wel waar, dat het aankomt op den inhoud van de vredes voorstellen maar met de onthulling van deze waarheid had ik gevoegelijk kunnen wachten, totdat zulke voorstellen gedaan zijn. En zoover zijn wij nog niet. Duitsch land heeft alleen nog maar laten aanbellen bij de geallieerden; als deze niet thuis geven, kan er heelemaal geen vredesboodschap worden overgebracht. Uit wat er in Rusland en Frankrijk en Italië van de week namens de regeering is gezegd, uit de redevoering, die Lloyd George gisteren hield, blijkt, dat de geallieerden niet haastig naar de deur zijn geloopen, zoodra de bel over ging. Maar opendoen zullen zij vermoedelijk toch wel. Lloyd George zei: Wij zullen wachten, tot wij weten, welke voorwaarden en waar borgen de Duitsche regeering kan aanbieden". Zoodat misschien aan het jongetje dat aanbelde de Vereenigde Staten, Spanje en Zwitserland zal worden gezegd: wij begrijpen je boodschap niet goed; ga eerst eens terug om een duidelijker boodschap te halen. En zoo zou dan aan Duitschland het woord worden teruggekaatst, dat Bethmann Hollweg op 9 December 1915 sprak: In dien ik over vredesvoorstellen zal spreken, moet ik eerst die van mijne vijanden zien; wanneer zij tot mij komen met voorstellen, die de waardigheid van Duitschland niet krenken en zijne veiligheid verzekeren, ben ik altijd bereid er over te praten". 20 Dec. 1916. G. W. KERNKAMP.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl