Historisch Archief 1877-1940
6 jan. '11. No. 2063
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
IANUARI-SPROOKJE
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jo Doemen
(?f^mfn
M- /r/VA v/i-..'
^;.^:^/lt!^^
Waar de heide het ruimst is, en wijd, zoo wijd
De sneeuwkoningin haar tapijt heeft gespreid.
Wordt die jolige schilder, Prins IJsbloem, verwacht,
In gerafelden mantel van vorstlijke pracht
Maar geen oog kan hem zien uit ginds heizoom-huisje,
Want daar hing hij voor 't venster zijn schildersbuisje f
Jo DAEMEN
tlllllllllflIllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIItlllinillllllllllllllllllllllllllllltltlllllllllllllllllllllllllllliiMIIII
landsch geschreven. Vragen werden
gedaandie vereischten antwoord. Ieder kreeg dus
een briefje ter beantwoording en zoo ont
stond als vanzelf briefwisseling. Tot op heden
wordt die geregeld voortgezet en
ondertusschen is weer een nieuw werkstuk ter
verzending aan een andere school gereed,
en wel het schoollokaal-in-'t klein, waarvan
hierboven sprake is.
Dit zijn de nuchtere feiten. Zijn het ook
onbeteekenende feiten? Kleinigheden?
Ja, kleinigheden zeker, maar als men eens
even bedenkt dat om op ditzelfde terrein
te blijven de correspondentie van Raden
Adjeng Kartini met Europeesche vrienden
het begin is geweest van een steeds
verder om zich heen grijpende omwenteling
in de opvoeding der javaansche vrouw,
dan begrijpt men dat op die Haarlemsche
school een werk van waarde wordt verricht.
De wisseling van cadeautjes (want ook
de Indische meisjes zonden allerlei zelf
vervaardigde specifiek Indische
kleedingstukken en voorwerpen) en de correspon
dentie zijn ongezocht middel geworden om
een doel te bereiken: het -spannen van on
zichtbare draden van Moederland naar
Kolonieën en omgekeerd.
Wanneer je als schoolmeisje zelf zit te
piekeren hoe je rapport zou zijn en of je
over zou gaan ja of neen, zou het dan geen
gevoel van verwantschap doen ontstaan, als
je daar in een brief van je Indisch vrien
dinnetje leest: als ik maar verhoogd word,
anders kan ik de vacantie niet zoo erg
plezierig doorbrengen". En als Isah of
Soemira of hoe ze heeten moge, schrijft :
Zaterdagmorgen hebben we altijd zangles.
Gelukkig dat onze school achter staat,
dus niet aan de weg, want 't gaat wel eens
valsch", zouden onze volbloed Hollandsche
meisjes dan niet gaan gevoelen, dat de
bruine vriendinnetjes, die eerst zoo ver en
zoo vreemd leken, toch eigenlijk van gelijke
beweging zon als zqzelven ? En zouden ze
(ook zoo dienstig!) niet eens met bewonde
ring het meest zoo keurig, keurig nette
handschrift hebben bekeken of zich ver
wonderd over het vloeiende Hollandsch?
Zullen zij geen belangstelling gaan gevoelen
voor het Javaansche volk, te meer, waar
deze belangstelling, eenmaal gewekt, op de
bewuste school ook in de lessen wordt
Een werk van waarde
In het nummer van 25 November 11. kwam
vóór: een afbeelding van het
miniatuurschoollokaal, ter bezichtiging gesteld op de
tentoonstelling voor ouders en opvoeders
en bestemd te worden gezonden aan de
Kartini-school te Semarang. Dit kiekje schijnt
bij velen de vraag te hebben doen opkomen:
Hebben dan Haarlemsche schoolkinderen
contakt met Indische scholen ? Hoe zit dat
eigenlijk r
Het is aan weinig buitenstanders bekend,
dat er inderdaad relaties bestaan tusschen de
school.der Haarlemsche Schoolvereeniging,
Jacobijnestraat, en scholen in Indië, bestemd
voor Inlafadsche meisjes.
Een -paar jaar geleden kwam bij den
directeur, den heer van der Wilk, het plan
op, door de leerlingen der vier hoogste
klassen een poppenhuis te laten vervaardigen
en dat te zenden aan de Julianaschool te
Soekaboemi.
Deze school is bestemd voor dochters van
Inlandsche hoofden. Begonnen met slechts
enkele leerlingen, is zij onder de energieke
leiding van mejuffrouw Lans steeds in bloei
toegenomen en telt er nu over de honderd.
't Plannetje rijpte. De timmerman leverde
het geraamte voor de poppenkamers en toen
Sng men met man en macht aan 't werk.
r werd behangen, geplakt, gordijnen wer
den genaaid, schilderijen vervaardigd, stoel
tjes bekleed, ja er werd zelfs voor genreven
en het resultaat was alleraardigst. In 1915
verzonden, werd het werkstuk in Indiëmet
groot genoegen ontvangen; met algemeene
stemmen werd besloten, dat alle' meisjes
afzonderlijk een bedankje" naar Holland
zouden sturen.
De Haarlemsche meisjes hadden natuurlijk
al verlangend uitgezien naar 't bericht van
ontvangst e« ziet, daar kwam die heele
bezending briefjes, keurig netjes in 't
HolOffD
Winterzang
Waaneer we takken in bloei willen trek
ken stellen wij ze eerst een tijd lang bloot
aan kouden aetherdamp, heet water of rook.
Het is alsof deze het leven bedreigende
prikkels de weefsels stimuleeren tot (ver
hoogde werkzaamheid, want als ze nu ge
bracht worden onder normale voorjaars
condities zien we snel de knoppen
ontluikent, Men zou hier kunnen gaan denken
aan het nut der teginspoeden.
In de vrije natuur doet dit verschijnsel
zich even goed voor als in het laboratorium
of in de kweektrij, alleen merkt men het
niet zoo gemakkelijk op. Dat begint al in
October, dan ziet ge na den eersten dag of
vier van vorst zoodra weer zachte dagen
komen een menigte zaden ontkiemen. Dan
begint ook de wilde kamperfoelie uit te
loopen en verscheidene bol- en knolplanten
steken hun spruiten boven den grond. Den
heelen winter door zullen die nu verhoogde
werkzaamheid vertoonen, telkens wanneer
de vorst hen even gestuit heeft.
De vogels- reageeren in deze gevallen
nog duidelijker dan de planten, vooral door
hun zang en menige soort komt er toe,
om nog lang voor den kortsten dag zich
te gedragen alsof het lente was of liever
zooals de oppervlakkige menschen meenen:
dat een vogel zich alleen gedraagt gedu
rende de lente. Vorst en sneeuw is alle
maal heel mooi, maar het letterlijk
materieele leven lijdt er onder. Wanneer het
vriest kruipt al wat leeft in zijn schulp. De
aucuba's en laurierkersen zijn dadelijk op
hun qui-vive en richten hun bladeren recht
omlaag, het groene mos krimpt samen en
de mooie frissche altijd-groene eikvarens
schrompelen armzalig ineen. De dikke vlie
gen zijn opeens verdwenen en voor zoover
de vogels niet hard aan 't werk zijn, om
hun voedsel te vergaren zitten ze sul en
in elkaar op beschutte plekjes.
Nu komt een zoele morgen en dadelijk is
alles.heel anders. De natuur ziet er veel
meer bewoonbaar uit, 't is of alle knoppen
opeens zijn gezwollen, de boschbodem is
weer frisch groen en de vogels zijn veel
vroolijker, wij ook.
Ik gedenk ten minste alweer met genot
reeds weer een tweetal van zulke morgens
gedurende dezen winter en er zullen er wel
meer komen. Ook ben ik er zeker van dat
iedere keer weer meer vogels in zang zullen
komen totdat in het begin van Februari het
lentekoor al sterk bezet is en zoo welgemoed,
dat er al heel leelijk weer voor noodig is,
om het een dag of wat tot zwijgen te
brengen.
In de stad zijn het natuurlijk in de eerste
plaats de musschen, die 's winters zingen.
Al heeft elk op zich zelf niet veel te be
duiden, samen brengen ze nog een vrij ge
noeglijk geheel te voorschijn. Met de
spreeuwen is het al heel anders. Die zijn
In de laatste jaren dermate tot stad vogels
geworden, dat elk eenigszins gunstig ge
legen hoekje zijn vaste spreeuwenbevolking
heeft, wel te onderscheiden van de beroemde
trekzwerven van voor- en najaar. Ik ken
zoo'n partijtje vaste klanten in de buurt van
de Nieuwe Prinsengracht en die vieren
's morgens om half negen elke nieuwe
mooiweer-periode met een volledige muziekuit
voering in de kruin van een ouden ahorn,
die nog vol bruine vlindertjes hangt. Ze
joelen en fluiten, kwetteren en kweelen met
groote drukte en laten ook niet na, om met
hun vlerken te schudden en met hun veertjes
onderhouden ? Voor de aardrijkskundelessen
staat namelijk een uitgebreid materiaal van
Indische gebruiksvoorwerpen ten diensteen
in de hoogste klasse worden Kartini's brieven
naar men weet tot een boekdeel bijeenver
zameld onder den titel Door Duisternis tot
Licht", gelezen en behandeld.
Het sympathieke in dit alles dunkt ons
bovenal, dat niet met groote woorden wordt
geschermd, maar dat natuurlijk en in allen
eenvoud gedaan wordt wat gedaan kan
worden, om mede te werken aan een wezen
lijk Nederlandsch belang: waarachtige toe
nadering tusschen het Javaansche en het
Nederlandsche volk.
Daarom wenschen wij, dat vele scholen,
die hiervoor in de termen vallen, het goede
voorbeeld door deze Haarlemsche school
gegeven, zullen volgen.
A. DE GRAAFF?WÜPPERMANN
iniiiiiHMmiMiiiiiiiiiMiiMiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiliHMMnmiiiHmiiliiiiiimti
Babbeltjes
1.
Ze kwam bij me, furieus; zwiepende
boa, blosje, dat 'r lief stond, driftig stem
metje ... Marsen,..'. weg met al die papieren
poppedijnes op die modeplaten, pruttelde ze.
Ik wil eens een artistleken raad hebben, 'k Ga
me de waarheid laten zeggen door een man
van smaak. Vierkant de waarheid. Hij, (hier
volgde de naam van een bekenden kostuum
ontwerper) logeert in Hotel -Zoo en zoo, in
den Haag. En jij gaat mé; die visite maak
ik je lezeressen cadeau l Ik ging mee, en
'k noteerde... 'n paar uitspraafcjes van den
jongen artist, die de kleine, helblonde
schoonheid, diém'n vriendin is, fixeerde,
als een schilder, die 'n stilleven bekijkt.
Critiscb, zonder genade ...
Harmonie in kleuren is alles, zei hij. Niet
alleen voor de leelijke vrouw, maar ook voor
de knappe! 'n Vrouwenverschijning is eigen
lijk alleen mooi, wanneer zij een toilet heeft
weten te kiezen, dat door hare persoonlijk
heid versierd wordt; dat haar individualiteit
rehausseert!
De keuze van rijke, prachtvolle, overda
digheid, is daarom alleen reeds voor de
meeste vrouwen uit den booze. Die pracht
ecraseert den indruk van haar eigenlijk
wezen, en ... dood, is misschien 't weinigje
charme, dat haar onweerstaanbaar had kun
nen maken! Alleen de kracht van bijzondere
temperamenten, en van eigenaardige indi
vidualiteiten kan tegen de verplichting,
die overdadig-rijke-pracht, of extravagance
in zake gratie stellen, zegevierend óp l
Niet voor niets wordt de fransche mode
als de smaakvolste geprezen. Maar het is
haar standpunt, dat men begrijpen moet; en
het leidt tot niets, wanneer men alleen haar
producten dom" en ijdelijck" gaat navolgen.
De fransche mode wil tnontrerlesavanteges"
van een persoonlijkheid. Vandaar dat ze
voorgaat in het eeuwig wisselend detail.
Waarmee ze niet bedoelt: mevrouwtje
boots me letterlijk na", maar mevrouwtje,
besef, dat ik uw oog wil openen voor 't
denkbeeld... elk détail, dat uw persoonlijk
uiterlijk en uw eigenaardigheid kan
releveeren, is veroorloofd. Bepeins, bestudeer u
zelf. Zoek uw best feature", en kleed u,
naar den eisch daarvan. Is uw teint
uwgeJukkigste bezit, kleed H. dan volgens de
eischen van dat teint. Hebt ge n zonnigen,
blanken gelaatskleur, met goudblond haar
en blauwe pogen ? welke oogen... echter
niet mooi zijn ? Laat u dan niet wijsmaken,
dat blauw u staat, enkel en alleen, omdat
blauw zoogenaamd alle blondines goed
kleedt". Dat blauw zou dan juist uw... vloek
worden, omdat het de scherpe expressie van
't minder-mooie oog, zou accentueeren. Ter
wijl, wanneer ge, trouw aan uw gelaats
kleur en uw haar blijvend, een zachtroze,
of een goudbruine tint prefereert, uw heele
verschijning haar aangenaamsten indruk zal
maken. Bestudeer u zelf! Er is geen vrouw,
die er onverkwikkelijk behoeft uit te zien,
wanneer zij eenmaal begrepen heeft, wat
haar stijl is. Er zijn drie stijlen: die voor 't
coquette, snoezige vrouwtje, die voor de
klassiek-mooie, n die voor de schilderachtige
vrouw. Neen, niet lachen. Coquet, snoezig ,
klassiek, kunnen er maar weinigen zijn,
maat schilderachtig, al klinkt ze nog zoo
boud, die bewering, dat kan bijna iedere
vrouw wezen, ook de minst door de natuur
begunstigde. Mits, ze het aandurft, onver
moeid te zoeken, naar de lijnen, en de soort
van karakteristieken, eenvoud, die haar wezen
in zijn volle, eigenaardige waarde doet gelden,
het... op een allerbeminnelijkste wijze,
retoucheert of verzacht en effaceert. Durf
u zelf bekennen, welke stijl de uwe is.
iiititiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiifiiiiiiiiiiHiiinmiii
Koperwiek
te schuiven, al vertoonen die nog lang niet
den diepen glans, waarmee ze in Maart ge
sierd zullen zijn.
In de parken kan 't nog levendiger zijn.
Daar behooren roodborst, winterkoning en
heggenmusch al sinds lang te zingen, maar
na een paar dagen van vorst komt daar nu
al spoedig de koolmees bij met zijn gezaag
en de zanglijster met zijn wijd-scballende
roep. Langs den binnenkant der duinen
kunnen wij sporadisch den zang van de
lijster wel haast op alle dagen van den
winter te hooren krijgen, maar na half
Januari komt hij getegeld meedoen, na een
poosje gevolgd door de merel. ,
Doch eerst gaat achter in het Vondelpark
een ander zeer mooi dier heel schuchter
onze aandacht vragen. Dat is ook een
lijstervogel, de koperwiek, die hier zijn
winterkwartieren heeft. Wij zien hem ook
Aardig klein, kort propje, dat daar
voor me zit, waarom draagt ge dien
majestueuze», rijken bonten mantel met dien
hermelijn kraag; waarom daarbij dien pur
per-fluweelen rok, en die drukke laarsjes?
Gelooft ge werkelijk , dat ge..., tot het
forsche klassieke-stfjl"-type behoort, dat
het zou mogen wagen, zulk een koninklij
ken mantel en rok te dragen, omdat bij
haar trotsche, schoone rijzigheid elk detail
in 't niet verzinkt ? Ge behoort immers
tot het type der snoezige, coquette"
vrouw,dat kittig, aansluitend", gekleed moet gaan.
Zonder schijn van rijkdom"; -?want rijk
dom in den vorm van drukdoend" mantel-,
bont-, zijde- en satijn-vertoon bij een
menschje, dat kort van stuk is , staat
niet alleen onschilderachtig, maar nog er
ger; het maakt jaren en jaren ouder. Heel
die uitgebreide moderne bont-weelde is
uitsluitend en alleen voor de vrouw geschikt,
die groot van gestalte is. Laat me u een
paar bontsoorten voor de verschillende ty
pen opgeven. Witte vos, en trouwens elke
witte bont is een sieraad voor de blanke
blondine, met veel gulden glaasjes in het
haar. Een goedkoope qualiteit van wit bont,
die draagbaar" zou zijn voor een brunette,
moet de blondine echter strict vermijden.
De brunettes hebben de meeste keus:
sealskin, skunk, hermelijn, of grey-rabbit" etc....
De eenige bontsoorten, die haar niet zul
len staan, zijn witte vos, en zwart
astrakan, want 't een is te licht en 't andere
te dof bij haar zacht bruin haar; ook
caracul en pony, zijn verboden. Chinchilla
noem ik het bont voor elk
schoonheidstype, behalve voor dat met gitzwarte
lokken...; als garneering van
wedgwoodblauw fluweel is het chinchilla het ver
rukkelijkst ornament, dat ge u kunt voor
stellen ... en dan gedragen door een slanke
blondine met blauwe kijkers...
Perzisch lambont, caracul, pony,
astrakan en zwarte vos , (verkondigde onze
zegsman) , dat zijn de bontsoorten bij uit
nemendheid voor de zeer blonde, of de zér
donkere vrouwen... want sterke contrasten
of sterke harmonieën, die doen 't voor ons
schildersoog.
En dan nog dit. Een oude, maar altijd
weer nieuwe waarheid. Kleuren drukken
karakter uit. Van groot belang voor de vrouw,
die zich goed kleeden wil, is een juiste
kennis van de tinten, die bij het karakter
van haar uiterlijk behooren. ledere kleur
toch, heeft een bepaald effect op
gevoelsen zielsleven, en de tinten, die ge draagt
maken op hen, die u zien onwillekeurig in
drukken van vroolijkheid, van ernst, van
schranderheid, of ondoordachtheid. En geven,
zóó, als 't ware een klein kijkje op uwe
individualiteit. Wanneer ge straks weer een
winkel binnen gaat om stof voor een japon
te kpopen, vraag u zelf dan niet alleen af:
staat de kleur mij goed ?" maar ook en
vooral: Wat wensen ik, dat dit toilet zal
uitdrukken." Moet het ernstig of blijmoedig
zijn, moet het doen denken aan de warmte
en de gezelligheid van uw eigen huiskamer,
of aan de correcte neutraliteit', die het
wandeltoilet gebiedt? Vraag u af: ben ik jong,
frisch, of... vol vitaliteit ? of bevind ik mij
in de tweede levenshelft", waarin ik mijn
waardigheid, en mijn levensautoriteit met
eere te dragen heb? Al die vragen zou
een vrouw, die haar smaak had willen
ontwikkelen, correct moeten kunnen be
antwoorden door... de keuze van tint en
van stof! Blauw is koel, gereserveerd, myste
rieus; rood schatert van pracht en kracht,
en brandt soms van hartstocht; geel is een
en al lichtglans, en in zijn lichtere mais-tint
vol van een zachtheid en warmte, die andere
lichte tinten soms vreemd zijn. Groen houdt
't midden tusschen 't gereserveerde blauw
en het drieste geel: het is een oogentroost,
al kleedt het weinigen goed. Maar wie het
kleedt, omstraalt het met zijn hoopvolle blij
heid, zijn jeugd en zijn geluk. Oranje, in
goud-nuance, kan een yerrukkelrjken toets
van warmte, glorie en rijkdom aanbrengen.
Donker violet, met roodachtigen glans, wekt
den indruk van waardigheid en statigheid;
met blauwachtigen tint, dien van
blijmoedigen, rijpen ernst, verdriet, of religieuze
bezieling.... Enzoovoort, enzoovoort. Heb
ik gelijk of niet, wanneer ik wensch, dat
iedere vrouw, met zelfkennis en met bedoe
ling haar toilet zal kiezen ? Nu ziet ge, hoe
de kleuren op zichzelf u kunnen helpen,
charmant te zijn..., of ernstig, of mysterieus.
Luister eens naar wat Prentice Mulford
in zijn prachtig boekje De zwijgende kracht"
zegt, in verband met wat hij noemt: De
Religie der kleederea": Bij iedere bezigheid
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiMHitiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii
in groote menigte en de beschutte weilanden
langs den binnenkant van het duin, waar
ze rond loopen, op de manier van de
spreeuwen pikkend naar larfjes en slakken.
Ze staan wat hooger op de pooten en heb
ben ook geen blinkende veeren. In een
gunstig licht en niet te ver al blijken ze
heel mooi te zijn met hun groote koper
kleurige zijvlek en de mooie breede
bleekgele wenkbrauwstreep boven het oog. Keel
en borst zijn heel lichtgeel met donkere
stippels als bij de zanglijster en de rug is
effen groenachtig bruingrijs. De flankvlek
en de wenkbrauwstreep geven echter de
beste herkenningsmiddelen.
Deze vogels nu beginnen ook in Januari
te zingen en doen dat telkens weer duide
lijker en geduriger na iedere vorstperiode.
Hun lied is geen blij geschal, zooals dat
van hun verwant de zanglijster; het herin
nert eer aan dat van hun medearbeiders,
de spreeuwen. Ook zij houden er van om
troepsgewijs in de boomen te gaan zitten
om daar een koorzang aan te heffen, een
zacht maar druk gekweel.
Soms, als ze zeer talrijk zijn kan hun geluid
op verren afstand gehoord worden en 't lijkt
dan veel op getjingel van kleine klokjes.
Ik ben er wel eens op af gegaan en had
een halven kilometer te loopen eer ik de
zangers bereikte. Er zaten er toen drie- of
vier duizend tegelijk te zingen aan een
boschrand en uit de wei kwamen steeds
nieuwe scharen aan.
Er zijn over trekvogels natuurlijk een
massa gevoelvolle dingen geschreven; dat
ze rondzwerven in den vreemde, ver van
hun vaderland, aan allerlei gevaren bloot
gesteld en al dat moois. En ze zouden dan
daar in den vreemde ook niet zingen, maar
verteerd worden van heimwee naar hun
geboortegrond. Nu hebben de vogels over
al die vaderlandslievende omstandigheden
heel andere opvattingen dan wij. Ieder jaar
keeren ze strijk en zet terug naar hun
VAN ALLES WA T
Voor de meisjes-theetaf el
Een herkenningsteeken aan détheekopjes
is door jonge meisjes gemakkelijk te maken.
Neem >vit karton, en teeken er verschil
lende bloemen op: margriet, fuchsla, ster
bloempje, klokje, duinroosje e. a- Knip elk ,
bloempje uit, geef het kleur, plak er een
smal lintje met strikje in de kleur van de
bloem achter, en naai .daaraan een haakje
waardoor het bloempje aan het theekopje
kan hangen.
E. H.-v. B.
fifiiiiiiiiiiifiimiiijiiifiifiiiifjiiiiiiffiiiimmiiiiffimiiiiiiiiiiiiiiiffiiiiiiii
moesten wij een speciaal, maar altijd smaakvol
en mooi gewaad aan hebben om verslapping
van krachten te voorkomen...."
Hoe machtig en gezond hij den invloed
van een schilderachtig goedgekozen kleed
op ons zelfbewustzijn acht, blijkt ook nog
uit de volgende zinsneden:
Daar kleederen tot een zekere mate een
geestelijk omhulsel vormen, is het even
noodig, om in volkomen eenzaamheid nieuw
en mooi gekleed te zijn, als in gezelschap ;
de gratie en de sierlijkheid der kleeding
komt evenwel van binnen alt, het is iets
van de ziel, dat het lichaam bekleedt)". .
Ziet u, mevrouwtje: dat zich goed kleeden,
(dat niet altijd is: zich duur kleeden!) per
slot van rekening iets kan zijn, van bijna
plechtigen, vroolijken levensernst t
YVONNE DE TESSAND
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
iiiiiwiiiiiiMiimMiiiiMWiiiiiiiiiiMmiMmiiiiJiiiiiiimiiiiHimiiiiiHUMi
H.MEIJER
KONINGSPLEIN
AMSTERDAM
VOORTZETTING DER
Tegen veel ver
minderde
prijzen.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiitiiiiiniiiiiiiiitiiitiiiiiiuiiittiiiiiiiiiij
broedplaats en vaak betrekken ze dan tel
kens precies hetzelfde huis. Is 't br*eden
afgeloopen dan trekken ze weg en van de
meeste soorten kan wel gezegd worden, dat'
ze den grootsten tijd van het jaar vertoeven
ver van hun geboorteplaats. De waarheid
Is, dat zij overal, waar ze komen, even goed
thuis zijn. Ze rekenen niet bij provincies of
bij landen maar bij oceanen en werelddeelen
en sommige soorten bewonen zoo goed als
de geheele wereld en weten die overal naar
behooren te apprecieeren,
Voor die koperwcrken zijn het Vondelpark
Mariënduin of de weilanden bij de ruïne
van Brederode even goed hun vaderland
als het sparreboscbje aan de een of andere
Elf in Scandinaviëwaar ze zijn uitgebroed.
Hun koorzang in de populieren bij het
Vondelpark-bruggetje beteekent in de aller
eerste plaats, dat ze het hier naar den zin
hebben, al geeft het voorgevoel van den
naderenden broedtijd er misschien wel stem
ming aan.
Als de koperwieken in hun weiland ver
ontrust worden vliegen ze op, niet mooi
tegelijk zooals de spreeuwen doorgaans doen,
maar bij troepjes en beetjes, die naar alle
kanten een goed heenkomen zoeken. Later
vereenigen die troepen zich weer maar daar
komt heel wat heen-en-weer-gevlieg bij te
pas Ze roepen elkaar dan aan met een dun
maar doordringend: ssrie", een nog al be
paald gemakkelijk te onthouden geluid. Ge
zult dat ook vaak hooren in October- en
Novembernachten en weer in Februari en
Maart, want in den trektijd zijn die
koperwieken zeer onrustig en dan schijnen ze
vaak in de nacht zoo eens een uurtje of
wat rond te vliegen, zonder dat ze nog be
paald op reis zijn maar daar weet men nog
het rechte niet van af.
Een enkele maal blijven een paar
koperwieken hier broeden, het ware te wenschen,
dat het een gewoonte werd.
JAC. P. THIJSSE