De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 6 januari pagina 5

6 januari 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

6 jan. '11. No. 2063 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND IANUARI-SPROOKJE Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jo Doemen (?f^mfn M- /r/VA v/i-..' ^;.^:^/lt!^^ Waar de heide het ruimst is, en wijd, zoo wijd De sneeuwkoningin haar tapijt heeft gespreid. Wordt die jolige schilder, Prins IJsbloem, verwacht, In gerafelden mantel van vorstlijke pracht Maar geen oog kan hem zien uit ginds heizoom-huisje, Want daar hing hij voor 't venster zijn schildersbuisje f Jo DAEMEN tlllllllllflIllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIItlllinillllllllllllllllllllllllllllltltlllllllllllllllllllllllllllliiMIIII landsch geschreven. Vragen werden gedaandie vereischten antwoord. Ieder kreeg dus een briefje ter beantwoording en zoo ont stond als vanzelf briefwisseling. Tot op heden wordt die geregeld voortgezet en ondertusschen is weer een nieuw werkstuk ter verzending aan een andere school gereed, en wel het schoollokaal-in-'t klein, waarvan hierboven sprake is. Dit zijn de nuchtere feiten. Zijn het ook onbeteekenende feiten? Kleinigheden? Ja, kleinigheden zeker, maar als men eens even bedenkt dat om op ditzelfde terrein te blijven de correspondentie van Raden Adjeng Kartini met Europeesche vrienden het begin is geweest van een steeds verder om zich heen grijpende omwenteling in de opvoeding der javaansche vrouw, dan begrijpt men dat op die Haarlemsche school een werk van waarde wordt verricht. De wisseling van cadeautjes (want ook de Indische meisjes zonden allerlei zelf vervaardigde specifiek Indische kleedingstukken en voorwerpen) en de correspon dentie zijn ongezocht middel geworden om een doel te bereiken: het -spannen van on zichtbare draden van Moederland naar Kolonieën en omgekeerd. Wanneer je als schoolmeisje zelf zit te piekeren hoe je rapport zou zijn en of je over zou gaan ja of neen, zou het dan geen gevoel van verwantschap doen ontstaan, als je daar in een brief van je Indisch vrien dinnetje leest: als ik maar verhoogd word, anders kan ik de vacantie niet zoo erg plezierig doorbrengen". En als Isah of Soemira of hoe ze heeten moge, schrijft : Zaterdagmorgen hebben we altijd zangles. Gelukkig dat onze school achter staat, dus niet aan de weg, want 't gaat wel eens valsch", zouden onze volbloed Hollandsche meisjes dan niet gaan gevoelen, dat de bruine vriendinnetjes, die eerst zoo ver en zoo vreemd leken, toch eigenlijk van gelijke beweging zon als zqzelven ? En zouden ze (ook zoo dienstig!) niet eens met bewonde ring het meest zoo keurig, keurig nette handschrift hebben bekeken of zich ver wonderd over het vloeiende Hollandsch? Zullen zij geen belangstelling gaan gevoelen voor het Javaansche volk, te meer, waar deze belangstelling, eenmaal gewekt, op de bewuste school ook in de lessen wordt Een werk van waarde In het nummer van 25 November 11. kwam vóór: een afbeelding van het miniatuurschoollokaal, ter bezichtiging gesteld op de tentoonstelling voor ouders en opvoeders en bestemd te worden gezonden aan de Kartini-school te Semarang. Dit kiekje schijnt bij velen de vraag te hebben doen opkomen: Hebben dan Haarlemsche schoolkinderen contakt met Indische scholen ? Hoe zit dat eigenlijk r Het is aan weinig buitenstanders bekend, dat er inderdaad relaties bestaan tusschen de school.der Haarlemsche Schoolvereeniging, Jacobijnestraat, en scholen in Indië, bestemd voor Inlafadsche meisjes. Een -paar jaar geleden kwam bij den directeur, den heer van der Wilk, het plan op, door de leerlingen der vier hoogste klassen een poppenhuis te laten vervaardigen en dat te zenden aan de Julianaschool te Soekaboemi. Deze school is bestemd voor dochters van Inlandsche hoofden. Begonnen met slechts enkele leerlingen, is zij onder de energieke leiding van mejuffrouw Lans steeds in bloei toegenomen en telt er nu over de honderd. 't Plannetje rijpte. De timmerman leverde het geraamte voor de poppenkamers en toen Sng men met man en macht aan 't werk. r werd behangen, geplakt, gordijnen wer den genaaid, schilderijen vervaardigd, stoel tjes bekleed, ja er werd zelfs voor genreven en het resultaat was alleraardigst. In 1915 verzonden, werd het werkstuk in Indiëmet groot genoegen ontvangen; met algemeene stemmen werd besloten, dat alle' meisjes afzonderlijk een bedankje" naar Holland zouden sturen. De Haarlemsche meisjes hadden natuurlijk al verlangend uitgezien naar 't bericht van ontvangst e« ziet, daar kwam die heele bezending briefjes, keurig netjes in 't HolOffD Winterzang Waaneer we takken in bloei willen trek ken stellen wij ze eerst een tijd lang bloot aan kouden aetherdamp, heet water of rook. Het is alsof deze het leven bedreigende prikkels de weefsels stimuleeren tot (ver hoogde werkzaamheid, want als ze nu ge bracht worden onder normale voorjaars condities zien we snel de knoppen ontluikent, Men zou hier kunnen gaan denken aan het nut der teginspoeden. In de vrije natuur doet dit verschijnsel zich even goed voor als in het laboratorium of in de kweektrij, alleen merkt men het niet zoo gemakkelijk op. Dat begint al in October, dan ziet ge na den eersten dag of vier van vorst zoodra weer zachte dagen komen een menigte zaden ontkiemen. Dan begint ook de wilde kamperfoelie uit te loopen en verscheidene bol- en knolplanten steken hun spruiten boven den grond. Den heelen winter door zullen die nu verhoogde werkzaamheid vertoonen, telkens wanneer de vorst hen even gestuit heeft. De vogels- reageeren in deze gevallen nog duidelijker dan de planten, vooral door hun zang en menige soort komt er toe, om nog lang voor den kortsten dag zich te gedragen alsof het lente was of liever zooals de oppervlakkige menschen meenen: dat een vogel zich alleen gedraagt gedu rende de lente. Vorst en sneeuw is alle maal heel mooi, maar het letterlijk materieele leven lijdt er onder. Wanneer het vriest kruipt al wat leeft in zijn schulp. De aucuba's en laurierkersen zijn dadelijk op hun qui-vive en richten hun bladeren recht omlaag, het groene mos krimpt samen en de mooie frissche altijd-groene eikvarens schrompelen armzalig ineen. De dikke vlie gen zijn opeens verdwenen en voor zoover de vogels niet hard aan 't werk zijn, om hun voedsel te vergaren zitten ze sul en in elkaar op beschutte plekjes. Nu komt een zoele morgen en dadelijk is alles.heel anders. De natuur ziet er veel meer bewoonbaar uit, 't is of alle knoppen opeens zijn gezwollen, de boschbodem is weer frisch groen en de vogels zijn veel vroolijker, wij ook. Ik gedenk ten minste alweer met genot reeds weer een tweetal van zulke morgens gedurende dezen winter en er zullen er wel meer komen. Ook ben ik er zeker van dat iedere keer weer meer vogels in zang zullen komen totdat in het begin van Februari het lentekoor al sterk bezet is en zoo welgemoed, dat er al heel leelijk weer voor noodig is, om het een dag of wat tot zwijgen te brengen. In de stad zijn het natuurlijk in de eerste plaats de musschen, die 's winters zingen. Al heeft elk op zich zelf niet veel te be duiden, samen brengen ze nog een vrij ge noeglijk geheel te voorschijn. Met de spreeuwen is het al heel anders. Die zijn In de laatste jaren dermate tot stad vogels geworden, dat elk eenigszins gunstig ge legen hoekje zijn vaste spreeuwenbevolking heeft, wel te onderscheiden van de beroemde trekzwerven van voor- en najaar. Ik ken zoo'n partijtje vaste klanten in de buurt van de Nieuwe Prinsengracht en die vieren 's morgens om half negen elke nieuwe mooiweer-periode met een volledige muziekuit voering in de kruin van een ouden ahorn, die nog vol bruine vlindertjes hangt. Ze joelen en fluiten, kwetteren en kweelen met groote drukte en laten ook niet na, om met hun vlerken te schudden en met hun veertjes onderhouden ? Voor de aardrijkskundelessen staat namelijk een uitgebreid materiaal van Indische gebruiksvoorwerpen ten diensteen in de hoogste klasse worden Kartini's brieven naar men weet tot een boekdeel bijeenver zameld onder den titel Door Duisternis tot Licht", gelezen en behandeld. Het sympathieke in dit alles dunkt ons bovenal, dat niet met groote woorden wordt geschermd, maar dat natuurlijk en in allen eenvoud gedaan wordt wat gedaan kan worden, om mede te werken aan een wezen lijk Nederlandsch belang: waarachtige toe nadering tusschen het Javaansche en het Nederlandsche volk. Daarom wenschen wij, dat vele scholen, die hiervoor in de termen vallen, het goede voorbeeld door deze Haarlemsche school gegeven, zullen volgen. A. DE GRAAFF?WÜPPERMANN iniiiiiHMmiMiiiiiiiiiMiiMiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiliHMMnmiiiHmiiliiiiiimti Babbeltjes 1. Ze kwam bij me, furieus; zwiepende boa, blosje, dat 'r lief stond, driftig stem metje ... Marsen,..'. weg met al die papieren poppedijnes op die modeplaten, pruttelde ze. Ik wil eens een artistleken raad hebben, 'k Ga me de waarheid laten zeggen door een man van smaak. Vierkant de waarheid. Hij, (hier volgde de naam van een bekenden kostuum ontwerper) logeert in Hotel -Zoo en zoo, in den Haag. En jij gaat mé; die visite maak ik je lezeressen cadeau l Ik ging mee, en 'k noteerde... 'n paar uitspraafcjes van den jongen artist, die de kleine, helblonde schoonheid, diém'n vriendin is, fixeerde, als een schilder, die 'n stilleven bekijkt. Critiscb, zonder genade ... Harmonie in kleuren is alles, zei hij. Niet alleen voor de leelijke vrouw, maar ook voor de knappe! 'n Vrouwenverschijning is eigen lijk alleen mooi, wanneer zij een toilet heeft weten te kiezen, dat door hare persoonlijk heid versierd wordt; dat haar individualiteit rehausseert! De keuze van rijke, prachtvolle, overda digheid, is daarom alleen reeds voor de meeste vrouwen uit den booze. Die pracht ecraseert den indruk van haar eigenlijk wezen, en ... dood, is misschien 't weinigje charme, dat haar onweerstaanbaar had kun nen maken! Alleen de kracht van bijzondere temperamenten, en van eigenaardige indi vidualiteiten kan tegen de verplichting, die overdadig-rijke-pracht, of extravagance in zake gratie stellen, zegevierend óp l Niet voor niets wordt de fransche mode als de smaakvolste geprezen. Maar het is haar standpunt, dat men begrijpen moet; en het leidt tot niets, wanneer men alleen haar producten dom" en ijdelijck" gaat navolgen. De fransche mode wil tnontrerlesavanteges" van een persoonlijkheid. Vandaar dat ze voorgaat in het eeuwig wisselend detail. Waarmee ze niet bedoelt: mevrouwtje boots me letterlijk na", maar mevrouwtje, besef, dat ik uw oog wil openen voor 't denkbeeld... elk détail, dat uw persoonlijk uiterlijk en uw eigenaardigheid kan releveeren, is veroorloofd. Bepeins, bestudeer u zelf. Zoek uw best feature", en kleed u, naar den eisch daarvan. Is uw teint uwgeJukkigste bezit, kleed H. dan volgens de eischen van dat teint. Hebt ge n zonnigen, blanken gelaatskleur, met goudblond haar en blauwe pogen ? welke oogen... echter niet mooi zijn ? Laat u dan niet wijsmaken, dat blauw u staat, enkel en alleen, omdat blauw zoogenaamd alle blondines goed kleedt". Dat blauw zou dan juist uw... vloek worden, omdat het de scherpe expressie van 't minder-mooie oog, zou accentueeren. Ter wijl, wanneer ge, trouw aan uw gelaats kleur en uw haar blijvend, een zachtroze, of een goudbruine tint prefereert, uw heele verschijning haar aangenaamsten indruk zal maken. Bestudeer u zelf! Er is geen vrouw, die er onverkwikkelijk behoeft uit te zien, wanneer zij eenmaal begrepen heeft, wat haar stijl is. Er zijn drie stijlen: die voor 't coquette, snoezige vrouwtje, die voor de klassiek-mooie, n die voor de schilderachtige vrouw. Neen, niet lachen. Coquet, snoezig , klassiek, kunnen er maar weinigen zijn, maat schilderachtig, al klinkt ze nog zoo boud, die bewering, dat kan bijna iedere vrouw wezen, ook de minst door de natuur begunstigde. Mits, ze het aandurft, onver moeid te zoeken, naar de lijnen, en de soort van karakteristieken, eenvoud, die haar wezen in zijn volle, eigenaardige waarde doet gelden, het... op een allerbeminnelijkste wijze, retoucheert of verzacht en effaceert. Durf u zelf bekennen, welke stijl de uwe is. iiititiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiifiiiiiiiiiiHiiinmiii Koperwiek te schuiven, al vertoonen die nog lang niet den diepen glans, waarmee ze in Maart ge sierd zullen zijn. In de parken kan 't nog levendiger zijn. Daar behooren roodborst, winterkoning en heggenmusch al sinds lang te zingen, maar na een paar dagen van vorst komt daar nu al spoedig de koolmees bij met zijn gezaag en de zanglijster met zijn wijd-scballende roep. Langs den binnenkant der duinen kunnen wij sporadisch den zang van de lijster wel haast op alle dagen van den winter te hooren krijgen, maar na half Januari komt hij getegeld meedoen, na een poosje gevolgd door de merel. , Doch eerst gaat achter in het Vondelpark een ander zeer mooi dier heel schuchter onze aandacht vragen. Dat is ook een lijstervogel, de koperwiek, die hier zijn winterkwartieren heeft. Wij zien hem ook Aardig klein, kort propje, dat daar voor me zit, waarom draagt ge dien majestueuze», rijken bonten mantel met dien hermelijn kraag; waarom daarbij dien pur per-fluweelen rok, en die drukke laarsjes? Gelooft ge werkelijk , dat ge..., tot het forsche klassieke-stfjl"-type behoort, dat het zou mogen wagen, zulk een koninklij ken mantel en rok te dragen, omdat bij haar trotsche, schoone rijzigheid elk detail in 't niet verzinkt ? Ge behoort immers tot het type der snoezige, coquette" vrouw,dat kittig, aansluitend", gekleed moet gaan. Zonder schijn van rijkdom"; -?want rijk dom in den vorm van drukdoend" mantel-, bont-, zijde- en satijn-vertoon bij een menschje, dat kort van stuk is , staat niet alleen onschilderachtig, maar nog er ger; het maakt jaren en jaren ouder. Heel die uitgebreide moderne bont-weelde is uitsluitend en alleen voor de vrouw geschikt, die groot van gestalte is. Laat me u een paar bontsoorten voor de verschillende ty pen opgeven. Witte vos, en trouwens elke witte bont is een sieraad voor de blanke blondine, met veel gulden glaasjes in het haar. Een goedkoope qualiteit van wit bont, die draagbaar" zou zijn voor een brunette, moet de blondine echter strict vermijden. De brunettes hebben de meeste keus: sealskin, skunk, hermelijn, of grey-rabbit" etc.... De eenige bontsoorten, die haar niet zul len staan, zijn witte vos, en zwart astrakan, want 't een is te licht en 't andere te dof bij haar zacht bruin haar; ook caracul en pony, zijn verboden. Chinchilla noem ik het bont voor elk schoonheidstype, behalve voor dat met gitzwarte lokken...; als garneering van wedgwoodblauw fluweel is het chinchilla het ver rukkelijkst ornament, dat ge u kunt voor stellen ... en dan gedragen door een slanke blondine met blauwe kijkers... Perzisch lambont, caracul, pony, astrakan en zwarte vos , (verkondigde onze zegsman) , dat zijn de bontsoorten bij uit nemendheid voor de zeer blonde, of de zér donkere vrouwen... want sterke contrasten of sterke harmonieën, die doen 't voor ons schildersoog. En dan nog dit. Een oude, maar altijd weer nieuwe waarheid. Kleuren drukken karakter uit. Van groot belang voor de vrouw, die zich goed kleeden wil, is een juiste kennis van de tinten, die bij het karakter van haar uiterlijk behooren. ledere kleur toch, heeft een bepaald effect op gevoelsen zielsleven, en de tinten, die ge draagt maken op hen, die u zien onwillekeurig in drukken van vroolijkheid, van ernst, van schranderheid, of ondoordachtheid. En geven, zóó, als 't ware een klein kijkje op uwe individualiteit. Wanneer ge straks weer een winkel binnen gaat om stof voor een japon te kpopen, vraag u zelf dan niet alleen af: staat de kleur mij goed ?" maar ook en vooral: Wat wensen ik, dat dit toilet zal uitdrukken." Moet het ernstig of blijmoedig zijn, moet het doen denken aan de warmte en de gezelligheid van uw eigen huiskamer, of aan de correcte neutraliteit', die het wandeltoilet gebiedt? Vraag u af: ben ik jong, frisch, of... vol vitaliteit ? of bevind ik mij in de tweede levenshelft", waarin ik mijn waardigheid, en mijn levensautoriteit met eere te dragen heb? Al die vragen zou een vrouw, die haar smaak had willen ontwikkelen, correct moeten kunnen be antwoorden door... de keuze van tint en van stof! Blauw is koel, gereserveerd, myste rieus; rood schatert van pracht en kracht, en brandt soms van hartstocht; geel is een en al lichtglans, en in zijn lichtere mais-tint vol van een zachtheid en warmte, die andere lichte tinten soms vreemd zijn. Groen houdt 't midden tusschen 't gereserveerde blauw en het drieste geel: het is een oogentroost, al kleedt het weinigen goed. Maar wie het kleedt, omstraalt het met zijn hoopvolle blij heid, zijn jeugd en zijn geluk. Oranje, in goud-nuance, kan een yerrukkelrjken toets van warmte, glorie en rijkdom aanbrengen. Donker violet, met roodachtigen glans, wekt den indruk van waardigheid en statigheid; met blauwachtigen tint, dien van blijmoedigen, rijpen ernst, verdriet, of religieuze bezieling.... Enzoovoort, enzoovoort. Heb ik gelijk of niet, wanneer ik wensch, dat iedere vrouw, met zelfkennis en met bedoe ling haar toilet zal kiezen ? Nu ziet ge, hoe de kleuren op zichzelf u kunnen helpen, charmant te zijn..., of ernstig, of mysterieus. Luister eens naar wat Prentice Mulford in zijn prachtig boekje De zwijgende kracht" zegt, in verband met wat hij noemt: De Religie der kleederea": Bij iedere bezigheid iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiMHitiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii in groote menigte en de beschutte weilanden langs den binnenkant van het duin, waar ze rond loopen, op de manier van de spreeuwen pikkend naar larfjes en slakken. Ze staan wat hooger op de pooten en heb ben ook geen blinkende veeren. In een gunstig licht en niet te ver al blijken ze heel mooi te zijn met hun groote koper kleurige zijvlek en de mooie breede bleekgele wenkbrauwstreep boven het oog. Keel en borst zijn heel lichtgeel met donkere stippels als bij de zanglijster en de rug is effen groenachtig bruingrijs. De flankvlek en de wenkbrauwstreep geven echter de beste herkenningsmiddelen. Deze vogels nu beginnen ook in Januari te zingen en doen dat telkens weer duide lijker en geduriger na iedere vorstperiode. Hun lied is geen blij geschal, zooals dat van hun verwant de zanglijster; het herin nert eer aan dat van hun medearbeiders, de spreeuwen. Ook zij houden er van om troepsgewijs in de boomen te gaan zitten om daar een koorzang aan te heffen, een zacht maar druk gekweel. Soms, als ze zeer talrijk zijn kan hun geluid op verren afstand gehoord worden en 't lijkt dan veel op getjingel van kleine klokjes. Ik ben er wel eens op af gegaan en had een halven kilometer te loopen eer ik de zangers bereikte. Er zaten er toen drie- of vier duizend tegelijk te zingen aan een boschrand en uit de wei kwamen steeds nieuwe scharen aan. Er zijn over trekvogels natuurlijk een massa gevoelvolle dingen geschreven; dat ze rondzwerven in den vreemde, ver van hun vaderland, aan allerlei gevaren bloot gesteld en al dat moois. En ze zouden dan daar in den vreemde ook niet zingen, maar verteerd worden van heimwee naar hun geboortegrond. Nu hebben de vogels over al die vaderlandslievende omstandigheden heel andere opvattingen dan wij. Ieder jaar keeren ze strijk en zet terug naar hun VAN ALLES WA T Voor de meisjes-theetaf el Een herkenningsteeken aan détheekopjes is door jonge meisjes gemakkelijk te maken. Neem >vit karton, en teeken er verschil lende bloemen op: margriet, fuchsla, ster bloempje, klokje, duinroosje e. a- Knip elk , bloempje uit, geef het kleur, plak er een smal lintje met strikje in de kleur van de bloem achter, en naai .daaraan een haakje waardoor het bloempje aan het theekopje kan hangen. E. H.-v. B. fifiiiiiiiiiiifiimiiijiiifiifiiiifjiiiiiiffiiiimmiiiiffimiiiiiiiiiiiiiiiffiiiiiiii moesten wij een speciaal, maar altijd smaakvol en mooi gewaad aan hebben om verslapping van krachten te voorkomen...." Hoe machtig en gezond hij den invloed van een schilderachtig goedgekozen kleed op ons zelfbewustzijn acht, blijkt ook nog uit de volgende zinsneden: Daar kleederen tot een zekere mate een geestelijk omhulsel vormen, is het even noodig, om in volkomen eenzaamheid nieuw en mooi gekleed te zijn, als in gezelschap ; de gratie en de sierlijkheid der kleeding komt evenwel van binnen alt, het is iets van de ziel, dat het lichaam bekleedt)". . Ziet u, mevrouwtje: dat zich goed kleeden, (dat niet altijd is: zich duur kleeden!) per slot van rekening iets kan zijn, van bijna plechtigen, vroolijken levensernst t YVONNE DE TESSAND Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. iiiiiwiiiiiiMiimMiiiiMWiiiiiiiiiiMmiMmiiiiJiiiiiiimiiiiHimiiiiiHUMi H.MEIJER KONINGSPLEIN AMSTERDAM VOORTZETTING DER Tegen veel ver minderde prijzen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiitiiiiiniiiiiiiiitiiitiiiiiiuiiittiiiiiiiiiij broedplaats en vaak betrekken ze dan tel kens precies hetzelfde huis. Is 't br*eden afgeloopen dan trekken ze weg en van de meeste soorten kan wel gezegd worden, dat' ze den grootsten tijd van het jaar vertoeven ver van hun geboorteplaats. De waarheid Is, dat zij overal, waar ze komen, even goed thuis zijn. Ze rekenen niet bij provincies of bij landen maar bij oceanen en werelddeelen en sommige soorten bewonen zoo goed als de geheele wereld en weten die overal naar behooren te apprecieeren, Voor die koperwcrken zijn het Vondelpark Mariënduin of de weilanden bij de ruïne van Brederode even goed hun vaderland als het sparreboscbje aan de een of andere Elf in Scandinaviëwaar ze zijn uitgebroed. Hun koorzang in de populieren bij het Vondelpark-bruggetje beteekent in de aller eerste plaats, dat ze het hier naar den zin hebben, al geeft het voorgevoel van den naderenden broedtijd er misschien wel stem ming aan. Als de koperwieken in hun weiland ver ontrust worden vliegen ze op, niet mooi tegelijk zooals de spreeuwen doorgaans doen, maar bij troepjes en beetjes, die naar alle kanten een goed heenkomen zoeken. Later vereenigen die troepen zich weer maar daar komt heel wat heen-en-weer-gevlieg bij te pas Ze roepen elkaar dan aan met een dun maar doordringend: ssrie", een nog al be paald gemakkelijk te onthouden geluid. Ge zult dat ook vaak hooren in October- en Novembernachten en weer in Februari en Maart, want in den trektijd zijn die koperwieken zeer onrustig en dan schijnen ze vaak in de nacht zoo eens een uurtje of wat rond te vliegen, zonder dat ze nog be paald op reis zijn maar daar weet men nog het rechte niet van af. Een enkele maal blijven een paar koperwieken hier broeden, het ware te wenschen, dat het een gewoonte werd. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl