De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 20 januari pagina 1

20 januari 1917 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2065 Zaterdag- 20 Januari A°. 1917 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON Abonn. per 3 maanden (men verbindt zich voor het loopende jaar) / 1.90 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 11.50 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 015 UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentiën van 1?5 regels /l. 75, elke regel meer .... ?0.35 Advertentiën op de dames-, finantieele- en kunstpagina, per regel 0.40 Reclames, per regel ... n 075 INHOUD: Bladz. 1: Een Delicaat Geval. De Beseeringsfilm, door v.f H. ' Bnitenlai dich Ov«rzioht, door Q. W. Eernkamp. 2: Ken Woord van afscheid van den Amerikaansohen Gfzant, dr. Van Dyke. Dani«l Schnt f, door 3. N. Sendrix. In bet gebied der vei woesting, door 8. Samson. Krekelzang, door J. H. Speenhofl. 3: 't Schietgat, door Melis Btoke. Bpreekzaal: De Neutralen en de Vrede, door mr. B. Denekamp.. Kunsthandelaren, door P. Pet. Feuilleton: Yerdanmelaiogske, (slot) door G. Baal. 5: Voor Vrou wen, door Ejlis. M. Bosrge. Uit de Natuur, door Jao. P. Th^sse. 6: In het Manritshnis, door W. Martin.?T< ntoonsttllingen.door Alb. Plassehaert. Serenade, teekening van Jordaan. Muziek in de Hoofdstad, door mr. H. M. van Leeuwen. Viooloonstrucue, door J. W. Enschedé. 7: Boekbe sprekingen van Henri Borrl en D. Breebaait. Voor wje geen herstel in den status quo anti" mogelijk is, teekening van W. Herkes. Plantage Schouwburg, door Mart\jn Visser. 9: Van Vlaan deren: VlaHmsche Volkskunde, door Andréde Bid der. Beschermers, teekening van George van Baemdonck. Znid-Afrikaacsche Poëzie, door J. P. E. O. - Moraliteiten in den Kelder door FilaV, nut teekeniogen van Henri v. d. Velde. 10: Afsohuwelykheden vau den Oorlog, teekeningen van W. Heath Bobinson. Twee vragen aan onze Volksvertegenwoordiging, door Reijkes. Oenttale Aalsmeersche Veiling, door P. Tennissen. 11: Werkverschaffing en Zelfstandigheid door C. F. Delhez. 12: Izaak <p den Dam en de Groota Club. TJit het Kladschrift van Jantje. Oude jaarsavond, door A. B. v. T., met teekening v»n Is. van Mena. Kantteekeningen van een Landstormplichtige, door Melis Stofte, met teekeningen van Is. van Mens. 13: Nederland en de Depor tatie der Belgen, teekening van Joh. Braakensiek. Bchaakrnbriek, red. dr. A. G. Olland. Damrubriek, red. K. O. de Jonge. Bijvoegsel: Grondwetsherziening 1848?1917, teekening voor de Amsterdammer' v. Joh. Braakensiek. iiilliiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii EEN DELICAAT GEVAL Het is, sinds de volkeren zich in het be zit van geschreven Constitutie's kunnen verheugen, een vrijwel algemeen gebruik, dat zulk een Grondwet beschouwd wordt als iets anders en hoogers dan elke der talrijke gewone wetten, welke.de parle mentaire machine telken jare aflevert. Die Grondwet toch is meer, dan een product van wetgeving. Zij is het zin nebeeld van het recht der natie in haar geheel. Zij drukt als het ware ui.t, dat alle gestelde machten, overheden en regeeringsorganen, tot de hoogste toe, de Kroon zoowel als de Volksvertegen woordiging eveneens, slechts de uitvoer ders voor het oogenblik zijn, van een bouwplan van hooger orde, hun door het Volksbestaan en door de Historie opgelegd. De grondwet is eene bevestiging van de algemeene volksmacht, de pouvoir constituanf' der gezamenlijke burgers. Vandaar de eisch, dat ook latere ver anderingen der Grondwet steeds weer op bijzondere wijze tot stand worden gebracht, en de regel, dat de gezamen lijke burgers er hun stem over uitbrengen. Ten onzent is dit aldus, dat een wij ziging der Grondwet slechts kracht krijgt, doordat de Kamers ontbonden worden en nieuwe, tot dit doel gehouden ver kiezingen, de instemming van eene sterke meerderheid bewijzen. Zien wij in deze regeling eene ver sterking van het democratische begin sel, tegenover de mogelijke zelfover schatting van welke macht van het oogenblik ook, eene verfrissching tevens van het zoo licht verslappend besef der burgers, dat alle staatsorganen hun organen zijn, zoo is het duidelijk dat wij slechts zeer noode naderen tot de voornemens, welke thans in de ver schillende partijen gekoesterd worden, orru.in 1917 deze voorgeschreven verkie zingen te vermijden, door bij onderlinge afspraak te laten zitten wat zit." * * Er is bij de thans in eerste instantie aangenomen voorstellen van Grondwets herziening zoo zeer buiten contact met de natie te werk gegaan, zoo zeer zelfs buiten de partijen om eene herziening ontworpen, die eerder 't karakter van eene binnenkamers klaargemaakte zaak dan van eene openbare volksaangelegenheid draagt, ? dat wij juist, óók al vinden zij weinig tegenstand, aan de nieuwe bepalingen nog eerst door eene volksstemming het eigenlijke leven zou den willen zien ingeblazen. Ook voor de moreele kracht van de veranderde Grondwet tegenover de toe komst, ware ditvan niet te onderschatten voordeel. En allicht zouden bij de campagne voor de verkiezingen, zoowel als in de nieuw-gekozen Kamers, nog eens nieuwe tonen kunnen worden vernomen; nieuwe opvattingen rijzen uit den boezem der burgerij en nieuwe verklaringen worden afgelegd, waardoor de zaak aan natio nale beteekenis en aan populariteit win nen zou. Het mag zeker geen reden zijn: dat de Tweede Kamer immers de ont werpen zonder hoofdelijke stemming heeft aangenomen", om het volk zijn recht op eene stemming te onthouden. Het volk is bij deze geiegenheid juist nog wat anders, dan zijn vertegenwoor gingEvenmin zien wij een geoorloofd argu ment hierin, dat de verkiezingskosten worden uitgespaard of de moeite. In gewichtige zaken van staat moet men deze er maar voor over hebben. Zelfs het feit, dat volgens de nieuwe Grondwet toch weer over het jaar ver kiezingen volgens het nieuwe stelsel moeten worden gehouden, mag den door slag niet geven. Evenwel, om een eierkoek te bakken, moeten er eieren zijn. En om eene wer kelijke verkiezing te houden, is het noo dig, dat daartoe partijen strijden willen. Formeel zal immers in elk geval de regeering de gelegenheid geven om candidaten te stellen. Maar worden, door accoord, alleen de zittende leden gesteld en misschien nog enkele lijsten voor abnormale, kleine groepen ingediend, dan geeft inderdaad de natie pro forma haar fiat", en is het doel toch niet bereikt. Zonder belangstelling, en wel zonder belangstelling voor en tegen, is het ijdel, eene verkiezing te verlangen. Hier nu werkt het nadeel door, van de omstandigheden, waaronder deze Grondwetsherziening is opgezet. Zij is er op gebaseerd, dat alle partijen reeds gelijmd" zijn, en komt bovendien voor de natie in oorlogsi\\A, waardoor een jaartje uitstel van de stembusberoering óók zijn voordeel heeft. Het wordt dan wel niet een royale manier, om eene verandering in de Grond wet tot stand te brengen. Maar het is er nu eenmaal een; en de kans op een werkelijk vruchtbaren strijd der meenin gen is vrijwel nihil. Wat het algemeen kiesrecht met bijbehoorigheden betreft, dit kan zeker ook geen onderwerp van ernstig verzet meer zijn. Ook de o/wezigheid van verplicht vrouwenkiesrecht kan niet een reden zijn, deze herziening te bestrijden. Alleen maar, en dit geldt ook voor verschillende andere onderwerpen van gewicht, om te zeggen: de Grond wetsherziening is af, leve de nieuwe Grondwetsherzie n i n g." Geheel anders is het met 't nieuwe Onderwijsartikel. Daaromtrent zou de volksstemming wel eens geheel anders kunnen uitvallen, dan men in Den Haag presumeert! De nieuwe Kamer zou er misschien veel kritischer tegenover staan, dan de tegenwoordige. Doch hoezeer het van belang blijft, de clericale gevaren, die daarin liggen, te keeren, zal het geschil hieromtrent eerlang niet krachtiger aangevat kunnen worden, wanneer bij de behandeling der schoolwet de strijd kan worden gevoerd door een nieuw geslacht, los van de compromis-banden, waarin verscheidene tegen woordige leiders zich thans gevangen hebben gegeven? * * * Tot zooverre is dus het geval niet over-delicaat. Ofschoon niet geheel be vredigd, zal men zich neer kunnen leggen bij het doorgaan van deze Grond wetsherziening, en is daarmee niets voor goed verloren. Op n punt echter is het anders. Daarin zal de natie niet zonder meer kunnen berusten. Wij bedoelen de bepaling, waarbij de Tweede-Kamerleden zichzelve pensioen hebben toegelegd met terugwerkende kracht voor de jaren, welke zij tot dus verre hebben gediend. Deze bepaling is ten eenenmale in strijd n met de belangen van de schat kist; n met het zedelijke prestige der volksvertegenwoordiging; n met de billijkheid. Hoe zij door iets gemotiveerd is, blijkt zelfs uit de Handelingen niet! Men krijgt zeer sterk den indruk, dat het een ... misgreep is, eene lichtvaar digheid, waartoe n de Regeering, n de Kamer veel tegereedelijk zijn overgegaan. Dat men eene hoogere bezoldiging voor den vervolge heeft ingesteld, is best. Ook : pensioen. Maar dan: pensioen alleen van nu af. Dat de zittende leden zichzelve in de Grondwet een beneficie voor 't verleden hebben toegelegd, voor geval van nietherkiezing of verkiesbaarstelling, is onver dedigbaar en een slecht voorbeeld. Het is slechts een geheel willekeurige greep uit de schatkist, door hen, die daartoe de macht hebben, omdat zij de koorden van de beurs, in handen houden." Van eenige rechtmatige verwachting, van eene achterstallige' schuld, geen sprake. En financieel onverschillig zijn de be dragen evenmin, wanneer men b.v. maar berekent, dat door dit besluit 45 der tegenwoordige Tweede Kamerleden zich een levenslang pensioen tusschen de /1000.?en ?2000.?verzekerd zullen zien; om van de geringere bedragen niet te spreken. ** * Het lijkt ons dus eene zeer delicate vraag of de tegenwoordige leden zich er bij mogen neerleggen, dat deze eigen aardige regeling zonder nieuwe verkie zingen, door de politieke leiders (dat zijn voor een groot deel dus weer zij zelve) wordt binnengehaald. Moeten soms hier de kiezers en de partijen de afgevaardigden zelve bescher men tegen dit besluit van onverstand? Tenzij... Hier schijnt nu fcen aan gewezen taak voor de Eerste Kamer te liggen: het land en de wetgeving te be schermen tegen een onwaardig besluit van de Tweede Kamer waarbij de leden van dit lichaam zichzelve een voordeel hebben toegekend. Zoo de Senaat daartoe zijne medewerking weigerde, ware dit volkomen te billijken. De grondwetsherziening behoeft daar door niet ia gevaar te komeTn!' Het Par lement zou de voorstellen terstond ander maal terug kunnen krijgen, minus de terugwerkende kracht van het kamerledenpensioen. Een spaak in het wiel is het dus allerminst. Integendeel: de zuivering al van een leelijke plek. En het allerbeste en meest bevredi gende ware misschien, dat de Tweede Kamer zelve reeds nu de fout erkende, en nog eene wijziging ter hand nam. Men zij er op bedacht: o ver een punt als dit kan niet onverschillig worden heengeloopen! Of het wreekt zich eenmaal. v. H. + + + De Regeeringsfilm De voorstelling van de regeer! ngsfilm Leger en Vloot" is een evement. Niet alleen, d at het een uiterst boeiend schouwspel is, boeiender en door 't geheele publiek met niet minder gespannen aandacht genoten dan de geweldigste filmdrama's, twee uren achtereen de gymnastische oefe ningen van onze soldaten te zien; het bezetten van dekkingen en bruggen; de dienst der mitrailleurs; de bakkerijen en slachterijen; de vuuruitwerking van een batterij lange kanonnen; de kustwacht; houwitsers en afweergeschut; munitiefabricage; ponton- en mijnendienst; stoute stukjes van motorrijders; en dan: de marine, met hare snerpende torpedobooten; een duik in een duikboot; een heusche bellenbaan, en wat al niet meer... een schouwspel, waardoor iedere bur ger een kijkje kan krijgen op onze gewapende neutraliteit; en een kijkje dat een gevoel van waardeering en gerust heid opwekt, al mag men er natuurlijk niet te veel conclusie's uit trekken, omdat het nog geen denkbeeld geeft van de hoeieelheia der weermiddelen en van hunne gevechlswaarde tegenover den vijand,.... maar een evenement vooral, omdat hier officieel, vanwege de Regeering en de militaire autoriteiten, het populaire middel van de bioscoop is aangedurfd, om de feiten tot het publiek te doen spreken. Mér nog dan wat men ziet, juicht men toe dat het, en dat het zóó, vertoond wordt! Hier is een blijk van ruirne opvat tingen en van natuurlijke, eenvou dige openhartigheid, wars van al wat deftig en gegeneerd en geheimzinniggewichtig" heeten mag. Hier blijkt een behoefte, om dat reus achtige lichaam: het leger, niet te houden voor iets van de ingewijden alleen, maar te vertoonen aan den man op straat. Men herinnert zich nog, dat kort ge leden in Engeland het beneden de waar digheid der Ministers werd geoordeeld, dat deze zich lieten filmen in hunnen arbeid voor de publieke zaak. Welnu, men kan thans in Nederland zien, dat de Koningin er niet tegen heeft gehad, te paard, te midden van militaire oefeningen, of op de oorlogs schepen te worden gefilmd, en hoe veerkrachtig is overal hare houding! Dat noch ook de Opperbevelhebber van Zee- en Landmacht, noch de Minister van Oorlog zich te hoog en te apart hebben gevonden, om voor 't draaitoestel te gaan staan, waardoor zij straks in de massa's rookerige filmtheaters voor aller oogen worden gebracht; en dat de legerleiding en de vlootleiding beide het hebben ondernomen, om op deze amerikaansche wijze het volk de voWrszaak van zijne defensie voor te leggen! Men kan niet zeggen, dat déardoor allén reeds de band tusschen volk en weermacht voldoende toegehaald wordt. Er is in dit opzicht nog meer te doen, van weerskanten. Maar in elk geval: dit is een verras send bewijs van den wil en den geest. Met des te meer animo zal nu ieder weer voortgaan, het zijne te doen om er verder toe mede te werken. En wat de prachtige film betreft: zij moge nu ook gebracht worden voor de oogen van het grootere publiek, dat tegen de prijzen der bioscooptheaters niet op kan, maar op deze voorstelling niet minder aanspraken heeft. En... naar 't buitenland, dat er zeker ook wel een indruk van mag krijgen! Trouwens, beide schijnt in de bedoe ling te liggen. v. H. De gruwelen in Armeni Het antwoord van de Entente op Wilson's nota zal menigeen een gat in de lucht heb ben doen slaan: zijn we op de vischmarkt of in de raadszaal der groote mogendheden? Op de vischmarkt wordt gescholden dit gebeurt niet in het antwoord der Enteme, ten minste niet in meerdere mate dan pleegt te geschieden in diplomatieke stukken, waarin de oorlogvoerende partijen terloops hare meening te kennen geven over de daden der tegenstanders; maar een vischvrouw heeft ook den naam van te overvragen, en aan deze reputatie zal zij het te danken hebben gehad, indien haar beeltenis, nog eerder dan die van een ambtenaar van het Openbaar Ministerie, kwam oprijzen voor het oog der lezers van het antwoord der Entente. In Nederland schijnt verbazing over de veeleischendheid der geallieerden wel de voornaamste uitweiking der bedoelde lec tuur te zijn geweest. Maar of dit ook het geval is geweest in de landen, die oorlog voeren met de Entente ? En of ook ten onzent, toen men van de eerste verbazing bekomen was, niet een andere indruk is achtergebleven dan deze, dat het den regee ringen der Entente-mogendheden in het hoofd was geslagen? Wie staatslieden als Lloyd George en Briand niet voor krankzinnig houdt, kan uit het antwoord der Entente ook deze conclusie hebben getrokken: dat zij daarom zulke hooge eischen stellen, omdat zij over tuigd zijn een groot deel van die eischen te kunnen verwezenlijken, hetzij door een overwinning met de wapenen, hetzij als een gevolg van de blokkade. Wie hen niet in staat acht tot de dwaasheid, een oorlogs doel te verkondigen, dat zij zelf voor geheel onbereikbaar houden, zal misschien gaan twijfelen aan de juistheid van het gang bare oordeel, dat deze oorlog zal eindigen zonder dat er een overwinnende en een overwonnen partij is. Het zal den meesten nog moeite kosten, te gelooven aan een beslissing door de wapenen; maar dat de centrale mogendheden door den bitteren nood, door gebrek aan levensmiddelen zich overwonnen moeten geven, met die moge lijkheid is reeds lang rekening gehouden en de waarschijnlijkheid daarvan zal voor menigeen verhoogd zijn, nu de Entente een oorlogsdoel heeft genoemd, dat alleen met de wapenen, en zonder economischen dwang, slechts door een jarenlang voortgezetten oorlog zou zijn te benaderen. Het door de Entente opgemaakte pro gramma van vredesvoorwaarden bevat zoo veel, dat men bijna in de verzoeking zou komen, te vragen, of het thans levende ge slacht alle quaesties in Europa moet oplossen en niets meer te doen mag overlaten aan de nakomelingschap. Reorganisatie van Europa, gewaarborgd door een duurzame regeling, op den grondslag ^van het natio naliteitsbeginsel en van het recht, dat alle volken, groot en klein, hebben op volkomen zekerheid van vrije economische ontwikke ling, en tevens op den grondslag van terri toriale overeenkomsten en internationale schikkingen, waardoor de land- en zeegrenzen tegen onrechtmatige aanvallen worden verzekerd" ziedaar alleen reeds een taak, waaraan meer dan n generatie zal kunnen voortsplnnen; ziedaar tevens een voorbeeld van formuleering der vre desvoorwaarden, waarmede eerst dan mis schien instemming zal kunnen worden be tuigd, wanneer nader rekenschap van de bedoeling van sommige termen is gegeven: waarom worden, als de grondslagen van de duurzame regeling, die de reorganisatie van Europa zal waarborgen, behalve de verwe zenlijking van het nationaliteitsbeginsel en behalve de zekerheid van vrije economische ontwikkeling ook nog territoriale overeen komsten en internationale schikkingen" ge noemd, die land- en zeegrenzen tegen onrechtmatige aanvallen zullen beveiligen ? Is dit soms een naam voor annexaties, die met de verwezenlijking van het nationaliteits beginsel in strijd komen? Maar op het programma der vredesvoor waarden staat behalve het herstel van België, Serviëen Montenegro, met de hun toekomende schadeloosstelling, en behalve de ontruiming van de bezette gebieden in Frankrijk, Rusland en Roemenië, met ge paste vergoeding nog n eisch, waarvan ik de verwezenlijking niet aan een toekomstig, maar aan het thans levende geslacht zou willen opdragen: bevrijding van de volken, die nu onder de moorddadige tyrannie der Turken zuchten". Indien iemand mocht meenen, dat het woord moorddadige tyrannie" weer teveel naar de vischmarkt riekt, dan vraag ik zijne aandacht voor de behandeling, die de Ar meniërs tijdens'dezen oorlog van de Turken hebben ondervonden. Anderhalf jaar geleden, toen er nog weinig was uitgelekt van de gruwelen, die aan de Armeniërs zijn gepleegd, kreeg ik een brief ter lezing, geschreven door iemand, die geruimen tijd in Turkije heeft vertoefd en door het ambt, dat hij bekleedde, bij uitstek goed bekend was met de aangelegenheden der Armeniërs: iemand, die Dultschgezind is en wiens oordeel over de Turken dus niet partijdig is geworden wegens hun bond genootschap met de Duitschers. In Vragen des Tijds van November 1915 deelde ik uit dien brief de volgende passage mede: De Armeniërs hebben de tusschenkomst, van welke macht ook, meer noodig dan ooit. De vroegere moordpartijen (in 1894 1896) waren vreeselijk en in Europa weten slechts enkele kringen, wat er toen gebeurd is; maar de stelselmatige wijze, waarop de Jong-Turken thans de Armeniërs gevangen nemen en hen overal, ook in Konstantinopel, den dood tegemoet zenden, overtreft alles wat op dit punt is gebeurd. De dwaze po litiek der»Jong-Turken zal de Armenische kwestie na den oorlog weer doen opleven indien er dan ten minste nog Arme niërs zijn." Dit bericht is sedert bevestigd door andere geloofwaardige mededeelingen. In Sonnenaufgang," het orgaan van een Duitsche vereeniging voor Christelijk liefdewerk in het Oosten, van October 1915, en in de AllgemeineMissions-Zeitschri/t"va.RNovember 1915 werd een verhaal opgenomen, door een Duitsche liefdezuster gedaan van het tampzalige lot der Armeniërs o.a. in de vilayets van Diarbekr; 674 menschen wer den daar ingescheept op schuiten, onder voorwendsel dat zij naar Mosoel zouden worden gebracht; nadat zij beroofd waren van hun kleeren en hun geld, werden zij in de Tigris geworpen. Op last van den Duitschen censor moest de verdere publicatie van dit verhaal worden gestaakt; aan de couranten werd verboden, het reeds afge drukte artikel over te nemen; de oplaag van het tijdschrift, waarin het artikel was verschenen, werd zooveel mogelijk opge haald; enkele exemplaren zijn toch naar het buitenland gekomen. Een zoo goed als volledig verhaal van de moorddadige tyrannie", waaraan de Arme niërs hebben blootgestaan, kon men thans lezen in een onlangs, op last der Engelsche regeering, uitgegeven boekdeel The treatment of Armenians in the Ottoman Empire, 1915-1916" (Miscellaneous No. 31, 1916). In dat boek van ruim 700 bladz. zijn een groot aantal verklaringen opgenomen, afge legd door Armeniërs, die zelf het slachtoffer waren van de Turksche gruwelen en wier getuigenis men dus als partijdig of te sterk gekleurd zou kunnen beschouwen; maar hunne getuigenis wordt bekrachtigd door een niet minder groot aantal verklaringen van Amerikanen, Denen, Zwitsers, ook van Duitschers, die als onderwijzers of als missionarissen in de geteisterde streken vertoefden; door toedoen van The American committee for Armenian and Syrian relief" zijn vele van deze getuigenissen verzameld. Het is een droevig verhaal van het weg voeren der Armeniërs uit hunne woonplaat sen ; de mannen tusschen 18 en 50 jaar waren grootendeels gemobiliseerd en stre den mede in de Turksche legers; aan de overigen werd aangekondigd, dat zij naar ver afgelegen streken van het Turksche rijk zouden worden gebracht, maar op weg daar heen vonden bijna allen den dood ; de vrou wen en meisjes werden door de Koerden, die meestal tot escorte dienden, onteerd; duizenden kwamen om tengevolge van ont bering. Het eenig middel, waardoor een vrouw deportatie kon ontgaan, was dat zij zich bekeerde tot den Islam en met een Turk tfouwde. Volgens de meest gematigde schatting bedraagt het aantal mannen, vrou

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl