De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 23 december pagina 16

23 december 1916 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Dec. '16. - No. 2061 INVENTARIS EN BALANS. Binnen eenige dagen zal weder dat geestdoodend en eentonig' ge reken en getel van inventaris en balans zich in Uwe zaak voordoen, Hebt U overwogen dat door het gebruik en de toepassing van den COMPTOMETER dit extra werk enorm verlicht en tot een minimum beperkt kan worden? Laten wij U gratis en zonder eenige verbintenis Uwerzijds demonstreeren, hoe wij op OJÜZE practische manier een inventaris maken en vlug en absoluut accuraat berekenen, Uitsluiting van fouten bij het inschrijven van hoeveelheden en eenheidsprijzen van inventaris en berekenen daarvan, absoluut gegarandeerd. De EET COSTROLLED DDPLEX COIPTOIGTER telt automatisch 250 tot 300 cijfers per minuut; maakt vermenigvuldigingen van 4 bij 4 cijfers in 3 seconden; maakt vermenigvuldigingen van 3 en meer factoren, zooals hout- en steencubages in slechts n bewerking: $ deelt, trekt af,' practisch en vlug; maakt berekeningen in , S. d. en Tons, Cwt-, Qrs. en Lbs. en geeft het antwoord precies zooals dit wordt neergeschreven op een Engelsche factuur; werkt bijna geruischloos. De machine WAAR8C1I.IJWT direct bij foutieve behandeling; b.v. bij niet voldoenden doordruk van een toets, of indien een nevenstaande toets bij ongeluk wordt aangeraakt. De machine werkt automatisch; dus: Geen vermoeiend draaien of trekken van een handle. Geen tijdrpovend instellen van cijfers. Geen omslachtige en tijdroovende bewerking bij het op nul stellen. - De COMPTOMETER is geheel van staal, op hefboom systeem'gebouwd. Geen kamrad-slijtage. Geen doorslaan der cijferwielen. Elk onderdeel is verwisselbaar, dus verzending naar de fabriek is nooit noodig. Vraag nog heden referenties en inlichtingen aan: FJEI/r «& TARRAJfiTT Mfg. Co., 3S-3O DAMRAK, AMSTERDAM. Telefoon Moord sreg. IIIIIMMIIIIIIMJIMM Winterbloei II Jaar in jaar uit ben ik gelukkig met mijn Kerstrozen. Ze mogen eigenlijk in geen enkelen tuin ontbreken | Indien ge echter in de stad woont en u moet vergenoegen met zoo'n tochtig kattebakje, waar zelden zon komt en toch de wind vrij spel heeft, dan kunt ge met deze mooie plant wel eens teleurstellingen beleven, want evenals de meeste winterbloeiers houdt hij van de warmte. Dat lijkt nu wel een beetje para doxaal, maar 't is heusch mijn schuld niet. Trouwens als ge even nadenkt, zult ge in zien, dat ook wij een heele massa dingen te verdragen hebben, waar we in het geheel niet van houden. Zoo is het nu ook met de kou en de Kerstroos. Wanneer op een helderen winternacht de witte bloemen stil en stijf bevroren in het maanlicht blinken, dan lijken ze geschapen voor zoo'n weersgesteldheid, maar daalt de temperatuur tot een graad of tien onder nul, dan houden ze het niet lang meer uit en zijn ze zeer dankbaar voor wat bedekking. Bij ons komt het niet vaak zoover en door gaans komen de bloemen zeer goed den winter door. De Kerstroos (Helleborus niger) Hoe omzichtig komen zij te voorschijn! Ds dikke bloemsteel isiomgebogen, zoolang hij nog in den grond steekt en twee steelblaadjes houden de knop zorgvuldig omslo ten. Zoo komt hij langzamerhand de hoogte in, delaarde opzij dringend, zonder dat de fijne deelen van de bloem gedeerd kunnen wurden. Eerst als de knop goed en wel vrij boven de oppervlakte is gekomen, gaat de steel zich oprichten en strekken. Dan schiet ook de bloem uit die steelblaadjes en begint zich te ontplooien, een en al blankheid. De meeldraden zitten eerst dicht opeen gepakt tt gen de s'ampers aan en een stuk of zfs witte draden, de stempels en stijlen, steken bui en d- gele helmknoppen uit. De stenpels rijn nu al rif p, d. w. z. zij kunnen stuifmeelkoirds vasthouden en die kunnen gaan uitgrot-ien naar het vruch'beginsel om daar de eitjes te bevruchten. Natuurlijk is dat stuifmeel dan afkomstig uit andere bloemen, want eerst na een dag, twee, drie, gaan in deze zelfde bloem de helmknoppen pas open. Dat geeft eerst nog een heele beweging, want de groene hoorntjes van overvloed, de honlgbakjes of nektariën moe ten zich nog naar buiten spreiden. Dan volgen de meeldraden, die zwaaien buitenwaarts en als ze haast plat liggen, dan gaat hun top weer even omhoog krullen en een insect, dat op den honig in die nektariën afkomt wordt dan licht met stuifmeel bepoederd. Dat komt dan weer terecht op de de stempels van de jongere bloemen. Maar waar halen we met Kerstmis in den tuin die insecten van daan ? Nu, als de winter zacht is en de zon niet uitblijft, dan komen er wel een paar soorten van blauwe bromvliegen voor den dag en een enkele mooie groengele drekvlieg en boven dien een paar mugjes, maar als de Kerstroos het daar van hebben moest, dan kwam er niets van terecht. Gelukkig kan hij beter tijden afwachten; de bloemen duren in den wintertijd zeer lang, tot een week of zes toe. In het einde van Januari en begin Fe bruari is er al kans genoeg, dat de onvol prezen honigbijen hun korf verlaten, om naar versch voedsel uit te zien. Dat hebben ze soms bitter noodig, vooral de mijne, want ik geef ze in het najaar eer te weinig suiker dan te veel. 't Is dan ook een lust, om te zien hoe ze op de eerste zomersche Februari-dagen de winterbloeiers weten te vinden en hoe de bruine diertjes bezig zijn op de witte kerstrozen, twee, zelfs drie tegelijk in n bloem, dozijnen op cén pol. Hoe snel weten ze de nektariën te vinden en zoowaar verzamelen ze ook al stuifmeel. Nu zullen er ook vruchten rijpen in de bloemen en 't zekerst teeken daarvan is wel dat nu plotseling de meeldraden afvallen en daarna de nektariën. Het blank der kelken taant, eerst worden ze vaal rozerood, dan groen, ze gaan de functie verrichten van de gewone bladeren, die nu nog uit den grond moeten komen. Er zijn nog een paar bladeren van 't vorig jaar, ongewoon van vorm, samen gesteld uit eenige blaadjes, die niet zooals bij de wilde kastanjen uitstralen als de vin gers van een hanu, maar eer gerangschikt zijn als teenen aan een voet, de botanici noemen ze voetvormig-samengesteld. Ge zult echter zien, dat ze toch heel mooi zijn. Die honigbijen zijn dus redders in den nood, zij komen altijd minstens een maand vroeger dan de wilde bijen, de hommels en de ruige sachem. In zijn eigen vaderland kan de Kerstroos echter de honigbij best missen, want daar bloeit hij tegelijk met het ontwaken van de wilde voorjaarsbijen. In Tessino en Tyrpl, Karinthie Dalmatie, en het Balkan-Schiereiland groeit de Kerstroos in 't wild in de bergwouden en daar komt hij te voorschijn, als de sneeuw verdwijnt. Daar is hij eerder de bloem van den sneeuwrand, dan die ;,van de beschutte hoekjes en op de hoogste plekken van zijn gebied bloeit hij pas in Maart, tegelijk met de crocusjes. Trouwens iedereen, die in de Alpen gereisd heeft, herinnert zich hoe aan den sneeuwrand in Juli al de bloemen bloeien, die wij hier te zien krijgen in Februari, Maart en April: Crocus, klein hoefblad, dotterbloem, naast steenbreek, gentiaan en soldanellen. Daar bloeit dan ook de groene broeder van onze Kerstroos, het Groene Nieskruid, dat dezelfde soort van bloemen heeft, maar die hangen evenals die van het Stinkende Nieskruid, dat veel mooier is dan zijn naam. De Kerstroos zelf heet Zwart Nieskruid, naar de kleur van zijn wortels en zijn wetenschappelijke naam is Helleborus neger. Wij weten echter lang niet zeker, of dit nu dezelfde Helleborus is, die bij de Oude Grieken en Romeinen om zijn geneeskracht beroemd was en een specificum heette te zijn tegen krankzinnig heid. Als ze van iemand zeiden : Helleboro opus habet", dan bedoelden zij daarmee iets zeer onwelwillends. Intusschen profiteer ik van dien twijfel door er voor uit te komen, dat ik wél Hel leborus noodig heb en dat ik naast mijn Kerstrozen ook de andere soorien graag in mijn tuin zie. Daaronder is er een, die heeft prachtige groote trossen van donker purpurroode hangende bloemen metjspierwitte.helmdraden en gele helmknoppen, o, zoo mooi. Die bloeit van April tot Juni en brengt dan ook veel meer rijpe zaden voort dan de Kerstroos. Die zaden ontkiemen nog in 't zelfde jaar en als mijn duingrond maar wat vruchtbaarder was, dan kreeg ik zonder moeite dien heelen hoek van mijn tuin vol met die mooie bloemen. Die bergplanten zijn voor 't meerendeel gewend aan een rijken, zuiveren grond en ik moet ze dus maar een beetje helpen met kalkmergel en super phosphaat. Ook houden ze er niet van, om over geplant te worden. Uw bloemist kan u gemakkelijk een half dozijn soorten bezor gen. Ze zijn niet eens duur. JAC. P. THIJSSE nniiiinmntn Een Vleugje Haagsche Wind ONS CAF Het is een staalkaart, of zoo u wilt een monsterkamer van het menschelijk ras, het publiek in CaféCentral, maar vooral de monsters Hagenaar zijn er in de beste qualiteit, zoowel als in de tusschensoorten en de goedkoopere merken ruimschoots ver tegenwoordigd. Wij gaan namelijk graag uit. Uitgaan is een woord, dat wonder veel inhoudt. Het beteekent voor een jong meisje van goeden huize hare eerste jours en tea's en bals, voor een meisje van minder goeden huize hare eerste pekelzondetjes, voor een meisje van verdachte zeden haar dagelijksch brood en voor een jongmensch kan het beteekenen de omgang met de meisjes van elk der drie categoriën. Het hangt er alleen vanaf, door wie het gezegd wordt en hoe het wordt uitgesproken. Wanneer men echter zegt, dat de Hagenaar graag uitgaat, moet men daaronder verstaan, dat hij zich gaarne buitenshuis vertoont en wanneer dit niet in schouwburgen en thea ters is, is het in CaféCentral. Wij kennen slechts n Café! Het is, wat in Amsterdam is: De Nieuwe Karseboom", waar men zich onder oorverdoovende muziek in een gedrang van menschen bevindt, waarvan ge meent, dat allen u iets verkoopen willen, een hoed vór u, een ring met diamanten naast u, een broodje met pekelvleesch achter u, rauwe biefstuk of jonge worteltjes schuin achter u, hand schoenen, blikjes sardines, dassen, speelgoed, garen en band, enz. enz.; of wat Mille Colonnes is, waar de bezoekers vaak in hunne ringen diamanten dragen, die ze zelf geslepen hebben, of wat Polen is, waar zakenlui onder een borrel of een glas bier een goede koop bespreken of een belangrijk contract afsluiten; of wat Trianon is, waar de deftige burgers met hunne dames een kopje koffie drinken na het eten; of wat de Bordelaise is, waar de pikante dametjes zijn te zien met lichtzinnige jongelieden ; of wat Kras is, waar de provincialen de groote hall met bloemen bewonderen; of wat Schiller is, met z'n extra goede bier. Dit alles tegelijk is bij ons Central. En dan heeft men er nog de kleurlingen, de half Javanen, de Chineezen, de Japanners en het geheele vreemdelingencontingent. Maar we gaan er niet na winkelsluiting een stukje muziek hooren, noch zaken be spreken, of contracten afsluiten, of rustig een kopje koffie drinken in een mondain ingericht restaurant, of pikante meisjes be kijken, met lichtzinnige jongelieden, of eens een extra lekker glaasje bier drinken; we gaan er heen om uit te gaan, onze Haagsche roeping getrouw. En daarvoor dringen we om kleine tafeltjes en nemen plaats naast onbekenden, naast kleur- of vluchtelingen en verschuiven onze stoeltjes om onze leveranciers te laten pas seeren en betalen met extra prijzen slechte consumpties, omdat we er muziek genieten. Die muziek belet ons elke conversatie, het geen zeer goed is, want in het gezelschap der vreemdelingen zou die toch niet met de gewenschte intimiteit te voeren zijn. Ze verbergt ook vaak het gebrek aan conversatie die ons vaak het huis ontvluch ten doet. Daarom is de muziek er extra krachtig en wordt versterkt door r m zanger met een stem \ .\-\ ongemeenen omvan~. Zoo teekenen we a v , aan avond de ac:: présence. Ge kunt dit r i '-rgrijpen, Amst.vd.i.i. .ui. Teekening van Is. van Mens die zoo nu en dan eens naar een koffiehuis gaat, omdat ge er uw biljartpartner vindt, of in Polen uw zakenvrinden treft, of uw bieravond hebt eens per week in de Quelle en er niet aan denken zoudt daar vrouw en kinderen mee heen te nemen; die hoogstens eens op een warmen zomeravond met uw logéop het Leidscheplein gaat zitten, maar dan toch nooit aan een tafeltje met veel kleurige gasten zoudt gaan plaats nemen. Maar ge vergeet, dat wij in Den Haag het voorrecht hebben, tot de uitgaande wereld te behooren en dat we niet altijd rijk genoeg zijn, om ons een souper in de Twee Steden te veroorloven. Ge weet, dat het zich vertoonen voor ons een halve verplichting is. ARI ONZE PUZZLE HET RINGRAADSEL Oplossing. Langendijk zou het wel gelaten hebben, in zijn Wiskunstenaars" zoo te smalen van Hij weet van algebra noch hemelteekenen," indien hij het pak brieven en briefkaarten voor zich had gezien van wiskunstenaars", die het, in ons blad van 2 dezer voorge komen Ringraadsel hebben opgelost, met nogal varianten. Het was voor onzen rebus redacteur een Ringenrij (deze variant is van hém) waar schier niet was door te komen; de Ring der Nibelungen" heeft niet mér aangetrokken misschien dan onze ring, met de vraag: wie heeft hem aangetrokken, aan welke hand, aan welken vinger, aan welk lid ? Het was een mer a boire", al die oplos singen het waren eenige honderden te doorworstelen. Enkele inzenders verscholen zich achter initialen; al waardeeren wij de bescheidenheid, meenden wij toch oplossingen van anonymi buiten beschouwing te moeten laten. Met nogal varianten, wij herhalen 't, werd het vraagstuk opgelost (elk vogeltje zingt zooals het gebekt is). Goed waren de oplos singen van K. B. te Veendam; H. v. M., Putten o/d. Veluwe; J, v. d. B. Oud-Beier land; E. J. v. d. B., Midwoud; M. J. H., Numansdorp; A. M., fort Veldhuis bij Uitgeest; B.v. C., Hilversum; S. H., Lr.euw.irden; W. T., Rotterdam; M. d. R., Brielle; N. S., Leiden; A. J. J., Amsterdam; A. H., id.; E. F., id.; Ph. O. V., id.; mej. J. H. P., id.; J. v. H., id. De meest gangbare formule was lOOOx + lOOij + lOz + a (x nummer van den persoon; ij = 2 pfl, rechter- of linkerhand; z = nummer van den vinger; a nummer van het vingerlid.) Het getal, dat men vindt, wordt steeds (10 [10 (5 (?x + 5) + 10 + ij} + z] ) + a = lOOOx + 35X30 + lOOij + lOz + a 3500 af ' ~ïx~+10Ój + lOz + a zoodat 12 a 5 3 voorstelt: 12e persoon, rec^er' md, nink, 3e lid. D- i- ijs (hoekwerk) is bij loting toegek~r.j r. xn M. J. H. te Numansdorp.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl