De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1916 30 december pagina 3

30 december 1916 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

30 Dec. '16. No. 2062 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND OOSTEBBEEK MEUBILEERINGEN De M Financieel Nieuwsblad Singel 342, A'dam TELEFOON N. 6925 bevat steeds actueele arti kelen, betrouwbare cor respondentie, nitlotingen van premieleeningén, producties, koerslij at enz. Abonnement slechts |so| ets. per kwartaal. Vraagt gratis Proefnummers KUNSTHAND WEVEN. Geïllustreerde Handleiding ten gebruike van school en huis voor het aanleeren der technieken van Kunst- en Spoelweven op den handweefstoel, door ELIS. M. EOGGE en LOÜISE E. WILDT. Prfls, gecart /1.90. Uitgave van VAM HOLKBMA & WABBNDOBF, A' larr. ^^^^m^~~~~~^^imm*l^^^^^^^^^~~~~~m^~~-~im^Tn^^^^^^^m^^^*mfÊ^rjnmmmm ~nn nm Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te Lage prijzen, mooie wegen, gas, electr. licht, water. ei«|t jnn I-V. fflaatjj. tot Exploit. van Het Oosterpark l a lauuii Djrj j mmm k OTTQ mm Tel. Int. 38 & 48 DE BILT MmH.EmniMM«T»fflMPFIi - HOLLAND ?EJI&T inwin n umin wniufm f :500. 775. 875. noo.EN H006ER infFEf u iirisna n ninms OF YILII roon: f 250. * 290. 425. 550. 675.EN HOOGER ? AMSTERDAM N. Z. VOORBURGWAL 274 e. h. NlMw»v. d. Dag Int. T»l. 5974 - VRAA9T PRIJSCOURANTEN TAMINIAÜ'S ? JAM ? BOUWT TE NUNSPEET MOOIE BOSCHRIJKE TERREINEN SPOOR, TRAM, ELECTR1SCH LICHT, TELEPHOON INLICHTINGEN Mij. DE VELUWE" MIDDENS S.B. gereed en naar maat vanaf f 5.-. Coupear-reiziger te ontbieden. LIBERTYs M E.TZ. Bc CO AMSTERDAM SCRAVEMHAOE RUI GEÏLLUSTREERDE CATALOGUS F R. A, M C O DINSDAG 2 JANUARI iHiiMiiiiimiimiimmiimiiiiiMiHiiiii gres, waarop de bepalingen moesten wor den vastgesteld, die een oorlog zouden beëindigen, dat van Berlijn, in 1878; voor dat dat samenkwam, had Bismarck, in over leg met Rusland en Engeland, al bedisseld wat er zou worden besloten. Zoo zal het nu ook misschien gaan met het vredescon gres, dat aan den Europeesche verwarring een einde zal maken. Als de eerste verga dering daarvan wordt geopend, is het fun dament van den vrede al gelegd. Ook de nota, door president Wilson tot de oorlogvoerende-mogendheden gericht, is vermoedelijk een onderdeel van een diplo matiek spel, dat met echte tooneelopvoeringen dit gemeen heeft, dat de toeschouwer in het parterre er een anderen indruk van krijgt dan de man, die achter de coulissen staat. Wat Wilson met die nota bedoelt nu, op dit oogenblik c'est clair comme du chocolat. Maar zal iemand zeggen dat is toch zoo klaar als een klontje: hij noodigt de oorlogvoerende partijen uit om hare vredesvoorwaarden bekend te maken. Zeker, dat doet hij. Maar zou iemand meenen, dat de uitnoodiging, door Wilson gedaan, de oorlogvoerenden er toe zal bren gen, open kaart te spelen, wanneer zij daar zelf geen plan op hadden? Wilson heeft in zijne nota uitgesproken, wat door de overgroote meerderheid der onzijdigen wordt gehoopt. Maar hunne wenschen zullen geen invloed uitoefenen op de besluiten der oorlogvoerenden: die gaan alleen te rade met wat zij hun belang achten. Het belang van Duitschland eischt, dat het nu bereidheid tot vrede toont, nu de oorlogskaart in zijn voordeel is en de rampen van den oorlog allerwege zoozeer gevoeld worden, dat het verlangen om uit deze ellende te geraken, sterker begint te worden dan de wensch om den oorlog voort te zetten tot een definitieve overwinning. Maar voor Engeland en zijne bondgenooten zou het, indien zij alleen met het politiek belang rekening hielden, gewenscht zijn vol te houden, totdat aan Duitschland de vrede kan worden opgelegd. Dat is helder uiteengezet in een dezer dagen verschenen boek van J. W. Headlam, den auteur van The history of twelve days" (24 Juli?4 Aug. 1914), een van de beste werken, die over de onmiddellijke voorge schiedenis van den oorlog zijn verschenen. Het boek, dat ik bedoel, heet The issue" (London, Constable and Company) en bevat een aantal artikelen, door Headlam in de Nineteenth Century and After en in de Westminster Gazettc gepubliceerd, alle handelende over de meeningen, die toonaangevende politici en vereenigingen in Duitschland van tijd tot tijd hebben geuit over de voorwaar den van den toekomstigen vrede. Nieuw is imiiiiiiliiliiniiliiiiiiiiiiiimiii De Gevangenbewaarder Gevangen DOOR MAUR1TS WAGENVOORT Wat denkt gij wel: zou Fritz Thalbach een schurk wezen ? Hij is een lam. Lamme ren lijken niet heel erg intelligent: de goede Fritz Thalbach is|slechts dom, en naief boven dien. Een pummel uit de Beiersche bergen, met genoeg schoolonderwijs en voldoende plichtsgevoel om in Duitschlands militairen dienst op te klimmen tot Feldwebel.". Het is U gelukkig slechts bij overlevering, bekend, dat de Herr Feldwebel in het rijk der Kultur een personage is met wien niet te spotten valt. Zeker, hij heeft z'n chefs; dien likt hij de hielen; maar hij heeft ook zijn ondergeschikten; die vloekt hij stijf, wanneer hij hen niet onthaalt op muilpeeren en dergelijke sappigheden. Fritz Thalbach was een juweel van een Feldwebel: de lust van alle Leutnants; de ontzetting zijner minderen". Fritz Thalbach, getrouwd en vader van kinderen, behoorde al tot de Landwehr. Dit was de oorzaak, dat hij van den oorlog niets anders gezien had dan de Fransche gevangenen, die hij met zijn man schappen Jin het Beyerschüfort X te be waren kreeg. En nog eens: denk toch niet, dat de goede Fritz Thalbach een schurk is. De oorlog heeft ons geleerd, dat de gelukkige bewoners van het Duitsche Rijk onfeilbaar zij n. Es ist nicht alleen het hoofdstuk ter inleiding; daaraan ontleen ik de bezwaren, die Headlam te berde brengt tegen het sluiten van vrede met een Duitschland, dat zich ,niet over wonnen gevoelt. Duitschland, zoo betoogt hij, zou er dan op roemen, dat het stand had gehouden tegen de machtigste coalitie, die ooit ter wereld is gevormd. Tijdens dezen oorlog is de herinnering aan de dagen van Frederik de Qroote in Duitschland zeer levendig geworden; de kracht van weerstand, door Frederik getoond tegen de coalite, die des tijds Pruisen bedreigde, is het fundament genoemd, waarop een eeuw later het gebouw van Pruisen's expansie kon worden opge trokken. Zoo zou het ook nu gaan na een oorlog, waarin Duitschland de coalitie van Rusland, Frankrijk, Engeland, Italië, België, Servië, Montenegro en Roemenië had weer staan. Het zou weten, dat het bij een nieuwen oorlog sterker zou staan, dan in dezen, en zijne vijanden zwakker. Want, indien de coalitie, die tijdens ' den tegenwoordigen oorlog is gevormd, niet tot volkomen succes leidt, zal zij nooit weer tot stand worden gebracht. Een oorlog zonder beslissend resul taat zal daarom voor Duitschland een overwinning zijn. Het zal in de toekomst zijne positie in Midden-Europa versterken en zich voorbe reiden voor den volgenden oorlog, die tegen Engeland gevoerd zal worden, en waarin Engeland niet zal kunnen rekenen op de hulp van zijne tegenwoordige bondgenoo ten. Zelfs al zouden Nederland en België bij het uitbreken van dien oorlog in theorie nog volmaakt onafhankelijk zijn, zij zouden terstond door de Duitsche legers worden overstroomd; de aanval op Engeland zou geschieden niet alleen uit den mond van den Wezer en de Elbe, maar ook uit dien van den Rijn en de Schelde. Zoo er thans vrede werd gesloten, zonder dat die aan Duitschland was opgelegd, zou den daar twee dingen uit voortvloeien : ver meerdering van macht voor Duitschland, 3n de zekerheid voor een nieuwen oorlog tusschen Duitschland en Engeland. Maar bovendien zou Duitschland nog meer dan reeds vór 1914 het geval was, overtuigd zijn geworden van de wezenlijke waarde van wat door Engeland militarisme wordt ge noemd. Het bewijs zou zijn geleverd, dat Duitschland door het leger, en door het leger alleen gered was, en dat het daarom moest voortgaan op het leger te vertrouwen voor zijn bestaan en zijn veiligheid. In de vredesjaren, die na dezen oorlog zullen volgen, zou Duitschland al zijne wetten en instellingen ondergeschikt maken aan de perfectioneering van zijne militaire macht. Wanneer, zooals inderdaad het geval is, het einddoel van den oorlog, dien wij thans wahr, dat zij, wanneer en waar zij over overwonnenen de macht in handen hebben, het Vac victis der oude barbaren toepassen. Fritz Thalbach was zich van hardheid noch slechtheid bewust, wanneer hij de Fransche gevangenen koeieneerde als honden, en vond, dat zij eigenlijk nog veel te goed behandeld werden, doordien hij de niet zachtzinnige voorschriften hem door zijne Meeren Meerderen" met Hoofdletters, k in zijn waardeertng, nog een schakeerinkje stroe ver en harder maakte. Die Franzosen waren nu eenmaal de vijanden van het heilige Duitsche Rijk, en hij kende nog zoo goed, dat lieve Duitsche rijmpje van het begin van den oorlog : Für /eden Russ, dn Sc/msz; ? r j eden Brilt, ein Trilt; für jeden Franzos, ein Stoss. Zoodat hij het den Franschen, die een hem goedgezind lot hem had toever trouwd, mér aan brood dan aan stompen liet ontbreken, terwijl hij er voor zorgde, dat er ook een versnapering voor hém overschoot, wanneer zij zich uit eigen middelen zoo iets konden permitteeren. Menigen gevangene gaf hij wat hem niet en onthield hij wél toekwam. En dan daarbij te weten, dat hij zoo lekker zijn goede hart aan hen kon op halen, wijl zij toch zoo goed als machteloos tegenover hem stonden. O, ik kan u zeggen, Fritz Thalbach deed zijn plicht. Zijn M-M. Meerderen" waren tevreden over hem'en dus de Fransche gevangenen op het Fransche fort X móesten tevreden zijn, dat zij een zoo Pflichtgetreuen dikkerd, blozend van gezond heid en bier, tot bewaker hadden gekregen. Maar de oorlog duurde eigenlijk k te lang naar den zin van onzen braven Fritz Thalbach. Behalve tal van andere narigheden, zag hij met schrik het steeds drei gender spook, dat ook hij mee moest naar het front. Natuurlijk, hij wasén held. Maar niet overdreven. Hij wenschte liever für Kaiser nnd Vaterland te leven dan te ster ven. Wie begrijpt zulk een gepasten wensch voeren, de vernietiging van het militarisme moet zijn, dan kan dit doel alleen bereikt worden door den geest van het militarisme bij het Duitsche volk uit te roeien, en de eenige manier, waarop dit kan geschiede^ is: het Duitsche leger te verslaan. Er wordt veel ge*proken over de voor waarden van een eventueelen vrede; maar niet daar komt het eigenlijk op aan; waar het op aankomt, is dat de overwinning wordt behaald. Laat elk, die dit betwijfelt, indachtig zijn van wat er in 1814 en 1815 is gebeurd bij den val van Napoleon. Toen was Frankrijk niet alleen verslagen, maar binnen twaalf maanden tijds hielden twee malen de legers der geallieerden hun intocht in Parijs. De Franschen hebben toen geleerd en zij hebben dat nooit vergeten welke straf een volk wacht, dat zich laat verblinden door de daden van een Napoleon. Maar tevens moeten wij dit niet uit het oog verliezen: juist de volkomenheid van de overwinning der geallieerden en de geheele vernietiging op dat oogenblik van Frankrijk's militaire macht heeft het den bendgenooten mogelijk gemaakt, vredesvoorwaarden toe te staan, waardoor Frank rijk bleef wat het 25 jaren vreeger was ge weest, voordat de oorlogen van het revolu tie-tijdvak begonnen. Zoo spreekt een Engeïschman, die mag worden beschouwd als een tolk van de meeningen en gevoelens van de meerderheid van het Engelsche volk, van allen, die het optreden van Lloyd George als premier heb ben [toegejuicht, omdat zij een krachtiger leiding van den oorlog wenschten. De woorden, waarmede Headlam zijn in leiding besliïit: Op de voorwaarden van den vrede komt het niet aan. Geen voor waarden kunnen de veiligheid van Europa verzekeren tegen een niet verslagen Duitsch land ; tegen een verslagen Duitschland is geen kunstmatige veiligheid noodig, omdat de grootste veiligheid zal bestaan in het besef van het Duitsch volk, <Jat het verslagen is" die woorden geven vermoedelijk aan, hoe in Engeland de meerderheid denkt over het sluiten van vrede bij een onbeslisten stand van den oorlog Maar alleen dan is de Engelsche regeering bij een weigering van het Duitsche vredesaanbod tegenover haar volk verantwoord : wanneer zij, menschelijkerwijs gesproken, de zekerheid heeft, dat een voortzetting van den oorlog tot een besliste overwinning zal leiden, en dat dit doel zal worden bereikt binnen jaar en dag, zoodat de ziekte van het Duitsche militarisme niet zal worden uitgeroeid door een geneesmiddel, erger dan de kwaal. 27 Dec. 1916 G. W. KERNRAMP niet ? Ook voelde hij er niets voor om fiir Kaiser und Vaterland gewond te worden. Het leven, immers, is zoo schoon alsj men gezond en gaaf van lijf en leden is, en men heeft vrouw en kinderen en zijn dagelijksch Bier'l daarbij. Echter, de oorlog had kwade kansen : zooveel had hij er op het veilige fort X al van gezien. Hij kon gedood wor den : afschuwelijk; gewond: afgrijselijk; verminkt; ihij mocht er niet aan denken. Ook worden gevangen genomen! Van alle slechte kansen, was dit de minst slechte. Want ofschoon Fritz Thalbach wel eenige idee had van wat het kon zijn: ge vangene in een vijandelijk land te wezen, hij had al opgemerkt, dat die t-'ranzosen toch niet de kwaadsten waren, en meestal wel vroolijk konden zijn, en soms leutig, zelfs in gevangenschap. Indien hij dan toch naar het front moest, dan toch de kwade kansen van den oorlog moest ondergaan, dan had hij het liefste, dat hij naar het Fransche front gezonden werd. Want op het Russische, al was daar toen nogdegr teHindenburg, had hij het heel en al niet begrepen. En dan: de goede kerel nam zich voor de kwade kansen jvan den oorlog zooveel het in x.ijn macht was voor zich te verminderen. Hij wenschte te blijven leven ... fiir Kaiser und Vaterland, en wanneer hij dan toch kwade kansen had te loopen, kon het lot, dat hem gustig was geweest, hem wel de gevangenschap schenken bij de Franzosen, een korte gevangenschap natuurlijk. Want wir, Deutschen," zouden gauw siegen. Wat was er dan tegen, dat hij het vriendelijke lot een handje hielp, en van zijn kant z'n best deed om bij de Franzosen gevangen te raken...'. als hij dan toch een kwade kans moest loopen? ^.Die Beijersche boerenhersenen S hebben geen wijd veld van werkzaamheid, maar daar binnen is de ontginning tamelijk goed. Tegen den tijd, dat Fritz Thalbach naar het Wells en de Polen Aldus luidde het opschrift van een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant 1) dat ondergeteekende, en anderen met hem, niet zonder bevreemding hebben gelezen. Het gaf een samenvatting van Wells' ideeën die niet te rijmen viel met hun voorstelling van den schrijver van Marriage, The Passionate Friends, The Research Magnificent e. a. Het beeld dat daar van Wells gegeven werd had misschien geleden op de lange reis die het had gemaakt naar de kolommen van de N.R.C. Want het Engelsche origineel was eerst vertaald door Mazereau, die vertaling was verschenen in La Victoire van Heryé, daar tegen had het Poolsche dagblad Kurjer Nowy, dat te Pertrograd verschijnt, een polemiek gevoerd, aan die polemiek had het Poolsche persbureau in den Haag een en ander ont leend", en dit ontleende was het bovenge noemde artikel in de N.R.C. Daar lazen dan vereerders van Wells tot hun verbazing: 1) "Het is een der paradoxen van dezen oor log zegt Wells dat het er naar uitziet alsof Engeland oorlog voert tot verdediging der kleine naties. Maar dat is een grove vergissing. In den grond beschouwt' de Engelschman die nationaliteitsideeën als een lastpost en de gropte bewegingen der natio naliteit als tamelijk idioot en onzinnig." 2) De onafhankelijkheid der kleine naties zegt Wells is niets dan een dwaas kin derspelletje met verschillende postzegels en verschillende gekleurde vlaggetjes." 3) Wells wil beginnen met Polen voortaan dood te zwijgen, omdat dit probleem het minst po pulair is." Ik heb er de moeite en het geduld voor over gehad om mij in het bezit te stellen van La Victoire waarin volgens het Poolsche persbureau in den Haag Wells zich aldus zou hebben uitgelaten. En tot mijn voldoe ning kan ik hier verzekeren dat de onder (3) aangehaalde zinsnede uit geen enkel woord van den Franschen tekst te lezen is. Integen deel : de schrijver zegt duidelijk : Les anglais croient désirable que les affaires irlandaises soient aux mains des Irlandais, les affaires polonaises aux mains des Polonais, celles des Serbes aux mains des Serbes, etc. lis croient a la vertu du home rule pour Ie monde entier." Wat kan dan den toorn van de Kur/er Nowy hebben gaande gemaakt? Indien het geen Poolsche Toekomst is, maar een onvorvalscht Poolsch orgaan, dan moet het ijveren voor een Polen waarvan het Engelsche volk niet weten wil, voor ,,une Pologne romantique, s'étendant de Pétrograd a Breslau." Want het is tegen les passions nationales" dat Wells een waarschuwende stem verheft, niet tegen het nationaliteitsgevoel zelf. Le principe des nationalités est un bon guide, rnais un mauvais maitre," in die woorden min mm iiiiiiiiifiiiimin Min miiiimmimiimmiii front moest, was hij heel lief jegens z'n lieve Fransche gevangenen, en wijl hij hun zijn vermoeden, wat? zijn verwachting wat? zijn overtuiging kenbaar maakte, dat hij vroeg of laat, liever vroeg dan laat, gevangene zou worden in hun land, vroeg hij hun voor deze gebeurlijkheid een be schreven papiertje ten bewijze, dat hij altijd zeer goed en vriendelijk en vol plichtsijver jegens hen was geweest. Want ook deze overtuiging bezat hij: de Franzosen hadden niet het minst over hem te klagen. Uitmun tende kerel, die Fritz Thalbach! Maar terwijl de Franzosen in hun gevan genschap wel wat Duitsch hadden geleerd, kende Fritz Thalbach van het Fransen enkel de woorden pon; Hij kon bij voorbeeld zeggen;pon Kamrad;" hij wist ook wat maanschee was, en wat poire beteekende. Met eten" en drinken" in het Fransch komt", zegt een oud liedje ongeveer, men heel de wereld rond". Van zijn Fransche vrienden kreeg hij het volgende aanbevelingsbriefje mee: Wij, Fransche gevangenen in de casematten van het fort X., hebben den sergeant Fritz Thalbach, over ons gesteld als bewaker, bevonden te zijn een onbetrouwbaar en belangzuchtig individu, dat ons te kort ge daan heeft bij alle inkoopen, welke wij slechts door zijn tusschenkomst konden doen. Strooplikker zijner meerderen, hondsvot, bespieder, verklikker, heeft hij ons de gemeenste poetsen gebakken. Wij bevelen hem aan voor een straf door onze krijgsmakkers in wier handen hij mocht komen te vallen. Hij verdient afgeranseld te worden zonder genade". Met deze aanbeveling in optima forma was Fritz Thalbach zijn koning te rijk. In het veiligste zakje van zijn uniform ver borgen trok hij er mee ten velde, en, ofschoon niet onmiddellijk, het lot was hem ook voor Verdun gunstig. Hij slaagde er in te blijven heeft Wells zijn bedoeling samengevat: wij eerbiedigen het volk dat in zijn gevoel van eigenwaarde het richtsnoer van zijn daden vindt, maar het volk waarin het nationali teitsgevoel tot een allesbeheerschenden harts tocht wordt is een gevaar voor den toe komstigen vrede van Europa waarvoor Enge land en zijn bondgenooten strijden. C'est l'unification de l'Europe sur la base des nationalités, et non son miettement que recherche l'Angleterre." Het spreekt dan ook van zelf dat Wells die zoo schreef in datzelfde artikel niet beweerd kan hebben dat de onafhankelijk heid der kleine naties niets is dan een dwaas kinderspelletje met verschillende postzegels en verschillende gekleurde vlaggetjes". Deze woorden hebben niet die algemeene strek king, maar doelen uitsluitend op de lersche rebellie, die Wells als voorbeeld aanhaalt van dat roerig, hartstochtelijk nationalisme dat niet leidt maar beheerscht: Aucun Anglais n'a encore dit librement ce qu'il pensait de la recente révolte de Dublin, n'a donnéla mesure entière de notre dégout, de notre mépris pour ces absurdes petits drapeaux a quatre couleurs, ces timbres-poste puérils et autres pitoyables accessoires qui devaient serviri a'; poignarder l'Angleterre et l'Europe dans Ie dos, en pleine et suprême crise des affaires européennes". Een Nederlander moge daarover anders denken, maar dat is hier de zaak niet. Hier geldt slechts de vraag of het Poolsche pers bureau van die woorden, waarin Wells zijn toorn over Ierland uitte, de algemeene be wering mocht maken dat de onafhankelijk heid der kleine naties (volgens Wells) niets is dan een dwaas kinderspelletje met verschjllende postzegels en verschillende ge kleurde vlaggetjes". En kent de Redactie van de N. R. Ct. den idealist Wells zoo slecht dat zij zonder kritiek de slotsom kon drukken die het Poolsche persbureau, of de Kurjer Nowy, uit Wells' aldus verdraaid betoog dorst te trekken: Het is eenvoudig een bewijs van zich kleinvoelen, van terug trekken: een mensch moet zich geen doel en geen taak laten opdringen, die niet onmiddellijk verband houden met zijn eigen belangen". Hoe kan de Redactie van De Nieuwe Rotterdamsche Courant, zich over een man als Wells laten inlichten' door het Poolsche persbureau in den Haag?1' Bovenstaand schrijven is aan de Redactie van de N. R. C. gezonden, maar niet geplaatst. Ik kan in die weigering niets anders zien dan een verklaring dat de Redactie het onrecht den Engelschen schrijver aangedaan voor haar rekening neemt. Den Haag A. J. BARNOUW 1) 16 Nov. 1916. leven .... für Kaiser und Vaterland, en zich door het opsteken zijner beide armen, zoo hoog mogelijk, en bij de eerste gelegenheid, welke hem gunstig" was, in Fransche ge vangenschap te komen. En al dadelijk viel hem dat mee; die Franzosen bleken te zijn pons tiaples". Heelemaal geen mishande ling van hun kant. Nu ja, vriendelijk ont vingen zij hem nog niet. Maar dat zou wel komen, als hij hun maar eerst zijn recomdatiebrief had laten lezen. Met veel zeg gende gebaren van geheimzinnigheid en dat zij nog een oogenblik hun oordeel over hem, Fritz Thalbach, hadden op te schorten, diepte hij uit zijn borstzak het onderwijl tamelijk vuil geworden briefje zijner vroegere Fransche... hum!... vrienden op, en onder het nadrukkelijk zeggen van pon Kamerad" gaf hij het over. Een gelach, dat men in de Duitsche loopgraven ha kunnen vernemen, indien het kanongebulder het geluid niet verdoofd had, maakte zich van de Fransche troepen meester, toen een der poilus het voorlas. En Fritz was opge togen over de uitwerking van het briefje: zijn rood biergezicht begon te glimmen van blijdschap, en hij riep maar: pon Kamerad!" -?pon Kamerad!" Qui rit est désarmézeggen ze daar ginds: die lacht is ontwapend." De Franschen voelden zich inderdaad ontwapend over zooveel frissche en zelftevreden naieveteit, en wijl zij het leven der Duitsche gevangen schap nog niet kenden, gaven zij geen ge volg aan de welmeenende uitnoodiging hunner gevangen landgenooten om dien besten Fritz Thalbach een pak ransel te geven. Uitmuntende kerel! Hij is blij, dat hij kan blijven leven... fiir Kaiser und Vaterland. * S *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl