De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 27 januari pagina 13

27 januari 1917 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

tf ?t,-' 27 jan. '17. No. 2066 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 Burgerlijke Dienstplicht (Simplicissimus) Legerbevel omtrent de Onderlinge Kennismaking van Officieren Wat het kennismaken of zich voorstellen betreft, ben ik van oordeel, dat zulks hoezeer in besloten kring tot de goede (militaire) vormen behoorende niet is voorgeschreven en in een spoorwegcoupéniet als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt. Ligt het in acht nemen van dien vorm bij het reizen van officieren in een coupéalleen, voor de hand ongeschikt lijkt mij bedoelde plichtspleging in een compartiment met meerdere (burger)-reizigers. In een tramrijtuig blijft de kennismaking of voorstelling ook achterwege. Bovendien zou'- een practisch bezwaar zijn, dat bij gelijkheid in rang men onderling niet weet, wie de jongste is en zou men, opstaande, bij plotseling remmen kans hebben, tegen zijn meerdere aan te tuimelen, wat tot ernstige schade aan de krijgstucht, ja tot bloedneuzen en dus tot onwillekeurige feitelijke insubordinatie zou kunnen leiden." Circulaire van den Commandant van het Veldleger. Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek Alles moet werken voor 't vaderland! Och heere, wat konden wij dan toch wel doen?" Onze 'goeie Ilieve Valuta stijgt al weer J[ nheeljaardig !| (Ulkj Hoe"een|Ruslhet2zag (Puck)'. Mag ik me even aan U voorstellen? inimiii iiiiiifliiiiuliiilililiii iitiiiiiiliiiiiiiiiiiii minimi mini litmiilMMiimlM Hij schildert zijn meesterstuk "illilliiiiiiimmiiMHHiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii Redacteur: Dr. A. O. OLLAND A. R. Faickstraat 5, Utrecht Alle berichten.deze rubriek betreff ende.gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. PROBLEEM No. 61 VAN H. KEIDANSKI ZWART a d WIT g Wit: Kh7, Dal, Lb3 en c5, Ph5, pionnen e3, f4, g2 en h3. Zwart: Kf5, Dd5, Pc3, pionnen f6, f7 en g3. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing over 14 dagen. OPLOSSING PROBLEEM No. 60 VAN W. MEREDITH Wit: Kb5, Dc3. Pg2, Lh4. Zwart: Kdl, pion d2. !.Dc3^-c8, Kdl-e2, 2. Dc8-g4-f Ke2-d3 (of -fl), 3. Dg4-c4f, 3. Pg2-e3f. Goede oplossing ontvingen we van : M. Dolman te Zeist, J. Schoonbeek te Weiwerd, L. O. te Utrecht, L. J. van Rhijn te Wageningen, J. S. te Zeist, J. Rietman te Dieren, dr. M. B. Oerlemans te Heusden. Vele oplossers zonden een vei keerde oplossing in, beginnende met 1. Db3f, hierbij over het hoofd ziende, dat na 1... Kcl, 2. Lf6 zwart 2... dlP kan spelen, aldus het op b2 dreigende mat pareerende. De volgende partij werd gespeeld in den massakarap Bradford contra Huddersfield. SPAANSCHE PARTIJ -Wit A. G. Conde Zwart H. E. Atkins *. e2-e4 e7-e5 2. Pgl?f3 Pb8-c6 3. Lfl?b5 a7?a6 4. Lb5?a4 Pg8-f6 5. 0-0 Lf8-e7 6. Tfl?el b7?b5 7. La4-b3 d7-d6 8. c2-c3 Pc6?a5 9. Lb3?c2 c7-c5 10. d2-d4 Dd8-c7 11. h2?h3 Hier is de tekstzet wel het tempo waard, daar hij Lc8 het eenige veld ontneemt waarop deze zich goed kan ontwikkelen. 11 Pa5-c6 De voorkeur verdient o.i. 11... 0?0; het paard wordt op a5 nog niet aangevallen, terwijl het op c6 door wit's sterk antwoord naar een ongunstig veld verdreven wordt. Ook 11... h6, met de bedoeling om g7-g5 te laten volgen en een aanval te beginnen op den witten koningsvleugel, verdient over weging, juist omdat wit door h2?h3 dezen vleugel eenigszins verzwakt heeft. 12. d4-d5! Pc6-d8 13. Pbl-d2 h7-h6 ?14. a2-a4 Ta8?b8 15. a4*b5 a6Xb5 16. Pd2-fl g7-g5 17. Pf3-h2 Noodzakelijk om g5?g4 te beletten. Had zwart terstond 11... h6 gespeeld (in plaats van Pc6) dan zou het eene witte paard nog op d2 staan en zwarts aanval veel aan beteekenis hebben gewonnen door h5?h4. 17 Le7-f8 18. Pfl-g3 Dc7-e7 Niet juist! Zwart overziet wit's antwoord. In aanmerking kwam Lg7, om eventueel te kunnen rocheeren. Zwart's stelling is zeer gedrukt. 19. c3-c4! Zeer sterk gespeeld! Op 19... bc4: zou volgen 20. La4f Pd7 (Ld7? 21.Pf5!) 21. Pg4 gevolgd door Pf5 enz. 19 De7-b7 20. c4Xb5 Lc8-d7 21. Tel?e3 Db7-c7 21... Lb5: dan 22. Tb3, Dd7, 23. TaSenz. 22. Lc2-a4 Ld7 - b5 Wit staat aanmerkelijk beter. Het nu volgende deel is een worsteling tusschen vasthouden van wit en trachten zich te be vrijden van zwart. 23. La4xb5f Tb8Xb5 24. Ddl?a4 Dc7?d7 25. Te3-f3 Lf8-e7 26. Ph2?g4 Pf6Xg4 27. h3Xg4 Tb5-b7 28. Pg3-f5 Dd7Xa4 29. TalXa4 f7-f6 ' 30. Tf3-h3 Le7-f8 31. Ta3-a6 Ke8-d7 32. Th3-a3 Th8-h7 33. b2?b3 Lf8 e7 34. Lcl-d2 h6-h5 35. g4Xh5 Th7Xh5 36. Ta6-a7 Th5-h7 37. Ta7Xb7f Pd8<b7 38. Ta3-a7 Kd7?o7 39. Ta7?a8 Ld7?c8 Wit dreigde Pe7: gevolgd door Tf8 met winst van pion f6. 40. b3?b4 c5Xb4 41. Ld2 <b4 Th7-d7 42. Ta8-a6 Ld8?e7 43. Kgl?h2 Wit heeft zijn positie-voordeel goed vast gehouden. Zwart heeft zich na den minder sterken zet 18... De7 hardnekkig verdedigd, zooals We dat van Atkins gewend zijn, doch hij kan het indring- n van den witten koning niet beletten en dat kost hem de partij. 43. 44. 45. 46. 47. Le7-f8 Td7?d8 Kc7-d7 1H8-C8 Kh2?g3 Kg3-g4 K*4-h5 Ta6-a7! Het is van veel belang den zwarten toren zoo lang mogelijk van c2 af te houden. De tekstzet verplicht tot Tc8?c7; stond de toren reeds op c2, dan zou natuurlijk Kd7?c7 kunnen geschieden; thans zou deze zet den toren op c8 afsluiten van het veld c2. 47 . Tc8-c7 48. Kh5-g6 Lf8-e7 49. f2-f3 (Stand der partij na 50. Pf5?g7) ZWART wm. m m n a bcdefgh WIT Wit haast zich niet. Conde doet zich in deze partij kennen als een positie-speler in optima forma. 49 Le7-d8 50. Pf5-g7 50 Kd7?c8 Op 50... Pc5, zou volgen: 51.Tc7:f Lc7: 52. Kf6: g4, 53. Pe6, gf3 54. Lc5: dc5: 55. Pc5:f Kd6, 56, Pb7f en 57. gf3: enz. 51. Pg7?e6 Tc7?c2 Pe6Xd8 Pb7Xd8 Lb4Xd6 Pd8-b7 Ld6?e7 Tc2Xg2 d5-d6 Tg2-f2 d6?d7f geeft op. Een overwinning van Conde, waarop hij met recht trotsch mag zijn. De partij is de bestudeering ten zeerste waard. 52. 53. 54. 55. 56. 14e Jaargang 27 Januari 1917 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 1122, Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 133 VAN DEN AUTEUR J. SWART, A'DAM (Eerste publicatie) Zwart (12 schijven) l t ?V IC 21 .26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (13 schijven) Stand. Zwart: 2, 5, 7/10, 13,15,16,18,19,35. Stand. Wit: 11, 22, 25, 27, 28, 32/34, 37, 38, 44, 49, 50. Oplossingen binnen 14 dagen in te zenden aan bovenstaand adres. P A R T IJ gespeeld per correspondentie, tusschen de heeren M. Emmerik te Naarden met wit en B. Springer te Amsterdam met zwart. ONREGELMATIGE OPENING 33-28 1. 20-25 Het theoretisch antwoord is 18-23. Zwart wil echter op een typezet in de opening spelen. * 38-33 2. Beter is 39-33. De zet 33-33 veroorzaakt een opeenhooping van schijven op den korten vleugel. 2. 19-24 Beter is 15-20 en 10-15. De typezet, waarop zwart speelt, is toch reeds verhinderd door 38-33. 42-38 3. , 14-19 v 47-42 4. 10-14 31-26? 5. Zwak, 31-27 is sterker. Wit krijgt nu een slechte randschijf. 5. 5-10 37-31 6. 15-20 41-37 7. 10-15 46-41 8. 18-23 33-29 9. 24:22 34-30 10. 25.34 40:27 11. Deze uitruil is niet sterk. Wit helpt zwart van zijn randschijf af en houdt deze zelf. 11. 17-22 27:18 12. 12:23 Deze uitruil is goed. Wit kan nu wel van de randschijf afkomen, maar moet hem dan toch op een zeer ongunstig veld plaatsen. Had zwart een andere zet gedaan, dan was het mogelijk geweest dat wit 27-22 en 26-21 had kunnen spelen. 39-33 13. 11-17 31-27 14. 7-12 27-21 15. Tracht een attaque op den korten vleugel te richten. \ 15. 1&27 32:21 16. 13-18 ?5-30 17. Een zet zonder doel. In aanmerking kwamen 37-32 en 41-37. 17. 9-13 44-39 18. 6-11! Stand: Zwart (15 schijven) l e r 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 15 50 Wit (15 schijven) Een sterke zet, laat wit maar n zet. 33-28! 19. De eenige zet. ledere andere brengt een stuk verlies, daar 23-28 dreigt. Wit kan niet 21-16 spelen, daar dan volgt zwart 20-24. 19. 23:32 37:28 20. 20 24 Geeft aan wit zooveel mogelijk randschij ven. 30-25 , 21. 4-9 41-37 22. 1-6 39-33 23. 17-22 Brengt zijn stukken op het midden. 28:17 21-16 37-31 31-27 36:27 38-32 42-38 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 11:22 19-23 13-19 22:31 2-7 6-11 Wit kan niet 32-28 spelen, want dan volgt zwart 14-20 met schijfwinst. 30. ll-17gedw. 33-28 31. 8-13 5044 32. 24-29 Een sterke zet, die wit noodzaakt zijn stukken nog meer naar rand te brengen. 27-21 33. 18-22 48-42 34. 22:33 43-39 35. 13-18 39:28 36. 14-20 Stand: Zwart (11 schijven) l' It 21 26 31 30 41 46 Wit (11 schijven) Op 18-22 volgt wit 44-40 en 40:34 met winst! 25:14 37. 9:20 49-43 38. 20-25 44-39 39. 29-34 Fout! Deze zet kost een stuk of de partij, zooals men uit het verdere verloop zal zien. Veel sterker was 15-20 en 20-24. Deze voortzetting gaf groote winsikjrns. 39:30 40. 25:34 38-33! 41. Dreigt met 33-29 een schijf te winnen. 41. 18-22 gedw. 42. 3-9 die nu komt is niet meer 4238 De combinatie te verhinderen. 16-H! 32:21 38:7 43. 44. 45. 727 23:32 geeft op. B. S.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl