Historisch Archief 1877-1940
30 Dec. '16. No. 2062
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
OOSTEBBEEK
MEUBILEERINGEN
De
M
Financieel Nieuwsblad
Singel 342, A'dam
TELEFOON N. 6925
bevat steeds actueele arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, nitlotingen
van premieleeningén,
producties, koerslij at enz.
Abonnement slechts |so| ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
KUNSTHAND WEVEN.
Geïllustreerde Handleiding ten gebruike van school en huis
voor het aanleeren der technieken van Kunst- en
Spoelweven op den handweefstoel,
door ELIS. M. EOGGE en LOÜISE E. WILDT.
Prfls, gecart /1.90. Uitgave van VAM HOLKBMA & WABBNDOBF, A' larr.
^^^^m^~~~~~^^imm*l^^^^^^^^^~~~~~m^~~-~im^Tn^^^^^^^m^^^*mfÊ^rjnmmmm ~nn nm
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
ei«|t jnn I-V. fflaatjj. tot Exploit. van Het Oosterpark
l a lauuii Djrj j mmm k OTTQ mm
Tel. Int. 38 & 48
DE BILT
MmH.EmniMM«T»fflMPFIi
- HOLLAND
?EJI&T inwin n umin wniufm
f :500.
775.
875.
noo.EN H006ER
infFEf u iirisna n ninms OF YILII roon:
f 250.
*
290.
425.
550.
675.EN HOOGER
? AMSTERDAM
N. Z. VOORBURGWAL 274
e. h. NlMw»v. d. Dag Int. T»l. 5974
- VRAA9T PRIJSCOURANTEN
TAMINIAÜ'S
? JAM ?
BOUWT
TE NUNSPEET
MOOIE BOSCHRIJKE TERREINEN
SPOOR, TRAM, ELECTR1SCH
LICHT, TELEPHOON
INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE"
MIDDENS
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
f 5.-.
Coupear-reiziger
te ontbieden.
LIBERTYs
M E.TZ. Bc CO
AMSTERDAM
SCRAVEMHAOE
RUI
GEÏLLUSTREERDE
CATALOGUS
F R. A, M C O
DINSDAG 2 JANUARI
iHiiMiiiiimiimiimmiimiiiiiMiHiiiii
gres, waarop de bepalingen moesten wor
den vastgesteld, die een oorlog zouden
beëindigen, dat van Berlijn, in 1878; voor
dat dat samenkwam, had Bismarck, in over
leg met Rusland en Engeland, al bedisseld
wat er zou worden besloten. Zoo zal het
nu ook misschien gaan met het vredescon
gres, dat aan den Europeesche verwarring
een einde zal maken. Als de eerste verga
dering daarvan wordt geopend, is het fun
dament van den vrede al gelegd.
Ook de nota, door president Wilson tot
de oorlogvoerende-mogendheden gericht, is
vermoedelijk een onderdeel van een diplo
matiek spel, dat met echte
tooneelopvoeringen dit gemeen heeft, dat de toeschouwer
in het parterre er een anderen indruk van
krijgt dan de man, die achter de coulissen
staat.
Wat Wilson met die nota bedoelt nu,
op dit oogenblik c'est clair comme du
chocolat.
Maar zal iemand zeggen dat is toch
zoo klaar als een klontje: hij noodigt de
oorlogvoerende partijen uit om hare
vredesvoorwaarden bekend te maken.
Zeker, dat doet hij. Maar zou iemand
meenen, dat de uitnoodiging, door Wilson
gedaan, de oorlogvoerenden er toe zal bren gen,
open kaart te spelen,
wanneer zij daar zelf geen plan op hadden?
Wilson heeft in zijne nota uitgesproken,
wat door de overgroote meerderheid der
onzijdigen wordt gehoopt. Maar hunne
wenschen zullen geen invloed uitoefenen op de
besluiten der oorlogvoerenden: die gaan
alleen te rade met wat zij hun belang achten.
Het belang van Duitschland eischt, dat het
nu bereidheid tot vrede toont, nu de
oorlogskaart in zijn voordeel is en de rampen
van den oorlog allerwege zoozeer gevoeld
worden, dat het verlangen om uit deze
ellende te geraken, sterker begint te worden
dan de wensch om den oorlog voort te
zetten tot een definitieve overwinning.
Maar voor Engeland en zijne bondgenooten
zou het, indien zij alleen met het politiek
belang rekening hielden, gewenscht zijn vol
te houden, totdat aan Duitschland de vrede
kan worden opgelegd.
Dat is helder uiteengezet in een dezer
dagen verschenen boek van J. W. Headlam,
den auteur van The history of twelve days"
(24 Juli?4 Aug. 1914), een van de beste
werken, die over de onmiddellijke voorge
schiedenis van den oorlog zijn verschenen.
Het boek, dat ik bedoel, heet The issue"
(London, Constable and Company) en bevat
een aantal artikelen, door Headlam in de
Nineteenth Century and After en in de
Westminster Gazettc gepubliceerd, alle handelende
over de meeningen, die toonaangevende
politici en vereenigingen in Duitschland van
tijd tot tijd hebben geuit over de voorwaar
den van den toekomstigen vrede. Nieuw is
imiiiiiiliiliiniiliiiiiiiiiiiimiii
De Gevangenbewaarder Gevangen
DOOR
MAUR1TS WAGENVOORT
Wat denkt gij wel: zou Fritz Thalbach
een schurk wezen ? Hij is een lam. Lamme
ren lijken niet heel erg intelligent: de goede
Fritz Thalbach is|slechts dom, en naief boven
dien. Een pummel uit de Beiersche bergen,
met genoeg schoolonderwijs en voldoende
plichtsgevoel om in Duitschlands militairen
dienst op te klimmen tot Feldwebel.".
Het is U gelukkig slechts bij overlevering,
bekend, dat de Herr Feldwebel in het rijk
der Kultur een personage is met wien niet
te spotten valt. Zeker, hij heeft z'n chefs;
dien likt hij de hielen; maar hij heeft ook
zijn ondergeschikten; die vloekt hij stijf,
wanneer hij hen niet onthaalt op muilpeeren
en dergelijke sappigheden. Fritz Thalbach
was een juweel van een Feldwebel: de lust
van alle Leutnants; de ontzetting zijner
minderen". Fritz Thalbach, getrouwd en
vader van kinderen, behoorde al tot de
Landwehr. Dit was de oorzaak, dat hij van
den oorlog niets anders gezien had dan de
Fransche gevangenen, die hij met zijn man
schappen Jin het Beyerschüfort X te be
waren kreeg.
En nog eens: denk toch niet, dat de goede
Fritz Thalbach een schurk is. De oorlog heeft
ons geleerd, dat de gelukkige bewoners van
het Duitsche Rijk onfeilbaar zij n. Es ist nicht
alleen het hoofdstuk ter inleiding; daaraan
ontleen ik de bezwaren, die Headlam te
berde brengt tegen het sluiten van vrede
met een Duitschland, dat zich ,niet over
wonnen gevoelt.
Duitschland, zoo betoogt hij, zou er dan
op roemen, dat het stand had gehouden
tegen de machtigste coalitie, die ooit ter
wereld is gevormd. Tijdens dezen oorlog is
de herinnering aan de dagen van Frederik
de Qroote in Duitschland zeer levendig
geworden; de kracht van weerstand, door
Frederik getoond tegen de coalite, die des
tijds Pruisen bedreigde, is het fundament
genoemd, waarop een eeuw later het gebouw
van Pruisen's expansie kon worden opge
trokken. Zoo zou het ook nu gaan na een
oorlog, waarin Duitschland de coalitie van
Rusland, Frankrijk, Engeland, Italië, België,
Servië, Montenegro en Roemenië had weer
staan. Het zou weten, dat het bij een nieuwen
oorlog sterker zou staan, dan in dezen, en
zijne vijanden zwakker. Want, indien de
coalitie, die tijdens ' den tegenwoordigen
oorlog is gevormd, niet tot volkomen succes
leidt, zal zij nooit weer tot stand worden
gebracht.
Een oorlog zonder beslissend resul
taat zal daarom voor Duitschland een
overwinning zijn.
Het zal in de toekomst zijne positie in
Midden-Europa versterken en zich voorbe
reiden voor den volgenden oorlog, die tegen
Engeland gevoerd zal worden, en waarin
Engeland niet zal kunnen rekenen op de
hulp van zijne tegenwoordige bondgenoo
ten. Zelfs al zouden Nederland en België
bij het uitbreken van dien oorlog in theorie
nog volmaakt onafhankelijk zijn, zij zouden
terstond door de Duitsche legers worden
overstroomd; de aanval op Engeland zou
geschieden niet alleen uit den mond van
den Wezer en de Elbe, maar ook uit dien
van den Rijn en de Schelde.
Zoo er thans vrede werd gesloten, zonder
dat die aan Duitschland was opgelegd, zou
den daar twee dingen uit voortvloeien : ver
meerdering van macht voor Duitschland,
3n de zekerheid voor een nieuwen oorlog
tusschen Duitschland en Engeland. Maar
bovendien zou Duitschland nog meer dan
reeds vór 1914 het geval was, overtuigd zijn
geworden van de wezenlijke waarde van
wat door Engeland militarisme wordt ge
noemd. Het bewijs zou zijn geleverd, dat
Duitschland door het leger, en door het
leger alleen gered was, en dat het daarom
moest voortgaan op het leger te vertrouwen
voor zijn bestaan en zijn veiligheid. In de
vredesjaren, die na dezen oorlog zullen
volgen, zou Duitschland al zijne wetten en
instellingen ondergeschikt maken aan de
perfectioneering van zijne militaire macht.
Wanneer, zooals inderdaad het geval is, het
einddoel van den oorlog, dien wij thans
wahr, dat zij, wanneer en waar zij over
overwonnenen de macht in handen hebben,
het Vac victis der oude barbaren toepassen.
Fritz Thalbach was zich van hardheid noch
slechtheid bewust, wanneer hij de Fransche
gevangenen koeieneerde als honden, en vond,
dat zij eigenlijk nog veel te goed behandeld
werden, doordien hij de niet zachtzinnige
voorschriften hem door zijne Meeren
Meerderen" met Hoofdletters, k in zijn
waardeertng, nog een schakeerinkje stroe
ver en harder maakte. Die Franzosen waren
nu eenmaal de vijanden van het heilige
Duitsche Rijk, en hij kende nog zoo goed,
dat lieve Duitsche rijmpje van het begin
van den oorlog : Für /eden Russ, dn Sc/msz;
? r j eden Brilt, ein Trilt; für jeden Franzos,
ein Stoss. Zoodat hij het den Franschen, die
een hem goedgezind lot hem had toever
trouwd, mér aan brood dan aan stompen liet
ontbreken, terwijl hij er voor zorgde, dat er
ook een versnapering voor hém overschoot,
wanneer zij zich uit eigen middelen zoo iets
konden permitteeren. Menigen gevangene
gaf hij wat hem niet en onthield hij wél
toekwam. En dan daarbij te weten, dat hij
zoo lekker zijn goede hart aan hen kon op
halen, wijl zij toch zoo goed als machteloos
tegenover hem stonden. O, ik kan u zeggen,
Fritz Thalbach deed zijn plicht. Zijn M-M.
Meerderen" waren tevreden over hem'en dus
de Fransche gevangenen op het Fransche
fort X móesten tevreden zijn, dat zij een zoo
Pflichtgetreuen dikkerd, blozend van gezond
heid en bier, tot bewaker hadden gekregen.
Maar de oorlog duurde eigenlijk k te
lang naar den zin van onzen braven Fritz
Thalbach. Behalve tal van andere
narigheden, zag hij met schrik het steeds drei
gender spook, dat ook hij mee moest naar
het front. Natuurlijk, hij wasén held. Maar
niet overdreven. Hij wenschte liever für
Kaiser nnd Vaterland te leven dan te ster
ven. Wie begrijpt zulk een gepasten wensch
voeren, de vernietiging van het militarisme
moet zijn, dan kan dit doel alleen bereikt
worden door den geest van het militarisme
bij het Duitsche volk uit te roeien, en de
eenige manier, waarop dit kan geschiede^
is: het Duitsche leger te verslaan.
Er wordt veel ge*proken over de voor
waarden van een eventueelen vrede; maar
niet daar komt het eigenlijk op aan;
waar het op aankomt, is dat de overwinning
wordt behaald.
Laat elk, die dit betwijfelt, indachtig zijn
van wat er in 1814 en 1815 is gebeurd bij
den val van Napoleon. Toen was Frankrijk
niet alleen verslagen, maar binnen twaalf
maanden tijds hielden twee malen de legers
der geallieerden hun intocht in Parijs. De
Franschen hebben toen geleerd en zij
hebben dat nooit vergeten welke straf
een volk wacht, dat zich laat verblinden
door de daden van een Napoleon.
Maar tevens moeten wij dit niet uit het
oog verliezen: juist de volkomenheid van
de overwinning der geallieerden en de
geheele vernietiging op dat oogenblik van
Frankrijk's militaire macht heeft het den
bendgenooten mogelijk gemaakt,
vredesvoorwaarden toe te staan, waardoor Frank
rijk bleef wat het 25 jaren vreeger was ge
weest, voordat de oorlogen van het revolu
tie-tijdvak begonnen.
Zoo spreekt een Engeïschman, die mag
worden beschouwd als een tolk van de
meeningen en gevoelens van de meerderheid
van het Engelsche volk, van allen, die het
optreden van Lloyd George als premier heb
ben [toegejuicht, omdat zij een krachtiger
leiding van den oorlog wenschten.
De woorden, waarmede Headlam zijn in
leiding besliïit: Op de voorwaarden van
den vrede komt het niet aan. Geen voor
waarden kunnen de veiligheid van Europa
verzekeren tegen een niet verslagen Duitsch
land ; tegen een verslagen Duitschland is
geen kunstmatige veiligheid noodig, omdat
de grootste veiligheid zal bestaan in
het besef van het Duitsch volk, <Jat het
verslagen is"
die woorden geven vermoedelijk aan, hoe
in Engeland de meerderheid denkt over het
sluiten van vrede bij een onbeslisten stand
van den oorlog
Maar alleen dan is de Engelsche regeering
bij een weigering van het Duitsche
vredesaanbod tegenover haar volk verantwoord :
wanneer zij, menschelijkerwijs gesproken,
de zekerheid heeft, dat een voortzetting van
den oorlog tot een besliste overwinning zal
leiden, en dat dit doel zal worden bereikt
binnen jaar en dag, zoodat de ziekte van
het Duitsche militarisme niet zal worden
uitgeroeid door een geneesmiddel, erger dan
de kwaal.
27 Dec. 1916 G. W. KERNRAMP
niet ? Ook voelde hij er niets voor om fiir
Kaiser und Vaterland gewond te worden.
Het leven, immers, is zoo schoon alsj men
gezond en gaaf van lijf en leden is, en men
heeft vrouw en kinderen en zijn dagelijksch
Bier'l daarbij. Echter, de oorlog had kwade
kansen : zooveel had hij er op het veilige
fort X al van gezien. Hij kon gedood wor
den : afschuwelijk; gewond: afgrijselijk;
verminkt; ihij mocht er niet aan denken.
Ook worden gevangen genomen!
Van alle slechte kansen, was dit de minst
slechte. Want ofschoon Fritz Thalbach wel
eenige idee had van wat het kon zijn: ge
vangene in een vijandelijk land te wezen,
hij had al opgemerkt, dat die t-'ranzosen
toch niet de kwaadsten waren, en meestal
wel vroolijk konden zijn, en soms leutig,
zelfs in gevangenschap. Indien hij dan toch
naar het front moest, dan toch de kwade
kansen van den oorlog moest ondergaan,
dan had hij het liefste, dat hij naar het
Fransche front gezonden werd. Want op het
Russische, al was daar toen nogdegr
teHindenburg, had hij het heel en al niet begrepen.
En dan: de goede kerel nam zich voor de
kwade kansen jvan den oorlog zooveel het
in x.ijn macht was voor zich te verminderen.
Hij wenschte te blijven leven ... fiir Kaiser
und Vaterland, en wanneer hij dan toch
kwade kansen had te loopen, kon het lot,
dat hem gustig was geweest, hem wel de
gevangenschap schenken bij de Franzosen,
een korte gevangenschap natuurlijk. Want
wir, Deutschen," zouden gauw siegen. Wat
was er dan tegen, dat hij het vriendelijke
lot een handje hielp, en van zijn kant z'n
best deed om bij de Franzosen gevangen
te raken...'. als hij dan toch een kwade
kans moest loopen?
^.Die Beijersche boerenhersenen S hebben
geen wijd veld van werkzaamheid, maar
daar binnen is de ontginning tamelijk goed.
Tegen den tijd, dat Fritz Thalbach naar het
Wells en de Polen
Aldus luidde het opschrift van een artikel
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant 1) dat
ondergeteekende, en anderen met hem, niet
zonder bevreemding hebben gelezen. Het
gaf een samenvatting van Wells' ideeën die
niet te rijmen viel met hun voorstelling van
den schrijver van Marriage, The Passionate
Friends, The Research Magnificent e. a. Het
beeld dat daar van Wells gegeven werd had
misschien geleden op de lange reis die het
had gemaakt naar de kolommen van de N.R.C.
Want het Engelsche origineel was eerst
vertaald door Mazereau, die vertaling was
verschenen in La Victoire van Heryé, daar
tegen had het Poolsche dagblad Kurjer Nowy,
dat te Pertrograd verschijnt, een polemiek
gevoerd, aan die polemiek had het Poolsche
persbureau in den Haag een en ander ont
leend", en dit ontleende was het bovenge
noemde artikel in de N.R.C. Daar lazen dan
vereerders van Wells tot hun verbazing: 1)
"Het is een der paradoxen van dezen oor
log zegt Wells dat het er naar uitziet
alsof Engeland oorlog voert tot verdediging
der kleine naties. Maar dat is een grove
vergissing. In den grond beschouwt' de
Engelschman die nationaliteitsideeën als een
lastpost en de gropte bewegingen der natio
naliteit als tamelijk idioot en onzinnig." 2)
De onafhankelijkheid der kleine naties
zegt Wells is niets dan een dwaas kin
derspelletje met verschillende postzegels en
verschillende gekleurde vlaggetjes." 3) Wells
wil beginnen met Polen voortaan dood te
zwijgen, omdat dit probleem het minst po
pulair is."
Ik heb er de moeite en het geduld voor
over gehad om mij in het bezit te stellen
van La Victoire waarin volgens het Poolsche
persbureau in den Haag Wells zich aldus
zou hebben uitgelaten. En tot mijn voldoe
ning kan ik hier verzekeren dat de onder
(3) aangehaalde zinsnede uit geen enkel woord
van den Franschen tekst te lezen is. Integen
deel : de schrijver zegt duidelijk : Les anglais
croient désirable que les affaires irlandaises
soient aux mains des Irlandais, les affaires
polonaises aux mains des Polonais, celles
des Serbes aux mains des Serbes, etc. lis
croient a la vertu du home rule pour Ie
monde entier."
Wat kan dan den toorn van de Kur/er
Nowy hebben gaande gemaakt? Indien het
geen Poolsche Toekomst is, maar een
onvorvalscht Poolsch orgaan, dan moet het ijveren
voor een Polen waarvan het Engelsche volk
niet weten wil, voor ,,une Pologne
romantique, s'étendant de Pétrograd a Breslau."
Want het is tegen les passions nationales"
dat Wells een waarschuwende stem verheft,
niet tegen het nationaliteitsgevoel zelf. Le
principe des nationalités est un bon guide,
rnais un mauvais maitre," in die woorden
min mm iiiiiiiiifiiiimin Min miiiimmimiimmiii
front moest, was hij heel lief jegens z'n
lieve Fransche gevangenen, en wijl hij hun
zijn vermoeden, wat? zijn verwachting
wat? zijn overtuiging kenbaar maakte,
dat hij vroeg of laat, liever vroeg dan laat,
gevangene zou worden in hun land, vroeg
hij hun voor deze gebeurlijkheid een be
schreven papiertje ten bewijze, dat hij altijd
zeer goed en vriendelijk en vol plichtsijver
jegens hen was geweest. Want ook deze
overtuiging bezat hij: de Franzosen hadden
niet het minst over hem te klagen. Uitmun
tende kerel, die Fritz Thalbach!
Maar terwijl de Franzosen in hun gevan
genschap wel wat Duitsch hadden geleerd,
kende Fritz Thalbach van het Fransen enkel
de woorden pon; Hij kon bij voorbeeld
zeggen;pon Kamrad;" hij wist ook wat maanschee
was, en wat poire beteekende. Met eten"
en drinken" in het Fransch komt", zegt
een oud liedje ongeveer, men heel de
wereld rond". Van zijn Fransche vrienden
kreeg hij het volgende aanbevelingsbriefje
mee:
Wij, Fransche gevangenen in de
casematten van het fort X., hebben den sergeant
Fritz Thalbach, over ons gesteld als bewaker,
bevonden te zijn een onbetrouwbaar en
belangzuchtig individu, dat ons te kort ge
daan heeft bij alle inkoopen, welke wij
slechts door zijn tusschenkomst konden
doen. Strooplikker zijner meerderen,
hondsvot, bespieder, verklikker, heeft hij ons de
gemeenste poetsen gebakken. Wij bevelen
hem aan voor een straf door onze
krijgsmakkers in wier handen hij mocht komen
te vallen. Hij verdient afgeranseld te worden
zonder genade".
Met deze aanbeveling in optima forma
was Fritz Thalbach zijn koning te rijk. In
het veiligste zakje van zijn uniform ver
borgen trok hij er mee ten velde, en, ofschoon
niet onmiddellijk, het lot was hem ook voor
Verdun gunstig. Hij slaagde er in te blijven
heeft Wells zijn bedoeling samengevat: wij
eerbiedigen het volk dat in zijn gevoel van
eigenwaarde het richtsnoer van zijn daden
vindt, maar het volk waarin het nationali
teitsgevoel tot een allesbeheerschenden harts
tocht wordt is een gevaar voor den toe
komstigen vrede van Europa waarvoor Enge
land en zijn bondgenooten strijden. C'est
l'unification de l'Europe sur la base des
nationalités, et non son miettement que
recherche l'Angleterre."
Het spreekt dan ook van zelf dat Wells
die zoo schreef in datzelfde artikel niet
beweerd kan hebben dat de onafhankelijk
heid der kleine naties niets is dan een dwaas
kinderspelletje met verschillende postzegels
en verschillende gekleurde vlaggetjes". Deze
woorden hebben niet die algemeene strek
king, maar doelen uitsluitend op de lersche
rebellie, die Wells als voorbeeld aanhaalt
van dat roerig, hartstochtelijk nationalisme
dat niet leidt maar beheerscht: Aucun
Anglais n'a encore dit librement ce qu'il
pensait de la recente révolte de Dublin, n'a
donnéla mesure entière de notre dégout, de
notre mépris pour ces absurdes petits
drapeaux a quatre couleurs, ces timbres-poste
puérils et autres pitoyables accessoires qui
devaient serviri a'; poignarder l'Angleterre
et l'Europe dans Ie dos, en pleine et suprême
crise des affaires européennes".
Een Nederlander moge daarover anders
denken, maar dat is hier de zaak niet. Hier
geldt slechts de vraag of het Poolsche pers
bureau van die woorden, waarin Wells zijn
toorn over Ierland uitte, de algemeene be
wering mocht maken dat de onafhankelijk
heid der kleine naties (volgens Wells) niets
is dan een dwaas kinderspelletje met
verschjllende postzegels en verschillende ge
kleurde vlaggetjes". En kent de Redactie
van de N. R. Ct. den idealist Wells zoo
slecht dat zij zonder kritiek de slotsom kon
drukken die het Poolsche persbureau, of de
Kurjer Nowy, uit Wells' aldus verdraaid
betoog dorst te trekken: Het is eenvoudig
een bewijs van zich kleinvoelen, van terug
trekken: een mensch moet zich geen doel
en geen taak laten opdringen, die niet
onmiddellijk verband houden met zijn eigen
belangen".
Hoe kan de Redactie van De Nieuwe
Rotterdamsche Courant, zich over een man
als Wells laten inlichten' door het Poolsche
persbureau in den Haag?1'
Bovenstaand schrijven is aan de Redactie
van de N. R. C. gezonden, maar niet geplaatst.
Ik kan in die weigering niets anders zien
dan een verklaring dat de Redactie het
onrecht den Engelschen schrijver aangedaan
voor haar rekening neemt.
Den Haag A. J. BARNOUW
1) 16 Nov. 1916.
leven .... für Kaiser und Vaterland, en zich
door het opsteken zijner beide armen, zoo
hoog mogelijk, en bij de eerste gelegenheid,
welke hem gunstig" was, in Fransche ge
vangenschap te komen. En al dadelijk viel
hem dat mee; die Franzosen bleken te zijn
pons tiaples". Heelemaal geen mishande
ling van hun kant. Nu ja, vriendelijk ont
vingen zij hem nog niet. Maar dat zou wel
komen, als hij hun maar eerst zijn
recomdatiebrief had laten lezen. Met veel zeg
gende gebaren van geheimzinnigheid en
dat zij nog een oogenblik hun oordeel
over hem, Fritz Thalbach, hadden op te
schorten, diepte hij uit zijn borstzak het
onderwijl tamelijk vuil geworden briefje
zijner vroegere Fransche... hum!... vrienden
op, en onder het nadrukkelijk zeggen van
pon Kamerad" gaf hij het over. Een gelach,
dat men in de Duitsche loopgraven ha
kunnen vernemen, indien het kanongebulder
het geluid niet verdoofd had, maakte zich
van de Fransche troepen meester, toen een
der poilus het voorlas. En Fritz was opge
togen over de uitwerking van het briefje:
zijn rood biergezicht begon te glimmen van
blijdschap, en hij riep maar: pon Kamerad!"
-?pon Kamerad!"
Qui rit est désarmézeggen ze daar ginds:
die lacht is ontwapend." De Franschen
voelden zich inderdaad ontwapend over
zooveel frissche en zelftevreden naieveteit,
en wijl zij het leven der Duitsche gevangen
schap nog niet kenden, gaven zij geen ge
volg aan de welmeenende uitnoodiging
hunner gevangen landgenooten om dien
besten Fritz Thalbach een pak ransel te
geven.
Uitmuntende kerel! Hij is blij, dat hij kan
blijven leven... fiir Kaiser und Vaterland.
* S *