De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 23 december pagina 14

23 december 1916 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

14 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Dec. 16. No. 2061 ROBBERT KALFF^O AMSTERDAM. Filiaal DEN HAAG: Noordeinde 16O. Donald Maclaine Campbell: lava" (Ingezonden) Naar aanleiding van de recensie van Mr. H. J. Boelen (Amsterdammer d.d. ,2 Dec.) over 't boek: Java" van Donald Maclaine Campbell, waarin ref. diens oordeel over Chineezen weergegeven heeft, zij 't mij ver gund een enkele opmerking te maken. Toen wijlen de heer Donald Maclaine Campbell zijn oordeel over Java-Chineezen neerschreef, heeft hij stellig geen gelukkig oogenblik gehad. En de heer Mr. H. J. Boelen heeft hem geen goeden dienst be wezen door juist een passage uit zijn boek over te nemen, waarin de logica is schuil gegaan. Wanneer, gelijk de auteur schrijft, de chinees is een goed zoon, goed vader, goed echtgenoot en een goed vriend, dan klopt met deze inderdaad niet geringe loftuiting al zeer weinig hetgeen er op volgt, namelijk dat desniettemin de Chinees depraved, loose and immoral" zou zijn. Overigens waar sprake is van ons intiem en huiselijk leven, kunnen wij noch aan zijn lof tuiting, noch aan zijn afkeuring eenige waarde hechten, om de eenvoudige reden, dat hij daarover niet oordeelen kon. Wat weet hij en wat weet de Semarangsche advokaat (?) Mr. H. J. Boelen, die 't met den auteur eens schijnt te zijn; daarvan af? De schelding tusschen de bevolkingsgroe pen op Java is zoo groot, dat buiten han delsrelaties, geen andere aanraking bestaat en dat men hoogstens van elkaar iets weten kan van hooren zeggtn. Ik maak mij sterk, dat de heeren Campbell en Boelen, even als nagenoeg alle Europeanen op Java van hun standing, buiten de kantooruren geen andere ontmoetingen met Chineezen gehad hebben dan dat zij, in het belang van hun zaak, nu en dan eens bij een Chineesche cliënt of afnemer, wiens zoon of dochter trouwde, op receptie zijn geweest. Iets anders is waar de schrijver, die een koopman was, van Java-Chineezen zegt als zou er niets zijn wat zij weigeren te doen, eerlijk of oneerlijk, als zij er slechts voor worden betaald en als zouden de Chineesche kooplieden, die een naam te verliezen heb ben, eerlijk zijn because it pays them to do so". Natuurlijk zijn er ook onder de Chineesche kooplieden zwarte schapen, evenals men die onder de Europeesche handelaren vindt. Als algemeen oordeel echter is het onge motiveerd en onjuist. AC H. v. d. Velde III VIE DE BOHÈME Ik begreep wel, dat we dien avond den laatsten trein niet zouden halen en besloot maar vooraf naar een hotel te gaan om een kamer te bespreken. Ik overlegde: dit of dat hotel. Maar wat kwam het er eigenlijk op aan, 't was toch allemaal hetzelfde, vervelend, Ineens kwam de wei-amusante gedachte bij me op: Hilde en Theo opzoeken, die hier een maand engagement hadden. 't Was weer eens iets anders, iets dat buiten mijn gewonen kring van denken en doen viel. Wie weet in wat voor zonder ling oord ze logeerden, maar het leek me iets avontuurlijks, dat lokte. Ik tramde naar het gebouw waar ze op traden, vernam daar den naam van hun hotel met eenige vage aanwijzingen waar het lag. Het was Zondag en vol overal. Ik tramde, ik liep door donkere straatjes, ik tramde weer, vroeg agenten. In de drukke straten grapten zondagsjongens tegen me. Zenuw achtig zocht ik verder, ongelukkig tusschen al die menschen, die me van een ander, vreemd en vijandig ras leken. Eindelijk vond ik wat ik zocht, 'k Was er eenige keeren voorbijgeloopen, klein en onaanzien lijk als het hotel" was, boven een sigaren winkel. 'n Half openstaande deur, 'n flauw verlicht portaaltje, 'n strentelig trapje. Ifc scharrelde naar boven, stond weer op een portaaltje voor een Open deur, zag in een blauwen walm van sigarenrook mensehenhoofden die druk bewogen en ineens Met den heer mr. P. H. Fromberg zou ik den heer Campbell kunnen antwoorden, dat de Chinees door het geheele Ooiten bekend staat wegens zijn eerbiediging van het eens gesloten contract" 1). Dit wordt bevestigd door een ander deskundige, den heer Andiée Meeuwesen, die zeer onlangs een studiereis, speciaal op handels- en industrieel gebied in Indië heeft gemaakt en die daarover een voordracht hield in de Maatschappij van Nijverheid te Haarlem op l Juli 1916 Aan de Chineesche kooplieden in Indië reikt hij het volgende gunstige testi monium uit: De handteekening of het woord van een Chinees, ook al kent men hem geen groot bezit toe, is dikwijls van meer waarde dan dat van vele Europeanen, omdat doorgaans bij den Chinees, die zich in geregelde handels transacties begeeft, meer de goede trouw voorzit, en hij bovendien, indien noodlg, op meer steun van zijn clan" kan rekenen dan menig Europeaan op die zijner landgenooten en dus geru-ter is op de resultaten zijner ondernemingen" 2). Vergelijkt men deze oordeelvellingen over Chineesche kooplieden op Java met die over handelaren in China dan blijkt ook hieruit weer, dat de Java-Chinees Chineeschgebleven is. De toenmalige minister-resident te Peking, thans Hd der He kamer, de Heer F. M. Knobel, schrijft over den koopman in China het volgende: Geschillen tusschen Europeesche koop lieden en den Chineeschen koopmansstand zijn naar evenredigheid lang niet zoo groot in aantal als de geschillen op handelsterrein, welke zich in Europa voordoen. ^ Dit is voornamelijk te danken aan het feit, dat de Chineesche koopman in China eerlijk is. De Chinees in China steekt gunstig af bij andere Aziaten, wat betreft eerlijkheid en nakoming van het eens gegeven woord" 3). Een Times-correspondent velde een der gelijk oordeel: ,.Er is aldus schreef hij van alle Aziatische volken geen, waarmee gij veiliger een contract zoudt kunnen sluiten dan met den Chinees. Hij zal zijn uiterste best doen, om, vór de overeenkomst ge sloten wordt, de voordeeligste partij te wezen. Maar na eenmaal geteekend te hebben, zal hij op het contract liever verliezen, dan het niet nakomen" 4). Inderdaad, het contract is de grondslag van een geregelde maatschappij. Heerscht er geen goede trouw bij de contracten dan staat de maatschappij te wankelen. Is 't daarom niet ten hemel schreeuwend onrecht, dat zulk een goed steunpilaar van de maat schappij in Indië nog ten achter gesteld is bij de Japansche prostituees uit infame bordeelea ? Aan 't slot zijner beschouwing stelt ref. Mr. H. J. Boelen aan de oud-Indische men schen de heer Campbell ten voorbeeld, doordat deze na gemaakt fortuin, in En geland teruggekee'd, daar niet werkeloos bleef.,.." Naar mijn bescheiden meening bestaat voor de Europeesche kolonisten geen beter voorbeeld dan de Chineesche, die blijvers zijn, die na gemaakt fortuin niet wegtrekken en dus die niet zoo immoreel zijn om Indië van zijn kapitaal te draineeren. Den Haag. YAP HONG TJOEN 1) Mr. P. H. Fromberg. De Chineesche Beweging en het Koloniaal Tijdschrift. 2) Tijdschrift der Maatschappij van Nij verheid, 84 jaargang aflevering Juli 1916. 3) Tijdschrift voor Ned.-Indië, Juni 1897. 4) Tijdschrift voor Ned.-Indië, Sept. 1898. De Gemeentebedrijven en de plaats, die de bedrijfsinkomsten innemen onder de Gem. Ontvangsten De Commissie voor de in September j.l. MiMimiiiiimiiiiiiiiii zei een stem: Daar heb je Joan" en werd ik naar binnen getrokken." Plotseling was er een groepje menschen om me heen en ik stond er midden in, m'n hoofd een beetje opzij, als een versufte kip. Hilde en Theo en de vader van Theo en een vriend van Theo en het meisje van den uriend, allemaal uit Den Haag overge komen. En of ik al gegeten had en of ik hier speelde. En of ik bleef logeeren, hèja, gezellig blijven logeeren. Maar het hotel" had maar zes kamers en de eigenaar, die er uitzag als een melan cholieke boef zei, dat er geen plaats meer was. Toen zag ik mezelf weer buiten in de volle straten, met mijn taschje in die onbe kende wijk vol duwende en om mij grappende menschen en een gevoel van grenzelooze armoedigheid kwam over me. Maar Theo wist natuurlijk raad. Hij had een kamer met twee bedden, die nemen jij en Hilde, dan neem ik Hilde's kamer. Ik zal straks mijn rommeltje wel oversjouwen." Met een zucht, omdat het nou eenmaal niet anders kon, stemde ik toe. In het portaaltje, aan een overbevracht kapstokje poogde ik mijn goed op te hangen en veroverde me toen een kop thee en een sigaret. Hilde en The waren vol verhalen: reuzensucces. En eea publiek! Nee maar prachtig. Ik keek- het armelijk kamertje rond, dat een eetzaaltje verbeeldde. In een hoek zaten nog twee gasten. Op een soort buffet stond een groote maquartbouquet. Alles leek ouc! en hopeloos. De melancholieke boef was w ggesloft. Buiten rumoerde de Zondagsstad. De eenzame gaspit maakte het kamertje nog triestiger. De pa informeerde of ik heelemaal niet zingen kon en waarom ik niet filmde en o al m'n haar echt was en of ik geen kinde ren had De vriend en zijn meisje waren verliefd en hielden stille dialogen. En boven alles uit klonk de vroolijke jonge stem van Hilde als het onbedaarlijk zingen van een vog. 1. Ineens proestte ze het uit: OJoan je blijft toch altijd dezelfde, met je schoone kraagje en je nette haren. Hoe kom ik aan zoo'n nette vriendin.' Ze lachten allemaal, vonden het barkomiek"; schoven met hun stoelen en sloegen op de tafel. Ik had het gevoel of ze een Indianendans om me uit gingen voeren. Oorlogsmunt en Gedenkpenningen II In een van onze vorige nummers voorspel den wij dat tengevolge van de geweldigen wereldstrijd voor verzamelaars en lielhebbers nog veel curiosa te wachten waren op het gebied van muntei en penningen. Niet alleen aoor de bion waaruit wij de vorige maal putten konden, tut Ams'. Wissel- en Effec tenkantoor LelieKracht 22, maar ook van andere bevriende zijde kregen wij bewijzen van belangstelling. Eenige zeer zeldzame exemplaren gaan hierbij No. l is een ijzeren penning, grootte iets meer dan een gewone hollandsche gulden. Dit penninske is geslagen op last van de Duitsche regeering om uit te reiken aan die vrouwen of meisjes, die op de dringende aanvraag om goud of zilver voor de nood lijdende Rijkskas hunne gouden of zilveren sieraden offerden. Aan de voorzijde ziet men eene vrouwen figuur die haar halssnoer overreikt met het omschrift: In eiserner zeit 1916." Aan de achterzijde leest men: alhier gehouden tentoonstelling op gemeen telijk financieel gebied, heeft de voornaamste rapporten en stukken, die op deze tentoon stelling ter bezichtiging en kennisname lagen in een twettal boekdeelen vereenigd en zal daaraan nog een derde toevoegen, bevattende de praeadviezen op het, aan de tentoonstelling verbonden, Congres uitge dacht met de stenografische verslagen der gevoerde debatten. Dezer dagen heb ik het Tweede Deel dezer uitgifte ontvangen, waarin de Ge meentelijke bedrijven en alles wat daarmee annex is behandeld wordt. Aan 246gemeenten werden vragen met betrekking tot de ge meentebedrijven gericht en uit de daarop ontvangen antwoorden blijkt, dat 124 ge meenten gemeentelijke bedrijven hebben, verdeeld over gasbedrijf, elec'riciteitswerken, waterleidingen, reinigingsdienst, telefoon, tram, abattoir en grondbedrijven. Van welke beteekenis deze bedrijven voor de gemeentelijke financiën zijn, blijkt uit de volgende cijfers. Het Sdldo van de vijf hoofdbedrijven bedroeg in 1913 in het totaal en per 100 gulden gezamentlijke gewone in komsten en per 100 gulden opbrengst plaat selijke directe belastingen: Per f 100 Per f 100 Saldo dir. bl. gew.ontv. Voor Amsterdam: Gasfabrieken f3767.861 f 5567 f1255 Electricitietsw.?1821.441 2693 601 Waterleiding. 1.485743 2195 4.94 Telefoon 966620 1428 3.21 Tram j^l3!!-' 54 , 2026 . 456 Totaal... f9.412.8ï9 f 139.09 f31.27 Toen moest ik weg, had niet den moed vooraf mijn kamer te gaan zien. Zoo tegen half twaalf vond ik den weg terug. Op het portaal brandde een flauw gaspitje. De eetkamer, die ook dienstdeed voor conversatiezaal, was donker. Ik kuchte bescheiden, kuchte toen wat brutaler. Een boordloos hoofd dook uit een achterkamer op. Ze zijn boven", zei de melancholieke. Of ik nog wat eten kon". Nee, natuurlijk niet, de keuken was al dicht. Maar een glas melk kon ik nog wel krijgen. Dat zou hij me dan wel boven brengen.''. Ik stommelde weer een trapje op 'n Roovershol, of misschien een spionnenboel, 'n hotel was het vast niet. Boven stond de deur van Hilde's kamer wijd open. Ze liep rond in een pyjama, op bloote voeten. Haar lange zwarte haren zwierden los rond haar lachend gezicht Ze was prachtig van ongegeneerdheid. 't Is op de kamer gezelliger dan bene den", zei ze. De familie is weer terug naar Den Haag, Theo komt zoo. We hadden het brood vergeten, hij weet altijd nog wel een adres.' Op den eenen stoel hingen pakken van Theo Dan was er ook nog een divan, maar die lag voi met de meest ulteenloopende dingen, kranten, 'n city-bag, 'n schminkdoosjtf, 'n corset van Hilae, 'n bosch valsche bloemen, 'n scheerriem, 'n paar foto s. Voorzichtig maakte ik een hoekje vrij, ging dan zitten, klein en keurig als een poes, die eindelijk een droog plekje in een natte keuken gevonden heeft. Smijt den rommel er toch af," lachte Hilde. Ja zie je," antwoordde ik, ik moet eerst wennen". En dat klonk zógek, dat we het uitschaterden. Ik bekeek haar, zooa's ze daar rondliep alsof het zoo van zelf sprak tusscnen a die rommeldingen, fnsch en jong. Met een gebaar als van eene koningin nam ze h voor mij bestemde glas melk van den melancholieke aan, ging dan blikjes open maken. Theo kwam thuis met het brood, verdween weer en kwam even later terug in een soor wollen kamerjapon, waarboven zijn kui plezierig-artistiek rondwapperde. Hij raadde Gold gab ich zur Wehr" Eisen nahm ich zur Ehr." Hoewel van een bizonder bereid soort ijzer is de munt artistiek bewerkt. No. 2. Eene vierhoekige gedenkpenning geslagen in de stad Korneuburg, ten voordetle voor weduwen en weezen der in den Voor Rotterdam: Gasfabrieken f2.375.310 Electriciteitsw., 1.392.178 Waterleiding 789409 Telefoon 680610 Totaal... f5.237.507 Voor 's Graven hage: Gasfabrieken f 1.913.157 Electriciteitsw. 981.795 Waterleiding. 900.468 Telefoon 45 1 .600 Totaal... f 4.24V'.~03 Voor Utrecht: Gasfabrieken f535663 Electriciteitsw. 194.917 Tram 95.73 f 11.16 56.11 6.54 31.81 3.71 2743 3.20 f211.08 f24.t>l f 49.75 f 8.94 25.53 4.59 23.42 4.21 ,. U 74 . 2.11 "?"H0.44 19.85 f 49.81 f 13.71 18.13 4.99 6.95 1.91 . Totaal : .~. f 805.358 Voor Groningen : Gasfabrieken f317.780 Electriciteitsw. 137861 Tram 47.735 TotaahT f 603.376" Voor S hiedam : Gasfabrieken f 128.497 Electriciteitsw. 5911 Waterleiding. 60.804 f 74.89 f 20.61 f 44.56 f 10.74 19.33 4.66 669 . 1.61 i 70.58 l 17.01 f 101.72 4.68 f 15.75 0.72 __ Totaal. . . f 195.212 ~'ÏT5T53~T23.92~ Uit deze cijfers volgt, dat in Amsterdam 31.27 pCt. van de gemeentelijke inkomsten uit de vijf bedrijven komt en dat de gezamentlijke netto-inkomsten dezer bedrijven ca. 40 pCt. hooger dan de totale opbrengst der plaatselijke directe belastingen zijn. In Rotterdam, waar geen eigen trambedrijf is, dragen de vier overige bedrijven ca. 25 pCt. tot de totale gewone inkomsten der gemeente bij, terwijl zij meer dan het dubbele zijn mij aan, het me ook wat makkelijker te maken," maar daar hij er blijkbaar niet over dacht om daarvoor even weg te gaan, bleef ik zoo maar zitten, wel voelend het malle dat ik daar netjes op den divanpunt zat, met mijn keurig geonduleerde haren mijn gekleede japon, terwijl zij op den rand van het bed waren gaan zitten - waar schijnlijk het mijne en zielsvergenoegd met hun beenen bungelden. Maar langzamerhand ontdooide ik, begon het grappige van het geval in te zien. Er was toch wel iets heel echts in hun ongeneerde spontaniteit, in hun hartelijkheid voor mij, in de zorg waarmee ze allerlei dingen gekocht hadden om mij te laten soupeeren, zelf als twee kinderen blij om al dat feeste lijke. Ik wist opeens, dat ik bezig was oud en vervelend te worden ?an dat nette ge zelschap, waar we op zoo'n keurige manier de kunst dienden. En dat het toch eigenlijk wel heel goedig van hen was om zoo lief te zijn tegen mij, die zoo duf en kritisch daar maar alles zat te bekijken. Met kleine golfjes welde weer blijheid in me op. We dronken en kjpr ken, aten van alle blikjes en lachten om zotternijen. Ver geten was de armoedige kamer, het lugubere hotel, den rommel rondom. We waren jong en sterk en hadden de kunst lief. Brokstuk ken van liedjes werden geneuried, zij spra ken over hun werk. Hun oogen schitterden, hun stem werd gevoelig. Plan na plan sprong uit hun vernuftig bedenken. Duo's zingen was wel aardig, maar het liefst wilden ze weg. Stel je voor met een sketch naar Amerika en dan moet jij mee, Joan. Met z'n vieren bijvoorbeeld. We moeten dan nog 'n type voor je vinden, 'n goed danseur zou het beste wezen. Ik vond alles prachtig, zelfs het type dat ze wel voor me zouden op duiken!' Het was of ik prettige, lichtzinnige vleugeltjes kreeg. De wereld was zoo groot en begeerlijk, zoo zalig wijd en in dat wijde dreef ik, dreven wij , en hadden het leven lief Om drie uur besloten we te gaan slapen; de kamer stoid blauw van de rook, de blik jes en de fl^sch wijn waren leeg. Lang zamerhand was er wat reactie gekomen, we waren moe. Toen was er nog een lachbui, toen ik, verrukt over de ontdekking, riep: O, ik heb heusch een schoonen handdoek." Ik sliep dadelijk, P r r'k droomde vreeselijk, strijd gevallen militairen uit de plaats af komstig. De voorzijde geeft als beeldtenaar een geharnast strijder waarnaast staat: In Treue Fest 1915. Aan de keerzijde het wapen der stad waaronder: Korneuburgs kriegers züEhr und ge dachtenis, deren witwen und waisen zur wohlfart." No. 3. Eene penning geslagen op de over gave der vesting Maubeuge op 8 September 1914. Aan de eene zijde de beeldtenaar van generaal von Zwehl, aan de andere zijde ziet men de vestingcommandant zijn degen overgevendeaan von Zmehl, zijn overwinnaar. Deze penning kort geleden gemaakt, is verbazend in trek. F. A. ITTER Jr. van de plaatselijke directe belasting. Dit is echter blijkbaar een gevolg van de omstan digheid, dat deze laatste belasting in Rot terdam minder zwaar is en een grooter deel der gemeentelijke inkomsten uit andere indirecte heffingen wordt verkregen. Ook zoude om eene juiste vergelijking te kunnen maken, ook in aanmerking moeten worden genomen.wat bijv.in Rotterdam uit de concessie van de tram, die daar geen ge meentebedrijf is, getrokken wordt. In 's-Gravenhage leveren de vier bedrijven ongeveer een vijf Je van de totale gemeen telijke inkomsten op en overtreffen zij de plaatselijke directe belasting met ruim 10 pCt. Te Utrecht, waar de cijfers van slechts drie bedrijven zijn vermeld, brengen deze drie reeds een iets grooter percentage van de totale gemeentelijke inkomsten op, maar bedragen zij slechts 75 pet. der plaatselijke directe belastingen. Schiedam daarentegen ontvangt alleen uit het gasbedrijf reeds meer dan uit de plaatselijke directe belastingen, terwijl Tilburg uit gas en electriciteit alleen 37 pet. der gezamentlijke gemeentelijke in komsten trekt en deze beide bedrijven bijeen bijna het dubbele (187.33 pet.) van de plaat selijke directe kelastingen opbrengen. Bij den omvang en de beteekenis dezer bedrijven is het natuurlijk eene gebiedende eisch, dat de administratie op gezonden, commercieelen grondslag wordt gevoerd. In het besproken boek komen tal van interes sante mededeelingen voor omtrent de in richting dezer administratiën en o. a. ook opgaven van de wijzen, waarop commercieele en technische leiders der bedrijven in de verschillende gemeenten een belang een sardinenblikje, dat leeg liep in mijn lakens, mijn kennissen die we tegen kwa men, terwijl ik liep met een corset in de eene en een scheermes in de andere hand; de man waar ik in stilte op verliefd was,. zei: Joan, je bent dronken" en toen moest ik voor straf zijn baard af cheren, zijn baard waar ik zoo dol op was en toen kon ik me ineens niet meer schminken en begon vreeselijk te huilen. Hilde zat rechtop in haar bed. Waarom huil je? Heb je ook een ongelukkige li< f de?" Ja-ha-ha'1, snikte ik en toen begon zij ook te snikken en deden we elkaar de won derlijkste confidenties, waarvan ikalletn nog weet, dat ik vreeselijk fantaseerde en me erg romantisch voelde. Wat zwaar in mijn hoofd werd ik's mor gens wakker. Ondanks het raam, dat wat opengestaan had, stonk alles naar tabak; de lakens en de handdoek roken naar oude huizen. Ik maakte zoo goed en zoo kwaad als het ging wat toilet, haastig, met het sterke verlangen: zoo gauw mogelijk weg te zijn. Met moeite vischte ik mijn bezit tingen uit den chaos op. Toen ik bijna klaar was, werd Hilde wakker, begon zich vliegerig aan te kleeden. Natuurlijk kon ze niets vinden, liep telkens naar haar kamer om wat te halen, op haar manier zachtjes doende om Theo niet te wekken. In het triestige eetzaalfje zaten we met z'n beiden aan het ontbijt, Hilde met een slaperig gezicht, het haar in een warrigen wrong. Op het laatste moment kwam de melan cholieke aansloffen met de rekening. Mijn heele vertering bedroeg een gulden vijftig. En we hebben het hier best," zei Hilde. Ze bracht me naar de tram. Theo riep van uit zijn bed me een goeie reis" toe. Haas tig vluchtte ik het hoteldeurtje uit. Toen ik ten slotte in de tram zat en me ver beeldde dat alle menschen raar me keken en wisten waar ik gelogeerd had, stond Hilde nog voortdurend te wuiven, uitbundig als een jonge hondEindelijk, in den trein, was ik weer een nette dame, die naar een nette repetitie ging van een net stuk. JOAN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl