Historisch Archief 1877-1940
-JOB-'17. -Na 2066
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l'
Amerikaansche Meisjes-studenten
De ouderen onder onze lezers zullen zich
allicht herinnercB dat er, een dettlg, veertig
jaar geleden, een Engelsche romanschrijfster
aan de orde was, genaamd Florence
Montgomery, die de wereld tracteerde op twee
treffende verhalen: Throvn together en
Misunderytoad. Die titels duidden- op het
lot Van ongelukkige kinderen, wier klein,
maar diepgaand, leed met veel
psychologischen tact werd in beeld gebracht.
De thans jaarlijks een nieuw boek
produceerende Miss Montgomery heeft andere
voornamen; en zij en haar romanfiguren
hooren niet thuis in Engeland, maar in
Canada. Ook zij behandelt met evenveel
psychologischen tact allerlei toestanden,
waarin eerst kinderen, en daarna jonge
meisjes de hoofdrol spelen; maar, in tegen
stelling met die van haar oudere
naamgenoote, beweegt zich haar pen bij voorkeur
onder gelukkige schepselen.
Drie verhalen zijn er tot nu toe van haar
hand verschenen, waarvan eenzelfde Anne
Shirley" de heldin is.
Eerst in Anne oj the green gables (vertaald
onder den titel nln veilige haven") leerden
wij haar kennen als een wees, bij toeval
terecht gekomen ten huize van een
landbouwenden broeder en zuster, die eerst met.
baar opvoeding tamelijk erg verlegen zitten,
maar zich daar toch met eere doorheen slaan.
In Anne of Avonlea heeft zij-zich reeds
goed bij de nieuwe omgeving leeren aan
passen en leeft daar als een frisch, gezond,
aankomend meisje mee in al wat een
Amerikaansch buiten-huishouden oplevert.
In Anne van het eiland, dat thans ter aan
kondiging voor mij ligt, presenteert zij zich
(met baar portret in kleurendruk) als eene
knappe twintigjarige, die het eiland, waar zij
opgegroeid is, verlaat, om te gaan studeeren
aan een hoogeschool op 't vaste land. Haar
leven te midden van een frissche groep
vrouwelijke en mannelijke medestudenten
biedt een alleraardigste afwisseling van
meestal vroolijke tafereeltjes. Waar soms de
omstandigheden minder vroolijk van aard
zijn, worden zij gedragen met veel dapper
heid en veerkracht, gekruid door den intu
tieven humor van jonge, gezonde gemoederen.
Ook de lUfdesbistories, die uit de gegeven
verhoudingen voortkomen, sluiten zich geheel
bij dezen geest aan. Het slot vermeldt Arme's
verloving met haar degelijker), pittigen,
eilandgenoot Gilbert Blythe.
Een en ander maakt: Anne van het eiland
(dezer dagen in goede hollandsche vertaling
.verschenen bijTjeenk Willink te Haarlem), tot
een hoogst aanbevelenswaardig meisjesboek.
GEERTRUJDA CARELSEN
De Hollandsche vrouw
Antwerpen, 26/12 1916.
.Madame, kan ik seffens de kamer kuisse?"
't Was de schoonmaakster; en ik nam voor
zichtig mijn rood-bloeiende azalea mee naar
de andere kamer. Wat een weelde hier,
zoo'n azalea! Terwijl ik er naar keek, werd
ik herinnerd aan de rubriek voor de da
mes", die ik eenige weken geleden, in
. Holland zijnde, las in een weekblad. Daarin
raadde de schrijfster de jonge dames" aan:
een .rozeblad-middag te houden, met rose
petits fours, onder rose licht, tegen rose kus
sens geleund, nonsens schrijvende op rose
papiertjes met rose potloodjes. Ironisch
was de gedachte daaraan, nu n azalea een
weelde van dagen en dagen uitmaakte, en mijn
verontwaardiging over die damesrubritk'
werd bij de herinnering weer even heftig,
als toen ik het les. Gelukkig waren toen
de vrouwen uit mijn omgeving, die het
ideetje" ook lazen, even boos er over als
ik, en een Belgische vrouw, die ik het hier
liet lezen (ik had het mee over de grens
mogen nemen) zei: .zóó, houden jullie
jonge meisjes zich daar mee bezig!" De
peinzende blik uit haar oogen heb ik ont
houden, ook toen die vervangen was door
iets warmers, na mijn beschrijving van
chte Hollandsche meisjes.
Hier zijn de bakvisschen en de wat oude
ren, even coquet gekleed als voor den oorlog,
scheeve zijden hoedjes, wijde uitwaaiende
fluweelen zakken, en zware bonten... de
wangen even aangestipt met rouge t Enfin!
Haar kleeren zijn haar tweede Ik. Dat neemt
niet weg, dat ze met al haar kleine
coquetterietjes in dit wereldgebeuren toch een groot
deel van den dag bezig zijn om de ellende
te verzachten, te helpen in de crèches, voedsel
tlffflIIMIMIIIflIllffMffflIlHtltmmfmlflfmlflffflfmiflIIIIIIIIIMmiUIMff*
Een Vleugje Kou
Dadelijk ziet alles er anders uit, vooral
in den tuin, waar de uitneemsche planten
groeien, vooral die in hun eigen gebied zeer
strenge winters hebben te verduren. Onze
West-Europeesche planten nemen over het
algemeen de zaak nog al leuk op, ze be
kommeren er zich heelemaal niet om, of ze
hebben lang voor de winter kwam, hun
maatregelen genomen tegen kou en droogte.
Maar de buitenlanders, de Canadeezen,
Japanners, de Armeniërs of de bewoners
van den hoogen Kaukasus maken dadelijk
een bereddering van jewelste en als de
thermometer maar even daalt tot vijf graden
Celsius onder nul richten ze zich in op tien
voet sneeuw en ijs van een halven nieter dik.
De tuin zag er dan ook danig onthutst
uit. De Aucubas lieten hun mooie groen
met geel gevlekte bladeren recht omlaag
hangen en ook de groote donkergroene dikke
bladeren van de laurierkers hadden al
eerder denzelfden troosteloozen stand aan
genomen. Die laurierkers heeft zijn hoofd
gebied aan Ararat en Kaukasus en daarvan
daan komen ook sommige rhododendrons.
Die maken het nog erger?, want niet alleen
gaan de bladeren hangen, maar ze krullen
zich nog benedenwaarts en binnenwaarts om
uit te deden aan moeders met zuigelingen
etc. Enkele uren zitten we hier van Holland,
dat de Belgen hier nu Luilekkerland" noe
men, enkele uren, en toch is er geen boter
te krijgen, geen vet, geen aardappelen, dan
tegen een origeloofelijken prijs, die de armen
niet betalen kunnen.... Amerika doet veel,
maar kan niet alles doen.
Het smokkelen is zoo'n wonder niet l
De opvoeding van de Belgische vrouw is
zeker niet als de Hollandsche, leidt niet tot
zoo groote ontwikkeling, maar de meisjes
leeren hier: kleine kinderen verplegen en
helpen, en oude zieke menschen verzorgen,
en dat is in deze tijden wel een eerste nood
zaak, ja, ze zijn luchtig, vol humor, vol
gevoel voor humor.... Zoo is het volk....
Van de week zaten er twee jonge vrouwen
uit het volk in de tram met een man. De
eene vrouw beklaagde zich, dat haar man,
die geïnterneerd was, of in Duitschland
(dat was niet heel duidelijk), geen geld had
gestuurd: alla, da ben toch dinge!"
.Jules", de man die naast haar op het bankje.
zat, veronderstelde, dat haar geïnterneerde
man, het geld met een ander in de verte op
maakte. Dat had een effect! De twee vrou
wen aan het lachen, of er een groote geestig
heid gedebiteerd was. En toen in hun volks
taal de ne malligheid na de andere er
over gezegd, lang niet allemaal heel fijn,
maar leutig. De vrouw van wie de man
daar vér weg was, terwijl zij hier alleen
bleef, lachte, dat de tranen haar in de oogen
stonden! De trampassagiers begonnen ook,
hier en daar vertrok een gezicht, toen werd
het tot een gulle ronde lach. Ja, zóó
aanstekelig ia die Belgische lach, ook in een
tijd van misère.
Luchtig-los, te los soms misschien, maar
niet verweekt, zooals die Hègsche kinderen,
die de les kregen op hun vrije middagen
in hun binnenkamers rozeblad-uren te hou
den, en zich maar niets aan te trekken van
die toekomst-wereld vol gebrek en moeiten,
die vóór hen ligt, die onvermijdelijk komt,
en waarin ze ns vrouw zullen moeten
zijn, dan, als de misère in hun eigen land
sluipt, gelijk hier, als een dief in den nacht.
Hoe scheef zullen dan de handen staan,
die nu een rose potlood hantéeren, en
hóe zullen die oogen de gloed van vlam
mende buizen verdragen, die oogen die
gewend zijn aan rose-lampe-kapjes licht?
Hoe zal hair taar'jes-maag'het grove brood
dulden? Hoe zullen haar in
rose-kussensverwende-ruggen, uren ver de last van het
hoognoodzakelijke torsen, ais ze eens vluch
ten moeten?
Né, dat is de Hollandsche vrouw toch
ook niet, dat is de Hollandsche opvoedster
niet, die aanraadster van het suikerzoete
idéelje. Dat is niet Holland, dat flauwe,
sentimenteele, weeëgedoe. Dat is maar een
bestanddeel, en gelukkig het kleinste.
KATELIJNE
Babbeltjes
Mevrouw Mann heeft haar luisterrijk vijftig
jarig tooneelfeest gevierd, en niet kan ik
nalaten u van een paar minuutjes te ver
tellen, die ik in haar kleedkamer op het
Plein doorbracht. Korte oogenblikken, maar
ze bleven me bij, omdat ik er in begreep,
hoeveel liefde het woord is niet te sterk,
mevrouw Mann voor haar kostuums heeft.
Hier zijn een paar momentjes en 'n paar van
haar uitspraken, die ik in mijn dagboek no
teerde, 'n twee of drie jaar geleden,
... Met baar snaaks gezicht, is ze er zelf
op uit, om je ai .d'r moois" te laten zien.
En wat ik zag? Heele Vlakten van schit
terende zijden stoffen, stoffen met tinten,
die beten en martelden in haar felheid, en
stoffen, waarvan de tinten waren als liefko
zingen, zoo teer, zoo zacht, .Neen, niet naar
mij kijken, kindje," commandeerde haar
pittige stem, .Kijk alsjeblieft daar voor
ons, in den spiegel, dan zie je het eigenlijke
effect van de stof, zoo kijk ik ook altijd!
Zie je, hoe prachtig of 't m zóó doet? Als
ik het zoo om me drapeer? Zoodat de stof
strak, vinnig, mooi, om je vormen valt; van
beneden de buste tot naar den enkel 'n god
delijke brutale lijn over je lichaam snijdt!?
Daar moesten de anderen meer oog voor
hebben! Weet je, wat ik thuis doe, met m'n
naaister, waarmee ik zoo 'n paar maal 's weeks
die jurken in mekaar flens? Ik trek en speld
zoo'n stof, die 'k mooi vind, net zoo lang
langs me, en om me, tot het zit, en tot het
valt zóó (?hier een grandioze, breede
teekenachtige geste ), dat ik me er 'n an
der mensen invoel. Dat m'n lijnen cranerle
hebben, dan ben ik er pas!! - Dat doet je
zoo innig geed,iets wat je aplomb bijzet!!"
Wat mevrouw Mann, volgens haar eigen
zeggen 't beste kleedde, is de prachtige
robe-princesse-lijn, die het figuur mouleert,
UIHMIIIMHHtllllllHIIIMIIIMIIMIItlllllllllimifltHIMItmilHimmHHmMI
en de dikke eindknop steekt dan omhoog uit
een krans van mismoedigheid. Van mijn Ame
rikanen is het vooral de Kalmia, die kouwelijk
doet ?? de bladeren, ziekelijk glimmend zijn
allemaal omlaag gekruld. Hoe heel anders
ziet dat struikje er nu uit dan in den zomer
wanneer het prijkt met zijn tuilen van onge
looflijk mooie rose bloempjes.
Toch zijn die planten niet beschadigd of
bevroren. Ook hangen die bladeren niet slap
terneer, maar ze zijn stevig en wel indien
doelmatigen stand gebracht. Zooals ze nu
staan stralen ze veel minder warmte uit
naar den helderen vorsthemel, bovendien is
hun verdampingsoppervlakte veel kleiner ge
worden. En als het gaat sneeuwen dan mogen
de dikke bladstelen een klein vrachtje krijgen,
de rest glijdt naar den grond en er is geen
gevaar dat de takken zouden breken onder
den sneeuwlast. Intusschen sctiQnt dat
omlaagbuigen zelf tot stand te komen door
uitdroging van de onderzijde der bladstelen
en hoofdnerven. Bij de laurierkers is dui
delijk te zien dat de hoofdnerf meer bij de
ombuiging is betrokken dan de bladsteel.
Nu al die bladeren zoo omlaag zij n gericht
vormen ze geen beschuttend dak meer voor
de vogels en een partijtje vinken die tot nu
toe gewoon waren den nacht door te bren
gen in «en rhododendronbed zochten van
avond onder hevig protest der eerste be
woners een schuilplaats in de conifeerfjes.
Let er maar eens op, hoe de eerste
vorstnachten hevig gekibbel onder de vogels
teweeg brengen, dat wordt onder meer ver
oorzaakt door het tijdelijk onbewoonbaar
worden der rhododendron- en
laurierkerswoningen. De Japansche kardinaalsmuts
houdt het 't langst uit; die strijkt pas de
Miss Jear.nette Rankin
Jeannette Rankin de eerste vrouw, geko
zen tot lid van het Parlement in de
Vereenigde Staten, is afkomstig uit Montana.'waar
zij de Universiteit bezocht. Het congres zal
bij de medewerking van een vrouw winnen
doch Miss Rankin zal gevoelen wat het zegt
als eerste vrouwelijk lid te verschijnen in
een der grootste parlementen van de wereld
Want op that girl from Montana" zullen
aller oogen gericht zijn.
IIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIImiltllllllltllltlllMllllllllMllllllulllMIMin
en slank en groot maakt. (Tusschen twee
haakjes: de uitverkoren lijn van Julie Cuypers
is het empire)...
Alles wat ik zag, verried me, dat mevrouw
Mann's smaak er een is van sprekende, ge
durfde, koene effecten. Zij weet, dat ook...
het brutaalste goed staat, mits het met fiere
brutaliteit gedragen wordt. .Zie je die jas> ?"
zegt ze en een sortie in helle fraise
tint drapeert zich, om haar schouders. .Voor
zoo iets zijn nu de meesten te angstig, maar
verrukkelijk staat het op een wit pak, en
zoo moet bij gedragen worden." En heroiek
zet zich baar rechterhand in de zijde, gooit
zich haar hoofd in den nek, en de
mantelplooien laten zich pronkend, wijd,uit waaien."
.Daar is nog een andere sortie, een wit laken
prachtstuk, 'n brutaal ding, met warm
kersrood gegarneerd. Prachtig, onzegbaar mooi,
staat dat over een avondtoilet! Zoo echt
gemeen mooi!..." Als een schilderes,
zoo raak kiest mevrouw Mann de woorden,
die haar kleuren- en lijnen-emoties schetsen
... Handig, o zoo handig zijn de. vlugge
vingers van mevrouw Mann. Maakte ze de
schitterende ornamenten die haar keizerlijke
robes in .de Tsarin" moesten sieren niet...
zelf, van... een paar vlug in elkaar gedraaide
halskettingen, op bord papier geplakt? n
hoe verrukt kan ze zijn over 't werk van
anderen. Nog hoor ik haar, apropos van
een broderêe op een der TsanV-japonnen
bijna met devotie zeggen: .Kijk eens! wat
een gezegende handen die dat gemaakt heb
ben." En met vroom genot volgde haar vin
ger kinderlijk blij de lijnen van het patroon
tastend, meet... Daar was ook in haar
garderobe een avondtoilet als een
sprookjeskostuum (van Htrsch); bijna uit louter fijne
rozeroode en blanke kraaltjes, op 'n soepel
zijde-fond. Heerlijk, zwaar, mooi, trekt dat
kostuum om je heen," kon ze met .artis
tieke volupté" zeggen. Daar moe/ ik goed
in spelen.
...Hier volgt nog een teekenende uitspraak,
van onze grootste actrice: .Het is de geste,
waarmee je op het tooneel iets aanpakt,
omdoet, afgooit, dat een ding uitdrukkings
kracht en waarde geeft." Gooi 'n regenjas
in een hoek met een koninklijk gebaar en
het ding zal de mantel voor een majesteit
zelve, gelijken! Kruip uit een hermelijnen
(ortie, baie en huiverig, met rillende schou
ders, als Roodkapje, die 't bosch in gaat,
en je heele prachtsortie is geen duit meer
waard, en naar het effect kun je fluiten,..!"
... Wat ik nog opmerkte, lieve lezers,
dat is, dat mevrouw Mann, ('t was ver
leden jaar na de tweede acte van het Kind
van de Liefde)" in aller frappantst contrast
met, mag ik zeggen u ea mijzelf?
geit half uur vóór den spiegel, zich keert
en wendt, alvorens ze .in de japon", voor
een nieuwe acte, zich naar het tooneel be
geeft. Grietje, de aardige, zwartoogige kleed
ster, hielp haar het kostuum aandoen. Toen
smeet ze zich zelve, op het laatste
oogenblik een doordringenden torsenen blik in
den spiegel toe; een bevelhebbers blik,
die alles overzag; praatte, babbelde nog
vlag bij acht of tien gradea Celsius vorst.
Die bewegingen gaan nog al snel in hun
werk. Brengt ge een .bevroren"
laurierkerstak binnenshuis in een koele ruimte dan
herstelt hij zich zoowat in een kwartier en
wordt hij nu buiten gezet dan heeft hij in
vijf minuten zijn bladeren weer omlaag
gericht. Prompt werk.
En nu onze Hollandertjes. Het gras en de
madeliefjes, de hoornbloempjes en de kleine
veldkers, ze trekken zich maar heel weinig
van de zaak aan en kunnen het gerust nog
zoo wel een dag of tien uithouden. Ook de
kleine voorjaarsvroegelingetjes houden stand
en krijgen alleen een donkerder tint in hun
bladeren, ja, die niet tusschen andere planten
groeien of in den donkere tuingrond, doch
op het witte zand, die worde» langzamer
hand roodpaars van kleur en blijven nu ook
wel zoo, totdat ze uitgebloeid zijn met
Paschen. Doch het is nog lang niet uitge
maakt of dat plantenpaars of bloemenpaars,
anthokyaan, een product is van de koude
of van 't licht of van beide.
Ook de klimopbladeren vertoqnen een
donkerder tint en als ge een stukje opper
huid van het blad afpelt en tegen het licht
loudt dan krijgt ge het prachtige
anthocyaan te zien op zijn mooist, 't Is een
kleurstof die warmte opslorpt, of licht op
slorpt en dat verandert in warmte en wel
>ii voorkeur het violette en ultraviolette
licht dat misschien schadelijk zou kunnen
werken op den levenden inhoud der cellen.
n nu, hoe harder het vriest en vooral hoe
helderder het winterzonnetje schijnt des te
meer vinden we roode en paarse kleur
stoffen in allerhande Planten. Sommige
'amilies zijn er sterk mee behept, vooral
«ven, zag de rol nog even door, en
toen 't appèl voor het .en scène" eea
oogenblik later weerklonk, stond ze op, zonder
n blik meer in den spiegel, en gleed weg...
in het donker... Reeds in haar rol,... een
figuur rol onuitbluschbare, koene vitaliteit..
.Mevrouw Mann spreken" staat gelijk
met een glas champagne drinken, of een
zeebad .ondervinden" heb ik eens iemand
hooren zeggen.
't Is zoo: onze grootste actrice, is iemand.
die ook als mensen je het leven vroolnker
blijder enthousiaster, doet inzien...!
YVONNE DE TESSAN
(Ingezonden)
De Dienstbode
De vraag .Zouden wij vrouwen er niet
eenige schuld aan hebben, dat de meisjes
geen dienstbode willen worden? is in een
der laatste nummers van dit blad door een
inzendster met de hand in eigen boezem
vrijwel in bevestigenden zin beantwoord
Vergun mij hare beschouwing en conclusie
door twee citaten te illustreeren en te
onderstreepen.
In de psychologie der Sexen (op bldz
263/4) van Havelock Ellis schrijft hij: .Bo
vendien is zij (de dienstbode) een soort
bliksemafleider voor het slechte humeur en
de ziekelijke gevoelens van, baar meesteres
en van de jongedames"?en even later
.Tevens leeft zij op den rand der weelde.
zij is omringd door de tantaliseerende visioe
nen van genoegen en amusement, waar
naar haar frissche, jonge natuur verlangt.'
Van .Mevrouwen" sprekende, zeide onlangs
een bekend predikant van af den kansel*
Daaronder zijn er velen, die jammeren
over de vernietigde kunstschatten te Reims..
maar naar de ziel harer eigen dienstboden
niet omkijken."
Dat het bovenstaande vaak de waarheid
nabij komt, zullen velen helaas moeten
erkennen, waarmede niet bedoeld wordt te
zeggen, dat dienstboden engelen zijn, inte
gendeel. Engelen of niet, dat ontslaat ons
niet onze plichten te doen ook tegenover
haar, onze hulp en huisgenoote.
R.
Correspondentie
Aan de lezeressen. Het was mij verleden
en deze week niet mogelijk de laatste cor
rectie van onze rubriek waar te nemen ; dit
zal wellicht in de volgende weken ook nog
niet plaats vinden. De heeren zijn zoo wel
willend mijn post waar te nemen. Maar van
culinaire zaken hebbtn heeren geen begrip,
die wetenschap gaat hen te hoog (of te
laag ?) Wat weten ze van de bereiding van
gefarceerde kalfscoteletten". Hoe kunnen
ze het verschil vermoeden tusschen
varkensvet en een varkensnet, tusschen een totje en
een bosje pieterselie, tusschen | kwartier en
een i uur braden, hoe gissen dat een ver
keerd voegwoord en misplaatste komma het
recept geheel kan doen mislukken?
Past dus op dames en leest de recepten
met oordeel. Uw practische blik zal de
fou'jes wel weten te vinden, daaraan twijfel
ik niet.
Mevr. L. Af.?G. Mijn vriendelijken dank
voor de toegezonden recepten.
E. M. R.
Uit de tijdschriften
De jongste van alle berichtgevers is volgens
het .Wetenschappelijk Nieuws" in dezen
oorlog de dertienjarige Robert Veditz,
zoon van een attachébij het Amerikaansche
gezantschap te Parijs. De Amerikaansche
tijdschriften voor de jeugd »Boy" en Ame
rican Boy" hebben den kleinen Amerikaan
opdracht gegeven, hun geregeld berichten
over den oorlog te doen toekomen. In de
Amerikaansche boy-scouts-organisaüe be
kleedt de jonge Veditz den rang van onder
officier. Door bemiddeling van de Fransche
Regeering heeft hij alle afdeelingen van de
Fransche padvindersorganisatle bezocht en
is ook in de hospitalen en oorlogswerk
plaatsen op militaire wijze ontvangen.
De heldin van den dag is tegenwoordig
in Parijs een jonge Chineesche. Ze heet
juffrouw Toheng, is 24 jaar oud en afkomstig
uit Kanton, waar haar vader minister was.
Deze Chineesche is de eerste Aziatische
vrouw die aan een Fransche hoogeschool
heeft gestudeerd. Onlangs promoveerde zij
tot dokter in het Fransche recht.
Een nieuwe methode tot zeepbesparlng
geeft de Hamburgsche dermatoloog profes
sor nna in het .Dermatologische
Wochen«mnumimimmiimmiliiiiiiiituimiiHiiiiiiMiMiiiiiiiM'iiiifiiKfiffMiH
die der reigersbekken; het aardige
Robbertskruid, een van onze mooiste bosch»
en muurplantjes, ziet soms heelemaal rood:
bladeren, bladstelen en stengels. Het
huislook krijgt paarse punten aan zijn dikke
bladeren.allemaal anthokyaan in de opperhuid.
Er groeit in onze bosschen in 't Oosten
van ons land meer dan in het Westen een
aardig plantje met groote drietallige blaadjes
als van klaver en mooie klokvormige witte
roodgeaderde bloempjes die komen in April
en Mei. 't Is de bosch- klaverzuring. Die
drietallige blaadjes zijn zeer gevoelig voor
licht en warmte en als ze die in den zomer
tijd in uitersten te verduren krijgen dan
vouwen ze zich netjes samen, uit zelfver
weer, als 't ware om minder vat te gevtn.
Maar als ze wit worden, verliezen ze hun
beweeglijkheid en nu 't winter is blijven ze
nacht en dag vlak uit staan. Intusschen
heeft zich in d* opperhuid aan de onderzijde
rijkelijk anthokyaan ontwikkeld en nu kunnen
ze ook van alles verdragen, doordat ze nu
veel warmte kunnen vergaren, zoowel de
zonnestralen, als de warmte, die door de
aarde zelf wordt uitgestraald.
Zijn ook de jonge takjes aan de linde
niet veel rooder gewordtn of lijkt dat maar
zoo in 't vriendelijk zonnetje, dat we zoo
lang moesten ontberen? Ook de groene
bladeren van de stekelige mahonia hebben
een blauwer tint en zelfs de hulst doet mee.
Daar staat een groepje coniferen, dat er nog
al ontredderd uitziet: de lange naalden hangen
slap en kris en kras in bundeltjes van vijf.
't Is de witte den of Weymouth-pijn, alweer
een Americaan, anders een heel mooie boom,
maar nu niet op zijn voordeellgst. Ook wil
t ons lijken dat de Oostenrijksche den zijn
'VAN ALLES WAT
Voor de Naaitafel
Standaard van karton met gebloemd
cretonne overtrokken. De klossen draaien
om houten pennen (zie rechts)
uiiiiiiffmMiHftiifiiffiMfffimifiifiiiimmiiiimtmfififmiiifmilimijffii
schrift". HU schrijft daarin: .De economie
van het stuk zeep in tegenstelling met de
vloeibare zeep eindigt, zooals, men weet,
wanneer het tot een kleine rest verbruikt is:
moeielijk vast te houden als dit is, gaat het
geregeld verloren. Thans; nu de zeep moet
worden bespaard, is bet goed eraaa te her
inneren, dat er een eenvoudig middel be
staat, alle zeepoverblijfsels op te gebruiken.
Men verzamelt alle overblijfsels, wikkelt ze
in een stukje gaas, en wascht zich met de
zoo 'ontstane zeepbal. Dit heeft nog een
ander voordeel. Bij het wasschen dringt het
zeepschuim in het zachte poreuse omhulzel,
droogt daarin later vast, om, wanneer het
weer vochtig wordt, onmiddellijk een dik
zeepschuim te leveren.
In Nosokomos" leest men de twee vol
gende raadgevingen:
Voor het dichtplakken van reten in een
kamer, die onlsmet moet worden, kan men
reepen krantenpapier gebruiken, die flink
met zachte zeep zijn besmeerd. Deze plak
ken goed, sluiten goed af en zijn later ge
makkelijk met warm water te verwijderen.
Bloedvlekken uit linnengoed kunnen wor
den verwijderd, door de vlekken te
bedroppelen met of het goed te weeken in water
stof peroxyde. Het goed lijdt daar niet
van. Zijn de vlekken heel versch, is dus het
linnen nog niet met water, zeep of soda in
aanraking geweest, dan lukt het even goed
en nog gemakkelijker de vlekken weg te
krijgen door het linnen te spoelen in een
keukenzout-oplossing l op 100, of door de
vlekken met een dot watten met dezelfde
oplossing te betten.
llinillllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIimitllllHIIIIIII
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
flo. l . fl. 6O.
Ho. 2 . 90.
Ho. 3 , 125.
HO. 4 . ,, 175
Vnaag gedetailleafde
Hiiifmiiiiifiii»,tJimiiiiJfiJjiiif>iii»,ifmMiii?j,iii,m,?mm,mi,m,fii
naalden wat draait en samenkronkelt. Onze
grove dennen echter en ook de Z«epijn, dit
in zijn jeugd geen strenge wintert kan ver
duren, staan er prachtig bij.
Toch ziet het bosch er een beetje armoe
dig uit en dat komt wel vooral door de
eikvarens of boomvarens, stronkvarens of
naaktvarens of hoe ik ze noemen moet. Ik
bedoel Polypodium vulgare, de eenvoudige
varen die overal in de bosschen groeit en
ook wel op het duin of in de koppen Van
knotwilgen. Die doen net als die planten
van den Kaukasus; als't vriest, schrompelen
ze geheel inee», maar bovenwaarts en
blnnenwaarts en dat ziet er nog kouwelijker
uit dan andersom. Twee graden vorst houden
ze nog wel uit, maar met vijf graden krijgen
ze het erg benauwd. Indien ge van zoo'n
eikvaren voorzichtig een stukje opperhuid
afpelt het gaat nog al makkelijk en
dat door een loupe bekijkt, dan ziet ge4at
het vol zit met groene spikkeltjes. Elk zoo'n
spikkeltje is een huidmondje, een openingetje
waardoor het water uit 't blad kan verdam
pen en ge ziet nu makkelijk in hoe bij koud
weer, als de wortels traag werken en de
droge oostenwind waait, zoo'n blad spoedig
verschrompelt. Maar het herstelt zich heel
;auw: de stralen van de middagzon helpen
tem er weer boven op en ik zag van middag
vlak bij elkaar twee varenpartijtjes, de eene
allermiserabelst verschrompeld, de andere
friscti en groen. Die laatste stond in 't
zonnetje.
Al die kleinigheden bouwen met elkander
iet mooie en interessante winterlandschap
op. Als het vleugje aanhoudt zullen we een
volgenden.keer eens uitzien naar de dieren.
JAC. P. THIJSSE